26 EAT - Motormechanische systemen VARIABELE KLEPTIMING VRAGEN VRAGEN BLZ 92, 93 EN 94 1 Bij veel motoren wordt een variabele kleptiming gebruikt. a Wat is het doel van variabele kleptiming? Het doel van variabele kleptiming is bij elk motortoerental een optimale cilindervulling. b Welke kleptiming is nodig bij een geringe belasting en een lage rotatiefrequentie? Waarom? Laat openen van de inlaatklep en vroeg sluiten van uitlaatklep om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk restgas in de cilinder achterblijft. c Welke kleptiming is nodig bij een hoge belasting en een hoge rotatiefrequentie? Waarom? Laat sluiten van de inlaatklep zodat de wegstromende uitlaatgassen de inlaatgassen aanzuigen. d Welk effect heeft een grote klepoverlap in het toerengebied tussen 2000 en 5000 omw./ min.? Omdat de uitlaatgassen zorgen voor verlaging van de piektemperaturen tijdens de verbranding, krijgen we een reductie van NO x in de uitlaatgassen. 2 Variabele kleptiming kun je verkrijgen door het nokkenastandwiel te verstellen ten opzichte van de nokkenas (afb. 128). Afb. 128 Verstelmechanisme voor variabele kleptiming a Verklaar de werking van het verstelmechanisme in afbeelding 18? Zie blz. 84
EAT - Motormechanische systemen 27 b Welke sensorgegevens heeft de regeleenheid van de nokkenasverstelling minimaal nodig om te kunnen berekenen hoeveel de nokkenas versteld moet worden? Motortoerental, motorbelasting en de huidige verstelling van de nokkenas motortoerental motorbelasting koelvloeistoftemperatuur nokkenasverdraaiing elektronische regeleenheid veer spievertanding verstelzuiger schuine vertanding nokkenastandwiel stuurventiel oliepomp carter Afb. 129 Regeling van een nokkenasverstelinrichting c Leg uit hoe elektronische regeleenheid de nokkenasverstelling bepaalt op basis van de sensorgegevens (afb. 129). Onder een bepaalde koelvloeistoftemperatuur is er geen nokkenasverstelling. Afhankelijk van het motortoerental en de motorbelasting berekent de elektronische regeleenheid de benodigde nokkenasverstelling. Aan de hand van de nokkenaspositiesensor kan de elektronische regeleenheid de stand van de nokkenas bijregelen.
28 EAT - Motormechanische systemen 2 5 6 4 1 Afb. 130 3 d Benoem de onderdelen in afb. 130. 1 binnenrotor 2 buitenrotor 3 verstelklep 4 verstelklep 5 Hall sensor 6 Hall sensor e Waarvoor dienen de sensoren 5 en 6 in afbeelding 130? Om de exacte positie van de nokkenassen te bepalen (t.o.v. de krukas) f Welke component stuurt de actuatoren 3 en 4 in afbeelding 130 aan? De elektronische regeleenheid
EAT - Motormechanische systemen 29 HYDRAULISCHE KLEPSPELINGBEGRENZERS VRAGEN VRAGEN BLZ 99 EN 100 1 Bij motoren met hydraulische klepspelingsbegrenzers hoor je na een koude start soms een tikkend geluid. Als de motor even gedraaid heeft, is dat geluid weer weg. Hoe kan dit geluid ontstaan? Bij een stilstaande motor worden altijd wel enkele kleppen ingedrukt. De olievoorraad in de hogedrukkamer lekt dan weg. Deze olievoorraad moet bij een koude start eerst weer worden aangevuld. Dit geluid ontstaat door tijdelijk een te grote klepspeling. 2 Om hydraulische klepspelingsbegrenzers goed te laten werken is het belangrijk om de juiste olie te gebruiken. a Welke invloed heeft een te dunne smeerolie op de werking van een hydraulische klepspelingsbegrenzer? Bij het gebruik van te dunne smeerolie zal de olie (te) snel weglekken uit de hydraulische klepspelingsbegrenzer. Hierdoor kan een te grote klepspeling ontstaan met op den duur motorschade als gevolg. b Welke invloed heeft een te dikke smeerolie op de werking van een hydraulische klepspelingsbegrenzer? Bij het gebruik van te dikke smeerolie zal het langer duren voordat de olievoorraad van de hydraulische klepspelingsbegrenzer bijgevuld is. Op den duur kan hierdoor ook motorschade ontstaan. c Een hydraulische klepspelingbegrenzer is gevuld met sterk vervuilde smeerolie. Welk probleem kan er ontstaan? Als een hydraulische klepspelingsbegrenzer gevuld is met sterk vervuilde smeerolie, kunnen er vuildeeltjes tussen de plunjer en de cilinder komen. Hierdoor kan de plunjer niet meer soepel bewegen. 3 Sommige problemen met hydraulische klepspelingsbegrenzers ontstaan doordat er lucht in zit. a Wat zijn de gevolgen van luchtbellen in een hydraulische klepspelingsbegrenzer? De gevolgen van luchtbellen in een hydraulische klepspelingsbegrenzer is een te grote klepspeling. Lucht is namelijk samendrukbaar waardoor de speling te groot zal blijven. b Waardoor kan er lucht in een hydraulische klepspelingsbegrenzer komen? Noem enkele oorzaken. Er kan op verschillende manieren lucht in hydraulische klepspelingsbegrenzers komen. 1 Bij het vullen van de hogedrukkamers. Na een start moeten de hogedrukkamers in één keer worden gevuld. Lukt dit niet, dan komt er lucht in de hogedrukkamer van de hydraulische klepspelingsbegrenzer. 2 Motorolie gaat schuimen. Als de motorolie gaat schuimen, kunnen er luchtbellen in de hydraulische klepspelingsbegrenzers ontstaan. De motorolie kan gaan schuimen door: a Een te hoog of te laag oliepeil b Lekkage aan de zuigkant van de oliepomp
30 EAT - Motormechanische systemen c Hoe kun je de lucht uit een hydraulische klepspelingsbegrenzer verwijderen? Lucht kun je uit de hydraulische klepspelingsbegrenzers verwijderen door de motor enkele minuten onbelast te laten draaien met een toerental van 1500 tot 2000 omw./min. 4 Een motor met hydraulische klepspelingsbegrenzer heeft een verbrande inlaatklep. a Kan dit zijn veroorzaakt door een defect aan de hydraulische klepspelingsbegrenzer? Waarom? Ja, de hydraulische klepspelingsbegrenzer kan (door bijvoorbeeld vervuilde smeerolie) gaan klemmen, waardoor de inlaatklep te weinig klepspeling krijgt. b Soms pompen hydraulische klepspelingsbegrenzers zichzelf op. Hoe kan dat? Noem twee mogelijke oorzaken. 1 Slappe of gebroken klepveren. De klepveer levert de kracht waarmee de hydraulische spelingsbegrenzer wordt ingeklemd tussen de klep en de nokkenas. De smeerolie levert de kracht waarmee de plunjer uit de cilinder wordt gedreven. Verlaging van de veerkracht zorgt ervoor dat de plunjer verder uit de cilinder wordt gedreven. 2 Te hoge toerentallen van de motor. Door de massakrachten kunnen plunjer en cilinder uit elkaar worden gedreven. In deze periode vult het smeersysteem de hogedrukkamer met olie. Als de olie bij het bedienen van de klep niet vlug genoeg kan worden afgevoerd, pompt de klepspelingsbegrenzer zich op. 5 Hoe kun je de vrije slag van een hydraulische klepspelingsbegrenzer controleren? Breng de motor op temperatuur (olie ca. 80 graden Celsius). Verwijder het kleppendeksel. Plaats de nokkenas zo dat de klepspelingsbegrenzer tegen de basiscirkel rust (klep dus niet ingedrukt).druk de begrenzer snel in. De speling mag hierbij ten hoogste enige tienden van een millimeter zijn. klepspelingbegrenzer tuimelaar cilinderkop Afb. 134 6 Bekijk de hydraulische klepspelingsbegrenzer in afbeelding 134. De kogel dicht niet meer goed af op de zitting. Wat is het gevolg? Als de kogel niet meer goed afdicht op de zitting, zal hier lekkage optreden. In kamer B kan dan niet voldoende druk meer opgebouwd worden, waardoor er een te grote klepspeling zal ontstaan. Het gevolg is een tikkende motor.
EAT - Motormechanische systemen 31 SLIJTAGE AAN NOKKENASSEN, KLEPSPELINGSBEGRENZERS EN TUIMELAARS VRAGEN VRAGEN BLZ 105 1 De 1nokken van een nokkenas hebben vreetsporen. Noem enkele mogelijke oorzaken. 1 Gebrek aan smeerolie door; oliedruk te laag, overdrukventiel defect, Olie te dun, versleten oliepomp, verstopping in smeeroliekanalen, slijtage aan lagering van de krukas, drijfstangen, nokkenas en dergelijke, waardoor verlies aan oliedruk ontstaat 2 Onjuiste smeerfilm door; te dunne olie door te hoge temperatuur, Geen/onvoldoende anti-slijtagedope in de smeerolie, na de start niet snel genoeg opbouw van de smeerfilm. 2 De basiscirkel van de nokken op de nokkenas heeft vreetsporen. Wat kan de oorzaak zijn? 1 Geen of negatieve klepspeling. 2 Abrasieve slijtage. Dit ontstaat als er vreemde deeltjes terechtkomen tussen de componenten die langs elkaar glijden. Dit kunnen zijn: slijtagedeeltjes (deeltjes die zijn losgerukt als gevolg van adhesieve slijtage) vuildeeltjes 3 Er worden gebruikte vulplaatjes gemonteerd bij het afstellen van de klepspeling met vulplaatjes. Wat vind je daarvan? Door een verschillend slijtagepatroon van nok en vulplaatje kan extra slijtage ontstaan als vulplaatjes worden hergebruikt. 4 a Wat is pitting? Pitting, ook wel putvorming genoemd, is een oppervlaktevermoeiingsverschijnsel. b Hoe ontstaat pitting? Pitting ontstaat bij rollen en gecombineerd rollen met glijden. De beschadiging ontstaat na een groot aantal belastingswisselingen, de zogenaamde incubatieperiode.
