Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Toelichting artikel 1.1, onder n en p

Vergelijkbare documenten
Gemeente Leidschendam-Voorburg - Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling Griffie gemeente Leidschendam-Voorburg

Wijziging CAR-UWO nieuwe werktijdenregeling gemeente Zoetermeer

Wijziging CAR/UWO, verandering regeling werktijden. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

Regeling arbeidsduur en werktijden gemeente Waddinxveen 2014

vast te stellen de 19e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van 5

Bijlage gemeente Houten: IS

4 Arbeidsduur en werktijden

ECCVA/U Lbr: 13/062 CvA/LOGA 13/13

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

GEMEENTEBLAD. Nr Werktijdenregeling 2015 e.v. gemeente Best

4 ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN/ 4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

Burgemeester en wethouders van Coevorden en de werkgeverscommissie van Coevorden; gelet artikel 4:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Regeling werktijden en verlof gemeente Brummen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen,

LOGA. Landelijk Oveiieg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad CMUV (070)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum;

REGELING WERKTIJDEN EN VERLOF GEMEENTE MARUM 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Assen, besluit:

Werktijdenregeling 2014 Gemeente Hellevoetsluis. Het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis

Wijziging Werktijden- en verlofregeling Gemeente Leudal

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Raalte Werktijdenregeling

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

CVDR. Nr. CVDR348407_1. Regeling werktijden 2014 gemeente Dronten. Artikel 1. Begripsbepalingen a. CAR-UWO: de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

GEMEENTEBLAD. Nr Werktijdenregeling gemeente Lingewaal 2016

LOKALE WERKTIJDENREGELING 2014

gelet op de artikelen 4:1, 4:2, 4:3, 4:4, 4:5 en 4:6 van de CAR-UWO, zoals die per 1 januari 2014 luiden;

Regeling tot wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG) herdruk als gevolg van de invoering van het IKB

Werktijdenregeling Gemeenschappelijke Regeling MijnGemeenteDichtbij

Gelet op artikel 27 lid 1, aanhef en sub b van de Wet op de ondernemingsraden (instemmingsrecht);

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel d.d. 15 maart 2018 met dossiernummer 1833;

JUS. Jaarurensystematiek. een inhoudelijke toelichting bij de invoering in de gehandicaptenzorg. JaarUrenSystematiek (JUS)

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014

Nr: 3 Burgemeester en wethouders van de gemeente Menameradiel;

De tijd waarin medewerkers op kantoor werkzaamheden kunnen verrichten.

Toelichting op de jaarurensystematiek

Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof

Negenenveertigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

Werktijdenregeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven 2014

Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling BAR-organisatie

Schiedarn. Werktijdenregeling gemeente Schiedam. Artikel 1 Begripsbepaling Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: gemeente

AANGEPASTE CAO TEKST Op de volgende pagina s staat de vanaf 1 januari 2017 geldende cao artikelen in dit verband.

Team: Communicatie & Personeelszaken

In artikel 3:16 lid 2 worden de woorden hoofdstuk 9a, 9b, 9d of 9e vervangen door: hoofdstuk 9a, 9b, 9e of 9f.

Wijzigingen CAR UWO als gevolg van invoering IKB. Het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland heeft op 29 november 2016 besloten:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

ons kenmerk ECCVA/U Lbr: 10/073 CvA/LOGA 10/12

Werktijdenregeling Gemeente Gooise Meren 2016

Toelichting arbeidsvoorwaarden

Gemeente Borger-Odoorn, Werktijdenregeling gemeente Borger-Odoorn 2015 vastgesteld

Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 1 CAR teksten

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

Jaarurensystematiek CAO-Sport

CAO UITVAARTBRANCHE Aangepaste cao tekst inzake werkdruk, roosters en beschikbaarheid geldend vanaf 1 januari 2017

voor de vergadering van het algemeen bestuur RUD-Drenthe Vaststellen werktijdenregeling

Regeling werktijden en verlof gemeente Brummen 2011

Regeling werktijden gemeente Loon op Zand Het college van burgemeester en wethouders / werkgeverscommissie

GEMEENTEBLAD. tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Maassluis

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren; gelet op de instemming van de Ondernemingsraad;

Regeling Werktijden en Verlof

Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 2 CARUWO teksten

CVDR. Nr. CVDR424088_1. Werktijdenregeling gemeente Dongen 2016

CVDR. Nr. CVDR150539_4. Werktijden regeling

B&W. Agendapunt, dinsdag 10 februari wijziging ouderschapsverlof

Werktijden 2 Vaststelling van werkroosters geschiedt voor voltijders met inachtneming van de volgende voorwaarden:

Gelet op artikel F. 4, eerste lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard:

Zundertse Regelgeving

Regeling Flexibele Werktijden gemeente Schouwen-Duiveland. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland,

