Adviezen/Conclusies Gecombineerde vergadering commissies Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer en Systeem, Kwaliteit en Keten d.d.

Vergelijkbare documenten
AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 16 december 2015

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur


Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Systeem, Kwaliteit en Keten d.d. 11 juni 2015

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuurlijke aangelegenheden, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 9 juni 2015

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 8 februari 2011

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 30 september 2014

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Voorstel aan algemeen bestuur

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Vulling bestemmingsreseve vernieuwing RWZI Utrecht. Nummer: v3. Voorstel

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Onderwerp: Verbeterpunten Planning en Control Datum: 26 november 2012.

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Commissie BMZ 3 september 2013

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

(pagina 3) (pagina 6)

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 12 januari 2010

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Artikel 1. Definities

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

AGENDAPUNT 4.5.A/ 5.5 B ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. B juli

Notulen gecombineerde commissievergadering BMZ / SKK d.d.11 juni 2014 CONCEPT

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 31 januari 2017

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting

1. Voorstel aan commissie

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

* * Statenvoorstel. 1. Beslispunten. In de begroting 2012 en volgende jaren:

Adviezen/Conclusies Vergadering gecombineerde commissie BMZ/ SKK d.d. 10 september 2015 CONCEPT

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

AB: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 10 november 2009

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

Feitenrelaas Stuurgroep Bedrijventerrein West Achterhoek

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

: Nieuw belastingstelsel

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

Statenvoorstel 74/16 A

Financiële verordening VRU

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

Methode. Begroting en Verantwoording

Kadernota Voorzitter,

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens

Tariefbepaling waterschapsbelasting

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

: Drs. D.P. Wiltenburg, directeur Bedrijfsvoering en secretaris van de commissie, W.A. Hardijzer, D. Bac, A. Aartsen, Chr.

Toetsingsformulier jaarstukken 2014 en begroting 2016 RSW

DATUM VERSLAG VAN BESPREKING DATUM BESPREKING OPGEMAAKT DOOR

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

Hoogheemraadschap vandelfland

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden

gezien het voorstel van de Tijdelijke Commissie ingesteld door de Drechtraad van 21 augustus 2006 en 13 november 2006; b e s l u i t :

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 27 mei 2015

Hoogheemraadschap van Delfland

Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Wijzigen van de begroting. Wie, wanneer en hoe?

Aan. Portefeuillehouder. V. Doorn

Adviezen/Conclusies Vergadering Rekeningcommissie d.d. 10 mei 2010

Kaders Financieel gezond Brummen

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 108 van de Waterschapswet;

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Raadsstuk. Onderwerp Bestuursrapportage Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Agendapunt vergadering Algemeen Bestuur WBA d.d. 7 april Mededelingen. - Uitoefenen van taken voor derden:

Betreft: resultaten tijdelijke werkgroep versterken rol raad binnen P&C cyclus. Van: De tijdelijke werkgroep versterken rol raad binnen P&C cyclus

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Gemeenteraden in Noord-Holland Noord. Geachte leden van de raad,

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Transparantie in financiën

Oostzaan Buiten gewoon

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Geen overschrijding Ja, zie risicoparagraaf

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Transcriptie:

Onderwerp Advies / conclusie Aanwezig: mevrouw F.J. Leenders (WN) mevrouw J.A. Otterman (WN) de heer H.A. Rutjes (WN) de heer S. Groenendijk (VVD) de heer J.J.M.W. Scherrenberg (VVD) mevrouw K. Varenhorst (VVD) de heer R.D. Woittiez (VVD, voorzitter) de heer J.A.G.W. Droogers (CDA) de heer K.P.T. Valk (CDA) de heer F.J. van Bork (PvdA) de heer J.G.M. Reerink (PvdA) de heer R. van der Kruk (PvdD) de heer A. Travaille (PvdD) de heer E. Verkaik (W@I) de heer E.W. ten Heuw (ChristenUnie) de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) mevrouw E. de Leeuw (AWP) de heer F. van Os (SGP) de heer A.J.H. de Beaufort (LNE) de heer C.P. Bruggink (LNE) de heer J.F.C. Kupers (LNE) de heer E.C. Merkens (LNE) mevrouw T. van Soest (LNE) de heren C.G. Jansen op de Haar (PvdA), B. de Jong (CDA) en L. de Groot (LNE) (hoogheemraden) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) de heer C.J. Vos (secretaris) de heer P.R.F. Verhoeven (notulist, Notuleerservice Nederland) Ambelijk aanwezig: de heer A. Peek (agendapunt 3.1) de heer H. Dankaart (agendapunt 3.3) mevrouw L. van Doorn (agendapunt 3.4a) Afwezig: mevrouw H.A. van Dam (WN) en de heren G.P. Beugelink (WN, hoogheemraad), G.J.P. Jansen (WN), W. van der Steeg (PvdD), A.E. Jansen (AWP), C. Mandersloot (SGP) en. W.J. Kooy (LNE) 1. Opening en vaststelling agenda Opening De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet de aanwezigen welkom. Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heer Beugelink, mevrouw Van Dam, de heer A.E. Jansen, de heer G.J.P. Jansen, de heer Kooy, de heer Mandersloot en de heer Van der Steeg. Agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 1 van 16

