Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven

Vergelijkbare documenten
Onwijs Fit! Samenwerking tussen combinatiefunctionaris en GGD op school, hoe werkt dat?

Vignet Bewegen en sport, po

Lekker Fit! Organisatie: Nederlandse Hartstichting Contactpersoon: mevrouw Naomi Rosekrans-Navon Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed onderbouwd

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Schoolgezondheidsplan BO

Vignet Bewegen en sport, po

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

De Actieve Pauze Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Sport & Bewegen

Jump-in scan. Naam school en schooljaar

RESULTATEN 2 JAAR JOGG

Wie doet wat? Inzet Ouder & Kind-Team Amsterdam en Samen Doen tbv het Pact Gezond Gewicht

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor!

Voorbeeldadvies Cijfers

Aanleiding CheckTeen. Zwolle gezonde stad ( ) JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht (2010) ChecKid: kinderen basisonderwijs 2006 en 2009 (en 2012)

Uitwerking van de Stappen Voor- en vroegschoolse educatie in Salland

Inzet combinatiefunctionarissen. plan van aanpak schooljaar

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

Informatie voor professionals

Lekker Fit. Werken aan een gezonde leefstijl voor Rotterdamse jeugd

Screening - Onderzoeksresultaten basisscholen gem Nederweert -

Open Sportcentrum Haagse Beemden Organisatie: Stichting Open Sportcentrum Haagse Beemden Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen:

Van LVS tot MRT. Hilversum, 25 januari Hans Stroes. Ervaring. Opzetten van een zorgketen motoriek. Programma. Even voorstellen.

Screening Onderzoeksresultaten basisscholen gem. Nederweert -

Vragenlijst themacertificaat Bewegen en sport Voortgezet onderwijs

KWP symposium Sport op Basisscholen een kwaliteitsimpuls in het bewegingsonderwijs

Sportfrissel Organisatie: Sport Fryslân Contactpersoon: heer Erwin Bloeming Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

PILOT GEZONDHEIDSONDERZOEK 15/16-JARIGEN

Subsidieaanvraag Samendoen 2019 Combinatiefunctionaris Sport

Dag van het Sportonderzoek 2013 Sport op Basisscholen een kwaliteitsimpuls in het bewegingsonderwijs Remo Mombarg en Eralt Broers Wouter de Groot en

Brabantse Basisscholen in Beweging. Menno Slingerland, Hans Barmentlo, Liesbeth Jans & Yvonne Sanders

Beweegbeleid VSO de Korenaer Helmond Sint Willibrordstraat TA Helmond

Zet u straks ook een combinaris in?

EvK/AE. Interventies preventie van overgewicht Vlissingen Gezamenlijk advies van GGD Zeeland en SportZeeland

Kinderen in Noord gezond en wel?

Sport op Basisscholen & Ieder kind kent gymtalent; Kwaliteitsimpulsen in het bewegingsonderwijs Remo Mombarg, Wouter de Groot, Ben Moolenaar en

Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven

Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven

Sport- en beweegaanbod

Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant. Aangenaam kennis te maken

ALLEENHETRESULTAATTELT

Doelstellingen JOGG- Zevenaar & 0-meting

Bewegen in en om het onderwijs. Workshop 2 en 6 Leonie de Regt en Dave Schoonen

Kinderen in West gezond en wel?

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Lessons learned: pilot Dapper App

Projectplan VMBO in Beweging VMBO in Beweging

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project

Congres Gezonde Brede school 1 oktober De vakleerkracht bewegingsonderwijs: Waar heb ik als bestuurder mee te maken?

Handreiking themacertificaat Bewegen en sport voor Sport Heroes scholen.

Welkom bij Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West. Van 0 19 jaar

Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) en de inzet van Combinatiefuncties. Succesvolle inzet sport- en beweeginterventies

Beweegprogramma kinderen met overgewicht Carlijn Groenen

Bijlage 4. Schoolgezondheidsplan

Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein

Combinatiefunctionaris M/V Sport Onderwijs Cultuur. Sportbedrijf Tilburg Afdeling Sportontwikkeling

Michelle Stoel Evelien Joosten-van Zwanenburg

Effectief Actief. Werkblad beschrijving sport- en beweegaanbod. B-Fit

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Onderzoeksverslag Ontwikkelen evaluatiemethode Gezond en Fris

Sport op Basisscholen in uw gemeente? Waarom? Omdat kinderen de toekomst zijn

Gezondheidsonderzoek op school voortgezet onderwijs

Sociaal Vitaal Smallingerland

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 B-Fit 2-4 Doelgroep 0-4 jarigen

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Handboek Onwijs Fit! Fit op school presteert beter! November Onwijs Fit! is ontwikkeld door Sportformule Eindhoven en GGD Brabant Zuidoost.

