Reactie op visie Versterken en Veraangenamen van Gastvrij Nederland



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'


Datum 03 juli 2014 Betreft Beantwoording vragen over regeldruk in de kappersbranche en andere bedrijven in de ambachtseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

WINTERBIJEENKOMST LANDSCHAPSPARK BORSELE. Diana Korteweg Maris Kenniscentrum Kusttoerisme / HZ University of Applied Sciences 28 januari 2019

D e n H a a g 10 maart 2015

Zeeland Recreatieland

Gezamenlijke routekaart voor de gastvrijheidseconomie van Gastvrij Nederland en het Interprovinciaal Overleg (IPO)

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 18 april 2019 Betreft MKB-toets. Geachte Voorzitter,

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

1. In te stemmen met de meerjarenovereenkomst Wethouder van de Wiel te mandateren voor ondertekening van de overeenkomst.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

voorstel aan de raad Perspectief Toerisme 2020 Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Kenmerk Vergaderdatum 2 juni 2015 Jaargang en nummer

Meerjarenprogramma Ambitiedocument

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Topsectoren. Hoe & Waarom

Het is mij een eer en groot genoegen u welkom te mogen heten op het congres van het Overlegorgaan van Samenwerkingsverbanden Openluchtrecreatie.

Onder dankzegging van uw brief van 10 juli jl. vraag ik uw aandacht voor het volgende.

3 Q NOV /48/A.20, LGW Galen Last L.J. van (050)

/ /-- --/--

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 29 november 2010 Betreft Uitvoering Nota Ruimte

TOERISTISCH BELEID MAKEN VOOR ZEELAND. Masterclass voor portefeuillehouders & beleidsmedewerkers 28 november 2018

1 Heeft u kennisgenomen van het bericht Eten voedselbank vaak onvoldoende? 1

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Graag vraag ik uw aandacht voor de reactie van Gastvrij Nederland bij de totstandkoming van nieuw kabinetsbeleid.

Datum 24 april 2019 Beantwoording Kamervragen GroenLinks over het bericht in het FD over verdozing van het landschap

B-107 Green Deal Icoonproject recreatiegebieden en natuur Veluwe

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het bericht dat het pgb-systeem van de SVB failliet is. (2015Z25247).

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 juli 2018 Betreft Monitor betaaltermijnen Overheid 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Welkom in Zeist! Op de Utrechtse Heuvelrug

Toelichting n.a.v. behandeling Voortgangsrapportage Toerismebrief in Tweede Kamer

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Bespreekpunt: Herkent het BORA de geformuleerde ambitie, kaders en vraagstelling voor de Dialoog Regioprofilering?

ACHTERGROND. Provincie Flevoland is opdrachtgever van Toerisme Flevoland

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

Dames en heren, Op beide punten ga ik graag in.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

RAADSINFORMATIEBRIEF. TITEL Prestatieafspraken opbrengst toeristenbelasting 2014

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Gastvrijheidseconomie levert ook sociale cohesie, integratie,welzijn en ontspanning

Sloten. Bron:

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

Paneldiscussie Groene Gemeente 2.0

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 16 juni 2009 Nummer voorstel: 2009/81

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum Aanpak Regio Deals. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

BIJLAGE EXPO 2025 COMMITMENT

Lokaal economisch beleid

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

Het belang van toerisme en recreatie voor de economie in Maasduinen 29 januari Arjan Bakkeren Stafgroep Economisch Onderzoek Rabobank Nederland

10-punten plan VNG - Gastvrij Nederland: basis voor nieuw toeristisch-recreatief beleid

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen,

RAADSVOORSTEL EN ON ITWERPBESLUIT

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Verslag Themabijeenkomst Recreatie en Toerisme

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Toeristische Visie 2015

De kunst van samen vernieuwen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Verdiepingsonderzoek naar vergrijzing en flexibilisering arbeidsmarkt

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen (SP) (nummer 2012Z15772, ingezonden 11 september 2012).

Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Karabulut (SP) over het benutten van inkomensvoorzieningen.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

, 1. Drenthebelletje De nieuwsbrief van Marketing Drenthe. Save, A-Nexe, NDiate). iiii ilt. Nieuwsbrief september 2017

Speech van Minister van Economische Zaken, Henk Kamp, Jaarvergadering van de Federatie Particulier Grondbezit, Driebergen, 25 mei 2013

Projectplan Fruitrijk Fase 2

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

Datum 23 februari 2015 Betreft Beantwoording vragen naar aanleiding van het bericht ICT-sector trekt weg

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Het creëren van een innovatieklimaat

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 20 2594 AV Den Haag Datum 16 juni 2011 Betreft Reactie op visie Versterken en Veraangenamen van Gastvrij Nederland Postadres Postbus 20101 2500 EC Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/eleni Hierbij bied ik u mijn reactie op de sectorvisie Versterken en Veraangenamen van Gastvrij Nederland aan. Als bijlagen bij deze reactie bied ik u de beantwoording van de vragen met de volgende kenmerken aan: 2011Z08852/2011D23626, 2011Z09619, 2011Z11123 en 2011Zl0588/2011D27895. (w.g.) dr. Henk Bleker Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Pagina 1 van 21

1. Inleiding Er is op dit moment veel aandacht voor toerisme en recreatie, ofwel de gastvrijheidseconomie. Het gaat weer beter met de gastvrijheidseconomie. De sector zit voor het eerst sinds de economische recessie in de lift. In 2010 bezochten zo n 11 miljoen buitenlandse verblijfsgasten ons land, evenveel als in recordjaar 2007. Daarnaast brachten ongeveer 17,7 miljoen Nederlanders een vakantie in eigen land door. Het toeristische seizoen 2011 is, mede dankzij het mooie weer tijdens het voorjaar, goed gestart. Op 28 april jl. heeft Gastvrij Nederland de Sectorvisie Versterken en Veraangenamen 1 aan mij aangeboden. Daarmee hebben zestien branches en organisaties in de gastvrijheidseconomie zich voor het eerst gemeenschappelijk gepresenteerd. In deze visie geven deze partijen aan hoe zij samen willen werken aan een aantrekkelijk, duurzaam en internationaal onderscheidend ondernemersklimaat voor de sector. In reactie op Versterken en Veraangenamen en de door u gestelde vragen 2, licht ik u hierbij mijn beleid ten aanzien van de gastvrijheidseconomie toe. Dit beleid geef ik vorm binnen de relevante kaders van het kabinet, zoals het Regeerakkoord, de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid 3 en het te sluiten Bestuursakkoord 2011 2015 over de decentralisatie van het beleid voor natuur, toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling en regionale economie. Concreet geef ik mijn beleid langs drie lijnen weer: meer ruimte voor ondernemers een gerichte Holland Promotie met minder Rijksfinanciering meer ruimte op decentraal niveau voor toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling In deze brief licht ik u het belang van de gastvrijheidseconomie toe en ga ik nader in op de drie lijnen van mijn beleid. 2. De gastvrijheidseconomie: een belangrijke economische sector In Versterken en Veraangenamen vraagt Gastvrij Nederland aandacht voor het belang van de gastvrijheidseconomie voor de Nederlandse economie. 1 Sectorvisie Versterken en Veraangenamen, Gastvrij Nederland, April 2011 2 Kamervragen 4 mei 2011, kenmerk 2011Z08852/2011D23626; Kamervragen 10 mei 2011, kenmerk 2011Z09619; Kamervragen 26 mei 2011, kenmerk 2011Z11123; Kamervragen 6 juni 2011, kenmerk 2011Zl0588/2011D27895 3 Naar de top: de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid, Kamerstukken II, 2010 2011, 32637, nr. 1 Pagina 2 van 21

