Handleiding Yealink CP860 qebble Bezoekadres: Keulenstraat 6B, 7418 ET Deventer Postadres: Postbus 190, 7400 AD Deventer T. 085 760 6600 E. info@qebble.nl I. www.qebble.nl
Inhoud 1. Toestel aansluiten... 3 1.1 Adapter aansluiten (optioneel)... 3 1.2 Power over Ethernet (PoE)... 3 1.3 Optionele expansiemicrofoon aansluiten... 4 1.4 Optioneel USB-apparaat aansluiten... 4 1.5 Optionele PC of optioneel mobiel apparaat aansluiten... 5 2. Beschrijving telefoontoestel... 6 3. Beschrijving display... 7 3.1 Symbolen op het display... 7 4. Telefoneren... 8 4.1 Oproep tot stand brengen... 8 4.2 Terugbellen starten... 8 4.3 Oproep beantwoorden... 9 5. Microfoon uitschakelen, volume wijzigen... 9 5.1 Microfoon uitschakelen... 9 5.2 Het volume van de luidspreker wijzigen... 9 6. Oproeplijsten... 10 6.1 Telefoonnummer uit de oproeplijst kiezen... 10 6.2 Vermelding uit de oproeplijst kopiëren naar het lokale telefoonboek... 10 7. Telefoonboek... 10 7.1 Telefoonnummer kiezen... 11 7.2 Nieuw contact aanmaken... 11 8. Telefoneren met meerdere deelnemers... 11 8.1 Conferentie... 11 8.2 Oproep doorverbinden... 12 8.3 Oproep omleiden... 13 2
1. Toestel aansluiten 1.1 Adapter aansluiten (optioneel) Sluit de plug van de adapter aan op de daarvoor bestemde opening in het telefoontoestel. Steek de stekker van de adapter in het stopcontact. Verbind de bijgeleverde of een standaard Ethernetkabel tussen de internetpoort en een beschikbare internetpoort in uw switch of hub. 1.2 Power over Ethernet (PoE) Het is ook mogelijk om het toestel aan te sluiten via PoE. Hiervoor verbindt u de Ethernetkabel tussen de internetpoort in het toestel en een beschikbare poort in uw switch of hub (deze moet compatibel zijn met PoE). 3
1.3 Optionele expansiemicrofoon aansluiten Om het bereik van het toestel te vergroten, kunt u een extra microfoon aansluiten. Dit is aan te raden bij conferentieruimtes van 16 m 2 of groter. Bij een ruimte van 36 m 2 of groter zijn twee extra microfoons aan te raden. Microfoons zijn apart verkrijgbaar. Om de microfoon aan te sluiten, steekt u het uiteinde van de stekker van de microfoon in één van de microfoonpoorten in de telefoon. 1.4 Optioneel USB-apparaat aansluiten Om uw USB-apparaat aan te sluiten op het toestel, steekt u deze in de USB-poort van de telefoon. 4
1.5 Optionele PC of optioneel mobiel apparaat aansluiten Verbind een uiteinde van de 3,5mm jack kabel aan de PC/mobiel poort in de telefoon. Verbind het andere uiteinde in de microfoonpoort van uw PC of mobiele apparaat. 5
2. Beschrijving telefoontoestel 1 192x64 pixel LCD scherm Geeft informatie weer over oproepen, berichten, context-toetsen en andere relevante gegevens, zoals beller ID, icoontjes en pop-upberichten. 2 Context-toetsen Vooraf ingestelde toetsen die verschillende functies aannemen. 3 Off hook toets Geeft toegang tot het kiesscherm, start een oproep of beantwoordt een oproep. 4 On hook toets Beëindigt een oproep of keert terug naar de ruststand. 5 Navigatietoets naar boven Scrollt naar boven door de weergegeven informatie. Als de telefoon niet in gebruik is, kunt u direct de oproeplijsten zien met deze toets. 6 OK-toets Bevestigt acties of beantwoordt inkomende oproepen. 7 Navigatietoets naar beneden Scrollt naar beneden door de weergegeven informatie. Als de telefoon niet in gebruik is, kunt u direct naar het telefoonboek met deze toets. 8 Toetsenbord Cijfers, letters en speciale karakters voor nummer- en tekstinvoer. 6
9 Redial-toets Kiest een eerder gedraaid nummer. 10 Mute-toets Microfoon in- en uitschakelen. 11 Volumetoets Het volume van de speaker en het oproepsignaal aanpassen. 12 Interne microfoons Microfoons met een 360 bereik van 3 meter voor audio input. 13 LED indicators Geven telefoon- en oproepstatus weer: Licht rood op: telefoon is aan het verbinden, microfoon is ingeschakeld; Knippert rood: inkomende oproep; Licht groen op: uitgaande oproep, actieve oproep; Knippert groen: oproep wordt in de wacht geplaatst of staat in de wacht; Uit: de telefoon is uit of in ruststand. 14 Speaker Geeft handsfree audio output. 15 Twee microfoonpoorten Mogelijkheid tot aansluiten van twee extra (externe) microfoons. 16 USB-poort Mogelijkheid tot aansluiten van een USB-apparaat om oproepen op te nemen en terug te spelen. 17 PC/Mobiel-poort Mogelijkheid tot aansluiten van een PC of mobiel apparaat om de audio van de PC of mobiel te koppelen aan de telefoon. 18 Beveiliging Mogelijkheid tot aansluiten van een universele beveiligingskabel om de telefoon vast te leggen. 