Beheerplan Openbare Verlichting

Vergelijkbare documenten
Bureau Openbare Verlichting. Lek - Merwede

Datum 29 september 2011

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Beleidsbeheerplan openbare verlichting 2016 gemeente Boekel

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Voorstel voor de Raad

Notitie LH/01160İVS3. Grootschalige ledvervanging Stormpolder. L. Hoebink R. Briënne

Monitoring Energieakkoord. Snel gids Invullen monitoringslijst. Snel gids Monitoring OVLVRI Energieakkoord September 2014 Pagina 1

dhr. T. de Vries - Openbare werken 3. Beheer openbare ruimte

Verduurzamen gemeentelijk openbare verlichting

Verduurzamen gemeentelijk openbare verlichting

!!!! " #$%&'( ) *! +!$%&$, )!!+#! *!! $%&'(! $%&$, -! $%&'(!*# $%&$, *!.$%&'(!!# $%&$, * *! **!!! #. % 1!!2 1 ) #+2! 2!

Beheerplan Openbare verlichting

Presentatie Beleidsplan Openbare verlichting

*D * D

Aan de Raad. 2.1 Geeft meer veiligheid voor burgers en weggebruikers.

P. Roest raad00777

Evaluatie Beleidsuitgangspunten. Openbare Verlichting. Gemeente Geertruidenberg

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting in de gemeente Dronten

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

Beleidsuitgangspunten. openbare verlichting. Midden-Drenthe

Raadavoorstel Duurzame Openbare Verlichting

Startnotitie beleidsplan en beheerplan gemeente Goeree-Overflakkee. Versie: V2_0 Status: definitief 7 december Vught, Apeldoorn, Leek

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp Beleidsplan Openbare verlichting (planperiode 10 jaar).

Advies aan de gemeenteraad

Bijlage 4 Voorbeeldproject Rijpelberg

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van. : wethouder mw. W.J.F. van der Rijt-van der Kruis

Verantwoord Verlichten. Roger van Ratingen, Consultant Ziut

Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL)

Beheerplan Openbare Verlichting. Gemeente Heerhugowaard

INTERACTIEVE MARKTCONSULTATIE OPENBARE VERLICHTING EN DATA

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Openbare verlichting: hoe kan het efficiënter?

Hardenberg. Gemeente. Zaakkenmerk: Raad: 15 november 2011 Afdelingshoofd: G.D. van Lenthe

Beheerplan. Openbare Verlichting. Gemeente Oldebroek

Nota van B&W. onderwerp Actualisering Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte (BKP)

Gemeente Schinnen. Openbare Verlichting gemeente Valkenburg a/d Geul

Onderwerp Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

Actualisering visie en beleid Openbare Verlichting, beleidsperiode

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 13 september 2011 zaaknummer

Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting

Monitoring Energieakkoord. Handleiding Invullen monitoringslijst. 1 Pagina van 34

Onderwerp: Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

5.C D.1 Sector- en ketenbetrokkenheid. Pagina van 10

Kwaliteit & Kosten Verlichting Openbare Ruimte

OVL beleidsplan op 1 A4: verduurzaming, betere kwaliteit én lagere kosten. Het kan. Ralph Groenendaal

Criteria voor duurzaam inkopen van Openbare Verlichting (OVL)

gemeente Bunnik Bijlage 1 Notitie vervanging openbare verlichting

Beheerplan openbare verlichting

2. Vanaf 2020 jaarlijks een budget van beschikbaar te stellen voor het schoonmaken van de lichtmasten.

Advies aan de gemeenteraad

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van kenmerk Agendapunt. 16 september 2014 KDK/00318/i Datum: 29 juli 2014 Verzonden: 4 september 2014

Service Level Agreement (SLA) historische binnenstad Alkmaar

Aan de Raad Raad Made, 22 april 2015

Fietspad/wandelpad. Openbare Verlichting & Verkeersregelinstallaties. >> Als het gaat om energie en klimaat

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting en Borger-Odoorn

BIJLAGE 3 TOELICHTING ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEBESPARINGSOPTIES

Visie Beheer Openbare Ruimte

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Energieakkoorddoelstellingen. openbare verlichting: stand van zaken. Dyana Loehr 29 januari 2015

Energieakkoord-doelstellingen openbare verlichting en verkeersregelinstallaties

U W B O R D E N B E S TA N D O P O R D E? inzicht K WA L I T E I T V E I L I G H E I D K O S T E N B E H E E R S I N G

Inhoudsopgave. Inhoud

Ontwikkelen. Beleidsplan. Openbare verlichting. Gemeente Haren

Ter informatie zenden wij u het bestedingsvoorstel Intensivering onderhoud openbare ruimte.

Helder licht op Beesel Beleidsplan Openbare Verlichting 2016 t/m2023 Pagina van 22

Beantwoording vragen raadscommissie 2 september 2014 inzake Beleid en beheerplan openbare verlichting

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: beleids- en beheerplan kleine civiele kunstwerken. Gevraagde Beslissing:

Nadere regels tijdelijke reclameborden Schagen 2018

Notitie. 1 Inleiding. Leek Oostindië Retrofit Pilot

Uitvoeringsplan Openbare Verlichting

Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?

Beleidsplan Openbare verlichting Hollands Kroon Duurzaam verlicht

Service Level Agreement (SLA) Bedrijventerrein Overdie/Laanenderweg

Sportveldverlichting EEN STAND VAN ZAKEN. Hoevelaken, 29 januari 2015

Ongeluk bij kanaal Utrecht

Bestuurlijke Samenvatting. Beleidsplan Openbare Verlichting

Beleid in hoofdpunten Licht in de Openbare Ruimte in de gemeente Dronten

Aan welke eisen moeten bouwkasten voldoen?

inhoud wat is de aanleiding?... blad 3 wat willen we bereiken?... blad 5 wat doen we voor het milieu?... blad 9 wat gaat het kosten?...

Raadsvoorstel

Beleidskader Duurzaam Beheer. Evaluatienotitie

Shared Service Center (ASSC) wat kan AGMI voor u betekenen? Leading forward.

Beheerplan Openbare Verlichting

Ondergronds overdrachtspunt voor laagspanning

Beleidsplan Openbare Verlichting. Gemeente Ridderkerk

sßk Aan de raad van de gemeente Emmen emmen,nl Geachte leden van de raad,

Uw partner in groen. Beeldbestek volgens CROW catalogus

Voorstel raad en raadsbesluit

Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Goirle 2012 tot 2015

Westland Infra, Diepgeworteld in de tuinbouw.

CityTec Ketenanalyse. Energiebesparing. Onderdeel dynamische openbare verlichting op gelijkspanning

Beter licht met minder energie

SER Energieakkoord voor Duurzame groei:

Gemeente Delft. : Beheerplannen Wegen en Civiele constructies

Managementsamenvatting Kwaliteit onderhoud openbare ruimte Vervolgmeting 2008

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 27 september 2016 NR.: RI

Handboek gestandaardiseerde componenten openbare verlichting.

