BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: Documentversie: 1.0

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties Module incidentie surveillance Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: 2019

BIJLAGE 2: DEFINITIES Module incidentieonderzoek postoperatieve wondinfecties. PREZIES versie: Documentversie: 1.0

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties Module incidentie surveillance Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: 2016

PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance

Factsheet Indicatoren Knieprothese (LROI)

Factsheet Indicatoren Heupprothese (LROI)

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Lijnsepsis PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Factsheet Indicatoren Heupprothese

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Factsheet Indicatoren Knieprothese

Samenvatting. Samenvatting

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Factsheet Indicatoren Heupprothese

Factsheet Indicatoren Knieprothese

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES PREZIES versie: Documentversie: 1.1

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0

Referentiecijfers : Postoperatieve Wondinfecties PREZIES versie: maart 2016 Documentversie: 1.2

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Module Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: Documentversie: 1.0

Page 1 of 7. Optioneel kan van iedere geregistreerde complicatie de datum en eventueel het tijdstip waarop de complicatie optrad worden opgegeven.

Wondgenezing en Diabetes Mellitus

Verwijderen van de sternumdraden

Aanpassing t.o.v. versie 1.0: Correctie van tabel 28 en 29, i.v.m. incorrecte gegevens in versie 1.0

BMI en het risico op een Postoperatieve Wondinfecties (POWI)

Revisie heupprothese bij infectie. Two stage en One stage operatie

Referentiecijfers : Postoperatieve Wondinfecties PREZIES versie: december 2018 Documentversie: 1.0

Referentiecijfers : Postoperatieve Wondinfecties PREZIES versie: september 2017 Documentversie: 1.0

Toetstabel THP vj 2019

Verzorging van wonden

INFORMATIE PORT-A-CATH

Verpleeghuis- woon- en thuiszorg. Verzorging van wonden

Borstchirurgie: tumorectomie

Thuis herstellen na een darmoperatie. Chirurgie

Borstreconstructie met lichaamseigen weefsel

CHIRURGIE. Blindedarmontsteking. Appendicitis

DIAGNOSTISCHE LUMPECTOMIE FRANCISCUS GASTHUIS

Directe poliklinische ingreep plastische chirurgie. Behandeling van vlekken, zwellingen of bulten door de plastisch chirurg

Operatie aan de slijmbeurs. Elleboog of knie

Eileiderontsteking. Afdeling Gynaecologie

Chirurgie. Zweetklierontsteking.

DIEP lap borstreconstructie

Chirurgie. Okselkliertoilet.

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker

Verwijderen van een zaadbal via de lies. Inguinale orchidectomie


Directe poliklinische ingreep plastische chirurgie. Behandeling van vlekken, zwellingen of bulten door de plastisch chirurg

Mediastinitis Radboud universitair medisch centrum

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker

Borstverwijdering bij borstkanker (ablatio mamma)

Toetstabel TKP vj 2019

1.A - Registratie Patient en Follow-Up via optie 1 of 2 IDENTIFICATIEKLEVER PATIËNT. Geboortedatum (dd-mm-jaar): / / Geslacht: M V

Verwijderen van een deel van de lever

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

PATIËNTEN INFORMATIE. Dogear correctie. Polikliniek Plastische Chirurgie

Diagnostische verwijdering halslymfeklier

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Infectiepreventie: Maatregelen bij toediening medicatie

Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0

Jaarcijfers 2016: Prevalentieonderzoek academische ziekenhuizen PREZIES versie: april 2017 Documentversie: 2.0

Patiënteninformatie. Sepsis. Sepsis

Eileiderontsteking. Afdeling Gynaecologie

Borstvorming bij de man. Gynaecomastie

Naar huis met een drain

*** Jaar Metaanalyse

KINDERGENEESKUNDE KINDEREN

VERWIJDEREN VAN LYMFEKLIEREN IN DE OKSEL

SPEEKSELKLIEROPERATIE FRANCISCUS GASTHUIS

Okselklierdissectie. Mammapoli

Kijkoperatie voor het herstel van een vaginale

Melanoom Okselklierdissectie. Poli Dermatologie Poli Chirurgie

Dit onderzoek wordt als volgt benoemd: 1. Inspectie (kijken) 2. Auscultatie (horen) 3. Palpatie (voelen) 4. Percussie (kloppen)

Abdominale Chirurgie Blindedarmontsteking

Chirurgie. Borstamputatie. Afdeling: Onderwerp:

PATIËNTEN INFORMATIE. Verwijderen van de. galblaas. Cholecystectomie

Borstamputatie. Het kan ook zijn dat een borstsparende operatie wel mogelijk is, maar dat u zelf voorkeur hebt voor een borstamputatie.

