Toekomstbestendige Anw

Vergelijkbare documenten
Quick scan ADHD in po en vo

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

Anw: uitkering bij overlijden

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Anw: uitkering bij overlijden

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Nabestaanden in de knel; wat kunnen cliëntenraden doen?

Brunelleschi. De Dom van Florence

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Quick scan dyslexie in po en vo

Rol van de Overheid. Vragenlijst afgenomen in het LISS-I panel. versie 1.0

Online enquête Marktbehoefte koppeling pensioen en inkomen. 15 december januari Ir. Laurens van Graafeiland 30 januari 2012

Quick scan dyslexie in mbo en ho

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inventarisatie belangstelling voor opleiding

Nonresponse and Measurement Error in Mobile Web Surveys - Baseline

NP Partnerplan. Extra zekerheid als uw partner overlijdt

TAF Nabestaandenverzekering

De nabestaandenregeling van SBZ

Een verantwoorde hypotheek

Vragenlijst Particulieren

Regeling Anw-aanvulling

Hoe UWV-klanten Werk.nl waarderen

Codeboek Achtergrondvariabelen Immigranten Panel

Regeling Anw-aanvulling. Een verzekering tegen het Anw-hiaat. De Algemene nabestaandenwet. De verzekering tegen het Anw-hiaat bij het pensioenfonds

Kennisdossier Algemene nabestaandenwet november 2008

Changing images of older workers part 1

Helemaal eens Eens Niet eens / niet oneens Oneens Helemaal oneens

Hoe UWV-klanten Werk.nl waarderen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/ Kamervragen van het lid Omtzigt

De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Pon

Als u buiten Nederland woont of werkt: vrijwillige verzekering voor Anw

Regeling Anw-aanvulling. Een verzekering tegen het Anw-hiaat. De Algemene nabestaandenwet. De verzekering tegen het Anw-hiaat bij het pensioenfonds

De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds Pon

Nabestaandenverzekering Collectief voor werknemers

Een verantwoorde hypotheek

NP Aanvullingsplan. Een financieel veilige toekomst voor uw nabestaanden

GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B030 BELEIDSREGELS ONTHEFFING ARBEIDSPLICHT

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Thuiszorg Dichtbij Groningen. Ervaringen met de Palliatieve Zorg Verslagjaar 2014

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Bedrijfsvoering benchmark onderzoek tussenpersonen. Ir. Laurens van Graafeiland Juli 2013

Financial Literacy. Vragenlijst afgenomen in het LISS panel

Inhoudsopgave. Nabestaandenuitkering Anw. Wanneer krijgt u een nabestaandenuitkering Anw 4 Soms toch geen Anw Uitkeringsbedragen Inhoudingen

Nabestaandenverzekering Collectief voor werknemers

Inhoudsopgave. Nabestaandenuitkering Anw. Wanneer krijgt u een nabestaandenuitkering Anw 4 Soms toch geen Anw Uitkeringsbedragen Inhoudingen

Vignette Experiment on Paradata - II

Brochure Anw-hiaatverzekering van Pensioenfonds ANWB

Brochure Anw-hiaatverzekering van Pensioenfonds ANWB

Brochure Anw-hiaatverzekering van Pensioenfonds ANWB

Vakantieonderzoek wave 2

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

FNV Vrouw Postbus 8576, 1005 AN Amsterdam Tel: Minder gaan werken? Of stoppen misschien?

CAO Tuincentra Enquête Onderhandelaarsakkoord Resultaten Utrecht, maart 2016 L. Smulders, MSc G. Zoetendaal, BSc

(VNQ) Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 16 maart TAZ/U Lbr:18^10 CvA/LOGA 18/ College voor Arbeidszaken

Vragenlijst klantprofiel Bestemd voor Naam : Adres : Geboortedatum : Burgerlijke staat : Algemeen. Kennis en ervaring

Natuurlijk vinden wij overzicht over onze financiën belangrijk. Maar andere zaken lijken altijd nog veel belangrijker. Bovendien vinden wij het

Op weg naar de arbeidsmarkt Eindrapportage van de pilot Algemene nabestaandenwet (Anw) en bijstand (Participatiewet)

NP Aanvullingsplan. Een financieel veilige toekomst voor uw nabestaanden

Informatie voor werkgevers

Als u buiten Nederland woont of werkt: vrijwillige verzekering voor AOW en Anw

Productwijzer Kapitaalverzekering

Eindrapportage AVV Nieuwe cao Kunsteducatie. 28 november 2018, Utrecht

Je leeft, je verandert. Loyalis verandert met je mee. Neem je toekomst in eigen hand met Loyalis Levensloop

Stadspanelonderzoek naar eventuele Formule 1-races in Assen

Tijdelijk partnerpensioen Informatie voor de werkgever. Anw-pensioen. Financiële zekerheid voor het gezin van uw werknemers

QoS / Quality Of Service

Allianz. Wagenparkmanagement. Arbeidsongeschiktheids- verzekeringen. Zekerheid over uw eigen inkomen. Allianz Inkomensverzekeringen

Tijdelijk partnerpensioen Informatie voor de werkgever. Anw-pensioen. Financiële zekerheid voor het gezin van uw werknemers

Test voor het meten van de jeugdgerichtheid van sportverenigingen. Quick Scan J-score. voor sportclubs

Allianz Arbeidsongeschiktheids-

PENSIOENBROCHURE. Anw-suppletiepensioen

Uw AOW en Anw als u uit Nederland vertrekt

H12 Ziektewet en wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

Overlijden en uw pensioen

Using Anchoring Vignettes to Examine the Effect of Socioeconomic Status and Child Health

Belangrijke boodschap:

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

Brochure Anw-hiaatverzekering van Pensioenfonds ANWB

Factsheet. Uitleg over cliëntondersteuning De cliëntenraad aan zet

Effecten van recent beleid op financiële positie 55-plussers

Toeslagenonderzoek. Hoe gaan Nederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek?

Uw pensioen extra verzekeren

Codeboek Achtergrondvariabelen LISS Panel

VERKENNEND ONDERZOEK NAAR HET KANTELGEDRAG VAN GEMEENTEN

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Friesland

Ik wil mijn partner goed verzorgd achterlaten

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

OVER UW PENSIOEN TCPM Mei Prepared by Aon Retirement & Investment

Met dit formulier vraagt de werknemer bij u na wat u geregeld heeft en of dit ook specifiek voor deze werknemer geldt.

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Pensioen- en inkomensscan. Dhr. A. WERKNEMER en Mevr. B. PARTNER. Aangeboden door: De Pensioenafdeling M.A. de Frel Hellingweg 98B 2583 WH Den Haag

Bedrijfsvoering benchmark onderzoek tussenpersonen. Ir. Laurens van Graafeiland Juli 2013

Transcriptie:

Toekomstbestendige Anw Inventarisatie onder deelnemers symposium ANW van de toekomst datum 21 september 2016 auteur(s) Boukje Cuelenaere versie 2.0 classificatie standaard

CentERdata, Tilburg, 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 1.1 Opzet... 2 1.2 Leeswijzer... 2 2 Resultaten...3 2.1 Verantwoordelijkheid voor nabestaandenvoorziening... 3 2.2 Gewenste duur van de uitkering... 4 2.3 Rol van andere financiële bronnen... 5 2.4 Verlof na overlijden partner... 6 2.5 Re-integratie... 6 2.6 Andere voorzieningen... 7 3 Conclusies...9 Toekomstbestendige Anw 1/9

