DJI in getal

Vergelijkbare documenten
DJI in getal

DJI in getal

Gevangeniswezen in getal

Gevangeniswezen in getal Mei 2013

Gevangeniswezen in getal

Dit is DJI. 5x2x2½ % - 66% Juni In cijfers en feiten. gebaseerd op 2017

Tenuitvoerlegging van sancties

Dit is DJI. 5x2x2½ % - 66% 110. Maart In cijfers en feiten. gebaseerd op 2018

Dit is DJI x2x2½ 34% - 66% Juni In cijfers en feiten. gebaseerd op 2015

Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij of politiebureau naar categorie a. Instroom arrestanten, zelfmelders en ED ers naar verblijfstitel

Dit is DJI x2x2½ % - 66% Juli In cijfers en feiten. gebaseerd op 2013

Berechting. Z.C. Driessen en R.F. Meijer

Gevangeniswezen: kenmerken van strafrechtelijk gedetineerden a

6 Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Tabellen bij hoofdstuk 7

Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij of politiebureau naar categorie* Instroom arrestanten, zelfmelders en ED ers naar verblijfstitel

Tenuitvoerlegging van sancties

Berechting. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Tenuitvoerlegging van sancties

Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

7 Tenuitvoerlegging van sancties

Wat weten wij over de gevangenispopulatie?

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Tenuitvoerlegging van sancties

Tenuitvoerlegging van sancties

Berechting. R.F. Meijer en A.Th.J. Eggen

JJI in getal Juli 2014

Tenuitvoerlegging van sancties

JJI in getal Mei 2013

Tabel 8.1 Instroom gevangeniswezen vanuit vrije maatschappij, politiecel of ander DJI-onderdeel*

6. Veiligheid en criminaliteit

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting Tabel a Enkele achtergronden van ex-gedetineerden uitgestroomd tussen 1996 en 1999

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

TBS in getal 17 januari 2005

Berechting. A.Th.J. Eggen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

5 Vervolging. M. Brouwers en A.Th.J. Eggen

Monitor 2013 Veelplegers Twente

Nederland in internationaal perspectief 1

7.1.1 Door de rechter afgedane strafzaken

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

De strafrechtsketen in samenhang

Omvang van verschillende sanctiegroepen; volwassen en jeugdige daders met minstens één strafzaak afgedaan in 1997

Forensische Zorg in getal

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Adolescentenstrafrecht

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

ForZo in getal Augustus 2018

Capaciteit gevangeniswezen/dbv* (exclusief extramurale bezetting)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 21 maart 2016 Onderwerp PMJ-ramingen tot en met 2021

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Monitor Veelplegers 2016

9 De strafrechtsketen in samenhang

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ P.I. ALPHEN AAN DEN RIJN JAARVERSLAG 2015

Forensische Zorg in getal Mei 2013

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

DEEL I PRESENTATIE Marktconsultatie forensische zorg 8 juni 2017

Vers van de pers: recidive na forensische zorg

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

7 Tenuitvoerlegging van sancties

Aantal misdrijven blijft dalen

Jaarverslag DJI in cijfers

Forensische zorg in getal Mei 2012

Overtredingen. D.E.G. Moolenaar en E.C van Beek

Bijlage 6 Trefwoordenregister

9 De strafrechtsketen in samenhang

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Cijfers & bijzonderheden 2018

De strafrechtsketen in samenhang

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Kansen bieden voor re-integratie

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie

CONCEPT. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van [ ], directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. [ ]

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De regeling geldt niet voor verdachten die voor verhoor zijn opgehouden of in verzekering zijn gesteld.

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

INHOUD. Afkortingen / XIII

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Monitor 2010 Veelplegers Twente

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting. WODC tot stand is gekomen. Het rapport presenteert prognoses van de benodigde

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Datum 29 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de leegstand en het personeelstekort bij de PI Haaglanden

Aan de Voorzitter van Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Transcriptie:

DJI in getal 2011-2015 De divisies GW/VB en ForZo/JJI nader belicht April 2016

Colofon Directie Afdeling Directie Beleid en Bestuursondersteuning Beleid, cluster Analyse Adresgegevens Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl Contactpersonen GW: Paul Linckens VB/JJI: Hans Valstar ForZo: Nol van Gemmert E: j.valstar@dji.minjus.nl E: p.linckens@dji.minjus.nl E: n.van.gemmert@dji.minjus.nl Mmv : Tijs Bagchus Willem Gordeau Joost de Looff Cyril van Schijndel Theo Afman Pagina 3 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Pagina 4 van 107

Voorwoord De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) heeft als missie het leveren van een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan onze zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. Deze publicatie geeft inzicht in de ontwikkelingen van de doelgroepen gevangeniswezen, vreemdelingenbewaring, forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen en beslaat de periode 2011-2015. De publicatie is bedoeld voor het management en beleidsmedewerkers van DJI, het bestuursdepartement van VenJ, onderzoekers en andere geïnteresseerden. In 2013 is het Masterplan DJI 2013-2018 in de Tweede Kamer besproken en vastgesteld, waarin naast de financiële taakstelling ook de effecten op personeel en de capaciteit in beeld zijn gebracht. Onlangs is opnieuw met de Tweede Kamer de lagere behoefte aan capaciteit van DJI besproken. In onderdelen van deze publicatie is de lagere behoefte aan capaciteit terug te zien. De publicatie DJI in getal 2011-2015 is te vinden op internet: www.dji.nl. Peter Hennephof Hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen Pagina 5 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Pagina 6 van 107

Inhoud Colofon 3 Voorwoord 5 Samenvatting 9 Hoofdstuk 1 Inleiding 13 1.1 Inleiding/Aanleiding 13 1.2 Doel 13 1.3 Leeswijzer 13 Hoofdstuk 2 Gevangeniswezen 2011-2015 15 2.1 Inleiding 15 2.2 Capaciteit 15 2.3 Instroom 18 2.4 Populatie 23 2.5 Uitstroom 32 2.6 Incidenten 37 2.7 Recidive 40 Hoofdstuk 3 Vreemdelingenbewaring 2011-2015 45 3.1 Inleiding 45 3.2 Capaciteit 45 3.3 Instroom 47 3.4 Populatie 50 3.5 Uitstroom 52 3.6 Incidenten 53 Hoofdstuk 4 Forensische Zorg 2011-2015 55 4.1 Inleiding 55 4.2 Capaciteit tbs 56 4.3 Instroom 57 4.4 Populatie 63 4.5 Uitstroom 66 4.6 Incidenten 68 4.7 Overige Forensische Zorg 69 4.8 Recidive 73 Hoofdstuk 5 Justitiële Jeugd Inrichtingen 2011-2015 75 5.1 Inleiding 75 5.2 Capaciteit 75 5.3 Instroom 78 5.4 Populatie 84 5.5 Uitstroom 88 5.6 Incidenten 91 5.7 Recidive 92 Bijlage 1 Kengetallen DJI 94 Bijlage 2 Processchema Gevangeniswezen 96 Bijlage 3 Processchema Vreemdelingenbewaring 97 Bijlage 4 Processchema Forensisch Psychiatrisch Circuit 98 Bijlage 5 Processchema Justitiële Jeugd Inrichtingen 99 Bijlage 6 Begrippenlijst 100 Pagina 7 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Pagina 8 van 107