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994

Aanmeldingsformulier PREZIES 2019

Haarnestcyste (sinus pilonidalis)

Schildklieroperatie. Afhankelijk van de reden waarom u geopereerd moet worden kan het nodig zijn de schildklier geheel of gedeeltelijk te verwijderen.

Blindedarm ontsteking (Appendicitis) Maatschap Chirurgie IJsselland Ziekenhuis

Verwijderen van lymfeklieren in de oksel

De verzorging van de wonddrain na een borstoperatie. De exu-drain

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Wondzorg & positie in de regio. Pieter Boele van Hensbroek traumachirurg

Een borstoperatie in dagbehandeling

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker

Mediastinoscopie. Chirurgie. Beter voor elkaar

Chronisch compartimentsyndroom

Thoracoscopie LONGGENEESKUNDE. Kijkoperatie in de borstholte

CHIRURGIE. Cholecystectomie is de chirurgische verwijdering van de galblaas.

Patiënteninformatie. Borstamputatie. Informatie over een borstamputatie (ook wel ablatio of mastectomie genoemd)

Liesbreukbehandeling

Toestemming Door akkoord te gaan met het onderzoek of behandeling, verleent u toestemming. Uw specialist kan u expliciet om toestemming vragen.

Appendicitis (Blindedarmontsteking)

Curettage van de baarmoeder

1. Inleiding. 2. Oorzaak aandoening/aanleiding behandeling

acute blindedarmontsteking

Aandoeningen onder of in de huid

Transcriptie:

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: 2015 Documentversie: 1.0

Samenvatting van wijzigingen De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd ten opzichte van de definitieset 2014 Sectie 1, sectie 2.1.2, sectie 2.13, en sectie 2.2.2: Vanaf 2015 wordt de follow-up periode van postoperatieve wondinfecties teruggebracht naar maximaal 90 dagen. Sectie 2.1: Indien na colonresectie een naadlekkage darmperforatie optreedt, mag een diepe POWI alleen worden vastgesteld wanneer er sprake is van pus, wanneer er sprake is van een abces een ander teken van infectie bij observatie, heroperatie, histopathologisch radiologisch onderzoek. Definities ziekenhuisinfecties 2

Inhoudsopgave 1 UITGANGSPUNT VAN DE DEFINITIES... 4 2 POSTOPERATIEVE INFECTIES VAN HET OPERATIEGEBIED... 5 2.1 POSTOPERATIEVE WONDINFECTIE... 6 2.2 POSTOPERATIEVE WONDINFECTIE NA VAGINALE INGREPEN... 8 7.4 MEDIASTINITIS... 9 BIJLAGE A. LITERATUUR... 10 Definities ziekenhuisinfecties 3