CVDR. Nr. CVDR464547_1. Werktijdenregeling. Werktijdenregeling

Werktijdenregeling Drechtsteden/ Zuid Holland Zuid Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Zundertse Regelgeving

Technische wijzigingen Cao SW 2019

Aanvullende rechtspositieregeling voor de ambtenaar in een instelling voor kunsteducatie

1. Kader en uitgangspunten De CAO-VO is van toepassing. Deze regeling is een nadere uitwerking hiervan.

Gemeente Den Haag. - mede gelet op het gestelde in artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet,

Werktijdenregeling gemeente Horst aan de Maas

Gemeente Veghel - Regeling Flexibel werken Gemeente Veghel - 5 november

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

Uitvoeringsregeling Toelage Beschikbaarheidsdienst

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

Arbeidstijden- en rusttijdenregeling Onderwijs Ondersteunend Personeel Purmerendse ScholenGroep

4 ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN/ 4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR-UWO) Alphen aan den Rijn 2016

Generatiepact Rijswijk

2. Het salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%, worden uitgedrukt in een bedrag per uur

Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Hamervoordracht voor de collegevergadering van

Gelet op de LOGA- circulaire van 29 juni 2016, U en 10 november 2016, U2016,

GEMEENTEBLAD. Nr Wijziging CAR-UWO. 22 december Officiële uitgave van gemeente Olst-Wijhe.

invoering van het IKB per 1 januari 2017 na bereikte overeenstemming met de commissie voor georganiseerd

Nummer: Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

Algemene werktijdenregeling gemeente Nieuwkoop 2015

4 ARBEIDSDUUR EN WERKTIJDEN/ 4a UITWISSELEN VAN ARBEIDSVOORWAARDEN

De zesde wijziging car-uwo 2016 gemeente Marum. gelet op de ledenbrieven van het LOGA nummer 16/083 en 16/089;

Transcriptie:

Bijlage bij B&W-flap d.d. 15 december 2015, BD2015-010709 Wijzigingen van hoofdstuk 1, 4 en 6 van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam in verband met de invoering van de Nieuwe Werktijdenregeling: Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Toelichting artikel 1.1, onder r en t De feitelijke arbeidsduur per week kan gelijk zijn aan de formele arbeidsduur per week maar kan daar door toepassing van artikel 4.2, eerste lid ook van afwijken. Toelichting artikel 1.1, onder n en p De feitelijke arbeidsduur per week kan gelijk zijn aan de formele arbeidsduur per week maar kan daar door toepassing van artikel 4.5, derde lid ook van afwijken. De verwijzing is aangepast. Hoofdstuk 4 Arbeidsduur en spaaruren Hoofdstuk 4 Arbeidsduur, werktijden en spaaruren Wijziging koptekst hoofdstuk overeenkomstig CAR/UWO Paragraaf 1 Arbeidsduur Paragraaf 1 Algemeen Artikel 4.1 algemene bepalingen 1. Er is een standaard werktijdenregeling en een bijzondere werktijdenregeling. 2. Op dit hoofdstuk is de Arbeidstijdenwet van toepassing. Nieuw artikel i.v.m. de invoering van de nieuwe werktijdenregeling. Lid 2 stond in oude artikel 4.1. Pagina 1 van 14

Toelichting artikel 4.1 algemene bepalingen Algemene toelichting nieuwe werktijdenregeling. De standaard werktijdenregeling is de norm, de bijzondere werktijdenregeling de uitzondering. Uitgangspunt bij de standaardregeling is dat de ambtenaar (enige) vrijheid heeft bij het bepalen van zijn werktijden. Dit betekent niet dat er sprake moet zijn van volledige zeggenschap van de ambtenaar, dit zou ook strijdig zijn met de gezagsverhouding. De ene dag werkt de ambtenaar meer omdat hij een deadline moet halen, dit compenseert hij door op een ander moment minder te werken. Van de ambtenaar kan verlangd worden dat hij op aangewezen momenten aanwezig of beschikbaar is omdat dit bij de uitoefening van zijn functie hoort. Dat strijdt niet met de standaardregeling. Uitgangspunt is goed werkgeverschap en goed werknemerschap. De werkgever geeft ruimte en vertrouwen, de ambtenaar draagt een grote professionele verantwoordelijkheid. De OR heeft in dit proces een belangrijke rol. De OR monitort of het proces rondom het vaststellen van de werktijden goed verloopt binnen de organisatie. Als blijkt dat dit niet (voldoende) het geval is kan de OR verbetervoorstellen doen. Artikel 4.1 rooster 1. De ambtenaar werkt volgens het voor hem vastgestelde rooster, dat wordt onderbroken door een onbezoldigde pauze. 2. De ambtenaar begint zijn werkzaamheden op het met de leidinggevende overeengekomen tijdstip. 3. Om reden van dienstbelang kan ook op zaterdag of zondag worden gewerkt. 4. Op dit hoofdstuk is de Arbeidstijdenwet van toepassing. Voor een verdere uitwerking van dit hoofdstuk wordt verwezen naar de Arbeidstijdenwet. Artikel 4.2 rooster 1. De ambtenaar werkt volgens het voor hem vastgestelde rooster, dat wordt onderbroken door een onbezoldigde pauze. 2. De ambtenaar begint zijn werkzaamheden op het met de leidinggevende overeengekomen tijdstip. Aanpassing tekst huidige artikel, werken op zaterdag en zondag is geregeld in artikel 4.8 Lid 3 naar nieuwe artikel 4.8 Lid 4 naar nieuwe artikel 4.1 Pagina 2 van 14

Toelichting artikel 4.1 rooster Dit artikel regelt dat de dienst wordt onderbroken door een pauze. De diensttakken kunnen binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet met instemming van hun ondernemingsraad zelf een pauzeregeling opstellen. Dit geldt ook voor de frequentie waarmee op zondag kan worden gewerkt. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de Arbeidstijdenwet. Toelichting artikel 4.2 rooster Dit artikel regelt dat de dienst wordt onderbroken door een pauze. Met instemming van de OR kunnen binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet uitwerkingsregels opgesteld worden. Voorbeelden hiervan zijn onder andere, een pauzeregeling, bloktijden en openingstijden van het kantoorpand. Dit geldt ook voor de frequentie waarmee op zondag kan worden gewerkt. Aanpassing tekst huidige toelichting artikel 4.1. Artikel 4.2 feitelijke arbeidsduur Artikel 4.3 feitelijke arbeidsduur Artikelnummer is gewijzigd. Huidige artikel 4.2 is opgenomen in artikel 4.3. Toelichting artikel 4.2 feitelijke arbeidsduur De bezoldiging van de ambtenaar ondergaat geen wijziging als gevolg van toepassing van dit artikel. Wordt een ambtenaar ontslag verleend gedurende het kalenderjaar dan zal zo spoedig mogelijk een berekening gemaakt worden van de te veel/ te weinig gewerkte uren in relatie tot de formele arbeidsduur per week. Het positieve/negatieve saldo wordt gecompenseerd door in de resterende periode dat de ambtenaar in dienst is bij de gemeente minder/meer te werken. Is dit niet volledig - mogelijk dan vindt bij de eindafrekening financiële verrekening plaats. Toelichting artikel 4.3 feitelijke arbeidsduur Het salaris en de toegekende salaristoelagen van de ambtenaar ondergaan geen wijziging als gevolg van toepassing van dit artikel. Wordt een ambtenaar ontslag verleend gedurende het kalenderjaar dan zal zo spoedig mogelijk een berekening gemaakt worden van de te veel/ te weinig gewerkte uren in relatie tot de formele arbeidsduur per week. Het positieve/negatieve saldo wordt gecompenseerd door in de resterende periode dat de ambtenaar in dienst is bij de gemeente minder/meer te werken. Is dit niet volledig - mogelijk dan vindt bij de eindafrekening financiële verrekening plaats. Artikelnummer toelichting is gewijzigd en definitie bezoldiging is gewijzigd. Artikel 4.3 feitelijke arbeidsduur bij overwerk 3. De rusttijd die samenvalt met een deel van het rooster van de volgende dag wordt voor de toepassing van artikel 3.24, tweede en zesde lid (overwerk), als compensatie-uren aangemerkt. Artikel 4.4 feitelijke arbeidsduur bij overwerk 3. De rusttijd die samenvalt met een deel van het rooster van de volgende dag wordt voor de toepassing van artikel 3.18, tweede lid onder a (overwerkvergoeding), als verlof aangemerkt. Huidige artikel 4.3 wordt nu artikel 4.4 en de verwijzing aangepast. Pagina 3 van 14