3. Beschrijving display 3.1 Symbolen op het display Netwerk niet beschikbaar. Registratie succesvol. Registratie mislukt. Aan het registreren. Handsfree-modus ingeschakeld. Voicemailbericht. Tekstbericht. AutoAnswer ingeschakeld. Niet Storen ingeschakeld Oproep in de wacht. Microfoon uitgeschakeld. Oproepsignaal uitgeschakeld. Toetsenbord geblokkeerd. Alfanumerieke input modus. Numerieke input modus. Kleine letter input modus. Hoofdletter input modus. Hoofd- en kleine letter input modus. Oproepdoorschakeling. Gemiste oproepen. Ontvangen oproepen. Uitgaande oproepen. Oproep- en conferentieopname. USB-apparaat verbonden. USB-apparaat verbinden. High Definition Voice. 7
4. Telefoneren 4.1 Oproep tot stand brengen Druk op om een kiestoon te krijgen (optioneel). Toets het gewenste telefoonnummer in. Druk (nogmaals) op of op, of de Send context-toets om de oproep te starten. Oproep beëindigen: Druk op de EndCall context-toets of op. 4.2 Terugbellen starten Het laatstgekozen nummer opnieuw draaien: Druk tweemaal op. De oproep wordt direct gestart. Een eerder gekozen nummer opnieuw draaien: Druk in de ruststand op. Druk op of om de gewenste melding in uw oproeplijst te selecteren. Druk op,, of de Send context-toets om de oproep te starten. Automatisch terugbellen: U probeert een collega te bellen, maar hij of zij is in gesprek. Met de functie Call Completion is het mogelijk hem of haar automatisch terug te bellen zodra hij of zij weer beschikbaar is. Deze functie moet eerst geconfigureerd worden: Ga naar Menu. Kies vervolgens de optie Features Call Completion. Druk op de of context-toets om Enabled te selecteren in het Call Completion veld. Druk op de Save context-toets om op te slaan of op de Back context-toets om te annuleren. 8
Als u in het vervolg iemand belt die op dat moment in gesprek is, verschijnt de melding of u Call Completion in wilt schakelen voor dat nummer. Druk op de OK context-toets om de functie in werking te zetten. Zodra uw collega beschikbaar is, verschijnt opnieuw een melding of u het nummer opnieuw wilt kiezen. Druk op de OK context-toets om de oproep opnieuw te starten. 4.3 Oproep beantwoorden U hoort het oproepsignaal en de LED-indicatoren knipperen. Druk op, of de Answer context-toets om de oproep te beantwoorden. Oproep weigeren: Druk op of de Reject context-toets. 5. Microfoon uitschakelen, volume wijzigen 5.1 Microfoon uitschakelen Om tijdens een gesprek de microfoon uit te schakelen, drukt u op niet meer horen. De LED-indicatoren lichten rood op en het icoon. Uw gesprekspartner kan u nu verschijnt in het scherm. Om de microfoon weer in te schakelen, drukt u nogmaals op. 5.2 Het volume van de luidspreker wijzigen Druk op om het volume van de luidspreker te wijzigen. Dit kan zowel in ruststand als tijdens een oproep. Druk op de linkerkant (-) om het volume te verlagen en op de rechterkant (+) om het volume te verhogen. 9
6. Oproeplijsten De oproeplijsten bestaan uit gemiste, inkomende en uitgaande oproepen. In totaal slaat het toestel 400 oproepen op in de oproeplijsten. Oproeplijsten worden automatisch aangemaakt en bijgehouden. Oproeplijsten bekijken: Druk op de History context-toets. Alle oproeplijsten worden nu weergegeven. Selecteer de gewenste oproeplijst en druk op de Enter context-toets om de lijst te openen. 6.1 Telefoonnummer uit de oproeplijst kiezen Open de gewenste oproeplijst. Druk op of om de gewenste vermelding te selecteren. Druk op de Send context-toets om de oproep te starten. 6.2 Vermelding uit de oproeplijst kopiëren naar het lokale telefoonboek Open de gewenste oproeplijst. Druk op of om de gewenste vermelding te selecteren. Druk op de Option context-toets en selecteer Add to Contacts. Vul de gevraagde gegevens in en druk op de Save context-toets om het contact op te slaan. 7. Telefoonboek In het telefoonboek kunt u de namen en nummers van uw contacten opslaan. U kunt tot 1000 contacten opslaan en 48 verschillende groepen aanmaken. U kunt nieuwe groepen en contacten toevoegen, contacten wijzigen, verwijderen of zoeken, of simpelweg een oproep starten vanuit het telefoonboek. Om het telefoonboek te openen, drukt u op de Directory context-toets. 10