Plaats Kinderdagverblijf Peuterspeelzaal School

RAADSINFORMATIE inzake stand van zaken Doe ff Gezond 2015

JEUGDGEZONDHEIDSZORG 4-19 JAAR

STIMULIZ Leerlingvolgsysteem 0 24 jaar Gezondheidsvolgsysteem 0 80?

Dit aanbod is uitstekend te combineren met Mijnzwemcoach.nl of andere interventies uit de menukaart zoals Fiets fit!, Start2run.

Voorstellen, acties en uitvoering Sportnota

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kinderen in Oost gezond en wel?

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Actieve Gymles voor Meisjes Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Brunssum in actie werpt vruchten af

Vergoedingen sportactiviteiten (basis)schoolleerlingen voor actieve sportverenigingen

2017 Gemeentelijke rapportage Gezondheidsbevordering Jeugd

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo

Sportactiviteiten en ondersteuning voor primair onderwijs gemeente Middelburg / Middelburg in Beweging

Jeugdgezondheidszorg en ouderondersteuning Stevig Ouderschap Plus. Marjanne Bontje, beleidsmedewerker Rig Mutschler, jeugdarts

Resultaten Jongerenonderzoek

Combinatiefunctionaris Sport m/v (40 uur per week) (een kleinere aanstelling is bespreekbaar)

Beschrijving vacatures.

Welkom bij: Versterking Jeugdgezondheidszorg op en met scholen. Harde randvoorwaarden. JGZ symposium V&VN Jeugd Gewoon bijzonder, bijzonder gewoon

Lectoraat Sportwetenschap

Dr. M.J.J. van der Kleij

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Jij en Je Gezondheid. Een nieuwe werkwijze voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ) Bevindingen pre-pilot

Transcriptie:

Werkblad beschrijving interventie Voor goed beschreven Gebruik maximaal 10 pagina s Zie ook: www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling Contact Centrum Gezond Leven: Sandra van Dijk sandra.van.dijk@rivm.nl 030-2748678 Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: Adres: Sportformule Eindhoven en GGD Brabant-Zuidoost J. C. Dirkxpad 7 Plaats: E-mail: Tel.: Fax: Website: Eindhoven sportformule@eindhoven.nl 040-2388883 www.sportformule.nl Contactpersoon Naam: Adres: Plaats: E-mail: Tel.: Emy van Maaren-Heyligers, GGD Brabant-Zuidoost De Callenburgh 2 Helmond e.van.maaren@ggdbzo.nl 088-0031451 Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 1

1. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART. Het doel van is om ervoor te zorgen dat schoolgaande jeugd uit groep 2, groep 7 van de basisschool en klas 2 van het voortgezet onderwijs, hun ouders en het schoolteam meer inzicht krijgen in het beweeggedrag van het kind en daardoor het belang van gezond bewegen en een gezonde leefstijl gaan inzien. Op deze manier wordt bewustwording van gezond bewegen en een gezonde leefstijl gestimuleerd. Het uiteindelijke doel is het realiseren van gedragsveranderingen bij kinderen op het terrein van bewegen en bij scholen op het terrein van SchoolGezondheidsbeleid (SGB). Hierbij gaat het om invoering van SGB en het structureel aandacht besteden aan voeding en beweging in de lessen. 2. Doelgroep van de interventie Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef aan of de interventie ook geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke. Voor wie is de interventie bedoeld? De primaire doelgroep van deze interventie bestaat uit basisschool leerlingen uit groep 2 en 7 en voortgezet onderwijs leerlingen uit klas 2. Speciale aandacht gaat uit naar leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs met beweegachterstand/bewegingsarmoede/en slechte motoriek. Om effect te bereiken bij deze primaire doelgroepen wordt gebruik gemaakt van intermediaire doelgroepen: - bestuur/directie van basisscholen en voortgezet onderwijs scholen - groepsleerkrachten basisonderwijs en voortgezet onderwijs - vakleerkrachten basisonderwijs en voortgezetonderwijs - ouders/verzorgers - betrokken partijen. Toepassing bij migranten De interventie is geschikt voor zowel autochtone als allochtone leerlingen. Uit onderzoek naar sportparticipatie onder Eindhovense kinderen is gebleken dat kinderen (4 tot en met 11 jaar) van niet-westerse migranten (67%) minder sporten dan die van Nederlands en westerse migranten (83%). Ook dit geldt voor 12 tot en met 14 jarige niet-westerse migranten (82% tegenover 94%). Bij de niet-westerse migranten meisjes ligt de sportdeelname zelfs nog lager dan bij de jongens. Bij de 4 t/m 11 jarigen is deze verhouding 63% tegenover 71%. Bij de 12 t/m 14 jarigen is deze 75% tegenover 89%. is dus met name belangrijk voor niet-westerse migranten meisjes (de Kort, 2009). 3. Aanpak van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd. 3.1 Opzet van de interventie De interventie is erop gericht om vanuit een samenwerkingsovereenkomst tussen de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), een gemeente, een sportmedische instelling en (de regionale) GGD ondersteuning te bieden aan scholen die bestaat uit: informatie, educatie en (sportmedische) zorg, voorzieningen op het gebied van verantwoord bewegen. De vorm van ondersteuning wordt in overleg met de school en de GGD bepaald. Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 2