Toelichting artikel 4.3 feitelijke arbeidsduur bij overwerk Als de ambtenaar overwerkt, mag zijn feitelijke arbeidsduur niet meer bedragen dan 12 uur. De Arbeidstijdenwet regelt dat tussen de door de ambtenaar verrichtte diensten een rusttijd van minimaal 11 uur zit. Het derde lid bepaalt dat als de rusttijd voor een deel valt in het al vastgestelde rooster van de ambtenaar voor de volgende dag, deze uren gelden als compensatie-uren voor overwerk. Voorbeeld Een ambtenaar in salarisschaal 7 heeft dienst tot 22:00 uur. Hem is schriftelijk opdracht gegeven deze dag over te werken tot 24:00 uur. Zijn nieuwe dienst begint de volgende dag al om 08:00 uur. Op grond van artikel 3.24, tweede lid, (overwerk) heeft hij recht op twee compensatie-uren vanwege zijn overwerk. Het tweede lid bepaalt dat de ambtenaar na overwerk minimaal 11 uur rusttijd heeft. Er is dus samenloop tussen het recht op compensatie en de verplichte rusttijd. De ambtenaar mag in dat geval niet om 08:00 uur maar pas om 11:00 uur beginnen. De compensatie-uren die zijn opgebouwd tijdens het overwerk, zijn op grond van het derde lid hiermee opgenomen. Toelichting artikel 4.4 feitelijke arbeidsduur bij overwerk Als de ambtenaar overwerkt, mag zijn feitelijke arbeidsduur niet meer bedragen dan 12 uur. De Arbeidstijdenwet regelt dat tussen de door de ambtenaar verrichtte diensten een rusttijd van minimaal 11 uur zit. Het derde lid bepaalt dat als de rusttijd voor een deel valt in het al vastgestelde rooster van de ambtenaar voor de volgende dag, deze uren gelden als verlofuren voor overwerk. Voorbeeld Een ambtenaar in salarisschaal 7 heeft dienst tot 22:00 uur. Hem is schriftelijk opdracht gegeven deze dag over te werken tot 24:00 uur. Zijn nieuwe dienst begint de volgende dag al om 08:00 uur. Op grond van artikel 3.18, tweede lid onder a (overwerkvergoeding) heeft hij recht op twee verlofuren vanwege zijn overwerk. Het tweede lid bepaalt dat de ambtenaar na overwerk minimaal 11 uur rusttijd heeft. Er is dus samenloop tussen het recht op verlof en de verplichte rusttijd. De ambtenaar mag in dat geval niet om 08:00 uur maar pas om 11:00 uur beginnen. De verlofuren die zijn opgebouwd tijdens het overwerk, zijn op grond van het derde lid hiermee opgenomen. I.v.m. artikelnummer wijziging, huidige toelichting artikel 4.3 is nu toelichting artikel 4.4 en de verwijzing aangepast. Paragraaf 2 Spaaruren Paragraaf 2 Standaardregeling voor de werktijden Wijziging koptekst paragraaf. Huidige paragraaf 2 Spaaruren wordt paragraaf 4 Pagina 4 van 14

Artikel 4.2 feitelijke arbeidsduur 1. De feitelijke arbeidsduur per week kan in overleg met de ambtenaar worden vastgesteld op een andere omvang dan de formele arbeidsduur per week. De voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per jaar mag hierdoor niet worden overschreden. 2. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 11 uur per dag en 50 uur per week. Artikel 4.5 standaard werktijdenregeling 1. De ambtenaar verricht zijn werkzaamheden op tijden binnen het dagvenster. 2. Het dagvenster loopt van maandag tot en met vrijdag tussen 7:00 en 22:00 uur. 3. De feitelijke arbeidsduur per week kan in overleg met de ambtenaar worden vastgesteld op een andere omvang dan de formele arbeidsduur per week. 4. De ambtenaar en de werkgever maken voorafgaand aan elk kalenderjaar afspraken over de werktijden, het verlof en de planning van de werkzaamheden van de ambtenaar, voor het komende jaar. 5. Ten aanzien van de afspraken over werktijden geldt als uitgangspunt dat: a hierover overeenstemming bereikt wordt tussen de ambtenaar en de werkgever; b de werktijden binnen de normen van de arbeidstijdenwet blijven; c de werktijd per dag ten hoogste 11 uren bedraagt en per week 50 uren, tenzij op verzoek van de ambtenaar daarvan wordt afgeweken. 6. Als gevolg van gewijzigde omstandigheden kunnen de afspraken over de werktijden aangepast worden. 7. De ambtenaar en de werkgever overleggen tweemaal per jaar over de werktijden in relatie tot de planning van de werkzaamheden. 8. Blijkt tijdens dit periodieke gesprek over de werktijden dat het ongewijzigd voortzetten van de planning van de werkzaamheden leidt tot overschrijding van de arbeidsduur per jaar, dan worden de afspraken in overleg aangepast. Indien de ambtenaar en de werkgever het er over eens zijn dat overschrijding van de arbeidsduur per jaar onvermijdelijk is dan wordt in overleg de omvang van de overschrijding vastgesteld, uitgedrukt in uren. De ambtenaar ontvangt voor elk teveel gewerkt uur een vergoeding ter hoogte van het salaris per uur of een uur compensatieverlof. Nieuw artikel. Huidige artikel 4.2 is vervangen en uitgebreid met de standaard werktijdenregeling. Pagina 5 van 14