Samenvatting DJI De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is gedurende de periode 2011-2015 geconfronteerd met een sterke afname van de bezetting en daarmee de behoefte aan plaatsen. De totale bezetting is gedaald van 15.170 naar 11.005: een daling van 27%. De dalende behoefte aan plaatsen heeft geleid tot leegstand. Als reactie hierop is de direct inzetbare capaciteit verminderd van 17.069 plaatsen tot 14.953 plaatsen: een afname van 12%. De afname is (groten)deels tot stand gekomen door het sluiten van meerdere inrichtingen en het in reserve zetten van plaatsen. De overige forensische zorg daarentegen laat een sterke groei zien. Het gerealiseerd aantal plaatsen bij zorgaanbieders is toegenomen van 1.254 in 2011 tot 2.210 in 2015. Steeds minder jongeren zitten vast in een justitiële jeugdinrichting, een penitentiaire inrichting van het gevangeniswezen of een forensisch psychiatrisch centrum voor tbs ers. Het aantal minderjarigen van 12 t/m 17 jaar per 100.000 inwoners binnen dezelfde leeftijdsklasse daalde met 55% en het aantal jongvolwassenen van 18 t/m 22 nam in totaal af met 44%. Voor de overige justitiabelen geldt een veel minder sterke daling van 20%. In deze percentages is de bezetting van de inrichtingen voor vreemdelingenbewaring buiten beschouwing gelaten. In de eerdere schakels van de strafrechtketen zijn in het algemeen eveneens sterkere dalingen te zien bij de jongeren dan bij de meerderjarigen. In 2015 hebben drie ontvluchtingen plaatsgevonden tegen 15 in 2011. Gezien de kleine aantallen is al gauw sprake van een relatief grote toe- of afname. Dit geldt overigens ook voor suïcides. In 2015 waren 13 suïcides te betreuren; in 2011 waren het er 18. Gevangeniswezen In de verslagperiode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015 is de gemiddelde direct inzetbare capaciteit met ruim 700 plaatsen afgenomen (van 12.219 tot 11.497 plaatsen). Binnen het totaal is het aantal plaatsen op meerpersoonscellen de afgelopen jaren fors toegenomen: van 2.200 plaatsen eind september 2012 tot 3.700 eind september 2015. Er heeft een daling van de instroom plaatsgevonden van 41.400 personen (2014) naar 38.400 (2015). In 2015 is met name de instroom van arrestanten gedaald. Met 8.976 personen komt de totale populatie (bezetting op peilmoment) in 2015 22% lager uit dan in 2011 (incl. extramuraal). Opvallend is de zeer sterke daling van het aantal gedetineerden in voorlopige hechtenis en het grillige verloop van de justitiabelen dat is ingesloten vanwege het niet betalen van een financiële sanctie. Mede als gevolg van de invoering van het adolescentenstrafrecht (ASR) in 2014 is het aantal adolescenten binnen het gevangeniswezen zeer sterk afgenomen: de categorie 18-19 jaar met 65% en de categorie 20-22 jaar met 47%. De helft van alle gedetineerden die in 2015 zijn uitgestroomd, kende een verblijfsduur van maximaal drie weken (mediaan). Pagina 9 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 De detentierecidive (opnieuw in detentie) is gedaald: 35,2% van degenen die in 2002 uitstroomden was binnen twee jaar terug in detentie, bij de uitstroom 2013 is dit binnen twee jaar 30,8%. De WODC-cijfers (opnieuw in contact met justitie) liggen hoger (is immers breder dan alleen detentie; bijv. ook taakstraffen), maar geven ook een daling weer (van 56,6% bij uitstroom 2002 tot 47,3% bij uitstroom 2010). Binnen de onderzochte landen van Europa heeft Nederland na Finland de laagste detentieratio: Nederland 57 gedetineerden per 100.000 inwoners, Finland 54 per 100.000 (Engeland en Wales kennen de hoogste detentieratio: 148 per 100.000 inwoners). Vreemdelingenbewaring De capaciteit bij de Vreemdelingenbewaring (VB) is gedaald van 1.950 plaatsen in 2011 naar 1.179 in 2015; een daling van circa 40%. De bezetting is fors afgenomen: van 1.191 personen in 2011 tot 155 personen in 2015. Dit is een daling van 87%. In 2015 is de instroom gedaald tot 2.176 vreemdelingen; in vergelijking met 2011 is dat een afname van bijna 65%. De meest voorkomende landen (top 5) van waaruit vreemdelingen zijn ingestroomd in 2015, zijn: Albanië (8,9%), Marokko (8,4%), Algerije (3,6%), Nigeria (3,5%) en Irak (3,0%). Vanaf begin 2014 vinden uitzettingen niet meer plaats vanuit de uitzetcentra, maar direct vanuit de locaties waar de bewaring op dat moment wordt uitgevoerd. In oktober 2014 is er een tijdelijke voorziening voor gezinnen met kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV er) in gebruik genomen. De structurele voorziening wordt in april 2016 in gebruik genomen. De verblijfsduur in vreemdelingenbewaring is afgenomen van gemiddeld 11 weken in 2011 naar acht weken in 2015. Forensische Zorg De capaciteit van de Forensische Psychiatrische Centra (FPC s) is gedaald van 2.062 plaatsen in 2011 tot 1.630 in 2015: dit is een daling met ruim 20%. De bezetting is afgenomen van 1.875 personen in 2011 tot 1.463 in 2015: minus 22%. Naast de FPC s kent de divisie ook de verantwoordelijkheid voor Overige Forensische Zorg (OFZ). Het gaat hierbij om alle forensische zorg in strafrechtelijk kader anders dan FPC s. Deze vorm van zorg laat een sterke stijging zien van het aantal gerealiseerde plaatsen bij zorgaanbieders; van 1.254 in 2011 tot 2.210 in 2015. Er treedt een stijging op van ruim 75%. Het aantal opleggingen terbeschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging is in tien jaar tijd meer dan gehalveerd. Het aantal opleggingen in 2015 bedraagt 95. Het aantal opleggingen tbs met voorwaarden stabiliseert zich de afgelopen jaren rond de 70 per jaar. In april 2013 is door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een convenant gesloten met Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Nederland en de Vereniging Pagina 10 van 107

Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). Een belangrijk element in dit convenant betreft het terugbrengen van de behandelduur van tbs met dwangverpleging naar gemiddeld acht jaar. De meest recente meetwaarde komt uit op 7,5 jaar. De prevalentie van algemene 2-jarige recidive van tbs ers uitgestroomd in de periode 2000-2011 varieert tussen de 19,1% en 27,0%. De prevalentie ernstige recidive varieert tussen de 15,9% en 23,5%. De prevalentie van ex-tbs-gestelden met bevel tot verpleging die binnen twee jaar zeer ernstig recidiveren, ligt daarentegen een stuk lager: tussen 4,4% en 7,8%. Over de jaren heen valt op dat de prevalentie recidivisten vanaf het cohort 2000-2004 daalt. Justitiële Jeugd Inrichtingen De direct inzetbare capaciteit van de Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI s) is afgenomen van 838 plaatsen in 2011 tot 647 plaatsen in 2015. Dit is een daling van bijna 23%. De bezetting is afgenomen van 559 jeugdigen in 2011 tot 411 jeugdigen in 2015: een afname van ruim 26%. Medio 2015 zijn drie rijksinrichtingen samengevoegd tot één rijksinrichting bestaande uit drie locaties (Hartelborgt, Den Hey-Acker en Hunnerberg). De instroom is gedaald van 1.846 jeugdigen in 2011 tot 1.437 in 2015: minus 22%. In 2015 is er echter een lichte stijging te zien ten opzichte van 2014 in het aantal opnames van strafrechtelijk jeugdigen: deze hangt nauw samen met de invoering van het adolescentenstrafrecht (ASR) en gaat samen met een veel sterkere afname van deze groep in het gevangeniswezen. In 2015 zijn er in totaal ruim 300 ASRjeugdigen opgenomen in een JJI. Als gevolg hiervan valt een duidelijke stijging waar te nemen bij de zittende populatie van de leeftijdsklasse van 18 jaar en ouder : van circa 53% in 2011 tot circa 71% in 2015. Door de jaren heen kan gesteld worden dat van de zittende populatie circa 40% voorlopig gehecht is, 10% jeugddetentie heeft en 50% een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen). Het aantal lopende PIJ-maatregelen is afgenomen van ruim 300 in 2011 tot ruim 200 in 2015: dit is een afname van bijna eenderde. Het percentage recidive binnen twee jaar na beëindiging van de PIJ-maatregel bedraagt voor het uitstroomjaar 2011 13,0% voor wat betreft zeer ernstige recidive. Over het uitstroomjaar 2005 bedroeg het percentage nog 22,9%. Pagina 11 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Pagina 12 van 107