Beslisdocument college van Peel en Maas

Raadsvoorstel. Samenvatting

Transcriptie:

2016-2019 Beheerplan Openbare Verlichting Gemeente Haarlemmermeer juni 2015

2

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel beheerplan... 4 1.3 Uitgangspunten... 5 1.4 Leeswijzer... 5 2 Kaders en Beleid... 6 2.1 Wettelijk kader... 6 2.2 Technische richtlijnen... 6 2.3 Kaders voor duurzaamheid... 7 2.4 Gemeentelijk beleid en richtlijnen... 8 2.5 Kennisuitwisseling binnen het vakgebied openbare verlichting... 9 3 Areaal en kwaliteit... 10 3.1 Kwantitatieve areaalgegevens... 10 3.2 Kwalitatieve areaalgegevens... 11 4 Beheerstrategie... 18 4.1 Inspectie en onderzoek... 18 4.2 De uitvoering van het onderhoud... 18 4.1 Standaardiseren materialen... 23 4.2 Meerjaren vervangingsplan... 23 4.3 Duurzaam en milieubewust beheer... 24 4.4 De beheerorganisatie... 24 4.5 Beheersysteem... 27 5 Middelen... 28 5.1 Benodigd budget... 28 5.2 Beschikbaar versus benodigd budget... 30 5.3 Scenario s... 30 6 Communicatie... 32 7 Conclusies en aanbevelingen... 33 8 Bijlagen... 34 3

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Openbare verlichting (OVL) lijkt vanzelfsprekend. We missen het pas wanneer het donker is op plekken waarvan we verwachten dat ze verlicht zijn. OVL heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis (circa 4.200 uur per jaar = 48% van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren en het levert een grote bijdrage aan de veiligheid voor voetgangers, fietsers en het gemotoriseerd verkeer. Hoewel met OVL het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, verbetert het de verkeersveiligheid en draagt het bij aan de sociale- en openbare veiligheid en de leefbaarheid in de fysieke leefomgeving. Verlichting bepaalt ook de uitstraling en aantrekkelijkheid van bijvoorbeeld winkelgebieden en wijken, zowel overdag als s avonds. Overdag door vormgeving, plaatsing en goed onderhoud van de openbare verlichtingsinstallaties en in de avond door kwalitatief goede verlichting. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang. Na een periode van groei van Haarlemmermeer komt de gemeente in een fase waarin het beheer van de bestaande fysieke leefomgeving meer van belang wordt. Goed onderhoud van het bestaande areaal zorgt voor de instandhouding hiervan. Het doel van de gemeente is om de openbare verlichting technisch op orde te houden en deze verder te verduurzamen. 1 Met name duurzaamheid, energiebesparing en sociale veiligheid zijn de laatste jaren belangrijke maatschappelijke vraagstukken, die een rol spelen in het beleid en het beheer van de OVL-installatie. In het collegeprogramma 'Krachtig Samen Werken 2014-2018' is het slim omgaan met energie voor openbare verlichting als uitgangspunt opgenomen. Door innovatieve technieken toe te passen is het mogelijk de openbare verlichtingsinstallatie duurzaam te beheren, energie te besparen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Om deze doelen te bereiken is voor het beheer van de OVL-installatie een meerjaren beheerplan opgesteld. 1.2 Doel beheerplan Het beheerplan richt zich op de tactische en operationele kant van het technisch beheer van de OVL en geeft een actueel inzicht in de kwantiteit en kwaliteit en de benodigde financiën om dit areaal te onderhouden. Op basis van de beheerplannen kunnen het klein onderhoud en de investeringen voor vervangingen en renovaties voor de komende vier jaar worden vastgesteld, waarmee het beheerplan gebruikt wordt als leidraad voor de uitvoering van het beheer en als basis voor het opstellen van de integrale meerjaren uitvoeringsplannen en jaarplannen. Dit document is, naast het vastleggen van de beheerafspraken bedoeld voor communicatie met bestuurders, burgers en uitvoerders en dient tevens als toetsinstrument voor specifieke beheerkeuzes en onderhoudsactiviteiten. Goed beheer van de OVL is van belang om de gestelde technische levensduur op een verantwoorde manier en tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten te halen. Het beheer speelt ook een belangrijke rol in het realiseren van de beleidsmatige aspecten zoals: 1. Handhaven van de huidige lichttechnische kwaliteit van de openbare verlichting, conform de landelijke richtlijn ROVL 2011; 1 Bron: Programmabegroting 2015-2018 gemeente Haarlemmermeer 4

2. Duurzaam ontwerp verlichtingssysteem, het toepassen van duurzame materialen; Dit betreft milieuvriendelijk geproduceerde materialen waaronder energiezuinige lampen en C0 2 -neutraal geproduceerde onderdelen, materialen met een langere levensduur, materialen die hergebruikt kunnen worden en verlichtingsarmaturen met een hoog rendement. Het ontwerp van de verlichtingsinstallatie voldoet aan de energieprestatie-eis zoals beschreven in de Handleiding Energielabelling Openbare Verlichting (Agentschap NL, NSVV, 2009); 3. Dimmen daar waar mogelijk; 4. Het doorvoeren van innovaties. 1.3 Uitgangspunten Uitgangspunt vormt het bestaande areaal voor openbare verlichting. De oudste onderdelen van de OVL dateren uit de periode 1950-1960. Dit beheerplan omvat alle onderdelen van de OVL die in beheer zijn bij de gemeente Haarlemmermeer. De OVL bestaat uit een speciaal daarvoor aangelegde elektrische installatie (OVLinstallatie). Onderdelen van deze installatie zijn zowel bovengronds te vinden (de verlichtingsobjecten zoals de lichtmasten en meetverdeelkasten) als ondergronds (kabelnet). Tot deze installatie behoren niet alleen de lichtmasten, maar ook tunnelverlichting, verlichte abri s, verlichte lichtmastreclame, verlichte ANWB-wegbewijzering, verlichte verkeerstekens (verkeersborden en -zuilen), en grondspots. Verlichting van bijvoorbeeld sportvelden behoort niet tot de OVL, omdat deze worden beheerd door derden. OVL-onderdelen die binnen de gemeentegrenzen vallen, maar in beheer zijn bij andere beheerders bijvoorbeeld Liander, het Hoogheemraadschap Rijnland, de provincie, Rijkswaterstaat en het Recreatieschap, vallen ook buiten het kader van dit beheerplan. De informatie in dit beheerplan is ook afgebakend waar het gaat om informatie die in andere documenten is te vinden. Binnen het beheerplan wordt deze informatie aangehaald, maar verder niet herhaald of gekopieerd. De reden hiervoor is om het beheerplan compact, leesbaar en actueel te houden Het beheerplan geldt voor de periode 2016 2019. Om de 5 jaar wordt het beheerplan geëvalueerd en herzien. Indien tussentijdse ontwikkelingen hier aanleiding toe geven, dan wordt het plan eerder geactualiseerd. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 1 zijn beschreven: de aanleiding, doelstelling en opbouw van het beheerplan. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de wettelijke kaders en het gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving van het areaal en de kwaliteit hiervan gegeven. Hoofdstuk 4 beschrijft de beheerstrategie, met daarin de te treffen maatregelen. De financiën worden in hoofdstuk 5 weergeven. Hoofdstuk 6 gaat in op communicatie en in hoofdstuk 7 volgen tenslotte enkele conclusies en aanbevelingen. 5