9. De ambtenaar verricht arbeid op werktijden buiten het dagvenster wanneer dat op grond van dienstbelang noodzakelijk is. Voor de uren die de ambtenaar buiten het dagvenster werkt geldt een buitendagvenstertoelage als bedoeld in hoofdstuk 3. 10. Ten aanzien van het verrichten van arbeid buiten het dagvenster vanwege dienstbelang is het bepaalde in artikel 4.8 van overeenkomstige toepassing. 11. Wanneer de ambtenaar en de werkgever er niet in slagen om de werktijden in overeenstemming vast te stellen, dan stelt de werkgever wanneer het dienstbelang dit vergt eenzijdig de werktijden vast met afweging van alle betrokken belangen. In die situatie geldt ten aanzien van de werktijden van de ambtenaar de bijzondere regeling als bedoeld in paragraaf 3 van dit hoofdstuk. 12. De werkgever kan de ambtenaar om redenen van dienstbelang incidenteel verzoeken om werkzaamheden te verrichten op werktijden die afwijken van de afspraken die hierover gemaakt zijn op grond van het vierde lid. Wanneer de ambtenaar en de werkgever hierover geen overeenstemming bereiken dan heeft de ambtenaar recht op een vergoeding voor de gewerkte uren ter hoogte van de buitendagvenstertoelage als bedoeld in hoofdstuk 3. 13. De werkgever en de OR evalueren jaarlijks de regels en afspraken over de werktijden in de organisatie. De OR kan verbetervoorstellen indienen, waarvan de werkgever alleen gemotiveerd kan afwijken. Pagina 6 van 14

Toelichting 4.2 De voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per jaar (1819 uur, zie toelichting op artikel 1.1.onder pp) mag niet overschreden worden en er gelden maxima voor de arbeidsduur per dag (11) en per week (50). Deze grenzen hebben alleen betrekking op de toepassing van dit artikel. Gebruikmaking van bijvoorbeeld artikel 5.5. eerste lid onder a leidt wel tot overschrijding van de voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per jaar en dat is toegestaan. Het opdragen van overwerk kan ertoe leiden dat de maximale arbeidsduur per dag/week overschreden wordt; ook dat is toegestaan. De werkgever dient er wel altijd strikt op toe te zien dat de Arbeidstijdenwet/het Arbeidstijdenbesluit nageleefd wordt. De bezoldiging van de ambtenaar ondergaat geen wijziging als gevolg van toepassing van dit artikel. Wordt een ambtenaar ontslag verleend gedurende het kalenderjaar dan zal zo spoedig mogelijk een berekening gemaakt worden van de te veel/ te weinig gewerkte uren in relatie tot de formele arbeidsduur per week. Het positieve/negatieve saldo wordt gecompenseerd door in de resterende periode dat de ambtenaar in dienst is bij de gemeente minder/meer te werken. Is dit niet volledig - mogelijk dan vindt bij de eindafrekening financiële verrekening plaats. Toelichting 4.5 standaard werktijdenregeling Algemeen De standaard werktijdenregeling heeft als uitgangspunt dat de ambtenaar en de werkgever afspraken maken over invulling van zijn werktijden. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de standaard werktijdenregeling dat voor iedere ambtenaar een individueel rooster wordt opgesteld in overleg met de werkgever. Flexibiliteit en zeggenschap van de ambtenaar zijn sleutelbegrippen. De werkgever laat een deel van de control los. Daarvoor in de plaats komt verantwoordelijkheid van de ambtenaar. De ruimte die de ambtenaar krijgt zal hij zoals het een goed ambtenaar betaamt moeten invullen. Lid 1, 2, 3 De voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per jaar (1819 uur, zie toelichting op artikel 1.1. onder pp) mag niet overschreden worden en er gelden maxima voor de arbeidsduur per dag (11) en per week (50). Deze grenzen hebben alleen betrekking op de toepassing van dit artikel. Gebruikmaking van bijvoorbeeld artikel 5.5. eerste lid onder a leidt wel tot overschrijding van de voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per jaar en dat is toegestaan. Het opdragen van overwerk kan ertoe leiden dat de maximale arbeidsduur per dag/week overschreden wordt; ook dat is toegestaan. De werkgever dient er wel altijd strikt op toe te zien dat de Arbeidstijdenwet/het Arbeidstijdenbesluit nageleefd wordt. Het salaris en de toegekende salaristoelage(n) van de ambtenaar ondergaan geen wijziging als gevolg van toepassing van dit artikel. Wordt een ambtenaar ontslag verleend gedurende het kalenderjaar dan zal zo spoedig mogelijk een berekening gemaakt worden van de te veel/te weinig gewerkte uren in relatie tot de formele arbeidsduur per week. Het positieve/negatieve saldo wordt gecompenseerd door in de resterende periode dat de ambtenaar in dienst is bij de gemeente minder/meer te werken. Is dit niet volledig - mogelijk dan vindt bij de eindafrekening financiële verrekening plaats. Nieuw artikel. De toelichting huidige artikel 4.2 is vervangen met de toelichting artikel 4.5. Pagina 7 van 14