2. Notulen a. Adviezen en conclusies commissies BMZ en SKK Er zijn voor deze vergadering geen verslagen vast te stellen. De heer Reerink (PvdA) wil weten wat er gebeurt met de antwoorden op de vragen die op de technische bijeenkomst zijn gesteld en waarop nog een antwoord moet komen. De heer De Jong zegt dat die vragen al beantwoord zijn en op de site geplaatst. Dat is te herkennen aan de toeter onder aan de pagina. Volgens de heer Reerink was de afspraak dat de bestuursleden bericht zouden krijgen als de antwoorden geplaatst waren. Hij vermoedt dat meer bestuursleden de antwoorden niet gevonden hebben. De voorzitter merkt op dat er nog gekeken wordt naar verdere facilitering. Overigens heeft hij waardering voor de snelle beantwoording. b. Actiepunten met leeswijzer Er is voor deze vergadering geen actielijst. 3. Stukken ter advisering 3.1 Jaarrekening en Jaarverslag 2014 Eerste termijn De heer Scherrenberg (VVD) ziet bij het thema veiligheid twee kpi s met oranje indicatoren. Hij vraagt hoe riskant het college deze punten vindt en wil graag de toegezegde toelichting ontvangen. De lagere uitputting van de investeringsbegroting is voor een deel te danken aan de scherpere inkoop door de organisatie waarvoor hulde, maar er zijn ook zaken niet uitgevoerd. Leidt die achterstand in de uitvoering tot additionele risico s, dan wel tot hogere uitvoeringslasten? Aan welke oplossing denkt het college in dat geval? Het beleid tot herfinanciering van lopende financieringen is ingezet om zo de kosten te drukken. Prima, maar in hoeverre kan daarbij de absolute nullijn in beeld komen? De heer Scherrenberg ziet dat de kosten van de kwijtschelding inmiddels 4% van de begroting zijn. Bij de bespreking van het coalitieakkoord kwam naar voren dat er mogelijk een stijging zou kunnen komen als gevolg van een krappere beurs bij de burgers. Kan het college zeggen op welke wijze deze hogere lasten in de begroting worden verwerkt, en hoe de verhouding is bij de toedeling van de kosten over de verschillende categorieën? Niet overal is kwijtschelding mogelijk, wat leidt tot een onevenredige druk. Zowel bij de watersysteemheffing als bij de zuiveringsheffing is sprake van een tariefsverhoging van 1%, terwijl de personeelskosten met 1,5% stijgen. Bij beide heffingen komt nog een opslag van 1,5%. Bij de zuiveringsheffing is dat logisch, want dat is voor de ontwikkeling van de kosten van de rwzi. De voorzitter merkt op dat het laatste punt meer betrekking heeft op de begrotingswijziging. De heer Rutjes (WN) complimenteert het college met het produceren van de jaarrekening, die een sfeer ademt van een financieel beleid dat goed en degelijk in elkaar zit. Dat blijkt onder andere daaruit dat het tekort van 3 miljoen euro is teruggebracht naar 300.000 euro. Toch heeft hij nog opmerkingen. Zo ziet hij bij de prestatie-indicatoren (pi s) soms plusjes staan terwijl het maatschappelijke doel daarvan niet gehaald lijkt te zijn. Waar slaan die plusjes precies op? Ook had hij begrepen dat de accountantsverklaring af zou zijn. Die heeft hij nog niet gelezen en evenmin de managementletter. Hij wil van de accountant een toelichting hebben in de commissie om van hem te horen wat de aandachtspunten kunnen zijn bij de projecten die nog gaan beginnen. Het waterschap moet immers geen onnodige financiële risico s lopen. De heer Valk (CDA) geeft een compliment voor de jaarrekening. De tekorten zijn Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 2 van 16