De totale economische betekenis van de gastvrijheidseconomie bedroeg in 2009 ruim 35 miljard euro, zo n 3% van het Bruto Nationaal Product. 4 In de sector zijn zo n 400.000 personen werkzaam, verspreid over zo n 50.000 bedrijven (met name MKB). De gastvrijheidseconomie is een sector met een gunstig toekomstperspectief. Door de verwachte wereldwijde groei van de welvaart zal het belang van de gastvrijheidseconomie in de nabije toekomst waarschijnlijk groeien. Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) verwacht dat het aantal internationale gasten dat ons land bezoekt in 2010 stijgt tot 14,25 miljoen 5. Ecorys heeft berekend dat de toeristische werkgelegenheid in dezelfde periode kan groeien met 60.000 à 70.000 banen 6. De gastvrijheidseconomie levert daarnaast een bijdrage aan het vestigingsklimaat. De sector draagt bij aan de quality of life, waardoor ons land aantrekkelijk wordt voor bedrijven, bewoners en bezoekers. Zoals Gastvrij Nederland stelt, is de sector daardoor randvoorwaardelijk voor de negen topsectoren, die het kabinet ondersteunt vanuit het nieuwe bedrijfslevenbeleid. Kenniswerkers uit binnen- en buitenland stellen per slot van rekening hoge eisen aan de kwaliteit van hun omgeving. Ons land is, ook vanuit een breder economisch perspectief, gebaat bij een goed toeristisch imago. 3. Meer ruimte voor Ondernemers Een van de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid is meer ruimte voor ondernemers. Dit kabinet gelooft in de kracht van ondernemers. Zij jagen innovatie aan, zorgen voor welvaart en werkgelegenheid en dragen bij aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Gastvrij Nederland vraagt in Versterken en Veraangenamen om meer ruimte en vertrouwen voor ondernemers. Het kabinet zet daar op in door vermindering van regeldruk voor alle bedrijven in Nederland. Daarnaast zet het kabinet in op sectorspecifieke regeldrukvermindering voor de gastvrijheidseconomie. Generieke Vermindering Regeldruk In Naar de Top heeft het kabinet de ambitie aangekondigd om de administratieve lasten voor bedrijven fors te verlagen: in 2012 een reductie van 10 procent ten opzichte van 2010, en na 2012 een jaarlijkse reductie van 5 procent. In deze brief kondigt het kabinet al een aantal voorbeelden aan van generieke regels die zij vereenvoudigt of schrapt, waarvan ook de gastvrijheidseconomie profiteert. Dit jaar voert het kabinet bijvoorbeeld Rijksbreed de inspectievakantie in en vereenvoudigt het kabinet het loonstrookje. 4 Kerncijfers Toerisme en Recreatie Editie 2010, NBTC 5 Destinatie Holland 2020: Toekomstvisie Inkomend Toerisme, NBTC, augustus 2008 6 Toerisme: De Banenmotor, Ecorys, 25 juni 2010 Pagina 3 van 21

Specifieke Vermindering Regeldruk Om de regeldruk in de gastvrijheidseconomie verder te verlichten, is EL&I vorig jaar in samenwerking met Gastvrij Nederland het project Vermindering Regeldruk en Toezichtslasten Toerisme en Recreatie gestart. Daarbij zijn knellende regelgeving en mogelijke oplossingsrichtingen geïnventariseerd. Op basis daarvan wordt nu een aantal prioritaire oplossingsrichtingen uitgewerkt. Ik noem u twee voorbeelden: De HORECA- en recreatiesector behoort tot de koploperbranches die eind dit jaar het Ondernemingsdossier willen invoeren. In de nieuwe Digitale Agenda.nl 7 is het Ondernemingsdossier als speerpunt opgenomen om regeldruk voor ondernemers te verminderen. Met het Ondernemingsdossier kan, gecombineerd met vereenvoudiging van gegevensuitwisseling in de keten, de regeldruk voor betrokken ondernemers met minimaal 15 procent worden teruggebracht. Alterra doet in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) een onderzoek naar de effecten van recreatie op de Natura 2000-doelen. Deze gegevens zullen worden benut bij het opstellen van de beheerplannen en bij de vergunningverlening voor recreatieve activiteiten in of nabij Natura 2000 gebieden, zodat recreatieondernemers sneller weten welke mogelijkheden er voor hun bedrijfsvoering zijn. Over de oplossingsrichtingen blijf ik met Gastvrij Nederland in gesprek. Daarnaast vraagt Gastvrij Nederland in Versterken en Veraangenamen om een goede wisselwerking tussen natuur en economie. De natuurwetgeving dient goede bescherming te bieden aan natuurdoelen, maar anderzijds ook voldoende ruimte te bieden aan ondernemers. Als opmaat voor de nieuwe Natuurwet heeft de Regiegroep Recreatie & Natuur, waarin de gastvrijheidseconomie vertegenwoordigd is, een position paper opgesteld: Meer Darwin, minder details; oproep voor een werkbaar en dynamisch natuurbeleid 8. In dit position paper geeft de Regiegroep Recreatie & Natuur in een vijftiental punten zijn visie op het samengaan van het recreatie- en natuurbeleid, waaronder Natura 2000. Zoals ik u heb gemeld in mijn brief van 23 februari 2011 9 bezie ik de mogelijkheden om de uitvoering van Natura 2000 te verbeteren, en knelpunten in de wetgeving op te lossen. De meeste door de Regiegroep geïdentificeerde punten worden meegenomen in het proces van de voorbereiding van de nieuwe Natuurwet, waarin de huidige Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet zullen samengaan. 7 Kamerstukken II, 2010 2011, 29515, nr. 331 8 Meer Darwin, Minder Natuur, Regiegroep Recreatie en Natuur, 12 oktober 2009 9 Kamerstukken II, 2010 2011, 62370 nr. 1 Pagina 4 van 21