Lid, 4, 5, 6, 7 en 8 Kern van de standaard werktijdenregeling is dat de ambtenaar met de werkgever afspraken maakt over zijn werkzaamheden, zijn verlof en de planning van zijn werkzaamheden. Voorwaarde voor toepassing van de standaard werktijdenregeling is dat de ambtenaar en de werkgever samen tot overeenstemming komen. Als dat uiteindelijk niet lukt dan stelt het de werkgever eenzijdig de werktijden vast, maar dan kan de standaard werktijdenregeling niet meer van toepassing zijn. In die situatie valt de ambtenaar onder de bijzondere werktijdenregeling. Het is onwenselijk dat binnen een afdeling verschillende regimes gelden voor de werktijden. Toch kan dit voorkomen indien de werkgever met een individuele ambtenaar niet tot goede afspraken komt. Komt dit frequenter voor dan is de OR aan zet; zie hiervoor de toelichting op lid 13. De ambtenaar en de werkgever overleggen tweemaal per jaar over de werktijden en de planning van de werkzaamheden. Het is niet gewenst dat de ambtenaar veel meer of minder uren werkt dan zijn formele arbeidsduur. Op de ambtenaar rust een verantwoordelijkheid om teveel of te weinig werk tijdig aan te kaarten zodat de afspraken daarop afgestemd kunnen worden. In de situatie dat ambtenaar en de werkgever het erover eens zijn dat de formele arbeidsduur per jaar overschreden zal worden dan wordt de omvang daarvan vastgesteld. De ambtenaar ontvangt een vergoeding ter hoogte van het salaris per uur of een uur compensatieverlof over de teveel gewerkte uren, daarbij geldt dat de spaaruren niet worden uitbetaald. De ambtenaar en de werkgever stellen vast welke vergoeding het meest passend is. Dit gebeurt in ieder geval aan het einde van elk kalenderjaar en bij het einde van een dienstverband. Indien er geen keuze wordt gemaakt dan worden de te veel gewerkte uren uitbetaald tegen de vergoeding. Lid 9 De toepassing van de standaard werktijdenregeling sluit niet uit dat het dienstbelang werken buiten het dagvenster noodzakelijk maakt. Hier staat een buitendagvenstertoelage tegenover. Lid 11 In het vierde lid is bepaald dat de ambtenaar en de werkgever afspraken maken over de werktijden. Als dat niet lukt is dit lid van toepassing. Dit lid heeft geen betrekking op incidentele gevallen; daarvoor geldt het bepaalde in het twaalfde lid. Pagina 8 van 14

Lid 12 Ten aanzien van de werktijden zijn de afspraken zoals bedoeld in het vierde lid leidend. Het kan incidenteel voorkomen dat een ambtenaar vanwege dienstbelang op andere tijden moet werken. Het gaat in dit lid dan om tijden die binnen het dagvenster vallen. Uitgangspunt is dat ook in deze situatie de ambtenaar en de werkgever tot goede afspraken komen. Als dat niet mogelijk blijkt te zijn en het is om redenen van dienstbelang noodzakelijk dat de ambtenaar werkzaamheden verricht dan heeft de ambtenaar recht op een vergoeding ter hoogte van de laagste buitendagvenstertoelage. Lid 13 Het individuele overleg over werktijden vraagt veel van de werkgever en ambtenaar. Daarom is het belangrijk dat binnen de organisatie gevolgd wordt hoe dit proces verloopt. De OR is hiervoor het aangewezen orgaan. Als de OR problemen signaleert, bijvoorbeeld binnen een specifieke afdeling, dan kan de OR verbetervoorstellen doen aan de werkgever. Paragraaf 3 Paragraaf 3 Bijzondere regeling voor de werktijden Nieuw paragraaf Artikel 4.6 werkingssfeer bijzondere werktijdenregeling Nieuw artikel. Deze paragraaf is van toepassing op de ambtenaar van wie de werktijd eenzijdig wordt vastgesteld door de werkgever. Pagina 9 van 14

Toelichting artikel 4.6 werkingssfeer Toelichting nieuw artikel De bijzondere werktijdenregeling geldt voor ambtenaren die geen of heel geringe zeggenschap hebben over hun werktijden; hun werktijden worden eenzijdig vastgesteld door de werkgever. Het gaat in deze situatie in elk geval om ambtenaren die in een rooster werken en geacht worden op vaste tijden hun werk te verrichten. Als de ambtenaar die valt onder de standaard werktijdenregeling geen overeenstemming bereikt met de werkgever over zijn werktijden dan is de bijzondere werktijdenregeling op hem van toepassing. Zijn werktijden worden dan door de werkgever eenzijdig vastgesteld. Artikel 4.7 bijzondere werktijdenregeling Nieuw artikel 1. De werkgever stelt de werktijden van de ambtenaar vast. 2. De arbeidsduur bedraagt ten hoogste 11 uur per dag en 50 uur per week. 3. Wanneer voor de ambtenaar wisselende werktijden gelden dan legt de werkgever deze vast in een rooster. 4. Bij de vaststelling van de werktijden worden de werktijden ten minste één maand voor aanvang bekend gemaakt aan de ambtenaar. Artikel 4.8 werken op zaterdag, zon- en feestdagen Nieuw artikel 1. De ambtenaar verricht geen werkzaamheden op zaterdag, zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 6.9, tenzij het dienstbelang dit noodzakelijk maakt. Een afwijking hiervan is slechts mogelijk voor ten hoogste 26 zondagen per jaar. 2. Bij de vaststelling van de werktijden van de ambtenaar wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de officiële feestdagen die samenhangen met zijn geloof of culturele achtergrond. Pagina 10 van 14

