Handleiding Smartboard. door Evelien Daniëls en Saartje Ras

Handleiding Smartboard door Evelien Daniëls en Saartje Ras

I. Kalibreren a. Wat is kalibreren? Kalibreren is het controleren en eventueel bijstellen van systemen en apparaten. In dit geval ga je het bord klaarmaken om te gebruiken, zodat de instellingen juist zijn. b. Hoe kalibreer je? 1. Houd de twee knoppen van het toetsenbord en de rechtermuisknop tegelijk in tot er een scherm (zie volgende foto) verschijnt op het smartboard. 2. Je krijgt een soortgelijk scherm als onderstaande afbeelding. 3. Gebruik je vinger of een pen om op het rode kruisje aan de linkerbovenkant te duwen. Volg zo alle kruisjes (in totaal 9). 4. Nu is het bord goed ingesteld en kan je ermee aan de slag.

II. Pennenbak gebruiken a. Hoe kan ik pennen gebruiken? 1. Neem één pen tegelijkertijd uit de pennenbak om op het bord te schrijven. 2. Als je een andere pen wilt nemen, leg je de eerste terug in het juiste vak van de pennenbak en neem je de volgende. b. Hoe kan ik de wisser gebruiken? 1. Zorg dat alle stiften in de pennenbak liggen. 2. Neem de wisser uit de pennenbak. 3. Veeg over het bord. Tip: Om sneller te wissen, kan je ook een cirkel tekenen met de wisser rond hetgeen verwijderd moet worden. Als je vervolgens binnen deze cirkel tikt met de wisser, verdwijnt de inhoud van de getrokken cirkel.

III. Het toetsenbord gebruiken a. Hoe roep ik het toetsenbord op? 1. Klik op de knop van het toetsenbord. 2. Het toetsenbord komt tevoorschijn op het scherm. b. Hoe verplaats ik het toetsenbord? 1. Ga op de bovenrand van het toetsenbord staan. 2. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep het toetsenbord naar een andere plaats. c. Hoe verwijder ik het toetsenbord op het smartboard? 1. Klik op de sluitknop van het toetsenbord in de rechterbovenhoek.

IV. De rechtermuisknop gebruiken a. Hoe gebruik ik de rechtermuisknop op het smartboard? 1. Klik op de rechtermuisknop van het pennenbakje. 2. Klik vervolgens op het scherm. 3. Het snelmenu verschijnt. 4. Iedere keer als je een rechtermuisklik nodig hebt, ga je deze knop moeten indrukken. Het smartboard voert deze actie dus maar een keer uit.

Handleiding smart Notebook door Evelien Daniëls en Saartje Ras

I. Software installeren 1. Surf naar https://www.smarttech.com/downloads. 2. Klik op Choose a version bij het blauw icoontje. 3. Kies een versie die je wilt gebruiken. Kijk goed naar het besturingssysteem dat de computer gebruikt waarop je wilt werken met SMART Notebook. In deze cursus werken we met 14.3 for Windows.

4. Klik op Download. 5. Kies voor Continue with download.

6. Het programma wordt gedownload. Als het programma gedownload is, open je het door onderaan te klikken. Als je dat niet ziet staan, dan bevindt het document zich in de map Downloads. 7. Volg vervolgens de softwarewizard.

II. Aan de slag met SMART Notebook I. Het programma SMART Notebook openen 1. Klik op de startknop links onderaan. 2. Kies voor Alle programma s. 3. Zoek naar het mapje SMART Technologies en klik erop. Kies vervolgens voor SMART Notebook 14 1. 4. Het programma opent zich. 1 afhankelijk van de versie die je hebt gekozen

II. Startscherm Dit scherm krijg je te zien als je programma opent.

b. Een overzicht van de knoppen in het beginscherm icoon omschrijving naar de vorige pagina naar de volgende pagina een actie ongedaan maken een actie opnieuw uitvoeren een bestand openen een pagina toevoegen een pagina verwijderen het bestand opslaan het scherm bekijken plakken een schermafdruk nemen smart document camera meethulpmiddelen gebruiken iets verwijderen het scherm weergeven of verbergen een tabel invoegen bronnen opvragen toevoegingen iets selecteren vormen toevoegen regelmatige polygonen toevoegen iets opvullen zelf schrijven of tekenen tekst toevoegen lijnen tekenen de wisser activeren

c. Pagina s Aan de linkerkant van het scherm zie je de pagina s staan. Een pagina toevoegen of verwijderen Je kan één of meerdere pagina s toevoegen of verwijderen. Dat doe je met volgende knoppen: De paginavolgorde wijzigen 1. Selecteer de pagina die je wilt verplaatsen. 2. Sleep de pagina tussen twee pagina s zodat je een blauw streepje ziet. 3. Laat de muisknop los als het blauwe streepje juist staat waar de pagina zou moeten komen.