4. Gerichte Holland Promotie In het Regeerakkoord heeft het kabinet aangekondigd dat het de overheidsfinanciën weer gezond wil maken. Ook het bedrijfsleven heeft daar baat bij. Een van de maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd is om 500 miljoen euro aan subsidies voor het bedrijfsleven te schrappen. De opbrengst daarvan wordt gebruikt voor belastingverlaging voor het bedrijfsleven. In dat kader zal ik ook de Rijksbijdrage aan het NBTC voor de bevordering van het inkomend toerisme herzien. EL&I stelt nu op jaarbasis 16,6 miljoen euro beschikbaar aan NBTC. Deze bijdrage zal ik in vier jaar afbouwen naar structureel 5,8 miljoen euro (vanaf 2015). Meer focus in de Holland Promotie Met de nieuwe Rijksbijdrage van 5,8 miljoen euro is het NBTC in staat om een compacte, gerichte organisatie in stand te houden voor de internationale marketing en congreswerving van Nederland. Ik stel mij voor dat het NBTC zich met de nieuwe Rijksbijdrage sterker gaat richten op de belangrijkste toeristische herkomstmarkten (zoals België en Duitsland) en bezoekerssegmenten (zoals stedenbezoekers en zakelijke bezoekers). Het NBTC werkt op dit moment aan een Strategisch Marketingplan voor 2012 2015. Uiterlijk eind dit jaar wil ik op basis daarvan nieuwe prestatieafspraken met het NBTC vastleggen. Het NBTC is deels publiek en deels privaat gefinancierd. Het NBTC zal voor de uitwerking van het Strategisch Marketingplan samenwerken met partners uit het bedrijfsleven en met regionale overheden. Het ligt voor de hand dat het NBTC daarbij, met het oog op de verminderde Rijksbijdrage, onderzoekt of het mogelijk is de relatieve bijdrage van deze partners aan haar begroting te verhogen. De partners van het NBTC dragen op dit moment jaarlijks ruim 40% bij aan de totale begroting. Holland Naturally 2012 Deze kabinetsperiode maak ik, bovenop de reguliere activiteiten van het NBTC, het internationale evenementjaar Holland, naturally 2012 mogelijk. Daarmee zal het NBTC de Nederlandse natuur en het daaraan verbonden toeristisch-recreatieve aanbod internationaal onder de aandacht te brengen, met als dragend evenement de Floriade. Het is de bedoeling dat dit evenement minimaal 150.000 unieke bezoekers naar Nederland trekt. Het NBTC werkt voor Holland Naturally samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Unie van Waterschappen, de Samenwerkende Nationale Parken en de Nederlandse Tuinbouwraad. 5. Gebiedsontwikkeling decentraal Dit kabinet kiest voor een decentralisatie van beleid voor natuur, toeristischrecreatieve gebiedsontwikkeling en regionale economie. Daarmee brengt het kabinet dit beleid zo dicht mogelijk bij de burger en ondernemer. Pagina 5 van 21

De hoofdlijnen hiervoor zijn opgenomen in het Regeerakkoord en het (voorlopige) Bestuursakkoord 2011-2015 tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en het Rijk. Een nadere uitwerking van de decentralisatie van dit beleid zal worden opgenomen in een deelakkoord. Onderdelen daarvan zijn afspraken over de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur, de afronding van het beleid inzake recreatiegebieden rond de stad en afspraken over de decentralisatie van verantwoordelijkheden en middelen over de overige doelen in het Investeringsbudget Landelijk Gebied, waaronder de landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen. In lijn met de decentralisatie en de bezuinigingen uit het Regeerakkoord zal EL&I ook de structurele bijdrage aan het Kenniscentrum Recreatie (KCR) vanaf 2012 tot 2014 afbouwen. Op basis van deze beslissing en de economische krapte bij andere (potentiële) opdrachtgevers, heeft het KCR besloten zich zelf op te heffen. Het KCR heeft de afgelopen jaren binnen en buiten de gastvrijheidseconomie een goede naam opgebouwd. Het KCR zal zich de komende tijd inspannen om haar kennis en netwerk zo goed mogelijk over te dragen aan haar partners. De nieuwe Rijksrol ten aanzien van toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling is om de nationale wettelijke kaders te stroomlijnen in de nieuwe Wet Natuur. Zoals in paragraaf 3 aangegeven, is een goed evenwicht tussen de bescherming van natuur enerzijds en voldoende ruimte voor ondernemers anderzijds, van belang. 6. Conclusie De gastvrijheidseconomie is een belangrijke economische sector. In deze brief heb ik u toegelicht hoe ik deze sector gericht zal ondersteunen. Daarvoor zet ik in op de drie geschetste lijnen: meer ruimte voor ondernemers, een gerichte Holland Promotie met minder Rijksfinanciering en meer ruimte op decentraal niveau voor toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling. Pagina 6 van 21

Bijlage Beantwoording vragen over de Gastvrijheidseconomie 2011Z08852/2011D23626 1. Kan de staatssecretaris een reactie geven op de sectorvisie Versterken en Veraangenamen van Gastvrij Nederland? Ja, deze brief is mijn reactie. 2. Kan de staatssecretaris een reactie geven op de position paper Meer Darwin, minder details van de Regiegroep recreatie en natuur? In dit position paper 10 geeft de Regiegroep Recreatie & Natuur in een vijftiental punten zijn visie op het natuurbeleid, in het bijzonder Natura 2000. Zoals ik u heb gemeld in mijn brief van 23 februari 2011 11 bezie ik de mogelijkheden om de uitvoering van Natura 2000 te verbeteren en knelpunten in de wetgeving op te lossen. De gedachten zoals weergegeven in het position paper zullen daarbij ook zeker de aandacht krijgen. 3. Hoe staat het met de ontwikkeling van de MKB-toets bij nieuwe (natuur)wetgeving die werd toegezegd door de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie tijdens het algemeen overleg Regeldruk op 10 februari 2011? De MKB-toets is integraal onderdeel van de bedrijfseffectentoets (BET). De eerste twee vragen van de BET luiden: 'voor welke categorieën bedrijven heeft de ontwerp-regelgeving mogelijk bedrijfseffecten?' en 'hoeveel bedrijven worden daadwerkelijk met de ontwerp-regelgeving geconfronteerd?'. Als het voorstel in kwestie gevolgen heeft voor het MKB dan wordt dat dus meteen duidelijk; daardoor is ook meteen de focus van de rest van de toets gericht op het MKB. Een BET moet bij ieder substantieel voorstel gedaan worden, dus ook bij (nieuwe) vereenvoudigde natuurwetgeving. 4. Kan de staatssecretaris een reactie geven op het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) over krimp en dan met name over de rol die de recreatiesector kan spelen bij het opvangen van de gevolgen van bevolkingskrimp? Is de staatssecretaris het met de SER eens dat juist in deze gebieden er grote kansen liggen om ruimte te bieden voor innovatieve recreatieondernemers? Welke concrete stappen wil de staatssecretaris ondernemen om innovatieve recreatieondernemers te faciliteren, bijvoorbeeld door te gaan werken met experimenteerruimte? 10 Meer Darwin, Minder Natuur, Regiegroep Recreatie en Natuur, 12 oktober 2009 11 Kamerstukken II, 2010 2011, 62370 nr. 1 Pagina 7 van 21