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding/aanleiding Sinds 2009 brengt DJI jaarlijks de publicaties in getal uit. Deze publicaties bevatten vooral kwantitatieve informatie over de doelgroepen gevangeniswezen, vreemdelingenbewaring, forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen. De laatste versie is uitgebracht in mei 2015 en omvatte de periode 2010 tot en met 2014. In 2015 heeft er binnen DJI een reorganisatie plaatsgevonden, waarbij de doelgroepen gevangeniswezen en vreemdelingenbewaring zijn samengevoegd tot één divisie GW/VB en de doelgroepen forensische zorg en justitiële jeugdinrichtingen tot de divisie ForZo/JJI. Voor u ligt de nieuwe publicatie 2011-2015. De opzet is tot stand gekomen op advies van enkele stakeholders, waarbij de verschillende doelgroepen in één rapport zijn samengebracht DJI in getal; de divisies GW/VB en Forzo/JJI nader belicht. 1.2 Doel De publicatie DJI in getal 2011-2015 geeft een overzicht van cijfers uit de verschillende doelgroepen en is bedoeld voor het management en beleidsmedewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen, het bestuursdepartement en personen werkzaam in het veld van DJI, onderzoekers en andere geïnteresseerden. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de ontwikkelingen binnen het gevangeniswezen in de periode 2011 tot en met 2015. In hoofdstuk 3 wordt de vreemdelingenbewaring beschreven. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de ontwikkelingen die zich in de forensische zorg inclusief de overige forensische zorg hebben voorgedaan, hoofdstuk 5 gaat in op de justitiële jeugdinrichtingen. Pagina 13 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Pagina 14 van 107

Hoofdstuk 2 Gevangeniswezen 2011-2015 2.2 Inleiding Het gevangeniswezen is, met uitzondering van de tbs-maatregel en de vreemdelingenbewaring, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen opgelegd aan meerderjarigen. De Huizen van Bewaring (HvB) zijn bestemd voor gedetineerden die in voorlopige hechtenis verblijven en nog niet in eerste aanleg zijn veroordeeld. In de gevangenissen verblijven personen die zijn veroordeeld. Beide hoofdbestemmingen kennen naast het reguliere regime, differentiaties voor specifieke doelgroepen. Elke vestiging beschikt over een extra zorgvoorziening (EZV) voor kwetsbare gedetineerden, die niet kunnen functioneren in het reguliere regime van een HvB of een gevangenis. In vier Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC) verblijven gedetineerden met ernstige psychiatrische stoornissen of psychische problemen. Het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) is bestemd voor gedetineerde patiënten die niet-spoedeisende somatische zorg nodig hebben. Meerderjarige zeer actieve veelplegers kunnen per vonnis maximaal twee jaar lang de maatregel plaatsing in een inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) opgelegd krijgen. Personen die door de politie zijn aangehouden vanwege een openstaand vonnis, verblijven in de eerste acht weken in een zogenoemd arrestantenregime met een beperkt dagprogramma. Voorts is er een terroristenafdeling, een extra beveiligde inrichting, een afdeling voor beheersproblematische gedetineerden, afdelingen voor strafrechtelijke vreemdelingen en afdelingen waar een beperkt of zeer beperkt beveiligd regime wordt gevoerd met meer vrijheden voor de gedetineerden. De meeste gedetineerden ondergaan hun straf of maatregel volledig in een penitentiaire inrichting (PI). Het gevangeniswezen is echter ook verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen in extramurale detentievormen zoals de Penitentiaire Programma s (PP). Het gevangeniswezen maakt tevens gebruik van ingekochte plaatsen bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en voorzieningen voor beschermd en begeleid wonen. 2.2 Capaciteit Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste capaciteitsmaatregelen die door het gevangeniswezen in de periode 2011-2015 zijn genomen om het intramurale capaciteitsaanbod zoveel mogelijk af te stemmen op de afgenomen vraag en tevens te voldoen aan bezuinigingsopdrachten. Reductie capaciteit In de verslagperiode is de gemiddelde capaciteit met ruim 900 plaatsen afgenomen. De direct inzetbare capaciteit is afgenomen met ruim 800 plaatsen. Vanaf september 2015 is de locatie Norgerhaven van PI Veenhuizen verhuurd aan Noorwegen. In verband met de sluiting per 1-1-2016 van de penitentiaire inrichtingen Breda, Haarlem, Amsterdam Tafelbergweg en een groot deel van PI Amsterdam Overamstel is op die locaties in de loop van 2015 leegstand geconcentreerd. Hetzelfde geldt voor een aantal inrichtingen waar in 2016 een capaciteitsreductie moet gaan plaatsvinden. Dit betreft met name het tweede bed op meerpersoonscellen, dat in 2016 zal worden aangemerkt als in stand te houden capaciteit. Van 1 oktober 2015 t/m 1 mei 2016 is de locatie Eikenlaan van PI Alphen tijdelijk Pagina 15 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 ter beschikking gesteld aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Als compensatie is de capaciteit van het Detentiecentrum Rotterdam (tot dan toe bestemd voor vreemdelingenbewaring) ingezet voor het Gevangeniswezen. Per saldo betekent dit een afname van de gemiddelde capaciteit in 2015, maar deze (tijdelijke) reductie is niet verwerkt in de cijfers. Het in 2016 op te leveren Justitieel complex Zaanstad vervangt de verouderde capaciteit in Amsterdam en Haarlem. Intensivering meerpersoonscelgebruik Het aantal plaatsen op meerpersoonscellen is de afgelopen jaren fors toegenomen. Van 2.200 plaatsen eind september 2012 tot 3.700 eind september 2015. Het betekent overigens niet dat deze plaatsen ook allemaal zijn bezet. Het gebruik van meerpersoonscellen drukt de gemiddelde kostprijs per plaats. Reservecapaciteit In 2009 is gestart met het aanwijzen van reservecapaciteit. Deze capaciteit moet snel inzetbaar te maken zijn om (tijdelijk) extra (seizoens)aanbod van in te sluiten justitiabelen op te vangen. De kostprijs van de reservecapaciteit is beduidend lager dan de kostprijs van de direct inzetbare capaciteit. Het betreft in meerderheid tweede bedden op meerpersoonscellen. Pagina 16 van 107

Grafiek 2.1 Gemiddelde capaciteit gevangeniswezen 2011-2015 (incl. Penitentiaire Psychiatrische Centra) 1 1 Voor een juiste interpretatie van de capaciteitscijfers in deze publicatie is het volgende van belang: Hoewel de financiering van de Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC s) verloopt via de Divisie Forensische Zorg/Justitiële Jeugd Inrichtingen van DJI, zijn de PPC s gesitueerd in penitentiaire inrichtingen. De capaciteit van de PPC s (2011: 700; 2012: 692 2013: 680 en 2014/2015: 620 plaatsen) is daarom meegeteld. VN-plaatsen, plaatsen voor het Internationaal Strafhof en arrestantenplaatsen op politiebureaus waarover de Divisie Gevangeniswezen/Vreemdelingenbewaring op contractbasis kan beschikken, zijn niet meegeteld. Plaatsen die door de Divisie Forensische Zorg/Justitiële Jeugd Inrichtingen van DJI binnen een particuliere zorginstelling worden ingekocht ten behoeve van gedetineerden met een bijzondere zorgbehoefte, zijn ook niet meegeteld. Personen die in de laatste fase van hun straf een penitentiair programma volgen, leggen geen beslag op de intramurale DJI-capaciteit en blijven daarom in deze paragraaf buiten beschouwing. De teleenheid bij meerpersoonscellen is het aantal bedden. Pagina 17 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 2.3 Instroom Deze paragraaf geeft een beeld van het jaarlijks aantal gedetineerden dat in voorlopige hechtenis is genomen of als arrestant of zelfmelder is ingestroomd. Grafiek 2.2 Instroom vanuit de vrije maatschappij of het politiebureau 2011-2015 Na eerdere stijgingen in 2013 en 2014 is de totale instroom in 2015 met circa 3.000 afgenomen. Ten opzichte van 2011 is dit een daling van 4%. Per categorie gedetineerde varieert het beeld sterk. Het aantal verdachten dat is ingesloten na een bevel tot voorlopige hechtenis is tot en met 2014 fors gedaald. Deze afname is in dezelfde periode gepaard gegaan met een een forse toename van het aantal veroordeelde arrestanten. In 2015 is de instroom van voorlopig gehechten gestabiliseerd en de instroom van arrestanten gedaald. Grafiek 2.3 Instroom naar categorie 2011-2015 Pagina 18 van 107