2 Kaders en Beleid Bij de exploitatie van OVL heeft de gemeente te maken met bepaalde randvoorwaarden en kaders. Het gaat om wettelijke kaders, technische richtlijnen en gemeentelijke bestuurlijke richtlijnen en beleid. Deze zijn bepalend voor de wijze waarop de installatie moet worden vormgegeven en onderhouden. 2.1 Wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door wetgeving en richtlijnen rond het eigendom van de installatie, elektrische veiligheid, aansprakelijkheid, informatie-uitwisseling, milieuwetgeving en beleid, energiebeleid. 2.1.1 Burgerlijk Wetboek Het Burgerlijk Wetboek regelt onder meer de aansprakelijkheid voor schade als gevolg van een onrechtmatige daad. De beheerder kan aansprakelijk worden gesteld voor gebreken aan de VRIinstallatie. De wegbeheerder moet bewijzen dat hij inspectie en onderhoud met optimale zorg uitvoert. Alleen dan is het risico voor de aansprakelijkheidsstelling terug te dringen. Het uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden aan derden laat deze aansprakelijkheid onverlet. De gemeente is immers verplicht toe te zien dat de werkzaamheden naar behoren worden uitgevoerd. Wel kunnen aanspraken. Indien is aangetoond dat de schade een gevolg is van gebrekkig onderhoud door deze derden, dan kunnen aanspraken worden doorgeleid naar de voor dit onderhoud verantwoordelijke partij. 2.1.2 Wettelijke normen Voor zowel verlichtingsmiddelen, zoals armaturen, masten, kabels en voedingskasten, als voor de elektrotechnische installaties, waaronder de OVL-installaties vallen, bestaan Europese normen. In de Europese veiligheidsnorm NEN-EN 50110 zijn de basisvoorschriften weergegeven. Deze regelt de bedrijfsvoering van elektrische installaties. De verplichting voor de gemeente om zich hieraan te houden is opgenomen in het ARBO-besluit NEN 3140 dat van toepassing is op alle werkzaamheden aan, met of nabij elektrische installaties. De NEN 3140 en de NEN-EN 50110 geven aan dat de eigenaar van de installatie het veilig werken in deze installaties mogelijk moet maken. Tevens is gesteld dat elke elektrische installatie onder de verantwoordelijkheid van één persoon moet zijn geplaatst, de installatieverantwoordelijke. De NEN 1010, versie 2003, maakt een uitzondering voor elektrotechnische installaties ten behoeve van de OVL. De netbeheerder Liander evenwel stelt dat aansluitingen op haar distributienetten wel moeten voldoen aan de eisen zoals die gesteld zijn in de NEN 1010. Haarlemmermeer handelt volgens deze normen, echter de aanwijzing van de verantwoordelijke personen dient nog te worden geregeld. 2.1.3 Wegenverkeerswet 1994 De Wegenverkeerswet (WvW) 1994 is van belang voor het bepalen van de locatie van lichtmasten. 2.2 Technische richtlijnen Hoewel wettelijk niet is vastgelegd aan welke kwaliteit de OVL moet voldoen, zijn de volgende richtlijnen tot norm verheven: 6

2.2.1 Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL 2011) De lichttechnische richtlijn die in Nederland wordt gehanteerd voor openbare verlichting is Richtlijn Openbare Verlichting 2011 (ROVL-2011). Deze is opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). Deze richtlijn geeft beheerders (eigenaren) van openbare terreinen, waaronder gemeenten handvatten om per specifieke situatie een afweging te maken om deze te verlichten en zo ja welk verlichtingsniveau dan gehanteerd wordt. Het volgen van de ROVL is niet verplicht. In Haarlemmermeer wordt deze richtlijn wel gevolgd. 2.2.2 Politiekeurmerk Veilig Wonen Het doel van het Politiekeurmerk Veilig Wonen is om door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de bebouwde omgeving de kans op criminaliteit en het gevoel van onveiligheid in de woonomgeving zoveel mogelijk te verminderen. Naast een pakket van maatregelen dat betrekking heeft op woningen, worden ook eisen gesteld aan de omgevingskwaliteit, zowel aan de openbare gemeentelijke gebieden als niet-gemeentelijke gebieden als brandgangen, achterpaden en binnenterreinen. Voor al deze ruimten stelt het Politiekeurmerk eisen aan de (openbare) verlichting. De gemeente Haarlemmermeer heeft voor de OVL de eisen van het PolitieKeurmerk Veilig Wonen voor haar nieuwe openbare ruimten binnen de bebouwde kom overgenomen. Dit laat onverlet dat het verlichtingsniveau in de woonwijken van voor 1994 kan afwijken van het Politiekeurmerk. De gemeente stelt zich op het standpunt dat particuliere verlichtingsinstallaties op of langs niet-gemeentelijke gebieden dienen te worden aangesloten op de eigen particuliere elektrische installaties. 2.3 Kaders voor duurzaamheid De gemeente Haarlemmermeer wil op een verantwoorde wijze omgaan met het milieu. Het kader hierbij is het Europees en landelijk milieubeleid. Dit beleid richt zich met name op het beperken van het energieverbruik en het terugdringen van de uitstoot van CO2. 2.3.1 Handleiding Energielabelling Openbare Verlichting De handleiding Energielabelling Openbare Verlichting is in 2009 uitgegeven door het Agentschap NL, NSVV. 2.3.2 Criteria Duurzaam inkopen van Openbare Verlichting Het Agentschap NL van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft in september 2010 criteria opgesteld voor het duurzaam inkomen van OVL. 2.3.3 Criteria duurzaam inkoopbeleid OVL De Rijksoverheid (Agentschap NL, ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) heeft criteria opgesteld voor een duurzaam inkoopbeleid voor Openbare Verlichting. 2 De ambitie van de overheid is om vanaf 2010 bij al haar inkopen duurzaamheid als criterium mee te nemen; voor provincies en waterschappen is dit 50%, voor gemeenten 75%. Alle partijen streven naar 100% in 2015. 2 Duurzaam inkopen van Openbare Verlichting, Agentschap NL, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, september 2010. 7

2.3.4 Handleiding Energielabelling OVL Daarnaast heeft het Agentschap NL voorgeschreven dat het ontwerp van de verlichtingsinstallatie moet voldoen aan de energieprestatie-eis (EPN) zoals beschreven in de Handleiding Energielabelling Openbare Verlichting (Agentschap NL, NSVV, 2009). Volgens de energieprestatie-eis van het Agentschap NL dient een energiezuinige installatie minimaal te voldoen aan label D. In 2011 is een scan uitgevoerd waarbij is vastgesteld dat de OVL voldeed aan energielabel D. 2.3.5 Energieakkoord 2013 In het Energieakkoord hebben het Rijk, de milieuorganisaties, elektriciteitsproducenten, werkgevers en werknemers afspraken gemaakt over de toekomstige energievoorziening in Nederland. Een belangrijke pijler onder het akkoord is energiebesparing. In het Energieakkoord is vastgelegd dat in 2020 14% van alle energie duurzaam moet zijn opgewekt. In 2023 moet dat 16% zijn. Landelijke doelstellingen welke in het SER-Energieakkoord 2013 specifiek voor OVL zijn opgenomen: 1. 20% energiebesparing in 2020 t.o.v. 2013. 2. minimaal 40% van het bestaande verlichtingspark is in 2020 uitgerust met slim energiemanagement en energiezuinige LED-verlichting. 3. 50% energiebesparing in 2030 t.o.v. 2013. 2.4 Gemeentelijk beleid en richtlijnen 2.4.1 Collegeprogramma 2014-2018 Het thema in het collegeprogramma Krachtig Samen Werken 2014 2018 voor de kwaliteit van de fysieke omgeving is schoon, heel en veilig, met een belangrijke rol voor duurzaamheid. De subdoelstelling is een goed onderhouden openbare ruimte, die bijdraagt aan een positieve beleving van de openbare ruimte. Voor openbare verlichting is een subdoelstelling in het collegeprogramma geformuleerd. Het college heeft als uitgangspunt het slim omgaan met energie, rekening houdend met de sociale veiligheid. Dat kan door bijvoorbeeld straatlantaarns niet uit te schakelen, maar op een lagere capaciteit te laten branden. De visie voor OVL kan mede afgeleid worden van de visie van het cluster Beheer en Onderhoud: bijdragen aan een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat. Daarnaast is een goed rentmeesterschap van belang bij het beheer van de OVL-installatie. 2.4.2 Integraal Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte Eind 2009 is het Integraal Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte (BKP) vastgesteld (BW/2009.0019558). De gemeenteraad heeft in 2009 de keuze gemaakt om de openbare buitenruimte op beheerniveau Basis te gaan onderhouden en enkele onderdelen (centrumgebieden, speelvoorzieningen, meubilair in woongebieden, kantoor- en bedrijventerreinen en recreatiegebieden, gras (speelweiden in recreatiegebieden) op niveau Basis+). In 2010 is gestart met het onderhoud van groen, begraafplaatsen, parkmanagement en straatreiniging op beeld uit te voeren. Bij deze onderdelen wordt gewerkt met kwaliteitsniveaus die aan de hand van beeldmeetlatten worden gemeten. Het hoogste kwaliteitsbeeld is aangeduid met A+, het laagste met een D. 8

2.4.3 Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) Begin 2014 is de DIOR (Duurzame Leidraad Inrichting Openbare Ruimte) vastgesteld door de gemeenteraad. In de DIOR zijn voorschriften opgenomen voor een duurzame en beheerbare openbare ruimte, zodat het spanningsveld tussen planvorming en (duurzaam) beheer gedicht wordt. Daarbij zijn gebiedsgerichte invullingen en kwaliteitsverschillen mogelijk. Door het vastleggen van processtappen, inrichtingsprincipes en eisen in de DIOR, wordt voorkomen dat na de oplevering van de openbare ruimte technische, contractuele of financiële problemen ontstaan bij het beheer en onderhoud. 2.4.4 Beleidsplan Openbare Verlichting Het Beleidsplan Beheer Openbare Verlichting dateert uit 1998. Vanaf 1998 zijn de technische ontwikkelingen, zoals nieuwe lichtbronnen, door de gemeente gevolgd en daar waar mogelijk geïmplementeerd. Het gedeelte van het beleidsplan over het duurzaam beheer van Openbare Verlichting is in 2012 vervangen door de Kadernota Duurzame Openbare Verlichting. Voor de criteria wat wel wordt verlicht en wat niet, dient het beleid nog te worden geactualiseerd: 2.4.5 Kadernota Duurzame Openbare Verlichting In de Kadernota Duurzame Openbare Verlichting uit 2012 (rv. 2012.0011763) worden de kaders gegeven voor het duurzaam beheer van de OVL-installatie. Op basis van de kadernota wordt de bestaande Openbare Verlichting aan het einde van de levensduur vervangen door (dimbare) LEDverlichting. Daar waar mogelijk worden ontsluitingswegen en wijkverzamelwegen voorzien van dimbare LED-verlichtingsarmaturen, uitgevoerd met een vast dimregime. 2.4.6 'Kwaliteitscriteria lichtmasten en verlichtingsarmaturen'; In Haarlemmermeer is het document 'Kwaliteitscriteria lichtmasten en verlichtingsarmaturen' opgesteld. In dit document, dat continu wordt geactualiseerd, zijn criteria opgenomen die een rol spelen bij de keuze voor verlichtingsmiddelen. De keuze voor duurzame materialen is hierbij het uitgangspunt. De criteria in dit document sluiten aan op de landelijke criteria voor het duurzaam inkopen van Openbare Verlichting, opgesteld door het de Agentschap NL. Ook is in het document voor de verlichtingsarmaturen een gemeentelijke energieprestatienorm (EPN) opgenomen, die maximale waarden stelt aan het energieverbruik per verlicht oppervlak (Watt/m²). Dit document is opgenomen in de DIOR. 2.4.7 Openbare verlichting gemeente Haarlemmermeer Voorgeschreven materialen In Haarlemmermeer is het document 'Openbare verlichting gemeente Haarlemmermeer Voortgeschreven materialen' opgesteld. In dit document, dat continue wordt geactualiseerd, zijn de materialen welke worden gebruikt binnen de OVL opgenomen. Dit document is opgenomen in de DIOR. 2.5 Kennisuitwisseling binnen het vakgebied openbare verlichting Kennisuitwisseling vindt plaats binnen het landelijk IGOV (Intergemeentelijk Overleg Openbare Verlichting), en provinciaal het IBOV (Intergemeentelijke Bespreking Openbare Verlichting Noord- Holland) waarbij de gemeente Haarlemmermeer is aangesloten. 9

3 Areaal en kwaliteit De gemeente is verantwoordelijk voor de OVL in de openbare ruimte binnen haar beheergebied. Hieronder vallen de wegen, pleinen, voet- en fietspaden binnen- en buiten de bebouwde komgrenzen. Uitgezonderd zijn de terreinen van de Nederlandse Spoorwegen, Schiphol, Rijks- en provinciale wegen, brandgangen en achterpaden en recreatieve voet- en fietspaden. Om het areaal door de jaren heen te kunnen monitoren zijn in dit hoofdstuk de belangrijkste gegevens gepresenteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt in kwantitatieve en kwalitatieve areaalgegevens. 3.1 Kwantitatieve areaalgegevens Het grootste deel van het areaal bestaat uit standaard lichtmasten voor het functioneel verlichten van de openbare ruimte. Plaatsen waar geen ruimte is voor masten, zoals in tunnels met tunnelarmaturen en smalle straten of op pleinen, worden voorzien van wandarmaturen of overspanningen met hangarmaturen. Ook is sprake van decoratieve verlichting voor het verfraaien van pleinen en bruggen in de vorm van overspanningen, speciale lichtmasten, leuningverlichting, grondspots, en verlichte bebording straatmeubilair (waaronder ANWB-bebording). De OVL bevat verschillende onderdelen die allemaal en eigen vervangings- en onderhoudstermijn kennen. Het is daarom van belang de onderdelen afzonderlijk te registreren in het beheersysteem. De kwantitatieve areaalgegevens, de vermelde aantallen, zijn (hoofdzakelijk) afkomstig uit het gemeentelijk beheersysteem dg Dialog. Hierbij wordt opgemerkt dat de betrouwbaarheid van de data, te wensen over laat. Er kan sprake zijn van een foutmarge > 10 %. Om inzichtelijk te maken wat de omvang is van het beheer van de OVL, is het areaal van 2014 samengevat weergegeven. Detaillering op het laagste niveau, zoals type, jaar van plaatsing, locatie enz. is te vinden in het beheersysteem. In onderstaand overzicht is het areaal vermeld. Omschrijving Eenheid Aantal Lichtmasten stuks 37.387 Overspanningen stuks 30 Armaturen stuks 38.388 Grondspots stuks 118 OVL-kasten stuks 518 Kabelnet km 1.180 Elektrisch aangesloten vermogen Elektriciteitsverbruik per jaar kw 1590 kwh 5.776.000 Daarnaast is er areaal dat wel op de openbare verlichting is aangesloten, maar geen (primaire) verlichtingsfunctie heeft. Het gaat om de bushaltehuisjes (abri s), stadsplattegronden (infoborden), verlichte bebording (waaronder ANWB-bewegwijzering) en verlichte reclameborden (verwijzende reclameborden op lichtmasten bij bedrijfsterreinen). De gemeente ontvangt inkomsten uit de reclame. Het eigendom en beheer van deze objecten is verschillend, zie onderstaand overzicht. 10

Omschrijving Aantal Eigendom Beheerder Bushaltehuisjes (Abri's) 180 Derden Derden Stadsplattegronden (Infoborden) 15 Derden Derden Verlichte ANWB-borden (flappen) 160 Gemeente Derden Verlichte lichtmastreclame 58 Derden Derden Totaal 413 Om redenen van bedrijfszekerheid is het niet toegestaan kerst- en feestverlichting aan te sluiten op de openbare verlichting. Wel maken deze op basis van een tijdelijk contract gebruik van de lichtmasten. Lichtmasten worden, om het aantal obstakels in de openbare ruimte zoveel mogelijk te beperken, multifunctioneel ingezet. Lichtmasten worden ook gebruikt voor het aanbrengen van: Verkeersborden Afvalbakken ANWB en lokale bewegwijzering Lantaarns van verkeersregelinstallaties et cetera 3.2 Kwalitatieve areaalgegevens 3.2.1 Technische kwaliteit Om de technische kwaliteit te beschrijven wordt eerst ingegaan op de opbouw van de openbare verlichtingsinstallatie, waarna wordt de kwaliteit van de diverse onderdelen wordt beschreven. 3.2.1.1 Opbouw van de openbare verlichtingsinstallatie De openbare verlichtingsinstallatie is opgebouwd uit stroomkasten (meetverdeelkasten), kabelnet en lichtmasten. Een lichtmast bestaat uit een mast, een kabelaansluitkastje, een aansluitsnoer en een armatuur. Achter de deur onderin de mast bevindt zich het kabelaansluitkastje dat de overgang vormt tussen de grondkabel en het aansluitsnoer naar de armatuur. In dit kabelaansluitkastje bevindt zich ook een zekering voor de beveiliging van de armatuur. Het aansluitsnoer is de verbinding tussen het kabelaansluitkastje en de armatuur. De armatuur is geplaatst op de top of uithouder van de mast. In de armatuur bevindt zich de lichtbron. De kwaliteit van de te gebruiken materialen en nieuwe materialen is geborgd door de documenten 'Kwaliteitscriteria lichtmasten en verlichtingsarmaturen' en 'Openbare verlichting gemeente Haarlemmermeer Voortgeschreven materialen'. Hierna wordt op de diverse onderdelen nader ingegaan. 11

3.2.1.2 Armaturen Beschrijving De openbare verlichting is uitgerust met armaturen voorzien van conventionele lampen (30.501 stuks) en moderne energiezuinige LED-lampen (7887 stuks). Onder conventionele lampen vallen bijvoorbeeld de fluoricentielampen, lage- en hoge druk natriumlampen. In 2012 heeft de gemeenteraad besloten dat bij vervanging of nieuwbouw uitsluitend nog armaturen voorzien van een LED-lichtbron mogen worden toegepast. De conventionele armaturen worden aan het eind van de levensduur van 20 jaar vervangen door LED-armaturen. Hierdoor zal de OVL van Haarlemmermeer in 2032 volledig zijn uitgerust met LED-armaturen. Zowel de conventionele lampen (veelal speciale lampen) als de LED-lampen worden bedreven met een elektronisch voorschakelapparaat. Elektronica heeft een levensduurverwachting van ca. 60.000 uur (= ca. 15 lichtjaren OVL). De nieuwste elektronische voorschakelapparaten voor LED-lampen (ook wel drivers genoemd) hebben een levensduurverwachting van 100.000 uur, dit komt ongeveer overeen met de levensduur van een LED-verlichtingsarmatuur. Verder is in de drivers van LEDlampen is programmeerbare intelligentie ingebouwd zoals een mechanisme dat zorgdraagt voor een constante lichtoutput (CLO) uit de LED s gedurende de gehele levensduur, en een mechanisme waarbinnen dimscenario s kunnen worden geprogrammeerd. Bij CLO moet worden opgemerkt dat het energieverbruik door dit mechanisme in de loop der jaren enigszins toeneemt (met circa 10%). Kwaliteit De kwaliteit van de armaturen neemt in de loop der jaren af: - de reflectoren bij conventionele armaturen worden doffer, dit geldt ook voor de optieken welke op de LED s bevestigd zijn (terugval lichteigenschappen); - de lichtdoorlaatbaarheid van de onderkap neemt af (terugval lichteigenschappen); - de pakkingen van de behuizing gaan lekken (interne vervuiling neemt toe); - de elektronische voorschakelapparatuur gaat vaker stuk (bedrijfszekerheid/kosten); - de interne bedrading droogt uit (bedrijfszekerheid/kosten); - de kunststof elementen worden bros door weersomstandigheden (bedrijfszekerheid/kosten); - fixatiebouten en -schroeven corroderen en gaan vast zitten (onderhoudbaarheid); - het lampsysteem veroudert en wordt ingehaald door energiezuinigere oplossingen. 3.2.1.3 Masten Beschrijving De lichtmasten in Haarlemmermeer zijn in drie hoofdgroepen te verdelen: 1. stalen thermisch verzinkte lichtmasten (17.085 stuks) 2. stalen thermisch verzinkte lichtmasten met verbeterde grondstukbescherming (8.133 stuks ) 3. stalen thermisch verzinkte lichtmasten, duocoating (13.170 stuks) In Haarlemmermeer is sprake van een diversiteit aan grondslag. Zo is er sprake van bijvoorbeeld zand, klei en veengrond. Met name zure grond zorgt voor afbraak van de wanddikte van de mast in de grond. Andere factoren met een zelfde effect zijn zwerfstromen. Deze komen voor in gebieden direct gelegen naast het spoor van NS (Prorail) en nabij hoogspanningslijnen. 12

Tot 1995 zijn verzinkte lichtmasten geplaatst, voorzien van grondstuk bescherming, bestaande uit een laag bitumen. Toen na onderzoek bleek dat deze bitumenlaag niet voldeed, is vanaf 1986 een verbeterde grondstukbescherming toegepast, bestaande uit een laag Noxyde. Vanaf 2002 worden alleen nog masten volledig geschilderd (inclusief het grondstuk) geplaatst, het betreft thermisch verzinkte lichtmasten voorzien van een 2-laags poedercoating, de zogenaamde duo coating. Deze masten hebben ten opzichte van de masten zonder coating als voordeel, dat de zinklaag beter wordt beschermd en roestvorming niet meer voorkomt. Het grote voordeel van deze masten is dat ook het grondstuk geheel voorzien is van een deugdelijke coating waardoor een hogere levensduurverwachting mogelijk wordt. Bij de masten zonder de duocoating zorgt roestvorming, die geleidelijk na 10-15 jaar ontstaat, voor problemen. Het voorkomen van roestvorming is van belang voor: Een goede beeldkwaliteit; Een langere levensduur; Het tegengaan van versnelde veroudering op - en onder het maaiveldniveau (druk van de verharding, maaischade en/of urinestoffen van huisdieren). Aan het eind van de levensduurverwachting worden de masten niet zomaar vervangen. Alleen de masten welke na de constructiemetingen zijn afgekeurd worden vervangen. Lichtmastnummering Alle lichtmasten zijn voorzien van een lichtmastnummer in de vorm van een gele sticker met zwarte opdruk. Deze wordt aangebracht op een hoogte van circa 220 cm uit het maaiveld. Op de sticker zijn aangegeven: Het logo van de gemeente Haarlemmermeer; Lichtmastnummer (volgnummer per straat); Straatnaam. De nummering komt overeen met de nummering in het gemeentelijk beheersysteem, waarin alle revisiegegevens van de openbare verlichting zijn aangegeven. De nummering is van belang voor het melden van storingen en het uitvoeren van inspecties. Ook wordt de lichtmastnummering door andere vakdiciplines gebruikt, bijvoorbeeld voor het aangeven van een locatie van een gat in de weg, of afval in de berm. Kwaliteit De staat van de lichtmasten varieert van zeer matig tot goed. Zeer matig van kwaliteit zijn met name die masten waarbij sprake is van achterstallig schilderwerk (roestvorming). De afgelopen 3 jaar zijn lichtmasten geschilderd die op grond van leeftijd volgens het beheersysteem geschilderd moeten worden. Met het huidige schilderschema is het mogelijk om de achterstand in 2020 te hebben weggewerkt. Afhankelijk van de grondslag (veen, klei) waarin de masten zijn geplaatst vragen de masten geplaatst tot 1986 welke niet zijn voorzien van goede grondstukbescherming extra aandacht. Bij kabelnet projecten wordt soms geconstateerd dat de grondstukken in een dusdanig slechte staat zijn, dat deze masten dienen te worden vervangen. 3.2.1.4 Kabelaansluitkastjes Beschrijving Er is sprake van 2 typen kabelaansluitkastjes Open kastjes (tot 1986); 13