De kabinetsreactie op het rapport van de Sociaal Economische Raad (SER) over krimp zal, gecombineerd met de Voortgangsrapportage Bevolkingsdaling, tegen de zomer door minister Donner en mij worden aangeboden aan uw Kamer. Ik verwijs u hier graag naar. De SER ziet de gastvrijheidseconomie in krimpgebieden zowel als economische motor als drager van ruimtelijke kwaliteit. Toerisme en recreatie kunnen mogelijk kansen bieden voor de instandhouding van het voorzieningenniveau. Dit beschouw ik vooral als een gezamenlijke opgave voor de gastvrijheidseconomie en de regio s zelf. Diverse krimpregio's zijn ook aan de slag met dit thema. Overigens is nog wel meer inzicht nodig in de wijze waarop die mogelijke economische, ruimtelijke en sociale meerwaarde van recreatie en (zorg)toerisme voor krimp- en anticipeergebieden kan worden verzilverd. Ik heb dit thema opgenomen in de EL&I Kennisagenda Bevolkingsdaling. 5. Het Ondernemingsdossier recreatie kan een grote stap betekenen voor de regeldrukvermindering in de sector. Kan de staatssecretaris er voor zorg dragen dat de diverse landelijke toezichthouders die voor de sector van belang zijn aansluiten op dit systeem? Eén van de essentiële functies van het Ondernemingsdossier is dat de onderneming hierin actuele nalevingsinformatie digitaal aan toezichthouders beschikbaar kan stellen. Hiervoor is het inderdaad van groot belang dat de relevante toezichthouders aansluiten en hiervan gebruik gaan maken. Het is een nieuw concept en daarvoor moeten goede afspraken gemaakt worden tussen de branches en verschillende overheden, waaronder betrokken landelijke toezichthouders als de Belastingdienst, nvwa of Arbeidsinspectie. Bijvoorbeeld over de documenten die digitaal beschikbaar moeten zijn om minder inspecties ter plekke te hoeven uitvoeren. De minister van EL&I neemt daarom ook het initiatief om deze partijen bij elkaar aan tafel te brengen, zodat er spijkers met koppen geslagen kunnen worden. Het Ondernemingsdossier wordt van de ondernemers zelf. Ik ben er daarom ook van overtuigd dat de direct belanghebbende branches hierin zeker hun rol zullen pakken. 6. Kan de staatssecretaris er zorg voor dragen dat nieuwe wetgeving (Natuurwet, Omgevingswet) zo wordt opgeleverd dat deze aansluit op het Ondernemingsdossier? De bij het Ondernemingsdossier betrokken branches vinden het vooral van belang dat er een koppeling gemaakt kan worden met zogenaamde regelhulpen. Een regelhulp is een slimme, geautomatiseerde uitleg welke wettelijke eisen op de ondernemer van toepassing zijn en wat hij moet doen om aan deze regels te voldoen. Daarmee wordt de toegevoegde waarde van het Ondernemingsdossier nog eens extra vergroot. Daarom is in de recent verschenen Digitale Agenda.nl ook opgenomen dat het kabinet gaat onderzoeken hoe en onder welke voorwaarden regelhulp voor ondernemers breed kan worden ingevoerd. 7. Er lopen veel initiatieven gericht op de bevordering van betrouwbare kengetallen over de recreatiesector. Op dit moment is er informatie bij Pagina 8 van 21

ondermeer universiteiten, kenniscentra, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Is de staatssecretaris het ermee eens dat een integrale kennisinfrastructuur van groot belang is voor de recreatiesector en is de staatssecretaris het ermee eens dat de Rijksoverheid hier ook een belangrijke regierol heeft? Gastvrij Nederland noemt betrouwbare kengetallen als één van de prioriteiten in Versterken en Veraangenamen. Ik zal nader in overleg gaan met Gastvrij Nederland welke verbetering volgens haar noodzakelijk is ten opzichte van de huidige informatievoorziening. Er is immers al veel onderzoek en cijfermateriaal over de gastvrijheidseconomie beschikbaar. 8. Kan de staatssecretaris ingaan op de geplande bezuiniging op bestemmingspromotie voor Nederland? Ja, zie paragraaf 4 van deze brief. 9. De verhoging van het lage Btw-tarief zal in de grensregio s zoals Twente, Limburg en Zeeland hard aankomen. Kan de staatssecretaris inzicht geven in de gevolgen die het verhogen van het lage Btw-tarief in de recreatiesector heeft voor de internationale concurrentiepositie van de sector, voor zowel de grensregio s als ook voor de internationale concurrentiepositie van de stad Amsterdam als toeristische bestemming? Kan de staatssecretaris inzicht geven in de gevolgen die een verhoging heeft voor het aantal bezoekers aan Amsterdam? 20. De verhoging van het lage Btw-tarief zal ook in grensregio s zoals Drenthe hard aankomen. Kan de staatssecretaris inzicht geven in de gevolgen die het verhogen van het lage Btw-tarief heeft voor de internationale concurrentiepositie van Nederland als vakantieland en voor de recreatiebestemming in het bijzonder? De optie om het lage BTW-tarief te verhogen is onderdeel van de Fiscale agenda 12 van het kabinet. Hierin stelt het kabinet voor om de discussie met de Kamer aan te gaan over de mogelijkheden om de belasting op arbeid te verlagen en de belasting op consumptie te verhogen, bijvoorbeeld via een verhoging van het lage BTW-tarief. De staatssecretaris van Financiën heeft de Fiscale agenda op 6 juni jl. tijdens een Algemeen Overleg met Uw Kamer besproken. Naarmate de contouren van de uitwerking van de agenda -ook op het gebied van de BTW- meer concreet worden, zal ook het nodige vervolgonderzoek worden gedaan naar de effecten van een schuif van belasting op arbeid naar consumptie. Het kabinet stelt voor eerst de dialoog ten principale te voeren en daarna te bezien welke effecten in beeld moeten worden gebracht. 12 Kamerstukken II, 2010 2011, 32740 nr. 1 Pagina 9 van 21

10. Is de staatssecretaris bereid om een analyse te maken waarom de gastvrijheidseconomie zich in sommige regio s sterk ontwikkelt en waarom in andere niet? Wat zijn de succesfactoren en wat zijn de valkuilen? Een dergelijke analyse beschouw ik als de verantwoordelijkheid van de regionale overheden en de sector zelf. Regionale overheden en de sector zelf zijn goed in staat om de sterke en zwakke kanten van de regionale gastvrijheidseconomie in kaart te brengen. 11. Welke concrete stappen wil de staatssecretaris ondernemen om innovatieve recreatieondernemers te faciliteren, bijvoorbeeld door te gaan werken met experimenteerruimte? Bij experimenteerruimte krijgen bedrijven (of burgers of professionals of medeoverheden) de ruimte om (tijdelijk) bestaande regelgeving onder voorwaarden buiten werking te stellen om met behoud van het doel van de wetgeving te komen tot bijvoorbeeld innovatieve projecten of een vermindering van de regeldruk. Dit kabinet staat positief ten opzichte van experimenteerruimte. Op dit moment wordt, op basis van buitenlandse voorbeelden en op basis van al in Nederland mogelijke experimenten, onderzocht hoe deze experimenteerruimte het beste vorm kan krijgen. 12. Streekproducten worden steeds belangrijker als bijdrage aan duurzame ontwikkeling, verbreding van de landbouwsector en het versterken van het toeristisch aanbod van een regio. De Drank- en horecawet zorgt echter voor ongedachte effecten ten aanzien van de distributie van zwakalcoholische streekproducten. Is de staatssecretaris bereid om te onderzoeken hoe deze negatieve effecten op korte termijn kunnen worden weggenomen? Zwak-alcoholhoudende streekproducten vallen onder de algemene definitie van zwak-alcoholhoudende drank, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet. Derhalve dient bij de verkoop en de distributie van dergelijke streekproducten voor gebruik elders dan ter plaatse te zijn voldaan aan de eisen als gesteld in artikel 18 van de Drank- en Horecawet. Voor de verkoop van zwakalcoholhoudende streekproducten tijdens braderieën en jaarmarkten geldt een aangepast regime. De VWA heeft in 2005 een aanwijzing gekregen van de toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om geen boetes op te leggen voor niet-naleving van het uit artikel 18 Drank- en Horecawet voortvloeiende verbod op de verkoop van zwak alcoholhoudende streekproducten voor gebruik elders dan ter plaatse op jaarmarkten, braderieën en dergelijke 13. Op grond van deze aanwijzing is er sprake van een gedoogbeleid voor marktkramen binnen de setting van braderieën en jaarmarkten. Overigens is deze aanwijzing aan de VWA gegeven naar aanleiding van een motie die in november 2005 is aangenomen door uw Kamer 14. 13 Kamerstukken II, 2005 2006, 30300 XVI, nr. 104 14 Kamerstukken II, 2005 2 6, 30300 XVI, nr. 41 Pagina 10 van 21

13. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris voor de gastvrijheidseconomie om aan te sluiten bij het topsectorenbeleid van dit kabinet? Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris op het gebied van tuinbouw, creatieve industrie, water en logistiek? Zoals ik in paragraaf 2 heb aangegeven, is de gastvrijheidseconomie randvoorwaardelijk voor de negen topsectoren. De gastvrijheidseconomie levert immers een belangrijke bijdrage aan het vestigingsklimaat. 14. Wat is de stand van zaken en wat zijn de acties in 2011 op het terrein van de volgende onderwerpen? a. De internationale promotie van Nederland in het buitenland Het NBTC heeft in 2011 een subsidie van 16,6 miljoen euro ontvangen voor de internationale marketing en congreswerving van Nederland in het buitenland. Daarmee wordt een groot aantal activiteiten geïnitieerd, gericht op het aantrekken van buitenlandse bezoekers naar ons land. Voorbeelden zijn de meerjarige Citybreak Campagne, een Kustcampagne, het themajaar Dutch DNA (www.dutchdna2011.nl) en de voorbereiding van bids voor internationale congressen. Het NBTC streeft met haar activiteiten naar een marktaandeel van 12,7% in het totaal aantal internationale aankomsten in België, Denemarken, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk ultimo 2011. Voor de deelname aan internationale congressen streeft NBTC naar een marktaandeel van 19% in het totaal van de internationale congressen in België, Denemarken, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. b. Het subsidiecontract met het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) Het huidige subsidiecontract met het NBTC heeft een looptijd tot eind 2011. In paragraaf 4 van deze brief heb ik u bericht over de voortzetting van deze relatie vanaf 2012. c. De organisatie van grote, internationaal aansprekende Holland Events (o.a. Holland Art Cities en Holland Naturally). EL&I heeft de evenementen Holland Art Cities en Holland Naturally mogelijk gemaakt. Holland Art Cities was een gezamenlijk project van EL&I, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NBTC, tien topmusea, de vier grootste steden en hun marketingorganisaties en de Provincie Utrecht. Samen hebben deze organisaties onder de slogan de meeste kunst per km2 wereldwijd ons culturele aanbod internationaal onder de aandacht gebracht. De initiatie en coördinatie van dit evenementenjaar lag bij het NBTC. Pagina 11 van 21

Het evenementenjaar is in 2009 gestart en liep tot maart 2011. Na 1,5 jaar had Holland Art Cities 230.000 al bezoekers getrokken die speciaal voor de Art Cities tentoonstellingen naar Nederland waren gekomen. Daarmee is de doelstelling van het evenement 150.000 tot 200.000 extra buitenlandse bezoekers behaald. In 2012 initieert het NBTC het internationaal evenementjaar Holland, naturally 2012. Holland Naturally heeft als belangrijkste doelstelling om structureel en op een duurzame wijze de Nederlandse natuur en het aan de Nederlandse natuur verbonden toeristisch-recreatieve aanbod te ontsluiten en te vermarkten. De belangrijkste kernmarkten voor Holland, naturally zijn Nederland, Duitsland en België. Het is de bedoeling dat dit evenement ook minimaal 150.000 unieke bezoekers naar Nederland trekt. Het NBTC werkt voor Holland, naturally samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Unie van Waterschappen, de Samenwerkende Nationale Parken en de Nederlandse Tuinbouwraad. d. Internationale Congreswerving Ondanks een dalende zakelijke markt heeft Nederland zich in 2009 weten te handhaven op de congres- en meeting markt. In totaal hebben er 694 internationale congressen in Nederland plaatsgevonden, 6% meer dan in 2008. De cijfers over 2010 worden in juli a.s. bekend. Op dit moment heeft NBTC 34 congressen in behandeling voor een mogelijke kandidaatstelling. Zeer recent nog is het World Computer Congress gewonnen voor Nederland. Dit wetenschappelijke congres wordt georganiseerd door de International Federation for Information Processing en vindt plaats in 2012 in Amsterdam. De bijeenkomst zal zo n 1000 deelnemers gaan trekken met een economische waarde van een kleine miljoen euro. Van 20-23 juni 2011 zal in Amsterdam het World Conference on Physical Therapy plaatsvinden. Dit congres is in 2006 met behulp van het NBTC gewonnen. Voor dit congres worden zo n 3.500 deelnemers verwacht met een economische waarde van ruim 3 miljoen euro. e. Regeldrukvermindering volgend uit het Europees Toerismebeleid. Over het Nederlandse standpunt ten aanzien van het Europese toerismebeleid bent u vorig jaar geïnformeerd. 15 In het Europese toerismebeleid is regeldrukvermindering geen apart aandachtspunt. 15. Welk resultaat heeft de verstevigde samenwerking van de Economische Voorlichtingsdienst (EVD) en het NBTC op de opkomende markten (BRIC)? Het NBTC werkt vanaf 2009 samen met de EVD op de opkomende markten China en India. In deze landen zijn de doelstellingen van de toeristische Holland Promotie van het NBTC en de economische Holland Branding van de EVD 15 Kamerstukken II, 2010 2011, 22212 nr. 1048 Pagina 12 van 21