Van inverzekeringstelling tot instroom in Huis van Bewaring (voorlopig gehechten) De daling van de (zwaardere) criminaliteit heeft de afgelopen jaren niet geleid tot een daling van het aantal verdachten dat door de politie in verzekering is gesteld. Kennelijk is het middel van inverzekeringstelling vaker toegepast in lichtere zaken. 2 Een combinatie van cijfers van politie, openbaar ministerie en DJI in de jaren 2012 t/m 2014 levert de volgende gegevens op: Tabel 2.1 Filters tussen inverzekeringstelling door politie en instroom in huis van bewaring Jaar IVS Meerderj wv voorgeleid wv bevel IBS wv gepl in HvB instroom HvB 2012 58.600 47,8% 91,5% 66,2% 16.991 2013 62.800 43,1% 91,3% 65,0% 16.081 2014 61.000 38,8% 91,7% 63,6% 13.803 Uit de tabel kan het volgende worden afgeleid: Het vaker toepassen van het middel van inverzekeringstelling bij lichtere zaken heeft tot gevolg dat het OM minder vaak de inbewaringstelling vordert (voorgeleiding). Een stabiel, vrij hoog, percentage van de vorderingen wijst de Rechter Commissaris toe (RC, bevel tot bewaring). Een bevel tot bewaring wordt in ruim een derde van de zaken direct door de RC geschorst onder (bijzondere) voorwaarden en leidt niet tot een plaatsing in een Huis van Bewaring. 2 Zie ook: Bert Berghuis, Paul Linckens en Anneke Aanstoot, De voorlopige hechtenis een halt toegeroepen? Trema 2016, p. 76-81. Pagina 19 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Instroom arrestanten In tabel 2.2 zijn de ingestroomde arrestanten onderscheiden naar de aard van de opgelegde straf of maatregel. Tabel 2.2 Instroom van arrestanten naar insluitingstitel 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Titel Vrijheidsstraf/maatregel: 6.343 31 6.403 31 6.328 28 6.536 26 6.358 28 Gevangenisstraf 4.578 23 5.076 25 5.307 24 5.638 22 5.693 26 ISD-maatregel 146 1 148 1 155 1 135 1 100 0 Hechtenisstraf (principale hechtenis) 1.619 8 1.179 6 866 4 763 3 565 3 Vervangende sanctie/dwangmaatregel: 13.046 65 13.358 65 15.170 67 17.514 69 14.664 66 Vervangende hechtenis taakstraf 4.440 22 3.981 19 3.891 17 3.529 14 4.324 19 Detentie vanwege financ. sanctie: 8.606 43 9.377 46 11.279 50 13.985 55 10.340 46 - Verv. hechtenis geldboete 5.547 28 5.655 27 5.353 24 4.039 16 3.665 16 - Gijzeling wet Mulder 2.260 11 2.767 13 4.809 21 4.635 18 3.268 15 - Verv. hechtenis wet Terwee 710 4 885 4 990 4 1.011 4 1.056 5 - Lijfsdwang ontnemingsmtr. 89 0 70 0 68 0 75 0 37 0 - Gijzeling OM-strafbeschikking - - - - 59 0 4.225 17 2.314 10 Overig: 771 4 804 4 986 4 1.393 5 1.295 6 TBS passant 20 0 25 0 24 0 26 0 14 0 Bewaring uitlevering 462 2 457 2 469 2 444 2 418 2 Bewaring, gevangenh. ihkv WOTS 56 0 43 0 32 0 20 0 16 0 Overig 141 1 193 1 313 1 302 1 278 1 Onbekend 92 0 86 0 148 1 601 2 569 3 Totaal 20.160 100 20.565 100 22.484 100 25.443 100 22.317 100 Veel arrestanten moeten meerdere vonnissen aansluitend uitzitten. Dat kunnen (principale) vrijheidsstraffen zijn, maar ook meerdere vervangende sancties of dwangmaatregelen. Combinaties komen ook veelvuldig voor. In die gevallen wordt eerst de principale straf ten uitvoer gelegd en daarna de vervangende sanctie of dwangmaatregel. Bij meerdere vonnissen is de arrestant in tabel 2.2 gerubriceerd onder de straf of maatregel die het eerst ten uitvoer is gelegd. De tabel geeft dus niet de totale aantallen ten uitvoer gelegde vonnissen door arrestanten weer. Instroom arrestanten veroordeeld tot vrijheidsstraffen Het aantal ingestroomde arrestanten met een gevangenisstraf is gestegen. Het is mogelijk dat een iets terughoudender beleid bij de toepassing van het middel van voorlopige hechtenis in vergelijkbare zaken, heeft geresulteerd in meer opgelegde gevangenisstraffen waarbij de veroordeelde niet vooraf in voorlopige hechtenis verbleef. Er staat een opvallende daling tegenover van het aantal arrestanten dat is veroordeeld tot een hechtenisstraf. Daarbij is sprake is van een overtreding en niet van een misdrijf. De instroom ISD is merendeels het gevolg van aanhoudingen van personen die zich hebben onttrokken aan de tenuitvoerlegging van hun ISD-maatregel (zie paragraaf 2.6). Pagina 20 van 107

Instroom arrestanten voor vervangende straffen en gijzelingen In 2015 zijn bijna 15.000 personen in het gevangeniswezen ingestroomd omdat de executie van een taakstraf of een financiële sanctie niet tot een succesvol einde is gebracht. Dit is bijna tweederde van alle arrestanten en bijna 40% van de totale instroom (voorlopig gehechten, arrestanten en zelfmelders). Gijzelingen en vervangende hechtenis voor niet betaalde boetes Sinds 1 februari 2008 mag het Openbaar Ministerie (OM) zelf straffen opleggen voor veel voorkomende strafbare feiten. De wet OM-afdoening biedt de Officier van Justitie, bestuursorganen en opsporingsambtenaren de mogelijkheid een strafbeschikking uit te vaardigen. Het volume van deze sanctiestroom is geleidelijk toegenomen en eind 2013 zijn de eerste gegijzelden wegens niet betalen van de strafbeschikking, ingestroomd bij DJI. Het aantal door het OM aangeboden transacties en door de rechter opgelegde geldboetes (en min of meer automatisch ook het aantal vervangende straffen vanwege niet betaalde boetes) is door het gebruik van de nieuwe sanctiemodaliteit sterk afgenomen. De kantonrechter kan eveneens een gijzelingsmachtiging verlenen voor het niet betalen van verkeersboetes. De boetes zijn, buiten het strafrecht om, opgelegd met toepassing van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV, ofwel Wet Mulder).In de afgelopen jaren is het aantal gijzelingen uitermate grillig verlopen. Tot 2013/2014 een forse stijging, in 2015 gevolgd door een sterke daling. De aanvankelijke stijging was vooral het gevolg van het onder de WAHV brengen van het bezit van voertuigen die niet verzekerd zijn; artikel 30 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM). Voorheen viel dit onder het strafrecht en moesten overtreders worden gedagvaard voor de kantonrechter als ze niet ingingen op een transactievoorstel. Dat beperkte het aantal gevallen dat jaarlijks kon worden aangebracht. Van verschillende kanten (Tweede Kamer, Nationale ombudsman) is aandacht gevraagd voor meer maatwerk om schrijnende gevallen bij gijzelingen voor strafbeschikkingen en voor verkeersovertredingen zoveel mogelijk te voorkomen. Onder auspiciën van het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB) zijn verbetermaatregelen voor de executie van alle financiële sancties voorgesteld en in gang gezet. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen mensen die niet willen en mensen die niet kunnen betalen. De maatregelen hebben betrekking op het gehele traject van inning, verhaal met en zonder dwangbevel, inname rijbewijs, buitengebruikstelling voertuig tot de vordering gijzeling. De kritische houding van de kantonrechters heeft na het eerste kwartaal van 2015 geresulteerd in de sterke daling van zowel het aantal Mulder-gijzelingen als het aantal gijzelingen voor niet betaalde strafbeschikkingen. Pagina 21 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Instroom zelfmelders Tabel 2.3 Instroom van zelfmelders naar verblijfstitel 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Titel Gevangenisstraf 1.108 67 824 74 850 78 1.831 85 2.019 86 Hechtenisstraf 529 32 285 26 236 22 323 15 330 14 Overig 9 1 0 0 2 0 0 0 1 0 Onbekend 4 0 1 0 0 0 0 0 1 0 Totaal 1.650 100 1.110 100 1.088 100 2.154 100 2.351 100 In 2012 is, vooruitlopend op de sluiting van een deel van de beperkt beveiligde inrichtingen (BBI s), geleidelijk capaciteit buiten gebruik gesteld en zijn tijdelijk minder zelfmelders opgeroepen. Eind 2013 zijn maatregelen genomen om de werkvoorraad niet verder op te laten lopen. Het aantal zelfmelders is in 2014 weer gestegen. Zelfmelders dienen zich vanaf die tijd te melden bij een reguliere gesloten inrichting. Zij worden opgeroepen voor een gevangenis in de buurt van hun woonplaats en direct geplaatst in een plusregime. Hiermee hebben ze meer vrijheden dan andere instromers. Later in 2014 is ook de zelfmeldprocedure gewijzigd. De veroordeelde ontvangt geen vooraankondiging meer van het Centraal Justitieel Incassobureau, waarop hij positief moet reageren alvorens een meldoproep van DJI te ontvangen. In de nieuwe procedure wordt een kandidaat direct door DJI opgeroepen om zich in een penitentiaire inrichting te melden. De tijd tussen het moment van het informeren van de veroordeelde en de melddatum is bovendien aanzienlijk verkort. Met de nieuwe procedure is het aantal op te roepen veroordeelden door DJI aanzienlijk toegenomen en het opkomstpercentage gestegen van circa 30% naar 43% in 2015. Instroom naar geslacht Bezien over de gehele periode 2011-2015 is er weinig veranderd in het procentuele aandeel van vrouwen in de instroom. Hun aandeel schommelt rond de 8%. Tabel 2.4 Instroom naar geslacht 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Geslacht Man 36.674 92,0 35.732 92,4 36.386 91,8 38.148 92,1 35.478 92,3 Vrouw 3.192 8,0 2.934 7,6 3.267 8,2 3.252 7,9 2.968 7,7 Totaal 39.866 100 38.666 100 39.653 100 41.400 100 38.446 100 Pagina 22 van 107

2.4 Populatie De gegevens in deze paragraaf hebben betrekking op de populatie waarvoor het gevangeniswezen eindverantwoordelijk is op 30 september in de verslagperiode 3. Totale populatie Grafiek 2.4 maakt een onderscheid in gedetineerden die verblijven in penitentiaire inrichtingen (incl. de Penitentiaire Psychiatrische Centra) en personen die in een zorginstelling 4 verblijven of extramuraal een penitentiair programma volgen. De twee laatste groepen verblijven buiten een penitentiaire inrichting. Grafiek 2.4 Populatie 2011-2015, binnen en buiten penitentiaire inrichting (incl. PPC s) Niet in de grafiek opgenomen, maar wel vermeldenswaard, is het feit dat de hoogste administratieve bezetting in de afgelopen 25 jaar werd gemeten in 2005. Eind september van dat jaar bestond de populatie uit 15.206 personen. Tot 2009 daalt de bezetting fors. Daarna volgen enkele jaren van stabilisering en vanaf 2012 treedt er een gestage daling op. Met 8.976 personen komt de populatie in 2015 22% lager uit dan in 2011. De daling t.o.v. 2005 bedraagt 41%. Het aantal gedetineerden dat binnen een penitentiaire inrichting verblijft (incl. de PPC), is in 2015 gedaald tot 8.245 (peilmoment 30 september). Het percentage personen dat verblijft buiten een PI is de afgelopen jaren gestegen van 5,5% tot 8,1%. 3 Het WODC en het CBS hanteren ook deze peildatum. 4 Hiertoe zijn de personen gerekend die onder de eindverantwoordelijkheid vallen van het Gevangeniswezen, maar vanwege een bijzondere zorgbehoefte verblijven op plaatsen die door de Divisie Forensische Zorg/Justitiële Jeugdinrichtingen zijn ingekocht binnen de Geestelijke Gezondheidszorg, opvanghuizen en Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW s). Pagina 23 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Populatie naar bestemming Uit tabel 2.5 blijkt dat het aantal mensen dat verblijft in een cel met een specifieke HvB-bestemming, sterk is gedaald. Dit is vooral een gevolg van de daling van het aantal personen dat in voorlopige hechtenis verblijft (zie tabel 2.6). Tabel 2.5 Populatie naar bestemming 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Bestemming Huis van bewaring 4.564 40 4.191 38 3.873 37 3.072 31 2.833 32 Gesloten gevangenis (incl. ISD-inr) 4.370 38 4.316 39 4.215 40 4.498 45 3.868 43 Gevangenis met regime van beperkte beveiliging 470 4 452 4 270 3 148 1 107 1 Gevangenis met regime van zeer beperkte beveiliging 298 3 276 2 265 3 269 3 255 3 Extra Zorgafdeling (hvb/gev) 465 4 495 4 461 4 425 4 439 5 Penitentiair Psychiatrisch Centr. (hvb/gev) 586 5 626 6 581 6 576 6 584 7 Art. 15.5 en art. 43.3 buiten een PI 89 1 112 1 84 1 132 1 106 1 ISD buiten een PI 154 1 157 1 155 2 139 1 162 2 Penitentiair Programma buiten een PI 388 3 406 4 464 4 509 5 463 5 Overig/onbekend 161 1 129 1 176 2 141 1 159 2 Totaal 11.545 100 11.160 100 10.544 100 9.909 100 8.976 100 Conform het Masterplan 2013-2018 zijn de afgelopen jaren alle afdelingen met een, in bouwkundig opzicht, (zeer) beperkte beveiliging gesloten. In 2014 is het wetsvoorstel voor de invoering van Elektronische Detentie (ED) en afschaffing van de huidige vormen van detentiefasering door de Eerste Kamer afgewezen. Bij de Tweede Kamer ligt nu een wijzigingsvoorstel van de Penitentiaire Beginselenwet, waarin is voorzien in de afschaffing van het bestaande systeem van detentiefasering (m.u.v. de penitentiaire programma s). Tot het moment van inwerkingtreding van deze wetswijziging vindt detentiefasering plaats vanuit, in bouwkundig opzicht, gesloten gevangenissen, waar afdelingen zijn ingericht voor het regime van (zeer) beperkte beveiliging. De bezetting op deze plaatsen zijn in tabel 2.5 apart vermeld. Zelfmelders werden van oudsher ook geplaatst in een gevangenis met een regime van beperkte beveiliging, maar vanaf eind 2013 is dit regime uitsluitend nog in gebruik voor detentiefaseerders. Zoals ook uit grafiek 2.4 blijkt, is het aantal personen dat buiten een penitentiaire inrichting verblijft van 2011 tot en met 2014 gestegen en in 2015 wat gedaald. Deze justitiabelen volgen extramuraal een penitentiair programma (5% in 2015) of verblijven in een instelling van de GGZ of een voorziening van begeleid of beschermd wonen (3% in 2015) 5. Tabel 2.6 brengt de ontwikkeling in beeld van de verblijfstitels van de gedetineerden. 5 Deze externe plaatsingen betreffen onder andere ISD ers, die in de laatste fase van hun maatregel in aanmerking komen voor een plaatsing buiten een PI (Penitentiaire Maatregel, art. 44d.3). Op grond van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kunnen ook andere gedetineerden in aanmerking komen voor overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis (Pbw, art. 15.5) of een instelling voor sociale verzorging en hulpverlening (Pbw, art. 43.3; dit betreft meestal een verslavingskliniek). Pagina 24 van 107