Artikel 4.9 compensatie Nieuw artikel Artikel 4.4 opname en opbouw van spaaruren 1.De ambtenaar kan maximaal 1/9 deel van zijn formele arbeidsduur aan spaaruren opbouwen. 2.De feitelijke arbeidsduur inclusief spaaruren bedragen samen niet meer dan 42 uur per week. Dit geldt ook voor de ambtenaar met een deeltijdaanstelling. 3.Om reden van dienstbelang kan de opbouw of de opname van spaaruren worden ingeroosterd. 4.De spaaruren vervallen aan het einde van elk kalenderjaar, met uitzondering van de uren die in verband met deelname aan de levensloopregeling op grond van artikel 4.7 worden gekapitaliseerd. Indien door de ambtenaar, met toelage onregelmatige dienst, als bedoeld in hoofdstuk 3, arbeid op zaterdag of zondag wordt verricht, wordt voor hem voor elke zaterdag of zondag waarop hij arbeid heeft verricht een werkdag ter vrije beschikking toegekend. Paragraaf 4 Spaaruren Artikel 4.10 opname en opbouw van spaaruren 1.De ambtenaar kan maximaal 1/9 deel van zijn formele arbeidsduur aan spaaruren opbouwen. 2.De feitelijke arbeidsduur inclusief spaaruren bedragen samen niet meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week. 3.Om reden van dienstbelang kan de opbouw of de opname van spaaruren worden ingeroosterd. 4.De spaaruren vervallen aan het einde van elk kalenderjaar, met uitzondering van de uren die in verband met deelname aan de levensloopregeling op grond van artikel 4.13 worden gekapitaliseerd. Aanpassing i.v.m. het vervallen van de bandbreedte als gevolg van de CAO 2009-2011. LOGA brief U201001463. NRGA was nog niet aangepast. Nu wordt dit hersteld. Pagina 11 van 14

Toelichting artikel 4.4 opname en opbouw van spaaruren De ambtenaar met een volledige functie kan maximaal vier uur per week aan spaaruren opbouwen. Het gaat hierbij om een gemiddelde over een heel jaar. De ondernemingsraad en de werkgever bepalen samen de ruimte waarin deze uren worden gewerkt. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een ambtenaar de ene week zes uur kan opbouwen en de volgende week twee uur, zolang het gemiddelde van deze uren niet meer bedraagt dan 1/9 deel van de formele arbeidsduur, dus gemiddeld per jaar maximaal 40 uur per week. De feitelijke arbeidsduur inclusief de opbouw van spaaruren mag niet langer zijn dan 42 uur per week (derde lid). De opbouw van spaaruren door een ambtenaar die een deeltijdaanstelling vervult, vindt plaats naar rato van de omvang van de aanstelling. De maximale feitelijke arbeidsduur bedraagt hierbij ook 42 uur (tweede lid). Voorbeeld Een voorbeeld van samenloop van spaaruren en het gebruik van de bandbreedte: Een ambtenaar met een formele arbeidsduur van 36 uur spaart vier uur per week zodat hij 40 uur werkt. Nu wordt zijn arbeidsduur voor een periode van 10 weken verhoogd met zes uur per week (artikel 4.2, derde lid). Hij werkt nu 42 uur per week en kan in deze periode geen spaaruren meer opbouwen Hierdoor mist hij 10 x 4 uur = 40 uur aan spaaruren. Na deze periode dient een gelijke periode van 10 weken te volgen waarin de feitelijke arbeidsduur wordt teruggebracht naar 30 uur omdat de ambtenaar op jaarbasis moet uitkomen op een gelijke formele arbeidsduur. In deze periode kan de ambtenaar weer zijn gemiste spaaruren opbouwen door 38 uur per week te werken. Deze uren bestaan uit een arbeidsduur van 30 uur, vier spaaruren voor deze periode en vier spaaruren voor de voorliggende periode. Op deze manier werkt de ambtenaar over een periode van 20 weken gemiddeld 40 uur per week (10 x 42 en 10 x 38 is gelijk aan een gemiddelde van 20 x 40 uur). Opnemen verlof Bij het opnemen van verlof wordt evenveel uur verlof opgenomen als er feitelijk op die dag wordt gewerkt. Dus als de ambtenaar op donderdag 8 uur werkt waarvan 2 uren spaaruren en hij neemt op donderdag vrij, dan moet hij 8 verlofuren opnemen. Toelichting artikel 4.10 opname en opbouw van spaaruren De ambtenaar met een volledige functie kan gemiddeld 1/9 deel van de formele arbeidsduur per week aan spaaruren opbouwen. Het gaat hierbij om een gemiddelde over een heel jaar. Het is een recht van de ambtenaar dat gekoppeld is aan de formele aanstellingsuren. De ambtenaar met een volledige functie kan maximaal vier uur per week aan spaaruren opbouwen, per jaar zijn dit totaal 202,1 spaaruren. Lid 4 regelt dat de spaaruren in het lopende kalenderjaar opgenomen moeten worden. De uren mogen niet meegenomen worden naar het volgende kalenderjaar. Opnemen verlof Bij het opnemen van verlof wordt evenveel uur verlof opgenomen als er feitelijk op die dag wordt gewerkt. Dus als de ambtenaar op donderdag 8 uur werkt waarvan 2 uren spaaruren en hij neemt op donderdag vrij, dan moet hij 8 verlofuren opnemen. Toelichting van huidige artikel 4.4 is de toelichting artikel 4.10 geworden. De toelichting is aangepast conform de ledenbrief U2001001463. De bandbreedtesystematiek is verlaten, hierdoor zijn de mogelijkheden om te differentiëren in de feitelijke arbeidsduur verruimd. Pagina 12 van 14