III. Werken met tekst a. Hoe kan ik tekst typen? 1. Klik op de knop Tekst. Het opmaakmenu verschijnt ernaast. 2. Als je ergens willekeurig in het scherm klikt en typt, dan verschijnt je tekst. b. Het opmaakmenu Lettertype Klik op het pijltje naast het lettertype. Vervolgens kan je een lettertype kiezen door erop te klikken. Je kan ook nog altijd scrollen om meer lettertypes te zien. Lettergrootte Klik op het pijltje naast de lettergrootte. Kies de gewenste grootte. Vooringestelde groottes en lettertypes Je kan ook een vooringesteld lettertype met lettergrootte kiezen.

Vet, schuif of onderstreept Je kan de tekst ook vet, schuin of onderstreept zetten. B = vet I = schuin U = onderstreept Uitlijning Je kan je tekst aan de linkerkant, de rechterkant of in het midden van het kader waarin je de tekst ingeeft zetten. = links = gecentreerd 2 = rechts Letterkleur Klik op het pijltje bij het kleurenrooster. Kies de kleur die je wilt gebruiken. Transparantie 3 Klik op het pijltje en verschuif de knop naar de gewenste hoeveelheid. 2 gecentreerd: midden 3 transparantie: doorzichtigheid

Notatie Klik de knop om een notatie toe te voegen. Hier kan je onder andere een macht, een vierkantswortel, een groter-of-gelijk-aanteken toevoegen. Je kan ook symbolen toevoegen. c. Hoe kan ik tekst verplaatsen? Als je op de video klikt met de optie Selecteren, dan kan je de video altijd verplaatsen wanneer je dat wilt. d. Hoe kan ik tekst verwijderen? 1. Selecteer de optie Selecteren. 2. Selecteer de tekst en klik op de toets Del 4 op het toetsenbord. 4 Del: voluit = delete. Betekenis: verwijderen

IV. Werken met vormen a. Hoe kan ik een vorm invoegen? 1. Klik op de knop Vormen. 2. Als je een vorm selecteert, houd je op het witte vlak je muisknop ingedrukt en sleept totdat je de gewenste vorm krijgt. b. Het opmaakmenu Vormen Je kan een vorm kiezen uit de vormen die er al staan. Je kan ook meer vormen kiezen die zich verborgen houden. Deze kan je tevoorschijn halen door op het pijltje te klikken. Kleur Klik op het pijltje bij het kleurenrooster. Kies de kleur die je wilt gebruiken.

Lijndikte en lijnstijl Klik op het pijltje bij de drie lijnen. Kies de dikte en de stijl die je wilt gebruiken. Transparantie 5 Klik op het pijltje en verschuif de knop naar de gewenste hoeveelheid. c. Hoe kan ik een vorm verplaatsen? Als je op de video klikt met de optie Selecteren, dan kan je de video altijd verplaatsen wanneer je dat wilt. d. Hoe kan ik een vorm verwijderen? 1. Selecteer de optie Selecteren. 2. Selecteer de tekst en vorm op de toets Del 6 op het toetsenbord. 5 transparantie: doorzichtigheid 6 Del: voluit = delete. Betekenis: verwijderen

V. Werken met regelmatige polygonen a. Hoe kan ik een regelmatige polygoon invoegen? 1. Klik op de knop Regelmatige polygonen. 2. Als je een vorm selecteert, houd je op het witte vlak je muisknop ingedrukt en sleept totdat je de gewenste vorm krijgt. b. Het opmaakmenu Vormen Je kan een vorm kiezen uit de vormen die er al staan. Je kan ook meer vormen kiezen die zich verborgen houden. Deze kan je tevoorschijn halen door op het pijltje te klikken. Kleur Klik op het pijltje bij het kleurenrooster. Kies de kleur die je wilt gebruiken.

Lijndikte en lijnstijl Klik op het pijltje bij de drie lijnen. Kies de dikte en de stijl die je wilt gebruiken. Transparantie 7 Klik op het pijltje en verschuif de knop naar de gewenste hoeveelheid. c. Hoe kan ik een regelmatige polygoon verplaatsen? Als je op de video klikt met de optie Selecteren, dan kan je de video altijd verplaatsen wanneer je dat wilt. d. Hoe kan ik een regelmatige polygoon verwijderen? 1. Selecteer de optie Selecteren. 2. Selecteer de regelmatige polygoon en klik op de toets Del 8 op het toetsenbord. 7 transparantie: doorzichtigheid 8 Del: voluit = delete. Betekenis: verwijderen