inderdaad kleiner geworden. Hij vraagt wel of alles uitgevoerd is wat men van plan was of dat er zaken zijn blijven liggen. De heer Travaille (PvdD) heeft nog een vraag over doelstelling 11 op pagina 41 van het jaarverslag. De scores van De Stichtse Rijnlanden op de landelijke KRW-maatlatten krijgen plusjes, terwijl ook wordt gezegd dat de informatie over 2014 niet bekend is. Dat lijkt hem vreemd. Is dat nog steeds zo en zijn de plusjes er dan ook nog steeds? De heer Verweij (CU) is blij met de helderheid en overzichtelijkheid van het jaarverslag. De gemiddelde burger die de tabel op pagina 4 zou bekijken, ziet dat er fors minder belastinginkomsten zijn geweest bij de categorie Ongebouwd. Op pagina 17 staat wel een toelichting, maar het was beter geweest als de correctieposten ook in de tabel hadden gestaan. Het areaal wegen is ook verkeerd ingeschat. Het tekort is daardoor 200.000 euro. De vraag is of dat tekort ook in 2015 terugkomt. Op pagina 13 van de jaarrekening staan de vorderingen op externe partijen, zoals de vordering op RWS vanwege oevererosie Lekdijk, maar elders staat dat dat bedrag al is binnengekomen. Ook de vordering op AGV zou 2,4 miljoen euro zijn, maar in de AGV-stukken staat 2 miljoen euro en is de benaming anders. De prestatie-indicatoren in het jaarverslag zijn ingedeeld in tijd, geld en kwaliteit, die weer samengevoegd een te rooskleurig beeld opleveren. Zouden bijvoorbeeld alle geld-indicatoren op rood staan, dan zou dat niet betekenen dat 66,6% van de indicatoren nog positief is. Als een van de drie deelindicatoren niet goed is, is het geheel niet goed. Mevrouw De Leeuw (AWP) wil daarbij aansluiten met de opmerking dat ze in het verslag en de rekening onderuitputting op sommige onderwerpen ziet. Tegelijk neemt ze waar dat een aantal indicatoren niet volledig zijn gerealiseerd. Ze weet niet of er een relatie tussen beide is en of dat het een verschuiving van lasten en risico s naar de toekomst betekent. Ze kan dat inhoudelijk niet beoordelen. Ook ziet ze bij budgetten en bestemmingsreserves die geoormerkt zijn, toevoegingen of onttrekkingen plaatsvinden. Ze vraagt of die oormerken in stand blijven en daarmee de rechtmatigheid van die besteding in de toekomst gewaarborgd is en of voor de burgers duidelijk is waar het geld naartoe gaat. De heer Van Os (SGP) vindt dat de jaarrekening er solide uitziet. Hij wil weten of bij de op pagina 13 vermelde dubieuze debiteuren de niet-geïnde belasting van particulieren of van bedrijven had moeten komen of van beide, wat de bedragen per categorie zijn en wat de jaarlijkse afboeking. Zijn er met de BghU ook prestatieafspraken gemaakt over de inning? Op pagina 26 ziet hij dat de leasekosten met 576.000 euro zijn overschreden. Heeft de projectgroep al vorderingen gemaakt met de analyse? In het verslag wordt op pagina 17 gesproken over de uitspraak van de Hoge Raad die nadelig is voor de inkomsten van het waterschap. Zijn er nog meer van dergelijke procedures die invloed hebben op de financiën van het waterschap? De heer Reerink (PvdA) rest na alle reeds gemaakte opmerkingen niets anders dan het college te complimenteren met de heldere stukken. De heer Kupers (LNE) vindt het overzicht ook helder, evenals de toelichting vanuit de ambtelijke organisatie. Zijn schriftelijke en mondelinge vragen zijn vlot beantwoord. Nu wil zijn fractie nog wat horen over de accountantscontrole en over hoe het college lering denkt te trekken uit alle mee- en tegenvallers. Hij is zeer positief over het E-magazine: een heel nuttige toevoeging. De heer De Jong dankt voor de vragen en complimenten. De complimenten zal hij overbrengen aan het vorige college. Hij zal samen met de heer Peek zo veel mogelijk de financiële vragen beantwoorden. Wat nu niet lukt, zal hij vóór de algemene Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 3 van 16

bestuursvergadering alsnog schriftelijk afdoen. De meeste burgers zullen de jaarrekening niet uitpluizen, maar hij hoopt dat die meer te weten zullen komen uit het nieuwe E- magazine. Wat de accountantsverklaring betreft: het is nog niet gelukt die samen met het rapport van bevindingen in de commissie te presenteren. Oorzaak is de integratie met de administratie van de BghU. De accountants hebben nog geen overeenstemming kunnen bereiken over de aansluiting. Het college probeert verklaring en rapport snel te kunnen verspreiden. Het signaal is wel dat de goedkeuring geen probleem is. Over de lage uitputting wil hij kwijt dat er jaren zijn geweest dat de uitputting nog lager is geweest dan in 2014. Nu is 89% van de projecten gerealiseerd. Een deel van het verschil komt inderdaad door aanbestedingsvoordelen. Er is echter geen gevaar dat het waterschap risico s loopt. Altijd zijn er projecten die over de jaargrens heen gaan. Het college is tevreden met die 89%, maar streeft natuurlijk naar een nog hoger percentage. Er zijn geen zaken blijven liggen. Wel gaat het ene project sneller en het andere langzamer. Het college heeft scherp gestuurd op het terugbrengen van het tekort naar drie ton en op risicobeheersing. Mochten de bestuursleden nog behoefte hebben aan een technische vragenronde voorafgaande aan de algemene vergadering, dan zal het college er zeker een organiseren. De vraag over de 1% en 1,5% verhoging wil hij bij de behandeling van de voorjaarsnota beantwoorden. De hoogheemraad moet de heer Verweij gelijk geven dat burgers kunnen concluderen dat Ongebouwd niet genoeg betaald heeft. De presentatie had beter gekund, maar het vorige college had al een correctie verwerkt in de jaarrekening. Dit vraagstuk was al vertaald naar een financieel resultaat, zodat daar geen vals beeld is ontstaan. De reserve voor Ongebouwd is wel bijna leeg. Het college geeft bij de begroting aan hoe dat is op te lossen: met het veranderde wegenareaal is al bij de Begroting 2015 rekening gehouden. De vordering bij AGV staat voor 2,4 miljoen euro in de boeken van de Stichtse Rijnlanden. Hij weet niet waar het bedrag in de boeken van AGV precies op slaat. De presentatie van de pi s had tot doel de prestaties van het waterschap zo meetbaar mogelijk te maken en het bestuur een signaal te geven waar extra aandacht nodig is. Misschien is het wel een goed idee om met een groepje financiële specialisten te kijken naar een betere presentatie, maar dan het liefst een die vergelijking met voorgaande jaren mogelijk laat zijn. De heer Verweij (CU) noemt bij interruptie het opstellen van een nieuw waterbeheersplan en het bepalen van nieuwe beleidsindicatoren een geschikte gelegenheid voor het starten van een dergelijk werkgroepje. De heer De Jong antwoordt mevrouw De Leeuw dat onderuitputting en niet gehaalde prestatie-indicatoren geen verband met elkaar hebben. Mocht zij een concrete aanwijzing hebben, dan hoort hij die graag. Natuurlijk hebben bestemmingsreserves een bepaald doel. Er staat op de rol ook een nieuwe notitie Reserves en voorzieningen. In dat kader kunnen onttrekkingen en toevoegingen aan de orde komen. De vragen over dubieuze debiteuren en leasekosten laat hij graag over aan de heer Peek. Zo nodig komen de antwoorden daarop schriftelijk. Bij mee- en tegenvallers kijkt het college eerst of er sprake is van een incidenteel geval (die worden datzelfde jaar ingeboekt). Gaat het om iets structureels, dan wordt het meegenomen in de meerjarenraming. De heer Peek meldt dat over de leasekosten meer vermeld is bij de technische toelichting. De uitsplitsing van debiteuren krijgt een korte toelichting in de jaarrekening. Verdere uitsplitsing zal van de BghU moeten komen; die is daar opvraagbaar. De betaling vanwege de oevererosie Lekdijk is toegezegd, maar nog niet ontvangen. Daarom staat RWS bij de debiteuren. De heer De Groot weet dat de tijdsindicator bij het onderhoud van de regionale Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 4 van 16

waterkering oranje is door twee oorzaken. Op pagina 34 van het verslag staat dat het project vertraging heeft gekend door de wateroverlast bij Kockengen en door verdere onderhandelingen met gemeenten over de Meije. Hij verwacht wel dat alles in 2020 klaar zal zijn. De heer Poelmann noemt de derde oranje indicator op pagina 35, het opstellen van de leggers van de waterkeringen. De werkwijze is veranderd: de leggers volgen op de keur. Daar de laatste voor 2016 is gepland, volgt de legger in 2017, maar dat zal geen problemen opleveren voor de veiligheid. De heer Travaille (PvdD) heeft nog geen antwoord op zijn vraag over de KRW-indicator. De heer Poelmann antwoordt voor de vakantie vierende heer Beugelink, dat de meetinformatie van de biologische indicatoren pas in 2015 beschikbaar is gekomen. In het verslag over 2014 is daarover dus nog niets te vinden. Voor het verslag van 2015 zullen de prestatie-indicatoren wel op orde zijn. Tweede termijn De heer Travaille (PvdD) ondersteunt het idee van de heren De Jong en Verweij om in een werkgroep te kijken naar de methodiek achter de pi s, maar wil daar ook andere dan financiële experts bij. De heer Rutjes (WN) wil de heer Travaille bijvallen en vraagt zich ook af of de doelstellingen altijd gehaald zijn. Hij ondersteunt de vorming van het werkgroepje. De heer Scherrenberg (VVD) komt terug op zijn vraag over de uitputting van de investeringen. Hij begrijpt dat projecten over termijnen heen kunnen gaan, maar zijn eigenlijke vraag was of een vertraging niet kan leiden tot extra kosten of extra risico s. De heer Van Os (SGP) vraagt of het niet goed is de partijen te kennen die de belasting niet betalen. Zijn hierover prestatieafspraken gemaakt met de BghU? De heer Kupers (LNE) vindt het antwoord over de mee- en tegenvallers te kort door de bocht. Of ze incidenteel of structureel zijn is één punt, maar aan de andere kant is het ook nodig dat men de oorzaken onderzoekt en daaraan een verbetertraject verbindt. Gebeurt dat ook? Mevrouw De Leeuw (AWP) is nog niet helemaal tevreden over het antwoord over de relatie tussen indicatoren en onderuitputting. In het verslag staat een tabel met per onderwerp het positieve of negatieve verschil ten opzichte van de begroting. Daarna volgt de lijst met pi s. Als ergens onderuitputting is én een aantal pi s zijn niet gerealiseerd, suggereert dat wel een causaal verband. Dat maakt mensen wel nieuwsgierig. De heer De Jong zegt een nadere analyse te vragen over welke groepen de belasting niet hebben betaald, maar dat vraagt wel iets extra s. Daar zijn met de BghU geen prestatieafspraken over gemaakt. Als vertraging zou leiden tot extra kosten, zou dat in een rapportage van BghU vermeld staan en op basis daarvan in de Burap. Verschillen met de begroting krijgen uiteraard een analyse en er worden consequenties uit getrokken. De voorzitter vraagt de commissies of de jaarstukken ter besluitvorming aan het algemeen bestuur kunnen worden voorgelegd. Dat blijkt het geval. De heer Van Os (SGP) is bereid namens de commissie BMZ als rekeningcommissie het advies aan het algemeen bestuur te verwoorden ten aanzien van de jaarstukken. zich Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 5 van 16

bereid om de stukken met een advies aan het college naar de vergadering door te geleiden. De vergadering stemt daarmee in. 3.2 Eerste begrotingswijziging 2015 De heer De Jong stelt dat de eerste begrotingswijziging voortvloeit uit de bestuursrapportage, die betrekking heeft op de eerste drie maanden van 2015. Eerste termijn De heer Verweij (CU) heeft eerst een procedurele aantekening. Hij merkt op dat de commissies in de vorige bestuursperiode over de behandelingswijze van financiële stukken verschillende besprekingen hebben gehad. In paragrafen van toekomstige nota s hebben ze gesproken over hoe om te gaan met begrotingswijzigingen, jaarrekeningen enzovoort. Hij heeft de neiging na te gaan of alles conform de afspraken uit het verleden verloopt, maar constateert tevens dat die nota nog niet door het algemeen bestuur bekrachtigd is. Er ontbreken ook nog hoofdstukken. Hij vraagt wanneer dat stuk wordt afgewerkt. Tot dan moeten de commissies de begrotingswijziging zonder handleiding bespreken. Wat de inhoudelijke kant betreft, zegt hij dat dit de zoveelste begrotingswijziging is, waarin het krediet na drie maanden naar beneden wordt bijgesteld. Hoe is te voorkomen dat dat elk jaar opnieuw gebeurt? Niet alle wijzigingen vergroten de rechtmatigheid of komen voort uit een bestuursbesluit, maar vloeien voort uit slechte raming. Hij wil er nu niet al te moeilijk over doen, maar niet alles voldoet aan de besproken uitgangspunten en gestelde kaders. Zo is het onttrekken van 250.000 euro aan de bestemmingsreserve rwzi Utrecht niet gebaseerd op een bestuursbesluit. Dat is een keuze van het college. Het geld was bestemd voor investeringen in de rwzi en wordt nu gebruikt om de exploitatie te dekken. Dat lijkt niet correct. Tot slot: de kredieten voor een aantal posten worden verhoogd en de dekking daarvoor komt van RWS? Verhoging van kredieten zou een dekking krijgen uit de post zelf en dat hoort in een bestuursbesluit te worden verwoord. Mevrouw Otterman (WN) leest in de bestuursrapportage op pagina 5 dat bij aanbestedingen social return een rol speelt en ook tot resultaten leidt. Ze vraagt wat het waterschap daarmee doet binnen de eigen organisatie. Op pagina 10 wordt gesproken over de herziening van het plan Waardsedijk, omdat vanwege weerstand bij omwonenden de oorspronkelijke locatie was afgevallen. Wat voor weerstand was dat? Kan daar lering uit getrokken worden, zeker nu het waterschap ambities heeft op het vlak van sociale innovaties? De heer De Jong gaat eerst in op de procedurele opmerking van de heer Verweij. Hij zegt dat het college begrotingswijzigingen voorstelt op grond van de bestuursrapportage, wanneer de rechtmatigheid in het geding is, wanneer bestuursbesluiten van het lopende jaar vertaald moeten worden en wanneer de inzichtelijkheid van de financiën daarom vraagt. De nu voorgestelde begrotingswijzigingen zijn vanuit dat kader gemotiveerd. De onttrekking van rwzi-geld heeft direct te maken met de voortgang van het project, waarover de portefeuillehouder wellicht iets kan zeggen. RWS levert geld voor projecten die dan ook gelabeld worden en volgens het college op een verantwoorde manier worden verwerkt. De heer De Jong vindt het ook mooi dat De Stichtse Rijnlanden bij aanbestedingen aan social return kan doen. Hij kent echter niet de details van hoe dat binnen de eigen organisatie geregeld is. Bij het plan Waardsedijk bleken toch gebiedsprocessen te werken die de uitkomst anders deden zijn dan in eerste ontwerp was gedacht. Dat is een gevolg van dat gebiedsproces en is niet direct een overschrijding te noemen. Daarover is een aparte bestuursinformatiebrief naar de bestuursleden toe gegaan. De heer Jansen op de Haar zegt over rwzi Utrecht dat de oorspronkelijke aanbesteding gesplitst is. Een deel gaat over de sliblijn, een tweede deel over (ver)nieuwbouw van de Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 6 van 16

installatie. Het bleek verstandiger investeringen voor de aanbesteding van de sliblijn naar voren te halen om voorbereidingen voor de installatiebouw te kunnen doen. Die investeringen zijn wel degelijk gekoppeld aan de (ver)nieuwbouw, bijvoorbeeld de investering die betrekking heeft op de ontmanteling van de biogasinstallatie. Die is nodig om de (ver)nieuwbouw mogelijk te maken. De heer Poelmann zegt dat er op 18 november een uitgebreide rapportage geweest is over social return. Hij stelt voor dat stuk nogmaals rond te sturen. Tweede termijn De heer Verweij (CU) is blij dat de handleiding voor bespreking van financiële stukken afgemaakt kan worden, maar zijn vraag is wanneer dat zal gebeuren. De criteria moeten nog afgetimmerd worden. Hij geeft een voorbeeld: de formulering bij punt 5 van het voorstel om de kredieten met 1,7 miljoen te verhogen, vindt hij ongelukkig geformuleerd. Als het algemeen bestuur in het verleden voor een project een krediet van 4 miljoen euro beschikbaar had gesteld en een externe partij voegde daar 1 miljoen aan toe, dan was het altijd gebruikelijk om vast te leggen dat er een krediet was van 5 miljoen, waarvan 1 miljoen gegarandeerd door de externe partij. Dan was duidelijk dat van het bestuur zelf maar 4 miljoen te verwachten was. Zo staat dat nu (nog) niet in het besluitvoorstel. Als het college vindt dat de 250.000 euro echt nodig zijn en in de begrotingswijziging moeten worden meegenomen, moet het dat bedrag opnemen in de eerste post van de begrotingswijziging en het niet onttrekken aan de bestemmingsreserve. Het is namelijk geen krediet. De bestemmingsreserve is bedoeld voor de (ver)nieuwbouw en dient niet de exploitatie te dekken. De heer De Jong vraagt zich af of de notitie over kaderstelling opnieuw moet worden vastgelegd. Dat vermindert in elk geval de flexibiliteit en voegt weinig toe aan de huidige werkwijze die ook in goed overleg met de commissie BMZ tot stand is gekomen. Het college doet zijn best de rapportages zo doelmatig mogelijk te presenteren, op de wijze zoals die is afgestemd met de commissie BMZ. Hij vermoedt dat niemand terugverlangt naar de grote pakken uit het verleden. De kaderstellende rol ligt bij het algemeen bestuur, maar het college heeft niet het voornemen om nu eerst aan die formele kaders te werken. Het geschetste principe is juist, maar hij denkt niet dat dat van toepassing is bij de investeringsverhoging van 1,7 miljoen. Bij de investeringsrapportage komt dit expliciet aan de orde; hij zegt daarom een memo toe voor de volgende algemene bestuursvergadering. De heer Jansen op de Haar vult zijn vorige bijdrage aan met de opmerking dat de investeringen bedoeld zijn om die maatregelen uit te voeren die het mogelijk maken de waterzuiveringsinstallatie te vernieuwen, zoals het afbreken van de biogasinstallatie, de afvoer van slib en het plaatsen van een tweede slibafvoerlijn. De heer Verweij (CU) begrijpt dat en zou het ook als krediet kunnen zien, maar het bedrag wordt nu in één keer uitgegeven aan de exploitatie. Wat de notitie over kaderstelling betreft: de voorganger van de heer De Jong heeft een proces in gang gezet waarbij tijdens commissievergaderingen telkens een paragraaf van de kaderstellende notitie Financieel beleid wordt behandeld. Hij dringt erop aan dat dit nieuwe college dat proces afrondt. De voorzitter merkt op dat de heer Verweij gehoord is. Hij denkt het nu aan de wijsheid van het college te kunnen overlaten. Als blijkt dat bij de behandeling van stukken sprake is van een terugkomend probleem, zal het college daarop zeker actie ondernemen. Hij heeft begrepen dat het college nog aandacht zal geven aan de bewoordingen in punt 5 van het voorstel. Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 7 van 16

De vergadering stemt in met doorgeleiding naar de algemene bestuursvergadering. 3.3 Ontwerpvoorjaarsnot a 2015 De heer Poelmann zegt dat het gebruikelijk is bij de behandeling in de algemene bestuursvergadering van de voorjaarsnota algemene beschouwingen te houden. Dat had oorspronkelijk op 27 mei moeten gebeuren, maar door het tempo van de collegevorming was dat niet mogelijk. De begroting is tamelijk beleidsarm en het coalitieprogramma is in de vorige vergadering besproken. Het bestuur mag verwachten dat het college rekening houdt met elementen uit het akkoord en die verwerkt in de begroting van 2016 en de jaren daarna. Daarom stelt hij voor om bij wijze van uitzondering dit jaar de algemene beschouwingen te verplaatsen naar de begrotingsvergadering van november en in 2016 weer terug te keren naar algemene beschouwingen tijdens de bespreking van de voorjaarsnota. De heer Reerink (PvdA) wil bij de algemene beschouwingen suggesties doen om de beleidsarme begroting van 2015 meer inhoud te geven en zo beleidsrijker te maken. De heer Poelmann antwoordt dat de heer Reerink die suggesties ook vandaag in de discussie kan inbrengen. De heer Travaille (PvdD) stemt met de toezegging dat suggesties welkom blijven, ook in met het voorstel van de heer Poelmann, evenals de heer De Beaufort (LNE). De vergadering gaat akkoord met het voorstel van de heer Poelmann. Eerste termijn Mevrouw De Leeuw (AWP) vindt de titel van de voorjaarsnota: Van zorgen voor naar zorgen dat behoorlijk beleidsrijk. Als dat niet de bedoeling is, noemt ze Voorjaarsnota een betere titel. In paragraaf 3.4 staat onder Bestuur middelen en maatschappij bij het kopje Organisatieontwikkeling dat 1 miljoen euro transitiebudget wordt ingezet. Ze vraagt wat deze termen betekenen. In het meerjarenverloop van de financiële reserves (paragraaf 4.2) ziet ze een opbouw van de reserves voor de zuivering en afbouw van die van de watersysteemheffing. Wat is de strategie achter die verschuivingen? Is of blijft er ook een directe relatie met de heffingen? Komt dat ook aan bod in de beloofde notitie? De heer Rutjes (WN) wil niet wachten met het geven van suggesties tot de begroting van 2017. Zijn fractie heeft al een aantal plannen. Zo vraagt hij zich af hoe het waterschap kan komen tot een duurzaam onderhouds- en beheerplan van de eigendommen als rwzi s. Kunnen er maatregelen geformuleerd worden voor energiebesparing en vermindering van CO 2 -uitstoot bij de rwzi s en hoe is dat te koppelen aan meerjarig onderhoud? Zijn er stimulerende maatregelen te bedenken om erfafspoeling te verminderen? Zo is er nog meer. Hij wil daarom voorstellen het college te vragen om nog vóór de begrotingsbehandeling te komen met een brief met voorstellen van een nieuw beleid en een richting waarin geld daarvoor te vinden is. Zijn fractie maakt zich zorgen over ICT, Aquon en de nieuwe IPM-rollen. Zij wil meer bij de materie betrokken worden om mee te kunnen beslissen over welke stappen nodig zijn. Bij ICT lijkt sprake te zijn van een zekere doelredenering: er 1,5 miljoen euro over en 700.000 euro structureel, en dat geld gaat naar ICT. Zijn de gelijke bedragen toeval? Van Aquon zou ze graag een fact sheet zien, zodat ieder in dat dossier ingelezen kan raken. Over dergelijke zaken zou hij van het college graag een startnotitie zien. De heer Verweij (CU) dacht ook dat de titel duidde op een flinke beleidswijziging, waarbij ingelanden meer zelf moeten gaan doen, en verderop staat dat de nota beleidsarm is. Een uitleg is gewenst. In het besluitvoorstel dat naar de algemene vergadering komt, staat dat het bestuur deze voorjaarsnota gaat hanteren als financieel kader voor de komende begrotingsbehandeling, ook al staat elders dat ook het coalitieprogramma een rol speelt. Het coalitieakkoord kan ook niet als uitgangspunt voor de begroting gelden, als dat niet door het bestuur is vastgesteld. Er staan wel indrukwekkende dingen in het Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 8 van 16

akkoord, die ook weer in de begroting terug mogen komen, maar die staan niet in de voorjaarsnota. Hoeveel ruimte is er dan voor die voorstellen? Volgens de heer Verweij geen enkele. Daarnaast ziet hij professionalisering van de organisatie op zich als een goede ontwikkeling. Hij kan daar als bestuurslid echter moeilijk over oordelen. Voor het bestuur is het belangrijk dat er heldere afspraken gemaakt worden als dergelijke grote projecten starten. Dan is verantwoording naar het bestuur mogelijk en daarover wil hij met het college overleggen. IPM gaat juist over verantwoording afleggen. Hetzelfde geldt voor het project POV: het is niet duidelijk wanneer het algemeen bestuur daar weer aan zet is. Wat in de verkenningen wel of niet meegaat: daarvoor moet in het gesprek juist de ruimte zijn. Tot slot: in tabel 4.3 worden de investeringen in bestuur, middelen en maatschappij voor de jaren 2015 en 2016 p.m.-posten genoemd. Het kan dat het college op latere jaren nog onvoldoende zicht heeft, maar voor 2015 en 2016 vindt hij dat vreemd. De heer Travaille (PvdD) ziet op pagina 3 staan dat de ICT-opgave een rem is op nieuw beleid. Hij is van mening dat nieuw beleid ook kostenbesparend kan zijn of budgetneutraal. Op pagina 5 staan vier nieuwe projecten genoemd. Zijn daarvan al startnotities geweest en is een startnotitie ook mogelijk bij het ICT-project? Op pagina 7 bij het thema Veiligheid staat dat communicatie belangrijk is. Hoe is dat bij calamiteiten? Bij veel waterschappen ontbreekt bij een overstroming het zicht op wat meegedeeld moet worden aan de inwoners, wat de plannen zijn enzovoort. In de oplegger staan alleen financiële kaders vermeld, terwijl ook andere kaders mogelijk zijn. De titel van de voorjaarsnota is wel goed: het waterschap moet niet alles zelf doen, maar anderen impulsen geven. De sturingsmechanismen die daarvoor nodig zijn, zag hij graag vermeld bij de drie inhoudelijke thema s: waterveiligheid, voldoende water en gezond water. Voor gezond water zou het principe De vervuiler betaalt een dergelijke impuls kunnen zijn. Er zijn meer van dat soort principes die al uit het huidige stuk zijn af te leiden, zoals Vrijwillig als het kan, verplicht als het moet bij het bestuursakkoord voor de agrarische sector. Hij zal de verzamelde impulsen ter overweging inleveren bij het college. De heer Valk (CDA) is zeer te spreken over de digitale voorjaarsnota en over de manier waarop de bestuursleden op digitaal gebied gefaciliteerd worden. De heer Merkens (LNE) zegt het op prijs te stellen dat voor natuurterreinen in 2014 de pijn in een keer is genomen. Hij is wel benieuwd hoe het jaar van de natuurterreinen over de categorieën verdeeld gaat worden. De heer Reerink (PvdA) leest op pagina 7 dat vergroting van het bewustzijn van de inwoners een doel is. Hij weet dat in Frankrijk ieder in een watergevoelig gebied van zijn gemeente te horen krijgt op welk niveau hij last van het water kan krijgen. Misschien iets om dergelijke informatie bij de belastingaanslagen bij te voegen. Verder leest hij bij de POV Centraal Holland wel over de zwakke plakken in de Hollandsche IJssel en de Lek, maar niet over die in de Nederrijn. Het bij GOP regionale waterkeringen aangekondigde onderzoek om het boezemsysteem in het veenweidegebied anders in te richten roept veel vragen op. Hij neemt aan dat deze ingrijpende verandering in de situatie aan de orde zal komen in de commissie SKK. De vraag op pagina 9 is welke normen er gelden voor maatregelen bij extreme regenval in stedelijk gebied. Bij het financieel kader kostenbesparing afvalwaterketen (pagina 10) is geen sprake van minder kosten, maar van minder meer. De Wet oppervlaktewater heeft veel waterzuiveringen, persleidingen opgeleverd. Veel persleidingen zijn aan vervanging toe. Hij ziet in de meerjarenbegroting hier niets van terug. Over ICT wil hij een aparte notitie inclusief het veiligheidsverhaal. Hij vindt het jammer dat er voor 2016 een beleidsarme begroting wordt opgesteld. Hij wil dat iedere fractie in de algemene vergadering met suggesties komt om de begroting beleidsrijker te maken, dat het college daarover nadenkt en in september terug meldt welke keuzes het wil maken. Dan kan de BMZ-commissie dat nog bespreken en kan het college de Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 9 van 16

Begroting 2016 nog aanpassen. Of de aanpassing budgetneutraal moet zijn of extra geld mag kosten, dat is aan het college. Dat kan het coalitieakkoord als een relevante ontwikkeling beschouwen, maar hij vindt ook dat het hele bestuur dergelijke zaken kan inbrengen. De heer Van Os (SGP) kan zich voorstellen dat tijdens de looptijd van een meerjarenbegroting de rentestand fors verandert. Welke invloed heeft dat? Zijn er meer scenario s opgesteld? Mevrouw Varenhorst (VVD) ziet bij de twee heffingen verhoging van het tarief met 1% en een opslag van 1.5%. Bij de zuiveringsheffing begrijpt ze dat de bouw van de rwzi wat meer vraagt, maar ze weet niet waarvoor de opslag bij de watersysteemheffing dient. Lag daar een verlaging niet meer voor de hand? Wat Aquon betreft, sluit zij zich aan bij de opmerkingen van de heer Rutjes. