MEMO Rente en inflatie 2013-Q2 Datum : 25 september 2013 Betreft : Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Inleiding In deze memo presenteren wij de belangrijkste kwartaalcijfers met betrekking tot gebiedsontwikkeling en grondexploitaties. Wij hebben de meest recente kwartaalcijfers van een aantal toonaangevende instanties voor u gebundeld. Daar hebben wij de Metrum Residex aan toegevoegd: de graadmeter voor grondwaarde woningbouw. Door middel van een cijfermatige analyse geeft de memo de actuele stand van zaken in gebiedsontwikkeling weer. De memo geeft inzicht in de ontwikkeling van de belangrijkste macroeconomische kosten- en opbrengstenkengetallen met betrekking tot gebiedsontwikkeling in Nederland. De opbouw van de memo sluit aan bij de opbouw van een standaard grondexploitatie. De verantwoording van de cijfers en een begrippenlijst zijn aan het eind van de memo opgenomen. Samenvatting Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 1 van 9
Marktcijfers van de NVM wijzen uit dat de prijsdaling van woningen al drie kwartalen op rij aan het afvlakken is. De komende kwartalen moet blijken of deze afvlakkende prijsdaling doorzet richting de 0,0%. Mocht dit het geval zijn, dan lijkt herstel van de woningmarkt in zicht. Op basis van drie kwartalen is daar echter nog weinig over te zeggen. De woningbouwkosten zijn licht gestegen. De bouwkostenontwikkeling blijft wel onder het niveau van de inflatie. De mutatie van de aanbestedingsindex, die het verschil aangeeft tussen de aanneemsom en de aanbestedingssom, is positief. Dit houdt in dat aanbestedingen naar het prijsniveau van de aanneemsom toegroeien. Als gevolg van de wederom dalende huizenprijzen, stijgende bouwkosten en een stijging van de aanbestedingsindex is het effect op de residuele waarde sterk negatief. Per 1 juli 2013 bedraagt het indexcijfer van de Metrum Residex: 75.71 ; een daling van 16,01% ten opzichte van het vorige kwartaal. De indexreeks van de Metrum Residex loopt vanaf 1 januari 2013 en deze datum is daarom als basis genomen (100). De bouwkosten in GWW 1 blijven stabiel na een stijging in het eerste kwartaal. De inflatie daalt licht en zakt naar iets onder het niveau van 3,0% op jaarbasis. De rente op kortlopend krediet (1 jaar) is nog steeds dalende en rente op langlopend krediet is redelijk stabiel na een forse stijging in het vorige kwartaal. OPBRENGSTENSTIJGING Woningprijsontwikkeling Het aantal woningverkopen is ten opzichte van het voorgaande kwartaal fors gestegen. In vergelijking met het tweede kwartaal van vorig jaar (2012) is het aantal verkopen echter licht gedaald. De negatieve prijsontwikkeling laat een afvlakkend beeld zien dat richting de 0,0% gaat. Sinds de top van de markt (tweede kwartaal 2008) zijn de transactieprijzen met circa 18% gedaald. Wanneer we kijken naar de transactieprijsontwikkeling per vierkante meter, waarbij er dus een correctie plaatsvindt op de woninggrootte, dan zien we een daling van circa 13%. Verschillende experts rondom de woningmarkt stellen dat de bodem van de woningmarkt bereikt is en dat er tekenen zijn van herstel. Lichtpuntjes die daarbij telkens genoemd worden zijn het grote aantal woningbezichtigingen en de betaalbaarheid van woningen, veroorzaakt door lage huizenprijzen in combinatie met een lage hypotheekrente. Daar tegenover staan een aantal factoren die herstel op korte termijn tegen spreken. Groeiende werkloosheid, laag consumentenvertrouwen, geringe baanzekerheid, lastenverzwaringen en gematigde loonontwikkeling: deze factoren spreken niet in het voordeel van de woningmarkt. 1 Grond-, weg- en waterbouw. Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 2 van 9
In de onderstaande grafiek is het verloop van de gemiddelde woningprijs per m² woonoppervlak gepresenteerd vanaf 2007. Hierin is goed te zien dat er zich een sterke daling heeft ingezet vanaf 2011. Deze zet zich voorlopig ook dit jaar nog voort, zo blijkt uit het tweede kwartaal. Metrum, data afkomstig van NVM De grafiek links toont aan dat de woningprijs per m² woonoppervlak nog steeds een dalende trend kent, maar wel steeds meer afvlakt. Het beeld is positiever wanneer er gekeken wordt naar de jaarmutatie in de grafiek rechts. De door de NVM gecommuniceerde daling van 5,0% tot 7,0% is nog steeds reëel. De komende kwartalen moeten uitwijzen of de daling op jaarbasis meevalt of juist niet. Metrum, data afkomstig van NVM Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 3 van 9