Gesloten kastjes (vanaf 1986). Kwaliteit De levensduur van de gesloten kabelaansluitkastjes bedraagt over het algemeen 50 jaar. Deze worden gelijktijdig met de mast vervangen. Echter de kabelaansluitkastjes aangebracht in de periode tot 1986 zijn van slechte kwaliteit waardoor deze eerder dienen te worden vervangen. Deze voortijdige vervangingen vinden plaats binnen klein (correctief) onderhoud. 3.2.1.5 Kabelnet Beschrijving De kwaliteit van het kabelnet moet goed zijn omdat bij storingen meestal grote delen van een wijk of buurt in het donker komen te zitten, met sociale- en verkeersonveiligheid tot gevolg. Het kabelnet voor OVL in Haarlemmermeer onderscheidt zich in twee hoofdgroepen: 1. het gemeentelijk OVL-net, ook wel solonet genoemd (lengte ca. 915 km); 2. de distributiekabel van Liander waarin OVL-aders zijn opgenomen, ook wel combinet genoemd (lengte ca. 265 km). Op deze distributiekabel zijn bijvoorbeeld ook woningen aangesloten. Rond 1975 is de toenmalige netbeheerder het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland bij de aanleg van nieuwbouwprojecten overgestapt op solonet. Achteraf gezien blijkt dit een goede keuze te zijn geweest. Door solonet is de serviceverlening naar de burger beter en sneller, zoals bij storingsafhandeling, of het bijplaatsen of verplaatsen van lichtmasten. Ook is de elektrische veiligheid groter bij schade aan lichtmasten, en is sprake van een integrale benadering van de installatieverantwoordelijkheid boven- en ondergronds. Verder zijn de kosten van het vervangen lager, en biedt solonet meer flexibiliteit om in te spelen op innovaties. Dit is bevestigd in een publicatie uit 2013 van het landelijk platform IGOV (Intergemeentelijk Overleg Openbare Verlichting), waarbij Haarlemmermeer is aangesloten. Sinds 2007 worden in Haarlemmermeer de oude combinetten vervangen door solonet. Daar waar mogelijk worden deze werkzaamheden integraal aangepakt, zoals bij: - renovatie projecten van wijken buurten of bedrijventerreinen; - renovaties en vervangingen aan openverhardingen van voetpaden; - herinrichting van het wegprofiel; - renovaties en vervangingen aan riolering of drainagesystemen. Kwaliteit combinet De kwaliteit van het combinet is matig. Hierop zijn nu nog ongeveer 8.400 lichtmasten aangesloten. Lichtmasten op combinet treft men nog aan in oudere delen van Hoofddorp, Nieuw Vennep, Vijfhuizen, Abbenes, Buitenkaag, Burgerveen en langs enkele polderwegen. Bij storingen in de OVLaders legt netbeheerder Liander prioriteit bij de energiedistributie van woningen en bedrijven (kerntaak). Netstoringen OVL worden door Liander binnen 10 dagen tot 4 weken opgelost. Hierbij is vaak sprake van tijdelijk herstel waardoor de storingen herhaaldelijk terugkeren, hetgeen tot ergernis en onbegrip leidt bij de inwoner. De gemeente heeft echter vrijwel geen invloed op de responsetijd van Liander. Dit zal erger worden naarmate het combinet verder veroudert. 14

Kwaliteit solonet De kwaliteit van het solonet is over het algemeen goed te noemen. Door innovaties in grondkabels varieert de levensduurverwachting van 40-50 jaar voor de oudere kabels tot 80 jaar voor moderne kabeltypen gebruikt vanaf 2002. Op solonet zijn circa 29.600 lichtmasten aangesloten. Storingen worden binnen 1 tot 5 werkdagen opgelost. 3.2.1.6 OVL-kasten en het in- en uitschakelen van de OVL Beschrijving In een OVL-kast bevindt zich de meteropstelling en de schakel- en verdeelinrichting. Op de meteropstelling, welke het eigendom is van de netbeheerder Liander, bevinden zich de kilowattuurmeter die het energieverbruik registreert en het toonfrequent (TF) relais, dat zorgt voor een signaal waarmee de OVL automatisch kan worden in- en uitgeschakeld. De schakelinrichting bestaat uit apparatuur waarmee de OVL automatisch, via het TF-signaal, of handmatig in- of uit kan worden geschakeld. Op de verdeelinrichting zijn de uitgaande grondkabels naar de lichtmasten afgemonteerd. Tevens bevinden zich hier de zekeringen waarmee deze grondkabels zijn beveiligd. Bij combinet is de meteropstelling en de schakel- en verdeelinrichting in eigendom van en opgesteld in een middenspanning ruimte (trafohuisje) van Liander. Deze huisjes zijn niet toegankelijk voor de gemeente, waardoor de gemeente de meterstanden niet kan aflezen. Bij storingen moet altijd Liander worden ingeschakeld, hetgeen vertragend werkt. Bij solonet zijn 2 OVL-kast varianten mogelijk: 1. De meteropstelling en een deel van de schakelinrichting (de apparatuur waarmee de OVL wordt in- en uitgeschakeld, welke in dit geval ook eigendom is van Liander) bevinden zich in het trafohuisje van Liander en een deel van de schakelinrichting en de verdeelinrichting bevinden zich in een gemeentelijke kast (z.g. negenrichtingenkast) welke tegen het huisje van Liander is geplaatst. Via deze kast kan gemeentelijk personeel de OVL handmatig in- of uitschakelen en kunnen metingen aan het kabelnet worden uitgevoerd. Deze negenrichtingenkasten betreffen polyesterkasten welke zijn uitgevoerd met schuifdeksels. (nog 4 stuks). De levensduur verwachting van deze kasten bedraagt 30 jaar. 2. De meteropstelling van Liander en de schakel- en verdeelinrichting zijn ondergebracht in een gemeentelijke kast, de zo geheten meetverdeelkast. Deze kunnen overal, dus niet per se tegen een trafohuisje van Liander, in de openbare ruimte worden geplaatst. Dit betreffen polyester- en roestvast stalen kasten welke zijn voorzien van 1 of 2 deuren. (518 stuks). De levensduur verwachting van de polyesterkasten bedraagt 30 jaar en van de roestvast stalen kasten 60 jaar. In de gemeentelijke kasten bevinden zich ook de wettelijk verplichte veiligheidsaardingen van de elektrotechnische installatie. De schakelende apparatuur welke is ondergebracht in de kasten heeft een beperkte levensduurverwachting van circa 30 jaar, waardoor tussentijds onderhoud noodzakelijk is. De schakelende apparatuur wordt vervangen volgens correctief onderhoud. De kasten zijn alle voorzien van een slot, waardoor het binnenwerk voor onbevoegden is afgeschermd. In het kader van schoon worden de OVL-kasten langs hoofd- en wijkontsluiting routes voorzien van een antigraffiti en anti-aanplak coating. 15