1 Inleiding 1.1 Opzet Op 1 juli 2016 organiseerde het ministerie van SZW het symposium 2016 De Anw van de toekomst: wat hebben nabestaanden nodig van de overheid. Op dit symposium is input opgehaald voor de vormgeving van een toekomstbestendige Anw. Hoewel de suggesties van de deelnemers talrijk waren en de discussies levendig, ontstond bij het ministerie toch de indruk dat nog niet alle ideeën opgehaald waren. Het ministerie heeft daarom CentERdata gevraagd een aantal aspecten van de Anw nog eens systematisch uit te vragen bij de deelnemers. Hiervoor is in overleg met het ministerie een online vragenlijst ontwikkeld en zijn alle 61 deelnemers van het symposium uitgenodigd om deze in te vullen. In de week van 25 juli 2016 is de uitnodiging voor het invullen van de vragenlijst verzonden. In verband met de vakantieperiode hadden de deelnemers tot 25 augustus de tijd om te reageren. In totaal zijn 40 deelnemers begonnen met het invullen van de vragenlijst en hebben 37 mensen de vragenlijst afgerond. Dit is een responspercentage van 61 procent. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat de resultaten van zowel de meerkeuze vragen als van de open vragen van de vragenlijst. Vanwege het kleine aantal personen dat deze vragenlijst heeft ingevuld, rapporteren we hier de frequenties niet in procenten, maar in absolute aantallen. Hoofdstuk 3 bevat enkele conclusies. Toekomstbestendige Anw 2/9

2 Resultaten 2.1 Verantwoordelijkheid voor nabestaandenvoorziening Met de Anw, als opvolger van de Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW), neemt de overheid verantwoordelijkheid voor een nabestaandenvoorziening op minimumniveau voor weduwen en weduwnaars met kinderen tot 18 jaar en arbeidsongeschikte nabestaanden (minimaal 45% arbeidsongeschikt) die hun partner verloren hebben. In het licht van de ontwikkelingen in de verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en individuele burgers, ook in verband met de toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen, is het relevant om na te gaan hoe de deelnemers van het symposium aankijken tegen de rol van de overheid en die van het individu. Tabel 2.1 bevat de stellingen die hierover zijn voorgelegd. Tabel 2.1 Visie op verantwoordelijkheid in verband met nabestaandenvoorziening (N=40) stelling 1 oneens Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor voldoende inkomen als de partner overlijdt door te (meer te) (gaan) werken. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor voldoende inkomen na het overlijden van de partner door zich vooraf te verzekeren of zelf te sparen De overheid moet voor nabestaanden met kinderen een inkomen garanderen na het overlijden van de partner. De overheid moet een inkomen garanderen voor arbeidsongeschikte nabestaanden na het overlijden van de partner. De overheid moet een inkomen garanderen voor alle nabestaanden na het overlijden van de partner De overheid hoeft alleen inkomen te garanderen aan nabestaanden die inkomen verliezen door het overlijden van de partner 2 3 4 5 mee eens 10 15 7 8 7 14 6 12 1 3 6 17 14 1 1 3 20 15 2 13 10 8 7 5 8 7 13 7 Toekomstbestendige Anw 3/9

De meeste deelnemers zijn het er niet mee eens dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor voldoende inkomen als de partner overlijdt door meer te gaan werken. Vooral degenen die zelf nabestaande zijn of daar dicht bij betrokken zijn, zijn het daar niet mee eens (niet in tabel). De eigen verantwoordelijkheid van mensen door zich te verzekeren voor inkomensverlies na het overlijden van de partner wordt deels wel en deels niet zo gezien. Er is meer consensus over de verantwoordelijkheid van de overheid voor een gegarandeerd inkomen voor nabestaanden met kinderen. Diezelfde consensus tekent zich af we waar het gaat om een gegarandeerd inkomen voor arbeidsongeschikte nabestaanden. Over de verantwoordelijkheid van de overheid voor een gegarandeerd inkomen voor alle nabestaanden zijn de meningen meer verdeeld. Deze variatie zien we nog sterker terug als het gaat om de verantwoordelijkheid voor nabestaanden die inkomen verliezen door het overlijden van hun partner. Ongeveer de helft van de respondenten is het er wel mee eens dat de overheid alleen voor die groep een inkomen moet garanderen. 2.2 Gewenste duur van de uitkering Als inkomensondersteuning aan alle nabestaanden wordt gegeven, kan gedacht worden aan een vaste periode waarin de overheid een inkomen garandeert. Gevraagd naar een redelijke duur van de periode waarin de overheid een inkomen garandeert, hebben de meeste respondenten behoefte aan een andere periode dan de voorgestelde perioden van 1, 2, 3 of 4 jaar. Een deel van deze respondenten geeft aan geen vaste duur te kunnen noemen omdat het afhankelijk is van de situatie of omdat de periode moet doorlopen zolang de nabestaande daar behoefte aan heeft. Tabel 2.2 Wat is volgens u een redelijke lengte van de overbruggingsperiode (N=39) duur aantal 1 jaar 3 2 jaar 5 3 jaar 0 4 jaar 4 Anders, namelijk 27 Van degenen die een andere duur van de overbruggingsuitkering voorstellen, geeft een deel aan dat dit afhankelijk is van de situatie en dat dit per geval verschillend kan zijn. Ook zegt een deel dat de periode expliciet langer moet zijn, namelijk 5, 7 en 10 jaar worden genoemd. In de vragenlijst is een open vraag gesteld wat de duur van de uitkering zou moeten zijn. Hier gaat het dan niet om de overbruggingsuitkering, maar om de nabestaandenuitkering algemeen. Dan zien we dat verreweg de meeste respondenten dit aan de leeftijd van het jongste kind koppelen, waarbij 18 jaar de meest genoemde leeftijd is. Ook is er een groep die pleit voor een voorziening tot het jongste kind zijn studie heeft afgerond. Een deel merkt op dat wanneer er geen kinderen zijn, de nabestaande een overbruggingsuitkering nodig heeft, maar de duur hiervan kan beperkt zijn: 1,2 of hooguit 5 jaar. Bij de vraag tot welke leeftijd de uitkering zou moeten doorlopen als de Toekomstbestendige Anw 4/9