De interventie wordt uitgevoerd via een vastgesteld stappenplan: Aan het begin van het schooljaar neemt de combinatiefunctionaris (CF) die in dienst is bij Sportformule Eindhoven, contact op met de school en vraagt of school akkoord gaat met het uitvoeren van fittesten bij groep 2, 7 en/of klas 2 (stap 1). Vervolgens neemt de CF contact op met de jeugdarts en jeugdverpleegkundige van JGZ en de gezondheidsbevorderaar (GBer) van de GGD voor het maken van afspraken over het inplannen van de fittesten en gezondheidsonderzoeken voor het schooljaar (stap 2). Als de fittesten zijn uitgevoerd en de resultaten zijn verwerkt (stap 3 en 4), voeren de verpleegkundigen en jeugdartsen van de GGD de reguliere gezondheidsonderzoeken uit en nemen hierbij de resultaten van de fittesten mee. Ze stimuleren de kinderen (en ouders) om een actievere leefstijl aan te nemen. Daarnaast delen ze een diploma uit met de resultaten bij de leerlingen uit groep 2, 7 en klas 2 en zullen waar nodig advies op maat geven (stap 5). Daarna gaan de CF, jeugdarts, verpleegkundige, en GBer de resultaten bespreken en een plan voor de school voorbereiden (stap 6). De resultaten van de fittesten, de onderzoeken en dit plan worden vervolgens met de directeur besproken. Tevens wordt besproken of hier een vervolg aan gegeven kan worden, zowel op collectief als individueel vlak, op en na school. Er wordt in kaart gebracht wat er nodig is op school, wat er al gebeurt en waarbij aangesloten kan worden (stap 7). Indien gewenst, worden er lessen over gezondheid gegeven en vinden er sportactiviteiten plaats gedurende het schooljaar. De GBer kan de school begeleiden bij het formuleren en uitvoeren van de gezonde schoolmethode (stap 8). Regelmatig contact is nodig om het project te kunnen implementeren en er dienen afspraken gemaakt te worden over de onderdelen die geïmplementeerd worden gedurende het jaar en door wie dit gebeurt (stap 9). Tot slot is het van belang om nieuwe afspraken te plannen. Met de school wordt het proces bekeken: wat verdient extra aandacht, is het gedrag van de leerlingen al veranderd? Het is een vereiste om het jaarlijks uitvoeren van de fittesten in te bedden (stap 10). De setting waarin de interventie wordt uitgevoerd is een basisschool of een voortgezet onderwijs school. De interventie wordt uitgevoerd gedurende het schooljaar. Men start aan het begin van het schooljaar en op het einde ervan zijn alle stappen doorlopen. In het meest ideale geval wordt ingebed in het schoolprogramma. Dan worden de fittesten in het tweede jaar niet alleen opnieuw uitgevoerd bij de groepen 2 en 7 en klas 2, maar worden de testen ook herhaald bij groep 3 t/m 6. Alleen vindt dan geen terugkoppeling plaats met kind (en ouder) tijdens een periodiek gezondheidsonderzoek. Zo ontstaat in de loop van de tijd een compleet beeld van de fitheid van de leerlingen en kan gevolgd worden welke veranderingen optreden. Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden. 3.2 Inhoud van de interventie Een belangrijk onderdeel van de interventie is de fittest. Bij kinderen uit groep 2 van de basisschool wordt een motoriektest uitgevoerd die is gebaseerd op de Baeke Fassaert test. Hiervan worden vijf onderdelen genomen (op 1 been staan, op hielen lopen, streeplopen, hinkelen en springen). Daarnaast wordt de test aangevuld door twee testje voor looptechniek en behen- Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 3