Woningbouwkosten De woningbouwkosten zijn in het eerste kwartaal van 2013 licht gestegen. Sinds het tweede kwartaal van 2012 zijn de bouwkosten stabiel. De bouwkostenontwikkeling wijkt nog altijd af van de inflatieontwikkeling zoals die is geprognosticeerd door het CPB. Dit is te verklaren door de vechtmarkt in de bouw, waarbij aannemende partijen willen overleven en de continuïteit van hun onderneming voorop stellen. De aanbestedingsindex is gestegen, wat wil zeggen dat aanbestedingsresultaten toegroeien naar het niveau van de bouwkosten. Dit kan wijzen op licht herstel in de bouwsector, al is deze conclusie wat prematuur. Metrum, data afkomstig van Bouwkostenkompas.nl / IGG Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 4 van 9
Metrum Residex: Graadmeter voor Grondwaarde Woningbouw Op basis van de NVM kwartaalcijfers en kwartaalcijfers voor woningbouwkosten presenteert Metrum elk kwartaal de Metrum Residex. Deze index laat het verloop zien van de waarde van woningbouwgrond wanneer op basis van kengetallen residueel gerekend wordt. Het indexcijfer wordt berekend op basis van gewogen gemiddelde kengetallen voor Nederland als totaal. De indexreeks van de Metrum Residex loopt vanaf 1 januari 2013 en deze datum is daarom als basis genomen (100). Als gevolg van de wederom dalende huizenprijzen, stijgende bouwkosten en een stijging van de aanbestedingsindex is het effect op de residuele waarde sterk negatief. Per 1 juli 2013 bedraagt het indexcijfer van de Metrum Residex: 75.71 ; een daling van 16,01% ten opzichte van het vorige kwartaal. Om deze grondwaarde in perspectief te plaatsen is de historie van de indexreeks geconstrueerd op basis van betrouwbare kwartaalcijfers uit het recente verleden. In de onderstaande grafieken is het historische verloop van de Metrum Residex te zien. De grafiek links toont de ontwikkeling over een langere periode en de grafiek rechts toont de korte termijneffecten en dus de trends die gaande zijn. Uit de grafiek links blijkt dat de Residex medio 2010 haar hoogtepunt kende, de grondwaarde lag toen zelfs op een hoger niveau dan voor de kredietcrisis van eind 2008. Daarna is de Residex hoofdzakelijk door dalende huizenprijzen in een vrije val beland. Dit effect is nog eens versterkt door de BTW-verhoging naar 21%, de strenger wordende EPC-normen en meer eisen in het Bouwbesluit. Gevolg is dat de Metrum Residex in een tijdsbestek van nog geen drie jaar gezakt is van boven de 270 naar een niveau van net boven de 75 in dit kwartaal(!). Op basis van de grafiek rechts lijkt een gemiddelde daling van tussen de 40% en 50% dit jaar, zelfs niet eens ondenkbaar. Vooralsnog gaan we uit van een daling van 30%, vanwege het afvlakken van de daling van de VON-prijzen. Metrum Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 5 van 9
KOSTENSTIJGING Grond-, Weg-, en Waterbouwkostenindex Het afgelopen kwartaal laat het BDB-indexcijfer voor de GWW-werkzaamheden een stabiel beeld zien. De index ligt daarmee nog altijd onder het niveau van de inflatie (CBS CPI). Metrum, data is afkomstig van BDB Inflatieontwikkeling De inflatieontwikkeling wordt door het CBS bijgehouden door middel van de CPI, alle huishoudens. De inflatie blijft op een hoog niveau van circa 3,0%. Nederland behoort tot de landen met de hoogste inflatie in de Eurozone. In Europa is sprake van een dalende trend; de verwachting is dat het inflatieniveau in Nederland ook langzaam zal dalen. Zoals eerder opgemerkt blijft de ontwikkeling van de bouwkosten voor woningbouw en weg- en waterbouw achter bij de inflatieontwikkeling. Metrum, data is afkomstig van CBS Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 6 van 9