7.1 Telefoonnummer kiezen Open het telefoonboek. Selecteer eventueel de gewenste contactgroep en druk op de Enter context-toets. Druk op of om het gewenste contact te selecteren. Druk op de Send context-toets om de oproep te starten. Als er meerdere nummers zijn ingevoerd voor dit contact, worden door middel van de Send context-toets de nummers weergegeven. Druk op of om het gewenste nummer te selecteren en druk daarna nogmaals op de Send context-toets om de oproep te starten. 7.2 Nieuw contact aanmaken Open het telefoonboek. Selecteer eventueel de contactgroep waarin het nieuwe contact geplaatst moet worden. Indien het contact niet in een contactgroep geplaatst hoeft te worden, selecteer All Contacts. Druk op de Add context-toets. Vul de gevraagde gegevens in, zoals naam, telefoonnummer(s), ringtone en contactgroep. Druk wederom op de Add context-toets om het contact toe te voegen of druk op de Back contexttoets om te annuleren. 8. Telefoneren met meerdere deelnemers 8.1 Conferentie Het toestel ondersteunt conferenties met maximaal 5 deelnemers (inclusief uzelf). Om een conferentie te starten met 2 anderen neemt u de volgende stappen: Start een oproep met de eerste deelnemer. Zodra dit gesprek tot stand is gekomen, drukt u op de Conf context-toets. Het gesprek wordt in de wacht gezet. Toets vervolgens het nummer in van de tweede deelnemer en druk op of op, of de Send context-toets om deze oproep te starten. Zodra de tweede deelnemer de oproep beantwoordt, drukt u nogmaals op de Conf context-toets om de eerste deelnemer ook in de conferentie te betrekken. 11
Om nog één of twee deelnemers toe te voegen aan de conferentie, drukt u op de Manage contexttoets nadat de conferentie is gestart. Druk vervolgens op de NewCall context-toets om een nieuwe oproep te starten. Toets vervolgens het nummer in van de nieuwe deelnemer en druk op of op, of de Send context-toets om deze oproep te starten. Zodra deze deelnemer de oproep beantwoordt, drukt u op de Conf context-toets om ook deze deelnemer aan de conferentie toe te voegen. Herhaal bovenstaande stappen tot u alle gewenste deelnemers aan de conferentie hebt toegevoegd. Opties tijdens de conferentie: Druk op de Hold context-toets om de conferentie in de wacht te zetten; Druk op de Split context-toets om de conferentie op te splitsen in individuele gesprekken (deze worden automatisch in de wacht gezet); Druk op de Manage context-toets en vervolgens op of om de gewenste deelnemer te selecteren voor de volgende opties: o Druk op de Far Mute context-toets om het geluid van de deelnemer uit te schakelen. Hij of zij hoort de andere deelnemers nog wel, maar zij kunnen hem of haar niet horen; o Druk op de Remove context-toets om de deelnemer te verwijderen uit de conferentie; o Druk op de NewCall context-toets om een nieuwe oproep te starten; o Druk op de Back context-toets om terug te keren naar het vorige scherm; Druk op om de microfoon uit te schakelen. U kunt de andere deelnemers nog wel horen, maar zij horen u niet; Druk op of de EndCall context-toets om de conferentie in zijn geheel te beëindigen. 8.2 Oproep doorverbinden U spreekt met een deelnemer en wilt het gesprek doorverbinden naar een andere deelnemer. Hierbij hebt u twee opties: doorverbinden zonder en met ruggespraak. Bij doorverbinden zonder ruggespraak, wordt de oproep direct doorverbonden. Doorverbinden met ruggespraak stelt u in staat de oproep aan te kondigen bij de nieuwe deelnemer. Doorverbinden zonder ruggespraak: Druk tijdens uw gesprek op de Tran context-toets. Uw huidige gesprek wordt in de wacht gezet. Toets vervolgens het nummer in waarnaar u wilt doorverbinden en druk nogmaals op de Tran context-toets om de oproep door te verbinden. 12
Doorverbinden met ruggespraak: Druk tijdens uw gesprek op de Tran context-toets. Uw huidige gesprek wordt in de wacht gezet. Toets vervolgens het nummer in waarnaar u wilt doorverbinden en druk op op, of om de oproep te starten. Zodra er verbinding is, drukt u nogmaals op de Tran context-toets om de oproep door te verbinden. 8.3 Oproep omleiden Ga naar Menu. Kies vervolgens de optie Features Call Forward. Kies met of het gewenste type omleiding: Alle oproepen Geen antwoord Bij bezet Alle oproepen worden doorgeschakeld. Oproepen worden doorgeschakeld als na meerdere belsignalen niet wordt opgenomen. Oproepen worden doorgeschakeld als uw toestel bezet is. Selecteer bij het gewenste type On en voer het nummer in waarnaar moet worden doorgeschakeld. Eventueel kunt u ook de on code en/of off code invoeren. Als u het type Geen antwoord kiest, voer dan ook in na hoeveel seconden de oproep moet worden doorgeschakeld. Druk op de Save context-toets om de omleiding op te slaan of druk op de Back context-toets om te annuleren. In het scherm verschijnt het icoon om aan te geven dat de doorschakeling actief is. 13