Artikel 4.5 opbouw van spaaruren bij arbeidsongeschiktheid Artikel 4.11 opbouw van spaaruren bij arbeidsongeschiktheid Huidige artikel 4.5 is 4.11 geworden. Toelichting artikel 4.5 opbouw van spaaruren bij arbeidsongeschiktheid Toelichting artikel 4.11 opbouw van spaaruren bij arbeidsongeschiktheid Toelichting van huidige artikel 4.5 is de toelichting artikel 4.11 geworden. Artikel 4.6 opname van spaaruren bij arbeidsongeschiktheid Artikel 4.12 opname van spaaruren bij arbeidsongeschiktheid Huidige artikel 4.6 is 4.12 geworden. Artikel 4.7 opname en kapitalisatie verloftegoed Artikel 4.13 opname en kapitalisatie verloftegoed Artikel nummer is gewijzigd. Toelichting artikel 4.7 opname en kapitalisatie verloftegoed Toelichting artikel 4.13 opname en kapitalisatie verloftegoed Artikel nummer van de toelichting is gewijzigd. HOOFDSTUK 6 Artikel 6.40 bronnen levensloopregeling De jaarlijkse inleg van de ambtenaar in het kader van de gemeentelijke levensloopregeling bestaat uit een of meer van de volgende bronnen: a. het salaris, voor zover dat uitgaat boven het wettelijke minimumloon; b. de vakantie-uitkering; c. de eindejaarsuitkering; d. de levensloopbijdrage als genoemd in artikel 6.41; e. de geldelijke vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren als bedoeld in artikel 5.5; f. het opgebouwde verloftegoed bedoeld in artikel 4.7 (opname en kapitalisatie verloftegoed), voor zover van toepassing. Artikel 6.40 bronnen levensloopregeling De jaarlijkse inleg van de ambtenaar in het kader van de gemeentelijke levensloopregeling bestaat uit een of meer van de volgende bronnen: a. het salaris, voor zover dat uitgaat boven het wettelijke minimumloon; b. de vakantie-uitkering; c. de eindejaarsuitkering; d. de levensloopbijdrage als genoemd in artikel 6.41; e. de geldelijke vergoeding voor de verkoop van vakantie-uren als bedoeld in artikel 5.5; f. het opgebouwde verloftegoed bedoeld in artikel 4.13 (opname en kapitalisatie verloftegoed), voor zover van toepassing. De verwijzing is aangepast. Pagina 13 van 14

Toelichting artikel 6.40 bronnen levensloopregeling Dit artikel geeft de bronnen aan die de ambtenaar kan inzetten. Inleg vanuit andere bronnen is niet toegestaan. Eventuele verlofuren op basis van een spaarcontract kunnen alleen worden ingezet als daar met de werkgever afspraken over zijn gemaakt. Zie hiervoor artikel 4.7 (opname en kapitalisatie verloftegoed). Toelichting artikel 6.40 bronnen levensloopregeling Dit artikel geeft de bronnen aan die de ambtenaar kan inzetten. Inleg vanuit andere bronnen is niet toegestaan. Eventuele verlofuren op basis van een spaarcontract kunnen alleen worden ingezet als daar met de werkgever afspraken over zijn gemaakt. Zie hiervoor artikel 4.13 (opname en kapitalisatie verloftegoed). De verwijzing is aangepast. Pagina 14 van 14