duur gekoppeld zou zijn aan de leeftijd van het jongste kind, zien we ook dat ongeveer de helft een andere leeftijd voorstelt dan in de antwoordcategorieën genoemd werd. Tabel 2.3 Als de uitkeringsduur gerelateerd zou worden aan de leeftijd van het jongste kind, tot welke leeftijd zou dit moeten zijn? leeftijd aantal 4 jaar 1 6 jaar 2 12 jaar 3 16 jaar 1 18 jaar 15 Anders, namelijk 17 Degenen die een andere leeftijd noemen, hebben het over het moment dat de jongste klaar is met de studie of over 21, 23 of 25 jaar. Sommigen benadrukken het onderscheid tussen een uitkering voor de ouder en een uitkering voor het kind. 2.3 Rol van andere financiële bronnen Voor de bepaling van de hoogte van de Anw-uitkering wordt het eigen inkomen wel meegeteld, maar wordt geen rekening gehouden met inkomen uit vermogen of met inkomen uit een particuliere nabestaandenvoorziening. De deelnemers is gevraagd hoe zij het al dan niet meewegen van inkomsten uit verschillende bronnen beoordelen. Tabel 2.4 Stellingen over verrekening van andere bronnen met Anw (N= 39) stelling 1 oneens Mensen met vermogen (eigen huis niet meegeteld) hebben geen recht op financiële ondersteuning vanuit de overheid. Mensen met vermogen (eigen huis niet meegeteld) hebben alleen recht op praktische ondersteuning vanuit de overheid. Nabestaandenpensioen moet leiden tot korting op de uitkering. 2 3 4 5 mee eens 11 8 9 10 1 8 14 5 8 4 12 8 11 8 0 We zien dat het vrijlaten van het vermogen bij het bepalen van het recht op financiële ondersteuning door de overheid door een grote groep wordt ondersteund. Er is echter ook een groep die het ermee eens is dat mensen met vermogen geen recht hebben op financiële ondersteuning vanuit de overheid. In de toelichting wijzen mensen er op dat de aanwezigheid van vermogen niet altijd betekent dat er geld beschikbaar is. Wanneer de nabestaande een onderneming heeft of wanneer juist geld opzij is gezet voor de studie Toekomstbestendige Anw 5/9