VI. Werken met een afbeelding a. Hoe kan ik een afbeelding toevoegen? 1. Klik in de takenbalk op Invoegen. 2. Kies voor Afbeelding. 3. Er verschijnt een dialoogvenster. Zoek de afbeelding die u wilt gebruiken, selecteer deze en klik vervolgens op Openen. b. Hoe kan ik een afbeelding verplaatsen? Als je op de afbeelding klikt met de optie Selecteren, dan kan je de afbeelding altijd verplaatsen wanneer je dat wilt. c. Hoe kan ik een afbeelding verwijderen? 1. Selecteer de optie Selecteren. 2. Selecteer de afbeelding en klik op de toets Del 9 op het toetsenbord. 9 Del: voluit = delete. Betekenis: verwijderen

VII. Werken met een video a. Hoe kan ik een video toevoegen? 1. Klik in de takenbalk op Invoegen. 2. Kies voor Video. 3. Er verschijnt een dialoogvenster. Zoek de video die u wilt gebruiken, selecteer deze en klik vervolgens op Openen. b. Hoe kan ik een video verplaatsen? Als je op de video klikt met de optie Selecteren, dan kan je de video altijd verplaatsen wanneer je dat wilt. c. Hoe kan ik een video verwijderen? 1. Selecteer de optie Selecteren. 2. Selecteer de video en klik op de toets Del 10 op het toetsenbord. 10 Del: voluit = delete. Betekenis: verwijderen

VIII. Werken met SMART Notebook-materiaal SMART Notebook heeft zelf ook een aantal ingestelde programma s en figuren voorzien om al mee aan de slag te gaan. 1. Klik op onderstaande knop. 2. Kies voor Lesson Activity Toolkit 2.0.

3. Klik vervolgens op Interactief en multimedia. 4. Er verschijnt een lijst waar je oefeningen uit kan halen die je zelf nog moet invullen.

IX. Oefeningen maken a. Cell Shade 1. Voeg een tabel toe. 2. Selecteer een cel en typ de tekst in. 3. Selecteer een cel die je wilt bedekken. 4. Klik op het pijltje aan de rechterbovenkant. 5. Kies voor Celarcering toevoegen. 6. De cel is nu bedekt. 7. Als je op de cel klikt, verdwijnt de arcering aan de linkerbovenkant. Als je de arcering terug tevoorschijn wilt halen, klik je op het driehoekje aan de linkerbovenkant van de cel. Voorbeeld

b. Category Sort 1. Zoek in de lijst naar Category sort en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. B A C D A Selecteer of je 2 of 3 sorteerkolommen wilt. B Geef elke kolom een naam. C Duid aan of je een oplossingsknop wilt. D Voeg sorteerlabels toe en duid aan tot welke kolom deze behoort.

3. Als je klaar bent, klik je op Ok. 4. De oefening kan nu gemaakt worden. Voorbeeld

c. Category Sort Image 1. Zoek in de lijst naar Category sort (image) en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. C B A E D A Duid aan of je twee of drie sorteerkolommen wilt. B Geef elke kolom een naam. C Selecteer hoeveel foto s je wilt sorteren. D Sleep de foto s naar een vakje en geef aan tot welke kolom de foto behoort. E Geef aan of je een oplossingsknop wilt.

d. Anagram 1. Zoek in de lijst naar Anagram en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. B A C A Geef de snelheid in. B Duid aan of je een timer wilt gebruiken. C Geef een woord in en geef een hint en/of voeg een foto toe.

3. Als je klaar bent, klik je op Ok. 4. De oefening kan nu gemaakt worden als je op Start klikt. Voorbeeld

e. Image Match 1. Zoek in de lijst naar Image match en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. B C A Geef aan hoeveel foto s je wilt gebruiken. A B Sleep een foto naar het vak en typ het woord eronder. C Geef aan of je een oplossingsknop wilt.

f. Image Select 1. Zoek in de lijst naar Image select en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. A B C A Geef aan hoeveel foto s je wilt gebruiken. B Kies om ofwel labels aan te klikken ofwel zelf te schrijven onder de foto. C Sleep een foto naar het vak en geef het woord eronder in.

g. Vortex 1. Zoek in de lijst naar Vortex en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. A C B A Geef de twee draaikolken een naam. B Vul een woord in bij de labels en bepaal tot welke draaikolk het woord behoort. C Geef aan of de draaikolken draaien.

h. Multiple Choice 1. Zoek in de lijst naar Multiple choice en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. A B C D A Selecteer het aantal vragen je wilt opstellen. B Typ de vraag in die je wilt stellen. C Voer de mogelijke antwoorden in. D Duid aan welk antwoord het correcte antwoord op de vraag is.

i. Sentence Arrange 1. Zoek in de lijst naar Sentence arrange en sleep deze naar de pagina. 2. Kies voor Edit en vul het werkblad juist in. B A A Vul de woorden in. B Duid aan of je een oplossingsknop wilt.