overlappend: het vergroten van de algemene naamsbekendheid van Nederland. Ook de doelgroep waarop EVD en NBTC zich richten komt op deze markten overeen: het is de zakelijke elite in deze landen die beslist over de plaats voor nieuwe vestigingen in Europa, die zich buitenlandse vakanties kan veroorloven en die beslist over im- en export. De EVD en het NBTC hebben zich in dit kader op verschillende evenementen samen gepresenteerd, zoals tijdens de World Expo 2010 in Shanghai, de filmbeurs FICCI Frames 2010 in Mumbai en het WK Hockey 2010 in New Delhi. 16. Wat heeft de inventarisatie regeldruk vrijetijdssector in samenwerking met Gastvrij Nederland opgeleverd? Zie paragraaf 3 van deze brief. 17. Wat is de stand van zaken met betrekking tot vernieuwings- en verduurzamingsprojecten, waaronder EDEN (Award duurzaam toerisme Europese Commissie) en regionale beeldverhalen? Vanuit de Toerismebrief heb ik verschillende vernieuwings- en verduurzamingsprojecten mogelijk gemaakt, waaronder de EDEN Award en regionale beeldverhalen. De EDEN Award is een prijsvraag van de Europese Commissie voor opkomende toeristische bestemmingen. Ieder jaar staat een ander thema centraal. Dit jaar is het thema toerisme en de herbestemming van lokaal erfgoed. In het totaal hebben 45 Nederlandse bestemmingen meegedongen naar de Award, waarvan ik de winnaar op 19 mei jl. bekend heb gemaakt: de voormalige dwangkolonie Veenhuizen te Drenthe. In deze bestemming werken verschillende partijen intensief samen om het rijke erfgoed her in te richten en de gastvrijheidseconomie aldaar te ontwikkelen. Veenhuizen zal later dit jaar tijdens een Europese ceremonie worden gehuldigd. De Europese Commissie beslist waarschijnlijk later dit jaar over de voortzetting van de EDEN Award vanaf 2012. Met het Kennisprogramma Regionale Beeldverhalen ondersteunt de Stichting Innovatie Recreatie en Ruimte (STIRR) ondernemers en overheden bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve gebiedsvisies. Daarbij schetsen zij samen een toekomstbeeld voor de regio met een herkenbare regionale identiteit. De regionale beeldverhalen verbinden de ruimtelijke kwaliteit van een gebied, de aanwezige natuur-, landschaps- en cultureel historische waarden en de economische ontwikkelingskansen voor de sector. Binnen het Kennisprogramma werkt de STIRR samen met haar partners vijf pilots uit: Bossen van Bezinning (Noord-Brabant), Friese Meren (Friesland), Parkstad Limburg (Limburg), Dijk van een Delta (Gelderland, Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland) en de Veluwe (Gelderland). Het Kennisprogramma heeft een looptijd tot 2012. Pagina 13 van 21

18. Er is nu één departement voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie: hoe verloopt op dit moment de coördinatie tussen enerzijds recreatie en anderzijds toerisme binnen dit samengevoegde departement? Hoe en op welke dossiers wordt samengewerkt met de overige departementen? Het feit dat er één departement integraal verantwoordelijk is voor de gastvrijheidseconomie zal de stroomlijning van de besluitvorming ten aanzien van deze sector ten goede zal komen. Verschillende onderdelen van mijn departement werken daarvoor reeds intensief samen. Waar nodig worden daarbij andere departementen betrokken, zoals bij de vermindering van administratieve lasten en regeldruk of bij toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling. 19. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de volgende initiatieven? a. Product Markt Partner Combinatie Holland Watersports Het NBTC heeft op 1 maart is de Watersport-campagne Holland, waar water je beweegt gelanceerd. Doelstelling van deze campagne is om het aantal watersportbezoekers uit België en Duitsland te laten groeien. Partners binnen deze campagne zijn de provincies Friesland, Zuid- en Noord-Holland, Flevoland en Zeeland en de HISWA. De instrumenten die ter promotie zullen worden ingezet zijn o.a. een website, social media, PR, tv en evenementen zoals de Hafenfeste in Duitsland. De eerste activiteiten zijn inmiddels van start gegaan. Over voortzetting van de campagne vanaf 2012 zal het NBTC nader beslissen. b. Ondernemer wordt natuurgastheer. Ik vind het heel belangrijk dat de relatie tussen ecologie en economie wordt versterkt. Natuur is er voor de mensen, maar de mensen zijn er ook voor de natuur. De recreatiesector en de natuurorganisaties spelen hierin een belangrijke rol. Een behoorlijk aantal Nederlandse recreatiebedrijven heeft belang bij de omliggende natuur en is bijvoorbeeld actief als gastheer van een naburig nationaal park of investeert door bedrijfsnatuurplannen op te stellen en uit te voeren. Dit vergroot het draagvlak voor natuur en het biedt kansen voor recreatieondernemers. Om deze gedachte verder gestalte te geven lopen meerdere initiatieven. Ik noem er een paar. Rond Nationale Parken worden cursussen gegeven om ondernemers meer kennis te bieden over het gebied zodat ze meer als gastheer voor dat gebied kunnen optreden. Het Innovatieprogramma Recreatie en Ruimte stimuleert recreatieondernemers om zowel duurzaam te ondernemen als een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving. Het Kenniscentrum Recreatie heeft onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de vijf grote zoogdieren in de Nederland, de big five, onder de aandacht te brengen van een breder publiek dan de gebruikelijke natuurliefhebber. Pagina 14 van 21

c. Een centrale database voor de gehele toeristische sector Vanuit de Toerismebrief heb de ik Nationale Databank Toerisme, Recreatie en Cultuur (NDTRC) mogelijk gemaakt. Deze ICT databank is een initiatief van VVV Nederland en voedt de websites en andere interactieve informatiedragers van individuele VVV s en Regionale Bureaus voor Toerisme (RBT s) met informatie over toerisme, recreatie en cultuur. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gegevens over verblijfsaccommodaties, attracties, evenementen en kunsttentoonstellingen. De NTRC is sinds 2010 operationeel en wordt nu uitgerold over de verschillende gebruikers. De VVV s / RBT s uit Noord-Holland inclusief Amsterdam, Zuid- Holland, Flevoland, Gelderland, Utrecht, en Midden Limburg zijn al actieve gebruikers. Met de VVV s / RBT s uit Groningen, Noord-Brabant en Zeeland zijn daarnaast afspraken gemaakt. Ook met VVV s in andere provincies vinden gesprekken over aansluiting plaats. De NDTRC is er niet alleen voor de VVV s / RBT s. Ook het Nederlands Uitbureau neemt deel aan de NDTRC. Andere partijen waarmee gesprekken plaatsvinden over samenwerking zijn bijvoorbeeld RECRON, Staatsbosbeheer en Bed & Breakfast Nederland. 20. Wat is de visie van het kabinet op de volgende zaken? a. Toeristenbelasting 23. Bij officiële berekeningen wordt toeristenbelasting vaak niet als een locale last meegewogen. Kan de staatssecretaris ingaan op de disproportionele verhoging van de toeristenbelasting? 24. Gaat het kabinet de toeristenbelasting meenemen bij de officiële berekeningen van de stijgingen van de lokale lasten? Op grond van de gemeentewet mogen gemeenten toeristenbelasting heffen ter zake van het verblijf van personen die niet als ingezetene staan ingeschreven. De opbrengst van deze belasting vloeit in de algemene middelen. Het is vervolgens aan de gemeente om te bepalen hoeveel er wordt besteed aan toeristische voorzieningen en het gebruik van toeristen van de gemeentelijke voorzieningen. Dit is onderdeel van de lokale autonomie. De gemeenten zijn vrij in het te stellen tarief. Dit is wettelijk verankerd. Over de tarieven van de toeristenbelasting wordt besloten in de gemeenteraad, als democratisch gelegitimeerd orgaan van de gemeente. Een dergelijk besluit hoort daar ook thuis, omdat men daar de lokale situatie het beste kent. Hoewel een deel van de gemeenten recent de toeristenbelasting heeft verhoogd, is een beperking van de tariefstijging is in mijn ogen niet nodig. De werking van het democratisch proces is daarvoor een voldoende waarborg. De toeristenbelasting betreft geen last voor de lokale bevolking. Het is immers een belasting die wordt geheven van personen die geen inwoner zijn van de gemeente, vaak zelfs ook niet van het land. Daarom blijft de toeristenbelasting buiten het lastenbeeld zoals dat wordt gepubliceerd. Wel zijn de cijfers omtrent toeristenbelasting terug te vinden in onder meer de Monitor inkomsten lokale heffingen van het Rijk en de Atlas van de lokale lasten die het Centrum voor Pagina 15 van 21