digheid (rennen vanuit buiklig en over en onder de bank door). De test wordt uitgevoerd door de combinatiefunctionaris en stagiaires van Sportformule Eindhoven tijdens een gymles. Alle onderdelen worden na elkaar uitgevoerd. De resultaten worden ingevuld op een digitaal formulier met alle gegevens van alle scholen en jaren. De fitheidtesten die bij leerlingen uit groep 7 en klas 2 worden uitgevoerd zijn een combinatie van de EuroFit test en de Moper test. De EuroFit test bestaat uit verschillende testjes waarmee de lenigheid, het uithoudingsvermogen, kracht, snelheid en coördinatie gemeten worden. Met de Moper test worden armsnelheid, explosieve beenkracht, loopsnelheid, statische armkracht, flexibiliteit/ lenigheid van de romp, romp-/ beenkracht en duurkracht van de armen gemeten. Deze testen worden eveneens uitgevoerd door de combinatiefunctionaris en stagiaires van Sportformule Eindhoven tijdens twee gymlessen. Alle onderdelen worden na elkaar uitgevoerd. De resultaten worden ingevuld op een digitaal formulier met alle gegevens van alle scholen en jaren. De ouders en kinderen ontvangen de resultaten van de fitheidtest in de vorm van een diploma. Op dit diploma worden de verschillende onderdelen van de test afgevinkt als hierop een voldoende is gehaald. Om te beoordelen of het resultaat voldoende is, kijkt men naar de normscore voor leeftijd en geslacht. Daarbij wordt aan de kinderen op het diploma een passend sportadvies gegeven als dat nodig is. Zie protocol, voor het diploma. GB-er, JGZ-er en CF bespreken met school de resultaten van de fittesten. Dan wordt gekeken wat er voor vervolg op school gegeven zou kunnen worden. Een overzicht van activiteiten en projecten van GGD en Sportformule Eindhoven en een overzicht met verenigingen en activiteiten per wijk waar kinderen kunnen gaan sporten en bewegen kunnen hierbij helpen. 4. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke. Bij de motoriektest, die wordt uitgevoerd bij leerlingen van groep 2, worden de volgende materialen gebruikt: een roltape van 7 cm breed, een stopwatch of horloge, een schuimrubberblok van 5x5x50 en een meetlint. De test wordt uitgevoerd aan de hand van de handleiding die is ontwikkeld door Sportmàx (van Essen en van Kesteren, 2010). Een sneltikplank, een verspringmat en een sit and reach box en Shuttle run cd zijn materialen die gebruikt worden bij de fittesten die worden uitgevoerd bij leerlingen uit groep 7 en klas 2. Voor de uitvoering van deze testen is eveneens een handleiding ontwikkeld door Sportmàx (van Essen en van Kesteren, 2010). Voor de verspringmat kan een matje met een meetlint worden gebruikt, als sneltikplank wordt de kast met zelf gemaakte tikplaten gebruikt. De sit and reach box is te verkrijgen via www.fysiowebwinkel.nl. De shuttle run cd is te verkrijgen via www.shuttlerun.org. Voor migranten zijn geen specifieke voorzieningen beschikbaar. Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 4

5. Onderbouwing werkzaamheid Geef hier een aanzet tot onderbouwing van de werkzaamheid. Op welke principes is de interventie gebaseerd? Waarom denkt u dat deze interventie effect zal hebben? De doelstelling van de interventie is het stimuleren van bewustwording van gezond bewegen en gezonde leefstijl bij schoolgaande jeugd, en om op deze manier te investeren in het (beweeg) gedrag op lange termijn. De disciplines sport, onderwijs en gezondheid zijn richtinggevend en zijn via een driehoek met elkaar verbonden. Binnen deze driehoek worden de volgende maatschappelijke thema s aangepakt: het bestrijden van overgewicht, het versterken van de weerbaarheid, stimuleren van beweeggedrag, verminderen van depressieve klachten en depressies en het versterken van sociale vaardigheden. Gezondheid, veilig en plezierig sporten zijn belangrijke onderdelen die van invloed zijn op deze maatschappelijke thema s. Gezondheid De Vijfde Landelijke Groeistudie laat zien dat er sinds 1997 een sterke toename in overgewicht is (TNO, 2010). Momenteel is één op de zeven Nederlandse kinderen te dik; 14% heeft overgewicht en 2% heeft ernstig overgewicht. Bij kinderen van allochtone afkomst is het probleem nog groter. Bij kinderen van Turkse origine is er bij gemiddeld 32% sprake van overgewicht. Bij jongens en meisjes van Marokkaanse afkomst is dit respectievelijk 25% en 29%. Bij kinderen van autochtone afkomst is dit 13% (jongens) en 15% (meisjes). Kinderen met (ernstig) overgewicht hebben meer kans op gezondheidsproblemen, zowel op jonge als op latere leeftijd. Zo hebben zij een grote kans op glucose-intolerantie en diabetes mellitus type 2. Kinderen met ernstig overgewicht lopen op latere leeftijd meer risico op hart- en vaatziekten. Wanneer iemand al vanaf jonge leeftijd overgewicht heeft, zijn de gezondheidsgevolgen op latere leeftijd extra groot. Er zijn aanwijzingen dat de duur van overgewicht een extra risico betekent voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 (Kemper, 1999). Op school maken veel leerlingen belangrijke keuzes voor de toekomst, vaak worden ze hierbij geholpen. Door op tijd te informeren en kinderen iets te leren over bewegen, gezondheid en gezonde leefstijl krijgen leerlingen de keus voor een gezond leven en een sport die bij ze past. Hierdoor kan overgewicht op jonge leeftijd en mogelijk ook op latere leeftijd voorkomen worden. Veiligheid Uit het Letsel Informatie Systeem is bekend dat jaarlijks 74.000 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar in verband met een sportblessure worden behandeld op een Spoed Eisende Hulpafdeling van een ziekenhuis. In ongeveer een vijfde van de gevallen (14.000) betreft het een behandeling van een letsel opgelopen tijdens het bewegingsonderwijs. De ontstaanswijze van het letsel is bij het merendeel van de ongevallen een valongeval. Bij ongeveer een kwart van de ongevallen is er sprake van contact met een object, vaak met een bal. Ongeveer 1 op de 10 letsels is veroorzaakt door lichamelijk contact (Letsel Informatie Systeem, 1999-2003, Consument en Veiligheid). Ongelukken kunnen soms voorkomen worden. Informatie kan een leerkracht helpen bij het organiseren van een veilige bewegingsles. Een school kan door een goed gezondheidsbeleid bijdragen aan de fitheid van de leerlingen. Er zijn bestaande projecten, die gekoppeld zijn aan, die kunnen zorgen voor ondersteuning aan de school van het gezondheidsbeleid. Daarnaast kunnen ook leerlingen zelf bijdragen aan het verminderen van onge- Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 5