1 Uitgangspunt van de definities De definities voor ziekenhuisinfecties zijn gebaseerd op de (E)CDC-definities 1,2,3,4. Uitgangspunten van de definities: De informatie die nodig is voor het vaststellen en classificeren van een ziekenhuisinfectie, wordt verkregen uit een combinatie van klinische gegevens en resultaten van laboratorium- en ander onderzoek. Klinische aanwijzingen worden geleverd door directe observatie van de patiënt door informatie, verkregen uit de medische verpleegkundige verslaglegging. Aanwijzingen voor infectie op grond van laboratoriumonderzoek bestaan uit de resultaten van kweken, antigeen- antilichaamtesten, (afwijkende leverfunctiewaarden, bloedbezinking en microscopisch onderzoek). Ondersteunende gegevens worden geboden door ander diagnostisch onderzoek zoals uitslagen van röntgenonderzoek, echografie, CT-scan, endoscopie, biopsie en punctie. Voor infecties die bij kinderen en neonaten andere verschijnselen geven dan bij volwassenen zijn specifieke criteria opgenomen. Een infectie mag niet reeds aanwezig in de incubatieperiode zijn bij opname om aan de definitie "ziekenhuisinfectie" te kunnen voldoen. Uitzonderingen: een infectie die ontstaan is in het ziekenhuis en pas na ontslag zichtbaar wordt, zoals bij postoperatieve wondinfecties vaak het geval is, een neonatale infectie als gevolg van het passeren van het geboortekanaal bij een klinische bevalling. voor het prevalentieonderzoek van PREZIES wordt een ziekenhuisinfectie bij opname apart geregistreerd, waarbij de infectie moet voldoen aan de definitieset heropname binnen 48 uur moet hebben plaatsgevonden. Voor heropname met een postoperatieve wondinfectie worden de termijnen van 30 dagen 90 dagen van de definitie gehanteerd. Een infectie als complicatie uitbreiding van een infectie die reeds bij opname aanwezig was wordt niet als ziekenhuisinfectie aangemerkt, tenzij verandering in symptomen en/ micro-organismen een nieuwe infectie sterk doet vermoeden. Dit geldt niet voor een postoperatieve wondinfectie die ontstaat na ontslag binnen de follow-up periode. Ook infecties, waarvan bewezen is dat ze via de placenta zijn overgebracht en die kort na de geboorte vastgesteld worden, zijn geen ziekenhuisinfecties (b.v. toxoplasmose, rubella, cytomegalie, syfilis, en Herpessimplex-virusinfecties). Er geldt gé speciaal tijdsinterval tussen het moment van opname en het ontstaan van een ziekenhuisinfectie behalve in die gevallen die in de onderstaande definities apart worden genoemd. Hieruit volgt dat van iedere infectie moet worden vastgesteld deze al dan niet in het ziekenhuis is ontstaan. De oorspronkelijke definities werden ontwikkeld door de Centers for Disease Control and prevention (CDC) ten behoeve van ziekenhuizen die deelnamen aan het National Nosocomial Infections Surveillance (NNIS) system, Atlanta, USA. In 2003 werden de definities voor Nederland gereviseerd door de Werkgroep Infectiepreventie (WIP). In 2007 werd het beheer door de WIP overgedragen aan het PREZIES-netwerk. In 2011 zijn aanpassingen verwerkt van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) en specifieke definities toegevoegd, zoals eerder vastgesteld binnen het PREZIES-netwerk. Vanaf 2015 worden nieuwe termijnen in de follow-up periode van postoperatieve wondinfecties gehanteerd, gebaseerd op recente aanpassingen van de CDC/NHSN. Definities ziekenhuisinfecties 4

2 Postoperatieve infecties van het operatiegebied Postoperatieve infecties van het operatiegebied worden onderverdeeld in: oppervlakkige postoperatieve wondinfectie; diepe postoperatieve wondinfectie; infectie van organen anatomische ruimten die geopend zijn waarmee gemanipuleerd is tijdens de operatie (zie figuur 1); postoperatieve wondinfectie na vaginale ingrepen. Figuur 1 Indeling van postoperatieve infecties van het operatiegebied en relatie tot anatomische structuren In 1992 zijn de oorspronkelijke criteria van postoperatieve wondinfecties door de CDC aangepast, om ze in de praktijk beter bruikbaar te maken. De naam "postoperatieve wondinfectie" werd gewijzigd in "postoperatieve infectie van het operatiegebied". De term "wond" verviel, omdat in de chirurgische terminologie deze alleen betrekking heeft op de incisie. In Nederland is de nieuwe invulling van de definitie overgenomen, maar wordt de oude term "postoperatieve wondinfecties" gehandhaafd. Systemische infecties en infectieuze complicaties op afstand worden als chirurgische infecties bij de patiënt beschouwd, maar vallen niet onder de postoperatieve infecties van het operatiegebied, omdat ze niet het operatiegebied betreffen. Een voorbeeld hiervan is een pneumonie na een cholecystectomie. Uitzondering hierop is de sepsis die ontstaat tengevolge van een postoperatieve infectie van het operatiegebied. Ter verduidelijking van de definities is binnen het PREZIES-netwerk afgesproken dat bij kweekafname van wondvocht alleen een postoperatieve wondinfectie kan worden geregistreerd als er ook sprake is van tenminste é van de volgende klinische symptomen: pijn gevoeligheid, lokale zwelling, roodheid warmte. Door deze toevoeging wordt voorkomen dat een positieve kweek van steriel afgenomen materiaal, ook zonder de aanwezigheid van klinische verschijnselen van een postoperatieve wondinfectie, wordt geregistreerd als infectie. De diagnose gesteld door de chirurg behandelend arts alleen is niet voldoende om een postoperatieve wondinfectie vast te stellen. Zie ook de FAQ: diagnose infectie van de arts (www.prezies.nl) Definities ziekenhuisinfecties 5

De volgende infecties gelden niet als oppervlakkige infecties van het operatiegebied; ontstekingen rond hechtingen (geringe ontstekingsverschijnselen en afscheiding die zich beperken tot de plaats waar de hechting de huid binnendringt); deze infectie wordt als huidinfectie geregistreerd; geïnfecteerde brandwonden. 2.1 Postoperatieve wondinfectie Registratie-instructies Indien een oppervlakkige POWI wordt geregistreerd, wordt de surveillance gedurende de follow-up periode voortgezet om te zien er een diepe POWI ontstaat. Infecties die zowel oppervlakkig als diep zijn, worden als diepe POWI geclassificeerd. Een infectie van organen anatomische ruimten wordt in het PREZIES netwerk als diepe POWI geregistreerd. Diepe POWI bij COLON-ingrepen: Indien na colonresectie een naadlekkage darmperforatie optreedt, mag een diepe POWI alleen worden vastgesteld wanneer er sprake is van pus, wanneer er sprake is van een abces een ander teken van infectie bij observatie, heroperatie, histopathologisch radiologisch onderzoek (zie FAQ). Dit wijkt dus af van diepe POWIs bij andere ingrepen. POWI bij MAMMA-ingrepen: Na MAMMA-ingrepen zonder implantaat wordt een POWI geregistreerd zonder onderscheid te maken tussen een oppervlakkige diepe wondinfectie. Bij mamma-ingrepen met implantaat blijft het verplicht om onderscheid te maken tussen oppervlakkige en diepe POWIs. POWI bij vaginale ingrepen: Voor POWIs na vaginale ingrepen gelden binnen het PREZIES-netwerk aparte criteria (zie 2.2). 2.1.1 Oppervlakkige wondinfectie de infectie betreft de huid het sub-cutaan weefsel van de incisie ontstaat binnen 30 dagen na de operatie er is sprake van é van de volgende bevindingen: pus uit de incisie; é van de volgende klinische verschijnselen: - pijn gevoeligheid - lokale zwelling - roodheid - warmte een positieve kweek van aseptisch afgenomen wondvocht weefsel van de oppervlakkige incisie; é van de volgende klinische verschijnselen: - pijn gevoeligheid Definities ziekenhuisinfecties 6

- lokale zwelling - roodheid - warmte de chirurg opent de wond en de wondkweek is positief niet gekweekt. 2.1.2 Diepe postoperatieve wondinfectie: de infectie betreft het diepliggende weefsel van de incisie (fascie spier) ontstaat binnen 30 dagen na de operatie in afwezigheid van een niet-humaan implantaat binnen 90 dagen na de operatie met implantaten van niet-humane oorsprong er is sprake van é van de volgende bevindingen: pus uit de diepe incisie; abces ander teken van infectie bij observatie, heroperatie, histopathologisch radiologisch onderzoek; tenminste é van de volgende klinische verschijnselen: - pijn gevoeligheid - lokale zwelling - roodheid - warmte - koorts > 38 C spontane wonddehiscentie wond geopend door de chirurg en de wondkweek is positief niet gekweekt. NB: Niet van toepassing bij colonresectie gevolgd door naadlekkage perforatie (zie registratie-instructie) 2.1.3 Voor een infectie van organen anatomische ruimte, moet er sprake zijn van: de infectie betreft een deel van de anatomische structuur (buiten de incisie) die geopend is waarmee gemanipuleerd is tijdens een operatie ontstaat binnen 30 dagen na de operatie als er geen sprake is van een niet humaan implantaat binnen 90 dagen na de operatie met implantaten van niet-humane oorsprong er is sprake van é van de volgende bevindingen: pus uit de drain; abces ander teken van infectie bij observatie, heroperatie, histopathologisch radiologisch onderzoek; positieve kweek van wondvocht weefsel. NB: Niet van toepassing bij colonresectie gevolgd door naadlekkage perforatie (zie registratie-instructie) Definities ziekenhuisinfecties 7