RENTE Kortlopende rente De 12-maands Euribor de rente die de grote banken hanteren bij het uitlenen van geld - is in het tweede kwartaal nog wat verder weggezakt naar een historisch laag percentage van 0,51%. De 12-maands Euribor bevindt zich daarmee op gelijke hoogte met de ECB herfinancieringrente - De herfinancieringrente is de rente die banken betalen bij de Europese Centrale Bank - welke in mei 2013 omlaag is bijgesteld van 0,75% naar 0,5%. Het instellen van een dergelijk lage rente heeft er alles mee te maken dat men zoveel mogelijk investeringen wil ontlokken. Metrum, data is afkomstig van ECB Langjarige rente De langjarige rente-indicatoren laten een ander beeld zien dan de kortlopende rente. Het rendement op 10-jaars Europese staatsobligaties is in het eerste kwartaal van 2013 fors gestegen (+ 23,8%) en in dit kwartaal nog wat verder gestegen (+ 4%) naar een niveau van 2,86%. Het stijgende rendement kan er op duiden dat de economie in de Eurozone in een wat rustiger vaarwater is terecht gekomen. De gemiddelde hypotheekrente is gedaald en bevindt zich op een relatief laag niveau. De hypotheekrente is opvallend stabiel, terwijl het gat tussen het rendement op 10-jaars staatsobligaties en de hypotheekrente kleiner is geworden. Hypotheekverstrekkers zouden de risico-opslag maar wat graag in stand houden gezien het aanhoudende risico op bestaande hypotheken. Zij zien zich echter genoodzaakt om mee te bewegen met de markt om maar geen klanten aan concurrenten te verliezen. Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 7 van 9
Metrum, data afkomstig van DNB & ECB Verantwoording Opbrengstenstijging: Woningprijsontwikkeling: gewogen gemiddelde transactieprijs per m 2 gebruiksoppervlakte op basis van de NVM kwartaalrapportage. Bouwkostenindex: gewogen gemiddelde aanneemsom per m 2 b.v.o. op basis van gegevens van IGG. Aanbestedingsindex bouwkosten: correctie op aanneemsom per m² b.v.o. op basis van gegevens van IGG. Bijkomende kosten: % van de aanneemsom op basis van gegevens van IGG. Metrum Residex: indexcijfer en de graadmeter voor de grondwaarde woningbouw. De Metrum Residex volgt als residu uit de ontwikkeling van woningprijzen en bouwkosten. Als percentage voor de bijkomende kosten wordt 24,3% gehanteerd. Bij de berekening van de Residex houden we rekening met het gewogen gemiddelde van woningcategorieën op basis van transactiecijfers van het betreffende kwartaal. Het markteffect van de bouwkosten nemen we mee door te rekenen met de aanbestedingsindex van Bouwkostenkompas.nl. Basisjaar van de Metrum Residex is 1 januari 2013. Kostenstijging Civieltechnische kostenindex: Grond-, weg- en waterbouwindex van het BDB. Inflatie alle huishoudens: CPI van het CBS. Rente Herfinancieringsrente: sturingsrente van de ECB. Euribor: 12-maands Euribor van de ECB. Langlopende rente: gemiddelde 5- t/m 10-jaars hypotheekrente van de DNB. Langlopende rente: rendement op 10-jaars Europese staatsobligaties van de ECB. Het verloop van de indicatoren wordt telkens op vier verschillende manieren gepresenteerd: 1. Grafiek links: het verloop van de index in absolute getallen 2. Grafiek rechts: het verloop van de index n.a.v. de kwartaalmutatie 3. Grafiek rechts: het verloop van de index n.a.v. de jaarmutatie 4. Grafiek rechts: het verloop van de index n.a.v. het gemiddelde over de laatste 4 kwartalen De eerste drie reeksen geven inzicht in de momentopname, en het gemiddelde over de laatste 4 kwartalen geeft een stukje inzicht in de trend. Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 8 van 9
Begrippen Transactieprijs: De prijs van een verkochte woning. Transactieprijs per m²: De vierkante meterprijs geeft een correctie voor de grootte van de woning. Hoewel voor de consument en de pers minder interessant, geeft het cijfer in principe het meest accurate beeld van de ontwikkeling in de woningmarkt. Gewogen gemiddelde transactieprijs per m²: Transactieprijs per m² bepaald op basis van verschillende woningtypen en hun aandeel in het totaal aantal verkochte woningen. Bouwkosten: Gewogen gemiddelde aanneemsom per m2 bvo. Stichtingskosten: Bouwkosten inclusief bijkomende kosten. Kalenderjaar: rekenperiode van 1 januari tot en met 31 december. Kalenderjaarmutatie: verandering tussen 1 januari en 31 december. Kwartaalmutatie: verandering tussen de eerste dag van een kwartaal en de laatste dag van het kwartaal. Jaarmutatieprognose: verwachte verandering in 4 kwartalen Kalenderjaarmutatieprognose: verwachte verandering tussen 1 januari en 31 december Jaargemiddeldepercentage: Het gemiddelde van gepresenteerde mutaties in één jaar. Gemiddelde over de laatste 4 kwartalen: Het gemiddelde van gepresenteerde kwartaalmutaties (4 cijfers) in één jaar. Memo Rente en inflatie 2013-Q2 Pagina 9 van 9