Kwaliteit Hoewel technisch veilig wordt de kwaliteit van de polyester negenrichtingenkasten als matig tot slecht beoordeeld. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de gemiddelde leeftijd van deze kasten tegen de vervangingstermijn van 30 jaar aanloopt. Vervanging van OVL-kasten is noodzakelijk vanwege: terugval van de mechanische sterkte en beeldkwaliteit; slechte toegankelijkheid van deuren en scharnieren; veroudering van het schakelmateriaal; het niet meer voldoen aan de veiligheidsinspecties. Ook kan het noodzakelijk zijn om een kast te vervangen vanwege het aanbrengen van extra apparatuur voor intelligente OVL, waarvoor geen ruimte meer aanwezig is. Sedert ca. 2000 wordt in de roestvast stalen kasten ruimte gereserveerd voor het aanbrengen van extra apparatuur. Het eerder genoemde systeem met de toonfrequentrelais (TF) waarmee Liander de openbare verlichting schakelt, is gedateerd en de bedrijfszekerheid, en daarmee de kwaliteit, neemt af met een toenemend aantal schakelstoringen tot gevolg. Liander heeft in 2013 aangegeven dat dit TF-systeem op termijn wordt uit gefaseerd en wordt vervangen door een intelligenter en flexibeler systeem. De polyester kasten verkeren in slechte staat en dienen te worden vervangen door roestvast stalen kasten. De roestvast stalen kasten verkeren over het algemeen in goede tot zeer goede staat. 3.2.1.7 Verlichtingsniveau Beschrijving De uitgangspunten voor het verlichten van de openbare ruimte zijn vastgesteld door de gemeenteraad. In het beleidsplan Openbare Verlichting en de Kadernota Duurzame Openbare Verlichting zijn de kaders toegelicht. Voor het beheerplan is van belang om te weten op welke locaties nog niet wordt voldaan aan de gestelde kaders en richtlijnen. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen committeert zich aan de ROVL 2011 betreffende de lichtniveaus in de woonomgeving. Dit komt de eenduidigheid van de beleidskaders en het beheer ten goede. Kwaliteit Haarlemmermeer past de ROVL 2011 en diens voorgangers toe vanaf ca. 1980. De ROVL 2011 is ook het uitgangspunt voor het verlichten van de wijk- en hoofdontsluitingswegen, die daar over het algemeen alle aan voldoen. In het kader van het fietsbeleidsplan zijn polderwegen voorzien van verlichting, waarbij het lichtniveau op het fietspad voldoet aan de ROVL 2011. De verlichtingsarmaturen van de lichtmasten zijn hierbij gericht op de rijweg. Het lichtniveau op de rijweg voldoet hierbij niet aan de ROVL 2011, er is sprake van (weliswaar goede) oriëntatie verlichting. De locaties waarbij het lichtniveau niet voldoet aan de gestelde kaders en richtlijnen betreffen vaak locaties in de oudere woonwijken van voor 1980. Het verbeteren van de lichtniveaus kan plaatsvinden door het vervangen van de verlichtingsarmaturen of het herschikken / bijplaatsen van lichtmasten. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd naar aanleiding van klachten van burgers. 16

3.2.2 Beeldkwaliteit Om te werken met beeldkwaliteit in de fysieke leefomgeving is het beheerniveau of ambitieniveau bepaald, een vastgesteld (beeld)kwaliteitsniveau waaraan de fysieke leefomgeving in een bepaald gebied moet voldoen. Het ambitieniveau, het gewenste kwaliteitsniveau, voor het beheer van de openbare ruimte is vastgelegd in het integraal Beheerkwaliteitplan (BKP). Als ambitieniveau voor de beheercategorie Openbare Verlichting is gekozen voor het beheerniveau basis+ voor de centrumgebieden en het beheerniveau basis voor de overige gebieden. Beheerniveaus en beeldmeetlatten worden uitsluitend gebruikt om te kijken of de lichtmast recht staat en of deze schoon is tijdens de wijkschouw met bewoners. Het is meer een communicatie- en rapportagemiddel. In bijlage 1 zijn de beeldmeetlatten voor OVL weergegeven Voor het beheer van de OVL-installatie is met name de technische kwaliteit van belang. De onderhoudswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden niet op basis van beeldbestekken uitgevoerd. Alleen bij de wijkschouwen die samen met inwoners worden uitgevoerd, worden soms klachten of defecten gemeld. Klachten en storingen door de gebruikers van de openbare ruimte worden telefonisch of via internet aan Gebiedsbeheer gemeld, deze worden in het digitale meldingensysteem (MOB) opgenomen. Er zijn de laatste jaren geen onderzoeken als een Omnibusonderzoek of Lemon Leefbaarheidsonderzoek gedaan waarbij de kwaliteit in de vorm van een rapportcijfer wordt gemeten. 17

4 Beheerstrategie De gemeente heeft als doel de OVL-installatie zowel technisch als op basis van schoon, heel en veilig, op orde te houden. Hiervoor is een goede beheerstrategie nodig. Het efficiënt plannen van onderhoudsactiviteiten valt eveneens onder het beheer. Hieronder vallen een integrale aanpak, door het afstemmen van onderhoudswerkzaamheden van andere vakdisciplines en het rekening houden met milieudoelstellingen en technische ontwikkelingen bij het plannen van vervangingen. Onder het beheer vallen tevens organisatorische werkzaamheden die samenhangen met de instandhouding van de verlichtingsinstallatie. Hierbij valt te denken aan de registratie van objecten. 4.1 Inspectie en onderzoek In het kader van de wetgeving omtrent elektrische veiligheid dienen de installaties preventief periodiek te worden geïnspecteerd volgens de wettelijke normen NEN3140 en NEN1010. Tevens dienen de masten en armaturen te worden geïnspecteerd, en dient de constructiesterke van masten tijdig te worden gemeten. Daarnaast dienen de lichtdoorlatende kappen van de verlichtingsarmaturen periodiek te worden gereinigd. De resultaten worden vastgelegd in rapportages. Deze werkzaamheden vallen onder preventief onderhoud en zijn in paragraaf 4.2.2 nader uitgewerkt. Ook wordt jaarlijks tijdens duisternis een schouw uitgevoerd om individuele lampstoringen en gebreken in kaart te brengen. De hieruit voortvloeiende werkzaamheden vallen onder correctief onderhoud. Bij conventionele lampen worden de lichtmasten elke 4 jaar tijdens het vervangen van de lampen (groepsremplace) geïnspecteerd, gebreken worden direct verholpen. Bij LED-lampen worden de lichtmasten elke 4 jaar tijdens het vervangen van de lampen (groepsremplace) geïnspecteerd, gebreken worden direct verholpen. Vanaf 30 jaar wordt de constructiesterkte van de lichtmasten elke 6 jaar gemeten. Per lichtmast wordt een meetrapport opgesteld welke in het beheersysteem wordt opgenomen. Afgekeurde masten worden direct vervangen. Elke 5 jaar dienen de kasten en het kabelnet van de elektrotechnische installaties conform de ARBOwetgeving door specialistische keuringsbedrijven te worden geïnspecteerd op het goed en veilig functioneren. Deze inspectie heeft voor het eerst in 2014 plaatsgevonden waarbij 21 kasten en het bijbehorend kabelnet zijn geïnspecteerd. Uiteindelijk moeten ca. 83 kasten per jaar worden geïnspecteerd. Voor de inspectie moet het tekenwerk per kast op orde zijn. Voor het op orde brengen van dit tekenwerk is tijd nodig. De verwachting is dat dit de komende jaren plaatsvindt, zodat de gemeente naar verwachting in 2019 geheel aan deze wettelijke verplichting kan voldoen. Van deze inspecties worden meetrapporten opgesteld welke in het beheersysteem worden opgenomen. Geconstateerde gebreken worden direct verholpen. 4.2 De uitvoering van het onderhoud Onderhoudswerkzaamheden zijn onder te verdelen in klein onderhoud en vervangings- en renovatie onderhoud. Onder klein onderhoud vallen correctief en preventief onderhoud. Preventief onderhoud omvat diverse werkzaamheden zoals o.a. het vervangen van lampen in groepsremplace, reinigen van de lichtdoorlatende kap van het armatuur, het periodiek schouwen van de gehele verlichtingsinstallatie en het periodiek schilderen van masten en armaturen. Correctief onderhoud verhelpt schades en storingen. Bij gepland vervangen van armaturen, masten, kasten en kabelnet spreekt men over 18