2.2 Postoperatieve wondinfectie na vaginale ingrepen Voor POWI na vaginale ingrepen zijn de definities voor het PREZIES-netwerk nader gespecificeerd in overleg met de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (juni, 2013). 2.2.1 Oppervlakkige postoperatieve wondinfectie de infectie betreft het vaginaal epitheel oppervlakkige lagen van de vaginawand ontstaat binnen 30 dagen na de operatie er is sprake van é van de volgende bevindingen: pus uit de vagina bij uitwendige observatie; aanhoudende pijnklachten in het operatiegebied bij speculumonderzoek aanwezigheid van abnormaal wondbeslag abnormale roodheid, abnormale fluor al niet na manipulatie. 2.2.2 Diepe postoperatieve wondinfectie de infectie betreft dieperliggend weefsel van de vagina, de uterus, de buik(holte) ontstaat binnen 30 dagen na de operatie in afwezigheid van een niet-humaan implantaat binnen 90 dagen na de operatie met implantaten van niet-humane oorsprong er is sprake van é van de volgende bevindingen: aanhoudende pijnklachten in het operatiegebied aanwezigheid van koorts > 38 C (zonder andere aanwijsbare oorzaak) tekenen van infectie bij gynaecologisch gericht onderzoek; abces (inclusief topabces) andere teken van infectie bij echoscopisch radiologisch onderzoek, bij exploratie / heroperatie; geïnfecteerd hematoom; pusafvloed na manipulatie bij vaginaal toucher. Definities ziekenhuisinfecties 8

7.4 Mediastinitis Mediastinitis moet voldoen aan é van de volgende criteria: positieve kweek van weefsel vocht uit het mediastinum, verkregen via punctie operatie; mediastinitis vastgesteld tijdens operatie bij histopathologisch onderzoek; é van de volgende verschijnselen: - koorts (>38 C); - pijn op de borst; - instabiel sternum. bovendien é meer van de volgende bevindingen: purulente afscheiding uit het mediastinale gebied; positieve bloedkweek positieve kweek van vocht uit het mediastinale gebied; verwijding van het mediastinum, vastgesteld bij radiologisch onderzoek. Een patiënt <12 maanden oud met é van de volgende verschijnselen: koorts (>38 C); hypothermie (<37 C); apneu; bradycardie; instabiel sternum. bovendien é meer van de volgende bevindingen: purulente afscheiding uit het mediastinale gebied; positieve bloedkweek positieve kweek van vocht uit het mediastinale gebied; verwijding van het mediastinum, vastgesteld bij radiologisch onderzoek. Registratie-instructie: Indien een mediastinitis wordt vastgesteld na cardiothoracale chirurgie dan registreren als een diepe postoperatieve wondinfectie. Definities ziekenhuisinfecties 9

Bijlage A. Literatuur 1. Horan TC, Gaynes RP. Surveillance nosocomial infections. In: Mayhall CG, editor. Hospital Epidemiology and Infection Control, 3rd ed. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins, 2004; p. 1672-89 2. http://www.prezies.nl/zkh/definities/cdc.html 3. Codebook Protocol 4.2 Point prevalence survey healthcare associated infections and antimicrobial use in European acute care hospitals, 2011. 4. http://www.cdc.gov/nhsn/pdfs/pscmanual/17pscnosinfdef_current.pdf Definities ziekenhuisinfecties 10