Populatie naar verblijfstitel Tabel 2.6 Populatie naar verblijfstitel 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Verblijfstitel Voorlopige hechtenis: 5.643 49 5.453 49 4.911 47 4.251 43 3.874 43 Nog geen vonnis in 1e aanleg 3.888 34 3.619 32 3.240 31 2.707 27 2.565 29 Vonnis 1e aanl. (beroep nog mogelijk) 487 4 521 5 392 4 311 3 308 3 Vonnis 1e aanl. (beroep loopt) 1.268 11 1.313 12 1.279 12 1.233 12 1.001 11 Onherroepelijke vrijheidsstraf/mtr : 4.691 41 4.551 41 4.375 41 4.476 45 4.245 47 Gevangenisstraf 4.039 35 3.969 36 3.879 37 3.994 40 3.739 42 ISD 500 4 478 4 409 4 393 4 451 5 Hechtenis (principale hechtenis) 152 1 104 1 87 1 89 1 55 1 Vervangende sanctie/maatregel: 946 8 948 8 1.023 10 969 10 650 7 Vervangende hechtenis taakstraf 342 3 333 3 362 3 297 3 325 4 Detentie agv niet voldoen fin. sanctie: 604 5 615 6 661 6 672 7 325 4 - Vervangende hechtenis geldboete 201 2 178 2 141 1 109 1 88 1 - Gijzeling wet Mulder 188 2 223 2 310 3 279 3 66 1 - Vervangende hecht. wet Terwee 154 1 171 2 186 2 164 2 131 1 - Lijfsdwang ontnemingsmtr. (plukze) 61 1 43 0 24 0 25 0 18 0 - Gijz. strafbeschikking (Wet OM-afd.) 95 1 22 0 Overig: 265 2 208 2 235 2 213 2 207 2 TBS passant 17 0 20 0 11 0 37 0 16 0 Strafr.mtr. pltsing psych. zkh (passant) 19 0 20 0 23 0 25 0 14 0 Bewaring uitlevering 67 1 53 0 67 1 60 1 53 1 Bewaring/gevangenhouding ihkv WOTS 13 0 12 0 10 0 8 0 7 0 Overig 39 0 23 0 41 0 25 0 23 0 Onbekend 110 1 80 1 83 1 58 1 94 1 Totaal 11.545 100 11.160 100 10.544 100 9.909 100 8.976 100 Opvallend is de sterke daling van het aantal gedetineerden in voorlopige hechtenis en het grillige verloop van het gewicht van de afzonderlijke financiële sancties. De verklaringen die zijn gegeven in paragraaf 2.3 voor de ontwikkeling van de instroom naar insluitingstitel, gelden ook voor de ontwikkeling naar verblijfstitel. De PPC s hebben een dubbele bestemming (HvB en gevangenis). De verhouding voorlopig gehechten/onherroepelijk veroordeelden in de PPC s wijkt niet sterk af van die van de totale gedetineerdenpopulatie, zoals die in tabel 2.6 is te zien. In de PPC s verblijven wel relatief wat meer veroordeelden tot de ISD-maatregel en personen die na een veroordeling tot tbs met dwangverpleging of de maatregel Plaatsing in Psychiatrische Ziekenhuis wachten op overplaatsing en minder veroordeelden tot een vervangende sanctie/dwangmaatregel. Pagina 25 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Populatie naar gepleegde delicten De daling van de totale populatie in de afgelopen twee jaar, is in lichte of sterke mate terug te zien bij vrijwel alle delictcategorieën. Het meest pregnant geldt de daling voor de vermogensmisdrijven met geweld. De terugval van het aantal gijzelingen in Mulderzaken die eerder is toegelicht in paragraaf 2.3, is reden voor de relatief sterke reductie in 2015 van het aantal gedetineerden dat vastzit vanwege een verkeerszaak. Tabel 2.7 Populatie naar delict 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal %* Aantal %* Aantal %* Aantal %* Aantal %* Delict Wetboek van strafrecht - Vermogensmisdrijven zonder geweld 2.107 21 2.029 21 1.966 21 1.904 22 1.850 24 - Vermogensmisdrijven met geweld ** 1.999 20 1.966 20 1.771 19 1.550 18 1.230 16 - Geweldsmisdr. (excl. seksuele misdr) 2.770 27 2.755 28 2.537 28 2.335 27 2.219 29 - Seksuele misdrijven 431 4 442 4 379 4 393 5 364 5 - Vernieling en openbare orde en gezag 394 4 416 4 332 4 328 4 342 4 - Overig Wetboek van Strafrecht 44 0 47 0 49 1 41 0 32 0 Opiumwet 1.855 18 1.666 17 1.600 17 1.397 16 1.362 18 Verkeer (misdrijven en overtr.) *** 324 3 339 3 422 5 408 5 169 2 Wet wapens en munitie 89 1 92 1 79 1 108 1 97 1 Overige wetten 117 1 92 1 84 1 86 1 54 1 Totaal bekend 10.130 100 9.844 100 9.219 100 8.550 100 7.719 100 Onbekend a.g.v. specifieke verbl.titel **** 927 883 804 843 742 Onbekend 488 433 521 516 515 Totaal 11.545 11.160 10.544 9.909 8.976 * Berekening percentages zonder de categorieën 'Onbekend' ** Diefstal met geweld en afpersing *** Inclusief gijzelingen voor niet betaalde verkeersovertredingen (Wet-Mulderzaken) **** Bij bepaalde verblijfstitels als de ISD-maatregel, subs. hechtenis, Wet Terwee en strafbeschikking (Wet OM-afdoening) Vermogensdelicten en geweldsdelicten zijn van alle leeftijden, maar aan de combinatiedelicten (diefstal met geweld en afpersing) maken jongeren zich veel vaker schuldig dan ouderen. Jeugdigen in de justitiële jeugdinrichtingen zijn vaak verdacht van of veroordeeld voor vermogensmisdrijven met geweld. Ouderen zitten verhoudingsgewijs vaker vast voor overtredingen van de Opiumwet en voor seksuele delicten. Vrouwelijke gedetineerden kennen ook een afwijkend delictpatroon. Het zwaartepunt ligt meer op overtreding van de Opiumwet en minder op vermogensdelicten met geweld en geweldsdelicten. Pagina 26 van 107