onderzoek naar de economie van lokale overheden publiceert. Hoewel de toeristenbelasting dus niet als zodanig in de berekeningen van lokale lasten wordt opgenomen, kunnen de cijfers hierover wel vrij eenvoudig worden teruggevonden in officiële publicaties. 20. Wat is de visie van het kabinet op de volgende zaken? b. Internationale concurrentiepositie van de sector, specifiek voor de grensgebieden, indien het lage Btw-tarief verhoogd wordt. Zie mijn antwoord op vraag 9. c. Problematiek rondom de opzegging van standplaatsovereenkomsten (verlies aan recreatiestandplaatsen en particulier vermogen) Standplaatsovereenkomsten komen tot stand tussen huurder en verhuurder en zijn een privaatrechtelijke aangelegenheid. Als het eenzijdig opzeggen van een standplaats leidt tot schade bij de wederpartij, bestaat voor deze partij de mogelijkheid zich tot de burgerlijke rechter te wenden. In veel gevallen zijn daarnaast ook de algemene voorwaarden van de Recron van toepassing en kan een geschil worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Recreatie. 21. Welke gevolgen verwacht de staatssecretaris voor de voorgenomen bezuiniging op het NBTC voor de toerismesector en Nederland als vakantiebestemming (daarbij ook meegenomen het effect van NBTC in zijn algemeenheid)? Het is moeilijk om aan te geven welke invloed de bezuiniging exact heeft op ontwikkeling van Nederland als vakantiebestemming. Het aantal bezoekers aan ons land hangt immers niet alleen af van Holland Promotie, maar hangt in sterke mate ook samen met de ontwikkeling van de wereldwijde reismarkt of het aantal vliegverbindingen met Nederland. De ontwikkelingen in dat verband zijn gunstig. 26. Kan de staatssecretaris een overzicht geven van de cijfers en trends in verschuivingen binnen de openluchtrecreatie en kampeersector van de afgelopen 15 jaar? Informatie over trends in openluchtrecreatie en kampeersector is te vinden in diverse rapportages. Recent (in april) heeft het SCP het rapport Eropuit! uitgebracht. In dit rapport is gekeken naar de ontwikkelingen van de uithuizige vrijetijdsbesteding in de afgelopen dertig jaar. Daarbij is ook gekeken naar de openluchtrecreatie. Een van de conclusies is dat de mensen gemiddeld drie uur per week minder vrije tijd kregen maar dat het aantal uren dat men buitenshuis doorbracht, gelijk bleef. Wandelen en fietsen zijn al sinds jaren de belangrijkste openluchtrecreatieve activiteiten. Het aantal recreatieve wandeltochten van langer dan een uur schommelt de laatste jaren rond de 410 miljoen per jaar, het aantal recreatieve Pagina 16 van 21

fietstochten rond de 200 miljoen (bron Continu Vrijetijdsonderzoek). Voor meer informatie zie: www.monitorvrijetijdentoerisme.nl Nederland telt ongeveer 2.300 campings met rond 725.000 slaapplaatsen. Het aantal overnachtingen op campings bedraagt jaarlijks ongeveer 21 miljoen. Deze cijfers zijn de afgelopen 10 jaar vrij stabiel. Het aantal slaapplaatsen op 843 huisjesterreinen in Nederland bedroeg in 2009 ongeveer 226.500. In het jaar 2000 waren dat ongeveer 182.600 slaapplaatsen op 711 huisjesterreinen. Het aantal overnachtingen op huisjesterreinen bedraagt gemiddeld 27,5 miljoen per jaar. Dit laatste cijfer bleef vrij stabiel in de afgelopen 10 jaar (bron CBS). Voor meer informatie zie: www.monitorvrijetijdentoerisme.nl. 27. Welk oppervlakte (in hectare) is er in gebruik voor ecotoerisme bij de boer waarbij terreinen in de winter niet permanent worden bewoond en hoeveel is hiervoor gereserveerd in ruimtelijke plannen? Kunt u dit per provincie aangeven? 28. Welk oppervlakte (in hectare) is er in gebruik voor langkampeerders en hoeveel is er gereserveerd in ruimtelijke plannen? Kunt u dit per provincie aangeven? 29. Welk oppervlakte (in hectare) is er in gebruik voor chaletparken en hoeveel gereserveerd in ruimtelijke plannen? Kunt u dit per provincie aangeven? 30. Welk oppervlakte (in hectare) is er in gebruik voor pretparken en hoeveel gereserveerd in ruimtelijke plannen? Kunt u dit per provincie aangeven? 31. Hoeveel van bovenstaande terreinen ligt binnen het beschermingsregime van de Ecologische Hoofdstructuur dan wel Natura 2000? Deze gegevens zijn mij niet bekend. Er zijn wel gegevens over aantallen campings, maar er is geen onderscheid gemaakt naar soorten campings. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de provincies. Ik kan dan ook niet aangeven in hoeverre deze campings binnen het beschermingsregime van de EHS dan wel Natura 2000 zijn gelegen. 32. Kan de staatssecretaris ingaan op de ruimtelijke inpassing van recreatieparken? Wat is zijn antwoord op de intensivering en verstedelijking als gevolg van deze pretparken? Het gemeentelijke bestemmingsplan is het instrument dat bepaalt hoe wordt omgegaan met een dergelijke verstedelijking en intensivering van het ruimtegebruik. Gemeenten maken zelf de belangenafweging op dat gebied. Dat geldt ook voor de ruimtelijke inpassing van de recreatieparken: ook daar is het de gemeente die door middel van bestemmingsplannen of vergunningsvoorschriften richtinggevend kan optreden. Vanzelfsprekend dient de gemeente daarbij rekening te houden met de eisen die op grond van het nationaal ruimtelijk beleid (c.q. de actualisering daarvan in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte) en de bijbehorende AMvB gelden. Pagina 17 van 21

33. Kan de staatssecretaris ingaan op de stand van zaken met betrekking tot toezicht en handhaving op het gebied van permanente bewoning van recreatieparken en de uitvoering van het gedoogbeleid? Het specifiek benoemen van de functies van gebieden en terreinen is een bevoegdheid van de gemeente. Dat betekent ook dat toezicht op en handhaving van de naleving van die bepalingen een verantwoordelijkheid van een gemeente is. Elke gemeente maakt daarbij zijn eigen afweging. Alleen voor onrechtmatige permanente bewoners van recreatiewoningen wil het kabinet hierop een eenmalige uitzondering maken, middels een wetsvoorstel van de minister van Infrastructuur en Milieu dat nu ter behandeling bij de Eerste Kamer voor ligt en dat het volgende inhoudt: Onrechtmatige permanente bewoners van recreatiewoningen die aantoonbaar sinds uiterlijk 31 oktober 2003 onrechtmatig hun recreatiewoning bewonen, kunnen een vergunning om te blijven wonen aanvragen bij hun gemeente. Dit wetsvoorstel wordt gezien als sluitstuk van de rijksbemoeienis met dit onderwerp. 34. Is de staatssecretaris beleid tot evaluatie van de positieve en negatieve effecten van het afschaffen van de Kampeerwet? 35. Heeft de staatssecretaris overwogen om in de wet openluchtrecreatie het instrumentarium zoals voorgesteld destijds door staatssecretaris Faber te implementeren? Zo nee, waarom niet? De Kampeerwet is in 1995 overgegaan in de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR). De WOR is in de periode 2005 2008 gefaseerd afgeschaft. De verantwoordelijkheid voor het kampeerbeleid is daarbij overgaan naar de gemeenten. In 2009 heeft toenmalig minister Verburg een evaluatie laten uitvoeren naar het Gemeentelijk kampeerbeleid na intrekking WOR en de Kamer geïnformeerd over de resultaten. Ik zie geen aanleiding nu opnieuw een evaluatie uit te laten voeren. 2011Z09619 1. Heeft u kennisgenomen van het artikel NBTC vreest voor Nederland als vakantieland? Ja. 2. Welk belang hecht u aan de Nederlandse gastvrijheidssector en aan Nederland als bestemming voor toeristen en zakelijke bezoekers? Ik hecht daar veel belang aan. Zoals ik in paragraaf 2 van deze brief aangeef, is de gastvrijheidseconomie een belangrijke pijler van onze economie. Daarnaast levert de sector een belangrijke bijdrage aan het vestigingsklimaat. Pagina 18 van 21