van de kinderen, dan vinden zij het niet reëel om dat vermogen mee te rekenen. De eventuele korting van het nabestaandenpensioen op de Anw-uitkering wordt wisselend gewaardeerd. Een deel is het er niet mee eens dat dit tot een korting zou moeten leiden (zoals ook nu niet het geval is), maar ongeveer de helft staat hier neutraal of positief tegenover. 2.4 Verlof na overlijden partner Een behoefte van nabestaanden die niet direct met de Anw verbonden is, is de behoefte aan een periode van verlof na het overlijden van de partner. Het gaat dan om werkende en werkzoekende nabestaanden. Tabel 2.5 Mogelijkheid van verlof (N=38) stelling 1 oneens Nabestaanden moeten de mogelijkheid krijgen tijdelijk verlof op te nemen terwijl ze een nabestaandenuitkering ontvangen 2 3 4 5 mee eens 1 2 3 16 16 Het belang van de mogelijkheid om verlof op te kunnen nemen wordt benadrukt in de toelichting bij deze stelling. Daar moet het volgens verschillende respondenten dan wel gaan om betaald verlof. Gepleit wordt voor flexibel verlof, dat inzetbaar is wanneer daar behoefte is, naar analogie van het ouderschapsverlof. Dat zou ook goed zijn voor de werkgever, wanneer het niet gaat om verlof dat door de werkgever betaald moet worden. Als extra argument voor een vorm van verlof wordt genoemd dat dit ziekteverzuim met het proces volgens de Wet Poortwachter kan voorkomen. Een respondent maakt het zo duidelijk: Net als zwangerschapsverlof moet er een rouwverlof komen. 2.5 Re-integratie Op dit moment hebben Anw-gerechtigden geen re-integratieplicht. De Anw-uitkering stopt als het jongste kind 18 jaar wordt en het kan zijn dat de nabestaande tot die tijd niet gewerkt heeft, waardoor de overgang groot is. Interessant is het grote aantal respondenten dat een re-integratieplicht ondersteunt. In de vragenlijst zijn twee stellingen over re-integratieplicht in de Anw voorgelegd waar heel genuanceerd op gereageerd is. Een groot deel van de respondenten is het ermee eens dat er een reintegratieplicht komt (tabel 2.6). In de open toelichting verbinden ze daar voorwaarden aan, zoals het starten van deze plicht na een bepaalde periode (3 of 5 jaar worden genoemd) of wanneer het jongste kind een bepaalde leeftijd heeft bereikt (4, 6, 12 en 16 jaar worden genoemd). De instemming lijkt samen te hangen met de combinatie van reintegratieplicht en begeleiding. Kinderen hebben ook een werkend rolmodel nodig zegt Toekomstbestendige Anw 6/9

een van de respondenten. Anderen benadrukken het belang van maatwerk en van begeleiding. Ook wordt genoemd dat het begrip plicht te zwaar is en dat het zou moeten gaan om begeleiding en stimulans. Overkoepelend ontstaat het beeld dat er behoefte is aan mogelijkheden voor re-integratie op het moment dat de situatie van de nabestaande dat toelaat, gezien de tijd die verstreken is sinds het verlies en de leeftijd van de kinderen Tabel 2.6 Re-integratieplicht (n=38) stelling 1 oneens Er moet een re-integratieplicht komen voor Anw ers Voor het gedeelte dat iemand arbeidsgeschikt is moet een reintegratieplicht gelden 2 3 4 5 mee eens 3 5 7 19 4 3 6 8 20 1 2.6 Andere voorzieningen Verder is open gevraagd wat de overheid de nabestaanden nog meer zou kunnen beden naast de nabestaandenuitkering. De antwoorden gaan zowel over emotionele als over praktische ondersteuning. Verschillende keren wordt de mogelijkheid van een rouwloket bij de gemeente of bij de provincie genoemd. Vanuit een rouwloket kan de ondersteuning gecoördineerd worden en kan bijvoorbeeld een vaste rouwconsulent of coach aan de nabestaande gekoppeld worden. Wat betreft de behoefte aan emotionele ondersteuning, wordt de begeleiding voor de kinderen genoemd, hoe om te gaan met het verdriet. Praktisch is verschillende keren hulp voorgesteld bij de financiën: hoe krijgt een nabestaande zicht op de regelingen waar hij/zij mee te maken krijgt, hoe krijgt de nabestaande de administratie op orde, maar ook hulp bij de veranderingen in de hypotheek en de voogdij worden genoemd als praktische punten waarvoor ondersteuning welkom zou zijn. Ook voor de financiële en administratieve hulp wordt gepleit voor ondersteuning door professionals en niet door vrijwilligers. Een ander praktisch punt dat een paar keer werd genoemd was de kinderopvang. Nabestaanden zouden en voorrang en korting bij kinderopvang (inclusief buitenschoolse opvang) moeten krijgen. Tot slot van de vragenlijst is naar overige ideeën voor vormgeving van de nabestaandenvoorziening gevraagd. Hier werd een paar keer op de positie van de kinderen gewezen, waarbij onder meer de suggestie werd gedaan de halfwezenuitkering opnieuw in te voeren De gedachte hierbij is dat de kinderen zo een zelfstandig recht op financiële ondersteuning krijgen. Verder wordt gewezen op de specifieke behoeften van weeskinderen aan ondersteuning. Vanuit het Nederlands Jeugdinstituut is hier inmiddels de brochure Steun voor weeskinderen, Handreikingen voor gemeenten, wijkteam/cjg Toekomstbestendige Anw 7/9

en bondgenoot over verschenen. Ook wordt gesuggereerd de kosten voor rouwbegeleiding van kinderen in het basispakket van de zorgverzekering op te nemen. Een ander aspect van de vormgeving van de Anw, is het moment waarop de uitkering stopt na het starten van een gezamenlijke huishouding. Wanneer deze binnen 6 maanden eindigt ontstaat opnieuw recht op een nabestaandenuitkering. Verschillende respondenten pleiten ervoor deze periode te verlengen of om sowieso na een mislukte nieuwe relatie het recht op Anw te doen herleven. Toekomstbestendige Anw 8/9

3 Conclusies De reactie op de vragenlijst overziende, vallen een paar zaken op. Over de gewenste duur van de uitkering wordt zeer verschillend gedacht. Enerzijds zijn er de reacties die de nadruk leggen op maatwerk en de behoeften van de individuele nabestaande. Anderzijds wordt in de reacties een vaste periode genoemd. Dit varieert van een uitkering tot het moment waarop het jongste kind zijn studie heeft afgerond tot een kortere uitkering van 5 jaar, 2 jaar of zelfs 1 jaar. Er is behoefte aan aandacht voor re-integratie en vooral begeleiding bij reintegratie. Daarbij wordt gewezen op de verschillende functies die het werk vervult en het belang voor de kinderen van een rolmodel met werk. Tegelijkertijd wordt benadrukt dat de nabestaande partner niet te snel kan gaan werken en eerst tijd nodig heeft om met de rouw en het verdriet om te gaan en om aan de nieuwe situatie ook met de kinderen te wennen. Naast behoefte aan financiële ondersteuning is er duidelijk behoefte aan praktische en emotionele ondersteuning. Een aantal keer wordt een rouwloket gesuggereerd van waaruit de ondersteuning gecoördineerd kan worden en waar ook de expertise op de verschillende terreinen beschikbaar is. Op grond van de open antwoorden suggereren wij dat wellicht de SVB informatie kan toevoegen aan de informatie over Anw. Het zou dan gaan om informatie over het rouwloket en om de naam van de rouwconsulent, die het komende half jaar bereikbaar is voor ondersteuning op praktisch en emotioneel vlak. Aparte aandacht voor kinderen is nodig, zowel wat betreft hun financiële positie als wat betreft de begeleiding van de kinderen. In verschillende antwoorden werd een lans gebroken voor het vergoeden van rouwbegeleiding voor kinderen via de basiszorgverzekering. Er is een duidelijke behoefte aan een recht op een verlofperiode, bij voorkeur flexibel in te zetten. Hierbij wordt de analogie met het ouderschaps-en met het zwangerschapsverlof genoemd. Verder wordt op verschillende momenten in de antwoorden gesproken over de noodzaak van maatwerk. Het is de vraag in hoeverre dit maatwerk een plaats kan krijgen in een generieke regeling zoals de Anw. Toekomstbestendige Anw 9/9