Populatie naar geslacht Tabel 2.8 Populatie naar geslacht 2011-2015 2011 2012 2013 2014 2015 Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Geslacht Man 10.882 94,3 10.562 94,6 9.983 94,7 9.349 94,3 8.487 94,6 Vrouw 663 5,7 598 5,4 561 5,3 560 5,7 489 5,4 Totaal 11.545 100 11.160 100 10.544 100 9.909 100 8.976 100 In procenten uitgedrukt blijft het aandeel van de vrouwen in de bezetting in 2015 (5,4%) achter bij het aandeel van de vrouwen in de instroom van 2015 (7,7%). Dit verschil is een gevolg van de gemiddeld kortere verblijfsduur van de vrouwen. Populatie naar leeftijd en het strafrecht voor adolescenten Minderjarigen komen in beginsel voor de kinderrechter en meerderjarigen voor de politierechter of meervoudige kamer. Bij jongeren van 16 en 17 jaar kon de rechter altijd al beslissen om het volwassenenstrafrecht toe te passen, terwijl bij jongvolwassenen van 18 t/m 20 jaar toepassing van het jeugdstrafrecht tot de mogelijkheden behoorde. Sinds 1 april 2014 geldt het adolescentenstrafrecht, waarmee de grens tussen het jeugdstrafrecht en het volwassenenstrafrecht nog flexibeler is geworden. Jongvolwassenen van 21 en 22 jaar kunnen nu ook volgens het jeugdstrafrecht worden vervolgd en berecht. In tabel 2.9 is de gedetineerdenpopulatie van 2011 en 2015 onderscheiden naar leeftijdsklasse: zowel in absolute aantallen als per 100.000 inwoners in dezelfde leeftijdsklasse. In de rechterkolommen zijn de verschillen tussen beide jaren in procenten uitgedrukt. Ter vergelijking is tevens de demografische ontwikkeling vermeld: de procentuele stijging of daling van het aantal inwoners per leeftijdsklasse. De tabel laat onder meer het volgende zien: 1. Het aantal adolescenten binnen het gevangeniswezen is zeer sterk afgenomen. De categorie 18 of 19 jaar met 65% en de categorie 20 t/m 22 jaar met 47%. 2. Het aantal gedetineerden ouder dan 50 jaar is gestegen. Voor een niet onbelangrijk deel als gevolg van de vergrijzing van de samenleving, maar uitgedrukt per 100.00 inwoners blijft een lichte stijging zichtbaar in deze categorie. 3. Een inwoner jonger dan 50 jaar heeft een veel grotere kans om deel uit te maken van de gedetineerdenpopulatie dan een ouder iemand, maar de verschillen zijn de afgelopen jaren wat kleiner geworden. De gemiddelde leeftijd van de gedetineerden is gestegen van 34 tot 36 jaar. Pagina 27 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Tabel 2.9 Populatie naar leeftijdsklasse, absoluut en per 100.000 inwoners in dezelfde leeftijdsklasse, 2011 en 2015 Leeftijd Aantal gedet. 2011 2015 Proc. stijging/daling 2011-2015 Ged. per 100.000 inw. Aantal gedet. Ged. per 100.000 inw. Aantal gedet. Ged. per 100.000 inw. Aantal inwoners jonger dan 18 n.v.t n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -2% 18 of 19 jaar 451 110 158 40-65% -64% -3% 20 t/m 22 jaar 1.282 206 681 108-47% -48% 2% 23 t/m 29 jaar 2.817 199 2.214 149-21% -25% 5% 30 t/m 39 jaar 3.234 152 2.601 129-20% -15% -5% 40 t/m 49 jaar 2.536 98 1.990 81-22% -17% -5% 50 t/m 59 jaar 954 42 1.033 43 8% 2% 6% 60 en ouder 271 7 299 7 10% 1% 10% Totaal 11.545 69 8.976 53-22% -23% 2% Populatie naar geboorteland Ruim de helft van de gedetineerden is in Nederland geboren. Twintig procent is geboren in de Nederlandse Antillen, Suriname, Marokko of Turkije. Tabel 2.10 Populatie naar geboorteland 2011, 2013 en 2015 2011 2013 2015 Aantal % Land Aantal % Land Aantal % Land Nederland 6.304 54,6 Nederland 5933 56,3 Nederland 5.138 57,2 Ned Antillen 850 7,4 Ned Antillen 749 7,1 Ned Antillen 705 7,9 Suriname 838 7,3 Suriname 674 6,4 Suriname 505 5,6 Marokko 574 5,0 Marokko 510 4,8 Marokko 400 4,5 Turkije 352 3,0 Turkije 284 2,7 Turkije 224 2,5 Polen 256 2,2 Polen 239 2,3 Polen 170 1,9 Roemenië 198 1,7 Roemenië 201 1,9 Roemenië 155 1,7 Somalië 162 1,4 Somalië 158 1,5 Somalië 105 1,2 Joegoslavië 145 1,3 Joegoslavië 103 1,0 Joegoslavië 99 1,1 Dominicaanse R 91 0,8 Dominicaanse Rep 90 0,9 Algerije 70 0,8 Totaal top 10 9.770 84,6 Totaal top 10 8941 84,8 Totaal top 10 7.571 84,3 Overig 1.720 14,9 Overig 1552 14,7 Overig 1.288 14,3 Onbekend 55 0,5 Onbekend 51 0,5 Onbekend 117 1,3 Totaal 11.545 100 Totaal 10544 100 Totaal top 10 8.976 100 Populatie naar reeds uitgezeten detentietijd Onderstaand wordt ingegaan op de tijd die de gedetineerden in een penitentiaire inrichting zitten en (nog) moeten zitten. De populatie op 30 september 2015 is in tabel 2.11 onderscheiden in: Personen in voorlopige hechtenis die nog niet in eerste aanleg zijn veroordeeld. Personen die in eerste aanleg of onherroepelijk zijn veroordeeld in aansluiting op de voorlopige hechtenis. Onherroepelijk veroordeelde personen die als arrestant of zelfmelder het gevangeniscircuit zijn ingestroomd. Pagina 28 van 107