3. Deelt u de mening dat deze sector bijna volledig bestaat uit ondernemingen uit het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) en van groot economisch belang is qua omzet en werkgelegenheid? Ja. 4. Is het waar dat u substantieel wilt bezuinigen op de rijksbijdrage aan de door het NBTC georganiseerde collectieve promotie van Nederland recreatieve en zakelijke bestemming? Het kabinet heeft in het Regeerakkoord aangekondigd 500 miljoen euro aan subsidies voor het bedrijfsleven te schrappen. Zoals ik in paragraaf 4 van deze brief aangeef, zal ik in dit kader ook de Rijksbijdrage aan het NBTC voor de bevordering van het inkomend toerisme herzien. Op jaarbasis blijf ik vanaf 2015 structureel 5,8 miljoen euro investeren in het NBTC. Ik stel mij voor dat het NBTC zich met deze bijdrage sterker gaat richten op de belangrijkste toeristische herkomstmarkten (zoals België en Duitsland) en bezoekerssegmenten (zoals stedenbezoekers en zakelijke bezoekers). 5. Zo ja, hoeveel bedraagt de bezuiniging in euro s en procenten van de huidige Rijksbijdrage? EL&I stelt nu op jaarbasis 16,6 miljoen euro beschikbaar aan NBTC. Dit bedrag zal in vier jaar worden afgebouwd naar 5,8 miljoen euro vanaf 2015. Dit betreft een vermindering van 65%. 6. Komt de voorgestelde bezuiniging voort uit onvrede met de prestaties van het NBTC? De voorgestelde bezuiniging is onderdeel van de bredere bezuinigingsopgave van het Rijk om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen. 7. Vindt u de omvang van de bezuiniging in overeenstemming met de waarde die het kabinet zegt te koppelen aan ondernemerschap, export en internationale handel? Er blijft vanaf 2015 structureel 5,8 miljoen euro beschikbaar voor het NBTC. Ik ben van mening dat het NBTC met dit bedrag in staat om een compacte, gerichte organisatie in stand te houden voor de marketing en congreswerving van de bestemming Nederland, en zo afdoende kan bijdragen aan de ambities van het kabinet op het gebied van ondernemerschap, export en internationale handel. 8. Deelt u de vrees dat met de aangekondigde bezuiniging een veel groter bedrag aan (belasting) inkomsten verloren gaat? Deelt u de vrees dat Nederland er dus per saldo op achteruit door gaat? Zie vraag 21. Pagina 19 van 21

9. Welke gevolgen denkt u dat de bezuiniging heeft voor de bijdrage vanuit het bedrijfsleven aan de collectieve promotie? Is uw inschatting dat de bedrijven uit de sector de verlaging van de bijdrage zullen compenseren? Het is aan de sector zelf om daarover te beslissen. Ik kan me voorstellen dat het NBTC ernaar streeft de relatieve bijdrage van haar partners aan haar begroting te verhogen, nu de Rijksfinanciering afneemt. De partners van het NBTC dragen op dit moment jaarlijks ruim 40% bij aan de totale begroting. 10. Is een rijksbijdrage van 50%, zoals bij de publiekprivate samenwerking op het gebied van innovatie, volgens u een goede richtlijn voor de toekomstige rijksbijdrage aan de collectieve Nederlandpromotie? Zoals ik in reactie op vraag 9 aangeef, kan ik me voorstellen dat het NBTC ernaar streeft de relatieve bijdrage van haar partners aan de begroting te verhogen. Een Rijksbijdrage van minder dan 50% is in dit verband mogelijk. 11. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het aangekondigde algemeen overleg Toerisme? Ja. 2011Z11123 Vragen van de leden Smeets en Jacobi (beiden PvdA) aan de staatssecretaris en minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de opheffing van het Kenniscentrum Recreatie (ingezonden 26 mei 2011) 1. Bent u bekend met het persbericht van het Kenniscentrum Recreatie (KCR) waarin het centrum aankondigt zichzelf noodgedwongen te moeten opheffen wegens het stopzetten van de subsidie? 16 Ja. 2. Welke argumenten heeft u om de subsidie aan het KCR volledig stop te zetten, in de wetenschap dat toerisme en recreatie een groeiende, innovatieve sector in Nederland is die vooral aan lager geschoold personeel veel werkgelegenheid biedt? Als gevolg van de bezuinigingen uit het regeerakkoord en de hierin opgenomen decentralisatie-opgaven met betrekking tot natuur, landschap en recreatie wordt ook de structurele bijdrage van EL&I aan het Kenniscentrum Recreatie (KCR) vanaf 2012 tot 2014 afgebouwd. 16 Persbericht Opheffing Kenniscentrum Recreatie, 23 mei 2011 Pagina 20 van 21

3. Bent u het eens met de stelling dat kennisontwikkeling op het gebied van toerisme, recreatie en vrije tijd van groot belang is voor de toekomst van de sector? Zo ja, hoe draagt u daaraan concreet bij? 4. Bent u, gezien het belang van de sector voor de Nederlandse economie, bereid de kennisleemte die gaat ontstaan door het opheffen van het KCR elders te compenseren? Zo ja, hoe gaat u de sector ondersteunen? Zo nee, waarom niet? Kennisontwikkeling is zeker van belang voor de toekomst van de sector. Nederland heeft diverse kennis- en onderzoeksinstellingen die zich voornamelijk of deels bezighouden met toerisme, recreatie en vrije tijd. Ik denk daarbij onder meer aan door mij ondersteunde instellingen als CBS, NBTC, Alterra en WUR. Met het KCR heb ik afgesproken dat zij zich de komende tijd zullen inspannen om hun 'erfenis' zo goed mogelijk onder te brengen bij betrokken partners en andere kennisinstellingen. Overigens lopen op dit moment initiatieven binnen de kennisen onderzoekswereld om meer samen te werken op de terreinen van toerisme, recreatie en vrije tijd. 2011Zl0588/2011D27895 Antwoordbrief Promotie Zeeland Delta: apart bijgevoegd. Pagina 21 van 21