vervangingen en renovaties. De beheeractiviteiten omvat onder andere de organisatie van deze werkzaamheden. Het onderhoud vindt plaats op basis van onderstaand overzicht. Onderhoud OVL installatie Onderdeel Armatuur conventionele lamp Armatuur LED lamp Mast thermisch verzinkt Mast thermisch verzinkt met duo-coating Kabelaansluitkastje Kast Werkzaamheden Onderhoudscyclus in jaren Type onderhoud Vervangen conventionele lamp 4 Preventief Vervangen voorschakelapparatuur* - Correctief Reinigen lichtdoorlatende kap 4 Preventief Inspectie uitwendig en kap 4 Preventief Inspectie E-installatie 4 Preventief Vervangen armatuur** 20 Vervanging Vervangen LED-lamp 25 Vervanging Vervangen voorschakelapparatuur 25 Vervanging Reinigen lichtdoorlatende kap 5 Preventief Inspectie uitwendig en kap 5 Preventief Inspectie E-installatie 5 Preventief Vervangen armatuur** 25 Vervanging Schilderen 10 Preventief Nummeren 10 Preventief Inspectie uitwendig 4 / 5 jaar Preventief Inspectie E-installatie 4 resp 5 jaar Preventief Constructie sterkte meting vanaf 30 jaar elke 6 jaar Preventief Vervangen mast 50 Vervanging Schilderen vanaf 20 jaar elke 10 jaar Preventief Nummeren 10 Preventief Inspectie uitwendig 4 resp 5 jaar Preventief Inspectie E-installatie 4 resp 5 jaar Preventief Constructie sterkte meting vanaf 30 jaar elke 6 jaar Preventief Vervangen mast 50 Vervanging Inspectie E-installatie 4 resp 5 jaar Preventief Vervangen kabelaansluitkastje 50 jaar Vervanging Vervangen schakelende onderdelen*** -- Correctief Schilderen vanaf 20 jaar elke 10 jaar Preventief Anti-graffiti en anti-plak behandeling 15 Preventief Nummeren 10 Preventief Inspectie E-installatie en kast 5 Preventief Vervangen kast 60 Vervanging Inspectie E-installatie 5 Preventief Kabelnet Vervangen kabelnet 50 resp 80 jaar Vervanging *) voorschakelapparatuur van armaturen met conventionele lampen wordt vervangen als deze defect raken. De verwachte levensduur bedraagt circa 15 jaar (De levensduur van voorschakelapparatuur van armaturen met LED-lampen is gelijk aan de verwachte levensduur van de LED-armaturen = 25 jaar). **) bij het vervangen van het armatuur wordt tevens het aansluitsnoer tussen het kabelaansluitkastje en het armatuur vervangen. ***) schakelende onderdelen in kasten worden vervangen als deze defect raken. De verwachte levensduur bedraagt circa 30 jaar. 19

Diverse onderdelen, waaronder lampen, voorschakelapparatuur, zekeringen en schakelende onderdelen et cetera kunnen tussentijds, dus voor het einde van de verwachte levensduur, uitvallen. Deze werkzaamheden vallen onder correctief onderhoud. 4.2.1 Klein onderhoud Binnen het klein onderhoud onderscheiden we correctief en preventief onderhoud. Correctief onderhoud Correctief onderhoud heeft betrekking op het verhelpen van storingen en problemen naar aanleiding van meldingen, zoals incidentele lampuitval, herstel van defecte of verdwenen onderdelen, het vervangen van defecte schakelende onderdelen in kasten, kabelstoringen, aanrijdschades, het rechtzetten van lichtmasten en vandalisme, waaronder het verwijderen van graffiti van OVL-kasten, in de OVL-installaties. Jaarlijks wordt een schouw uitgevoerd om individuele lampstoringen en gebreken in kaart te brengen. Uit deze inspectie en naar aanleiding van meldingen komen diverse correctieve onderhoudswerkzaamheden voort. Wanneer het vervangingsonderhoud niet afdoende wordt nageleefd ontstaat achterstallig onderhoud. Achterstallig onderhoud betreft het vervangen of conserveren van materialen die op basis van leeftijd of staat van het materiaal in een eerder stadium vervangen of geconserveerd hadden moeten zijn. Het bijwerken en voorkomen van dit achterstallig onderhoud is van groot belang om te voorkomen dat de staat van de verlichtingsinstallatie onveilige situaties oplevert en het correctief onderhoud (en de kosten) toeneemt. Indien uit de constructiesterkte metingen van de lichtmasten (zie onder preventief onderhoud) blijkt dat verbetering van de verankering in de grond noodzakelijk is, dan wordt dit als correctief onderhoud uitgevoerd. Storingen, zoals niet functionerende lampen, worden geclusterd en binnen 15 werkdagen verholpen. Kabelstoringen in solonet worden normaal gesproken binnen 5 werkdagen verholpen. Indien het een storing betreft in combinet, het gereguleerde netwerk van de netbeheerder, wordt deze normaal gesproken binnen 15 werkdagen verholpen. Bij schade aan lichtmasten, zoals aanrijdingen, dienen deze binnen 2 uur na melding te worden veiliggesteld. De definitieve hersteltermijn hangt af van de beschikbaarheid van de benodigde materialen. Om storingen en schades snel en adequaat af te handelen heeft de gemeente een regeling voor de klachtenafhandeling. Schade en storingen kunnen telefonisch of via internet gemeld worden bij de gemeente. Deze meldingen komen terecht bij het MOB-meldingen systeem en worden door een medewerker ingevoerd in het digitaal meldsysteem van de aannemers. Onderstaand het overzicht van het aantal storingen en schades over de afgelopen 4 jaar. Storingen en schades Omschrijving Aantallen 2011 2012 2013 2014 Individuele storingen aan lichtmasten 1922 1978 1806 1454 Kabelstoringen solonet 341 195 213 143 Kabelstoringen combinet Liander 146 100 93 44 Schades 297 238 198 182 20

Preventief onderhoud Preventief onderhoud heeft betrekking op het tussentijds vervangen van (kleine) onderdelen vlak voor het bereiken van het einde van de verwachte levensduur, zoals het inspecteren van de complete lichtmast, het gebiedsgewijs vervangen van conventionele lampen, het borgen van de continuïteit van de lichtuitstraling door de lichtdoorlatende kappen van de verlichtingsarmaturen te reinigen en het voorkomen van vroegtijdige vervanging door bijvoorbeeld conserveren, het schilderen van masten en kasten. Dit houdt in: Het eens per 4 / 5 jaar inspecteren van de complete lichtmast. De conventionele lampen dienen vlak voor het bereiken van einde levensduur van 4 jaar preventief te worden vervangen. De lamp veroudert, waardoor de lichtoutput sterk afneemt en defect raakt. De vervanging van de lamp vindt vlak voor het bereiken van het einde van de levensduur plaats. Deze vervanging vindt gebiedsgewijs plaats, dit wordt ook wel groepsremplace genoemd. Hiervoor is Haarlemmermeer opgedeeld in 4 gebieden, zie bijlage 2. Van conventionele armaturen wordt de lichtdoorlatende kap elke 4 jaar gereinigd. Van de LED-armaturen wordt de lichtdoorlatende kap elke 5 jaar gereinigd. Het vervangen van de conventionele lampen, het reinigen van de lichtdoorlatende kappen van de verlichtingsarmaturen en de inspectie van de lichtmast worden gecombineerd uitgevoerd. Het schilderen van de thermisch verzinkte stalen masten borgt de levensduurverwachting van 50 jaar. Deze masten worden elke 10 jaar geschilderd. Nieuwe masten voorzien van duocoating worden na 20 jaar en vervolgens elke 10 jaar geschilderd. De sticker met het lichtmastnummer dient elke 10 jaar tijdens het schilderen te worden vervangen. Door invloeden van met name UV-straling is de leesbaarheid van de sticker beperkt houdbaar. De anti-graffiti coating op OVL-kasten dient tenminste eens per 15 jaar te worden onderhouden. De constructiesterkte van lichtmasten dient conform de CROW-richtlijn vanaf 25 jaar elke 5 jaar te worden gemeten. Uit ervaring is gebleken dat dit met name geldt voor aluminium lichtmasten. Stalen thermisch verzinkte masten worden vanaf de leeftijd van 30 jaar elke 6 jaar gemeten. Na de constructiesterktemeting ontvangt de gemeente de garantie dat de constructie voldoet en er de daaropvolgende 6 jaar geen gevaar is dat de mast spontaan omvalt. Voor de uitvoering van het preventief onderhoud zijn in onderstaand overzicht de aantallen te onderhouden onderdelen opgesomd. 21