Tabel 2.11 Populatie naar reeds uitgezeten detentietijd per categorie gedetineerde, 2015 Duur Voorlopig gehecht, nog niet in 1e aanleg veroordeeld Veroordeeld in 1e aanleg of onherroep. in aansluiting op voorlop. hecht. Veroordeeld en ingestroomd als arrestant of zelfmelder Onbekend Totaal Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % Aantal % < 1 mnd 720 28 105 3 819 38 4 4 1.648 18 1 - < 3 mnd 804 31 226 5 466 22 6 6 1.502 17 3 - < 6 mnd 621 24 343 8 278 13 13 14 1.255 14 6 mnd - < 1 jr 319 12 883 21 302 14 11 12 1.515 17 1 - < 2 jr 76 3 1.147 27 154 7 6 6 1.383 15 2 - < 3 jr 13 1 625 15 54 3 1 1 693 8 3 - < 4 jr 3 0 318 8 25 1 0 0 346 4 4 - < 6 jr 2 0 287 7 17 1 0 0 306 3 6 - < 8 jr 2 0 144 3 7 0 0 0 153 2 8 - < 12 jr 0 0 82 2 1 0 0 0 83 1 12 jr en langer 0 0 28 1 4 0 0 0 32 0 onbekend 5 0 0 0 2 0 53 56 60 1 Totaal 2.565 100 4.188 100 2.129 100 94 100 8.976 100 Mediaan in dagen 70 511 51 183 Gemiddelde in dgn 107 758 179 430 % > dan 110 dgn 33 De helft van de gedetineerden die op 30 september nog niet in eerste aanleg is veroordeeld, zit korter dan 70 dagen in detentie (mediaan). Een derde zit korter dan 110 dagen. Vaak betreft dit gedetineerden die al voor een eerste keer voor de rechter zijn geweest in een pro-formazitting. Het kunnen echter ook gedetineerden zijn die in voorlopige hechtenis zijn genomen, omdat ze tijdens het uitzitten van een straf werden verdacht van een ander misdrijf. De gedetineerden die zijn veroordeeld in aansluiting op de voorlopige hechtenis zitten verreweg het langst. De helft langer dan 511 dagen. De deelpopulatie arrestanten en zelfmelders zit duidelijk korter; de helft zit op 30 september korter dan 51 dagen. Populatie veroordeelden naar totale detentietijd In tabel 2.12 is de totale detentieduur van de veroordeelden weergegeven. Deze duur is gedefinieerd als de som van het aantal dagen dat al is uitgezeten en het resterend aantal detentiedagen 6. 6 Voor de berekening van het resterend aantal detentiedagen is voor elke gedetineerde uitgegaan van de geplande ontslagdatum, zoals die op de peildatum 30 september 2015 in het registratiesysteem is vastgelegd. De werkelijke ontslagdatum kan naderhand om diverse redenen vroeger of later uitpakken. Bij het vaststellen van de geplande einddatum is in voorkomende gevallen rekening gehouden met eventuele vervolgvonnissen en voorwaardelijke invrijheidstelling. Pagina 29 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 Tabel 2.12 Populatie naar totale detentietijd per categorie veroordeelde, 2015 Duur Veroordeeld in 1e aanleg of onherroepelijk in aansluiting op voorlopige hecht. Veroordeeld en ingestroomd als arrestant of zelfmelder Totaal veroordeelden Aantal % Aantal % Aantal % < 1 mnd 41 1 383 18 424 7 1 - < 3 mnd 138 3 425 20 563 9 3 - < 6 mnd 175 4 286 13 461 7 6 mnd - < 1 jr 383 9 343 16 726 11 1 - < 2 jr 681 16 354 17 1.035 16 2 - < 3 jr 1.035 25 135 6 1.170 19 3 - < 4 jr 403 10 55 3 458 7 4 - < 6 jr 429 10 54 3 483 8 6 - < 8 jr 241 6 14 1 255 4 8 - < 12 jr 305 7 8 0 313 5 12 jr en langer 155 4 8 0 163 3 onbekend 202 5 64 3 266 4 Totaal 4.188 100 2.129 100 6.317 100 Mediaan in dagen 907 156 652 Gemiddelde in dagen 1.368 389 1.035 Veroordeelde gedetineerden die voorafgaand aan de executie van hun straf in voorlopige hechtenis verblijven, zitten doorgaans veel langer (mediaan 907 dagen) dan veroordeelden die als arrestant of zelfmelder hun straf uitzitten (mediaan 156 dagen). Door de lengte van de detentie is de kans dat een langgestrafte op een willekeurig moment in het jaar deel uitmaakt van de bezetting, veel groter dan voor een persoon die maar kort hoeft te zitten. Uit de volgende paragraaf zal blijken, dat een groot aantal gedetineerden in een jaar uitstroomt na een korte detentie. De detentieduur van alle uitgestroomde gedetineerden is daardoor gemiddeld veel korter dan de detentieduur van de populatie die vastzit op een willekeurige dag. Welke duurgegevens het best gebruikt kunnen worden, is afhankelijk van de te beantwoorden (beleids)vraag. Pagina 30 van 107

Detentieratio in Nederland en in andere Europese landen De Raad van Europa (RvE) publiceert jaarlijks gegevens over de gevangenisbevolking van alle lidstaten. Het meest recente rapport verscheen eind 2015. De daarin vermelde aantallen gedetineerden per 100.000 inwoners hebben betrekking op 2014. De publicatie vermeldt zowel ongecorrigeerde cijfers als aangepaste cijfers. De RvE beoogt met de aangepaste cijfers de gegevens van de landen zoveel mogelijk onderling vergelijkbaar te maken 7. In onderstaande figuur zijn de meeste Noord-, West- en Zuid-Europese landen met meer dan 1 miljoen inwoners in de vergelijking opgenomen. Grafiek 2.5 Aantal gedetineerden per 100.000 inwoners in Nederland en in andere Europese landen, september 2014 (bron: Raad van Europa, aangepaste cijfers) Indien de tbs ers in de Forensische Psychiatrische Centra worden meegeteld, komt Nederland uit op 65 gedetineerden per 100.000 inwoners. 7 Om de landen onderling vergelijkbaar te maken heeft de RvE de totaalopgaven van lidstaten zonodig verlaagd met het aantal jongeren in jeugdinrichtingen, het aantal illegale buitenlanders in vreemdelingenbewaring, de personen die buiten een inrichting verblijven en onder elektronisch toezicht staan en met de veroordeelden die verblijven in psychiatrische instellingen (voor Nederland zijn de tbs-gestelden niet meegeteld). De laatstgenoemde categorie blijft een 100% betrouwbare vergelijking tussen Nederland en de andere landen bemoeilijken. In sommige landen kunnen personen die niet of verminderd toerekeningsvatbaar zijn tijdens het plegen van een ernstig misdrijf en die in Nederland kunnen worden veroordeeld tot een tbs-maatregel, deel uitmaken van de reguliere gevangenisbevolking. Zij tellen in die landen dan automatisch ook mee in de aangepaste cijfers. Pagina 31 van 107

DJI in getal 2011-2015 April 2016 2.5 Uitstroom Hoeveel veroordeelde gedetineerden stromen in de laatste fase van hun detentie vanuit normaal beveiligde inrichtingen door naar een regime van beperkt beveiligde of zeer beperkt beveiligde inrichtingen en hoeveel naar extramurale penitentiaire programma s? Hoe lang is de totale detentieduur geweest van alle personen die definitief uit detentie zijn ontslagen? Wie zijn in aanmerking gekomen voor een voorwaardelijke invrijheidstelling? Deze paragraaf geeft antwoord op deze vragen. Detentiefasering In het kader van detentiefasering kunnen langer gestrafte gedetineerden in aanmerking komen voor één of meer van de volgende detentiemodaliteiten met meer vrijheden: Op afdelingen met een regime van beperkte beveiliging kunnen gedetineerden worden geplaatst die in eerste aanleg of onherroepelijk zijn veroordeeld en op het moment van overplaatsing een strafrestant van ten hoogste achttien maanden hebben. Kenmerkend voor dit regime is het vierwekelijks weekendverlof. Op afdelingen met een regime van zeer beperkte beveiliging kunnen gedetineerden worden geplaatst met een in eerste aanleg of onherroepelijk opgelegde straf van minimaal zes maanden, waarbij ten minste de helft van de opgelegde straf moet zijn ondergaan in een inrichting met een hogere beveiligingsgraad en het strafrestant ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden bedraagt. Kenmerkend voor dit regime is het wekelijkse weekendverlof en het overdag buiten de inrichting verblijven voor werk of opleiding. Een extramuraal penitentiair programma (PP) heeft een duur van ten hoogste een zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf. Voorwaarde daarbij is dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste 6 maanden is opgelegd en het strafrestant bij aanvang van de deelname aan het PP ten minste 4 weken en ten hoogste een jaar betreft. Een penitentiair programma is een erkend programma van samenhangende activiteiten die expliciet zijn gericht op re-integratie in de maatschappij, waarbij de deelnemer op een plaats buiten de inrichting verblijft. Elektronisch Toezicht kan als aanvullende maatregel bij een penitentiair programma worden toegepast. Gedetineerden met meer dan een beperkt vlucht- of maatschappelijk risico komen niet in aanmerking voor detentiefasering. Hetzelfde geldt voor gedetineerden van wie vaststaat dat zij na de detentie zullen worden uitgezet of uitgeleverd of aan wie naast de gevangenisstraf ook de tbs-maatregel is opgelegd. Elke kandidaat dient bovendien te beschikken over een aanvaardbaar verlof- of verblijfsadres. Een veroordeelde kan na verblijf in een HvB en/of een regulier gevangenisregime één, twee of drie detentiefases doorlopen. Alle combinaties zijn mogelijk, evenals directe plaatsing in een regime van (zeer) beperkte beveiliging of een PP vanuit een HvB of regulier gevangenisregime. De aantallen in grafiek 2.6 hebben betrekking op alle afzonderlijke plaatsingen. Een gedetineerde die twee of drie fases doorloopt, is ook bij twee of drie detentiemodaliteiten geteld. Pagina 32 van 107