32 EAT - Motormechanische systemen DISTRIBUTIERIEM VRAGEN VRAGEN BLZ 113 EN 114 1 a Noem twee methoden om de nokkenas van een verbrandingsmotor aan te drijven. 1 Ketting 2 Getande riem b Noem de voordelen van elke methode. Voordelen ketting: gaat de gehele levensduur van de motor mee; geen onderhoud nodig Voordelen getande riem: goedkoop, licht, weinig geluid, geen smering nodig 2 Waarom is het belangrijk dat een distributieriem op tijd wordt vervangen? Als de riem breekt, kan er een enorme motorschade ontstaan. 3 Noem vier punten waarop je moet letten bij het controleren van distributieriemen. 1 2 3 4 Spanning van de riem Slijtage aan de zijkant Slijtage aan de tanden (tandbreuk) Scheurtjes in de rug 4 Bij een roetmeting draait de motor een korte tijd met de maximale rotatiefrequentie. De technicus die de roetmeting uitvoert, heeft het begin van de meting niet gelet op de spanning van de distributieriem. Welk probleem kan ontstaan als het gaspedaal plotseling wordt losgelaten na het bereiken van de maximale rotatiefrequentie? Verspringen of breken van de riem 5 Er bestaan instrumenten om de riemspanning te controleren. a In welke twee groepen kun je deze instrumenten verdelen? 1 2 b Noteer van elke groep de principewerking. 6 De distributie (riemaandrijving) maakt bijgeluiden. Noem twee mogelijke oorzaken. 1 2 3 4 Mechanische riemspanningsmeters Elektronische riemspanningsmeters 1 Meten de kracht die nodig is om de riem over een bepaalde afstand in te drukken. 2 Meten de frequentie nadat de riem in trilling is gebracht. Riem te slap Riem te strak Span-/looprol versleten Lager koelvloeistofpomp defect
EAT - Motormechanische systemen 33 7 Een distributieriem in bedrijf kan te heet worden. a Welke riemschade kan ontstaan als de distributieriem langdurig te heet is? Scheurtjes in de rug b Noem twee mogelijke oorzaken van het te heet worden van de riem. 1 Te weinig koeling 2 Wrijving door een stroef draaiende span- of geleiderol 8 Het komt voor dat de distributieriem na verloop van tijd smaller wordt. a Wat kan er gebeuren zijn als de riem smaller wordt? Poelies, span- en geleiderollen staan niet goed in lijn. b Welke controles moet je doen als de riem aan de zijkant slijt? Controle op het in lijn staan van de poelies, span- en geleiderollen
34 EAT - Motormechanische systemen DISTRIBUTIE-SPANINRICHTINGEN VRAGEN VRAGEN BLZ 119 1 Na enige tijd wordt de spanning van een distributieriem minder. Welke invloed heeft dit op de kleptiming? De kleptiming wordt later (krukas staat verder voordat een klep wordt geopend of gesloten) 2 De lagers van een bovenliggende nokkenas blijken versleten te zijn. Kan dit zijn ontstaan door een defect aan de distributie? Verklaar het antwoord. Extra nokkenasslijtage kan ontstaan door een te slap, maar ook door een strak gespannen distributieriem. Extra slijtage aan de nokkenaslagering ontstaat bij te grote speling, doordat er meer schokken en stoten optreden in de aandrijving. Als de riem of ketting te strak staat, ontstaat er ook extra slijtage aan de nokkenaslagers, vooral aan de achterste lagers (de lagers die het verst bij de poelies vandaan zitten). Afb. 163 Hydraulische spanner 3 In afbeelding 163 zie je een hydraulische spanner voor de distributieriem. Wat gebeurt er met de distributieriem als de kogel (2) niet meer goed afsluit op de zitting? De olie in ruimte A kan dan snel terugstromen. De distributie(ketting) zal gaan klapperen.