lukken op school, bewustwording en preventie door aandacht voor fairplay, opruimen/ hygiëne, fitheid, genotmiddelen en weerbaarheid/ agressiebeheersing. Plezier Onderzoek naar de sportparticipatie onder Eindhovense kinderen laat zien dat deze reeds hoog is: in 2009 beoefende ongeveer 80% van de 4 tot en met 11 jarigen één of meer sporten. Bij de 12 tot en met 14 jarigen ligt de sportdeelname op 92% (de Kort, 2009). Om kinderen via bestaande projecten laagdrempelig in contact te brengen met gezondheid, bewegen en gezonde leefstijl is het belangrijk om rekening te houden met de hoge sportdeelname. Om gezond en plezierig te sporten is het in Eindhoven met name van belang dat kinderen zich bewust worden van gezond beweeggedrag, dus inzicht krijgen in de mogelijkheden om blessures en letsels te voorkomen. 6. Randvoorwaarden uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing. 6.1 Eisen ten aanzien van opleiding Bij de interventie zijn diverse uitvoerende werkers betrokken vanuit verschillende partijen. Ten eerste heeft de coördinator de taak om contacten te leggen en te onderhouden met de school en de betrokken partijen. De consulent coördineert het proces en is in dienst van Sportformule Eindhoven. Hij/zij stuurt de combinatiefunctionarissen aan en heeft een opleiding op HBOniveau. Een belangrijke rol wordt vervuld door de combinatiefunctionaris. De combinatiefunctionaris is in dienst van Sportformule Eindhoven en is in meerdere sectoren aan de slag (in het onderwijs én in de wijk). Zijn taak is het stimuleren van beweegonderwijs op school, het organiseren van sportactiviteiten buiten schooltijd, in de wijk, bij en samen met de sportvereniging. De combinatiefunctionaris voert de fittesten uit, wordt hierin ondersteund door stagiaires. De combinatiefunctionaris heeft een opleiding op HBO-niveau. Een medewerker of functionaris Gezondheidsbevordering van de GGD biedt ondersteuning bij gezondheidsbeleid of een themabijeenkomst voor ouders, indien er op school behoefte bestaat aan lessen over bijvoorbeeld weerbaarheid, over regels over eten en drinken op school, gezond eten. Deze medewerker richt zich op preventie (van overgewicht) op collectief niveau. Daarnaast werken medewerkers van Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD aan preventie op individueel niveau. Op basis van de gegevens van de uitgevoerde fitheidtesten geven JGZ verpleegkundigen of artsen indien nodig advies op maat aan de leerlingen en hun ouders tijdens het PGO. Indien gewenst kan een JGZ verpleegkundige tevens voorlichting geven. Afhankelijk van hun functie hebben medewerkers van de GGD een opleiding op MBO, HBO of WO niveau. Artsen van de Vereniging voor Sport Geneeskunde verzorgen indien gewenst bijscholing van de groepsleerkrachten en/of vakleerkrachten sport op de scholen. Deze medewerkers hebben een opleiding op WO niveau. Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 6

Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is? Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. 6.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Alhoewel de interventie primair ontwikkeld is voor uitvoering op Eindhovense basisscholen en voortgezetonderwijs scholen, is deze interventie zeker overdraagbaar naar andere gemeenten in Nederland. We hebben een handboek geschreven waardoor andere gemeentes het kunnen overnemen (van der Weerden en van Maaren-Heyligers, 2011). Momenteel wordt de interventie ook uitgerold in de gemeente Helmond. De gemeenten Eersel en Heeze-Leende hebben ook interesse voor het project. 6.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Tijdens de ontwikkelingsfase van het project waarin de interventie via een pilot is uitgetest bij vijf basisscholen en één voortgezetonderwijs school, heeft een procesevaluatie plaats gevonden. Gekeken is naar de tevredenheid van alle betrokkenen over en de samenwerking en communicatie tussen de betrokken partijen. Aan de hand van deze evaluatie hebben aanpassingen plaats gevonden en het is beoogd om in de toekomst een standaard evaluatie uit te voeren zodat de kwaliteit gewaarborgd blijft. Het werken met een gestandaardiseerde handleiding bij de uitvoering van de fitheidtesten garandeert uniformiteit en kwaliteit. De resultaten van de metingen worden vervolgens geregistreerd in een documentatie systeem. Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). 6.4 Kosten van de interventie De werkzaamheden die de GGD-medewerkers (zowel JGZ als GB) uitvoeren vallen binnen het basistakenpakket. Voor de uitvoering van de interventie wordt een tijdsinvestering gerekend van 20 uur per jaar voor de JGZ-er en 10-20 uur voor de GB-er. Voor scholen moet een tijdsinvestering van ongeveer 2 uur worden gerekend: Een uur voor de mondelinge uitleg (stap 1) en 2 uur voor de terugkoppeling van de resultaten van de fittesten en het maken van vervolgafspraken (stap 7). Het bespreken van de resultaten met de kinderen gebeurt in reguliere tijd, het PGO. Doordat dan ook lengte en gewicht gemeten wordt, levert het JGZ een tijdsbesparing op. In Eindhoven voeren de combinatiefunctionarissen het project uit binnen de reguliere werkzaamheden. De manier waarop de CF gefinancierd wordt is echter per gemeente anders, evenals het takenpakket dat meer of minder flexibel is in te vullen. De resultaten van de fittest dienen als basis voor het uitzetten van verdere activiteiten/gezondheidsbeleid en begeleiding van de kinderen. Voor de uitvoering van de fittesten zijn diverse materialen nodig, die maximaal 100,- per jaar kosten. Het uitvoeren van de testen kost 1,5 uur per klas. Het invoeren van de resultaten van de fittesten en het voeren van de gesprekken kost gemiddeld 10 uur per jaar. Voor de coördinatie moet een tijdsinvestering van 175 uur per jaar worden gerekend. 7. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, Tijdens de ontwikkelingsfase van de interventie is een procesevaluatie uitgevoerd om inzicht te krijgen in onder andere de tevredenheid en succesfactoren en knelpunten zodat de interventie zo nodig verbeterd kon worden (Coolen, Brunenberg, 2011). Deze procesevaluatie levert een belangrijke bijdra- Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 7

haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. ge aan de kwaliteitsbewaking. De proces-evaluatie is uitgevoerd aan de hand van een telefonisch of face-toface interview met alle betrokkenen. Zowel de uitvoerders (combinatiefunctionarissen, JGZ- en GB medewerkers), als leidinggevenden, als contactpersonen van de scholen zijn ondervraagd. Elke vragenlijst bevatte een algemeen gedeelte en een specifiek gedeelte waarin vragen werden gesteld over de taken en verantwoordelijkheden van de betrokkene. Het specifieke gedeelte was voor elke discipline verschillend. In totaal zijn 26 uitvoerders geïnterviewd. Hiervan waren er vijf stuurgroepleden, vier combinatiefunctionarissen, vier jeugdverpleegkundigen, drie jeugdartsen, vijf medewerkers gezondheidsbevordering en vijf contactpersonen van vijf verschillende deelnemende scholen. Onderwerpen als verloop van het proces, de communicatie, praktische afspraken, uitvoerbaarheid, begeleiding door leidinggevende, projectcoördinatie, tijdsplanning, voldoen aan verwachtingen, knel- en verbeterpunten, tevredenheid, opzet van het onderzoek, samenwerking met andere organisaties en inspraak van scholen kwamen hierbij aan bod. Het bereik van het project in de pilotfase was 5 basisscholen, ongeveer 250 basisscholieren en 1 voortgezet onderwijs school, met ongeveer 50 voortgezet onderwijs scholieren. Uit de procesevaluatie is gebleken dat de scholen zeer te spreken zijn over en ze geven het project gemiddeld een 7,5. Zij willen het graag jaarlijks terugzien. Ze geven aan dat de fitheidtest een handig hulpmiddel is. Zo weten ze hoe de fitheid van de leerlingen ervoor staat en kunnen ze in de loop der jaren zien of de leerlingen vooruit gaan. De waardering van de uitvoerders liep uiteen. De combinatiefunctionarissen gaven het project over het algemeen gemiddeld een 7,0. Er zijn nog verbeteringen mogelijk, maar het verloopt op enkele punten na altijd wel goed. Ook de verpleegkundigen waren overwegend positief en gaven een 7,0. Omdat de jeugdartsen weinig hebben meegekregen over het verloop van konden zij hier geen cijfer aan geven. Voor nu geven de GB ers het project een 5,6, maar heeft zeker potentie voor een 8,0. Belangrijkste knelpunt voor de GB ers was dat zij meer begeleiding zouden willen. Nu wisten ze niet goed waar ze naartoe moesten met hun vragen. Het zou fijn zijn als er voor hen een duidelijk aanspreekpunt was. Volgens Sportmàx (n=2) verloopt goed. Het contact dat zij hebben met de combinatiefunctionarissen verloopt soepel. Sportmàx geeft Onwijs Fit! een 6,8. De leidinggevenden geven de uitvoering van een 6,3. Ook de leidinggevenden merkten dat het niet altijd even lekker liep, maar zij werden in die gevallen ook niet altijd benaderd door de uitvoerders. Sommige uitvoerders hadden meer aansturing nodig dan andere. De leden van de stuurgroep hadden een hogere verwachting van het project. Maar door enkele kleine aanpassingen in de toekomst zal er zeker aan deze verwachtingen voldaan worden. De stuurgroep gaf voor nu een 6,9. Uit de evaluatie zijn enkele knelpunten naar voren gekomen, waarvoor aanbevelingen zijn geformuleerd om deze weg te nemen in de toekomst. Als Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 8

eerste noemden diverse uitvoerders dat men informatie miste over de uitvoering van bij de start van het programma. Een aftrapbijeenkomst waarbij alle medewerkers kennis kunnen maken met elkaar en waarin het stappenplan wordt uitgelegd is aan het begin van het huidige schooljaar ingevoerd, en succesvol gebleken. Ook misten veel uitvoerders een duidelijk aanspreekpunt, waar ze terecht konden met vragen of problemen. Nu zijn binnen elke school personen aangewezen als aanspreekpunt en is iemand aangewezen als algemeen aanspreekpunt. Onduidelijkheid over het gesprek met de school waarin de resultaten van de fitheidtesten werd besproken, werd door diverse uitvoerenden als een probleem ervaren. Nu is een leidraad opgesteld aan de hand waarvan het gesprek gestructureerd gevoerd kan worden. Vooral de jeugdartsen en -verpleegkundigen gaven aan dat ze niet op de hoogte waren van de vorderingen binnen het project. Een oplossing hiervoor zou een beveiligde internetpagina zijn waar alleen de uitvoerders op kunnen inloggen, waarop de actuele planning is te zien. Dan kan iedereen meteen zien of de onderzoeken zijn ingepland, wat er uit de fitheidtesten kwam, of dit al met de scholen is besproken etc. Verder kunnen uitvoerders hier documenten en informatie vinden, met elkaar overleggen en de voortgang bijhouden. Er wordt gekeken of dit technisch gezien uitgevoerd kan worden. Tot slot gaven de stuurgroep leden aan dat ze het belangrijk vonden om vooruit te kijken, voor de continuering en structurering van het project. Dit wordt een vast agendapunt op de stuurgroep vergaderingen. 8. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie. Voor de naam van de interventie is gekozen voor een pakkende term die aanspreekt bij jonge kinderen: Dit duidt op gezondheid in een brede zin, waar het project op gericht is. De naam heeft verder geen diepere betekenis en de interventie is ook niet bekend onder een andere naam. Ook is de interventie niet bekend in het buitenland. Onder het logo van staat de slogan: fit op school presteert beter! 9. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering. De interventie is inmiddels uitgevoerd op vijf basisscholen en op één voortgezet onderwijs school. Dit schooljaar wordt de interventie uitgevoerd op negen basisscholen, drie voortgezet onderwijs scholen en twee speciaal onderwijs scholen. De locatie van de interventie is de school, zowel tijdens reguliere lesuren als tijdens de buitenschoolse opvang. De interventie is lokaal opgezet (in Eindhoven). Inmiddels is er regionaal ook belangstelling voor de interventie. De gemeente Helmond zal het project vanaf volgend schooljaar ook uitvoeren. Zoals reeds eerder vermeld wordt de interventie uitgevoerd vanuit een samenwerkingsovereenkomst tussen de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), een gemeente (of provincie), een sportmedische instelling en (de regionale) GGD. Samenwerkingspartners De VSG is een vereniging van artsen met als doel het bevorderen en het bewaken van de kwaliteit bij de beoefening van de sportgeneeskunde. De VSG Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 9

participeert in het project door haar kennis met betrekking tot preventie en spoedig herstel van sportblessures te delen. Vanuit de gemeente Eindhoven participeert Sportformule Eindhoven als onderdeel van sportbedrijf De Karpen. Sportformule Eindhoven richt zich op kinderen in Eindhoven met als doel ze actief te betrekken bij sport en beweging. Daarvoor laat Sportformule kinderen voor, tijdens en na school kennismaken met allerlei sporten en activiteiten. Bij Sportformule Eindhoven zijn de combinatiefunctionarissen in dienst. Zij voeren de fitheidtesten uit bij de leerlingen. Als sportmedische instelling fungeert SportMáx als samenwerkingspartner. SportMáx is een onderdeel van het Máxima Medisch Centrum en is een internationaal vermaarde afdeling sportgeneeskunde waar topsporters behandeld worden. Ze geven advies in blessure preventie en behandelen ze blessures. De afdelingen Gezondheidsbevordering (GB) en Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Brabant Zuidoost zijn eveneens samenwerkingspartners in de uitvoering van de interventie. De afdeling GB richt zich op het voorkomen van ziekten, het bestrijden van gezondheidsrisico s en het bevorderen van een gezonde leefstijl op collectief niveau. De interventie wordt aangeboden als onderdeel van het project De Familie Lekkerbek in Balans. De afdeling JGZ richt zich meer op het individuele kind. JGZ verpleegkundigen en/of artsen bespreken de resultaten van de fitheidtesten met individuele kinderen tijdens de preventieve gezondheidsonderzoeken en geven zo nodig advies op maat. 10. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. Basisschool in beweging is een project dat is ontwikkeld door Fontys Sporthogeschool, GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant en gemeente Tilburg. Via de website www.basisschoolinbeweging.nl kunnen professionals achtergrondinformatie, aanbevelingen en tips opvragen over een aantal thema s: schoolbeleid, ouderbetrokkenheid, schoolplein, actief en veilig transport van en naar school, buitenschools beweegaanbod en bewegingsonderwijs. Evenals richt dit project zich op het stimuleren van beweging bij basisschoolkinderen en er is aandacht voor schoolgezondheidsbeleid, beweegonderwijs en naschools aanbod. Echter bij wordt de fitheid van de kinderen in kaart gebracht en deze resultaten worden door de JGZ collectief en individueel teruggekoppeld. JUMP-in is een interventie die wordt uitgevoerd in Amsterdam en die eveneens is gericht op het stimuleren van lichamelijke activiteit van basisschoolkinderen. De interventie richt zich op kinderen in achterstandswijken met een verhoogd risico (zoals inactieve kinderen, kinderen met overgewicht en kinderen met een achterstand in hun motorische ontwikkeling). Dit wordt gedaan middels een leerlingvolgsysteem, een instructieboek De Klas Beweegt, een handboek bewegen doe je ZO!, voorlichting aan ouders, Club extra (extra gymlessen), motorische remedial teaching (MRT) en extra zorg. Een verschil met is dat er geen fitheidtesten worden uitgevoerd bij alle leerlingen, aan de hand waarvan advies op maat wordt gegeven en waarvan de resultaten dienen als basis voor het invoeren van scholgezond- Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 10

heidsbeleid. Aangehaalde literatuur Beschrijf de eventueel in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen. - van Essen, E., van Kesteren, J. Fitheidstest voor groep 2. Handleiding. SportMáx, 2010. - van Essen E., van Kesteren, J. Fitheidstest voor scholieren. Handleiding. SportMáx, 2010. - Y. Coolen, D. Brunenberg. Procesevaluatie Helmond, november 2011. - de Kort, P. Monitor Sportparticipatie. BiO Rapport, nr 1099. Bureau Beleidsinformatie en Onderzoek, 2009. - Vijfde landelijke groeistudie, TNO, juni 2010. - Kemper, H.C., Post, G.B., Twisk, J.W., van Mechelen, W. Lifestyle and obesity in adolescence and young adulthood: results from the Amsterdam Growth And Health Longitudinal Study (AGAHLS). Int J Obes Relat Metab Disord 1999; 23 suppl 3: S34-40. - Letsel Informatie systeem, 1999-2003, Consument en Veiligheid. - N. van der Weerden, Emy van Maaren-Heyligers. Handboek Eindhoven. Eindhoven, augustus 2011. Werkblad goed beschreven Centrum Gezond Leven 11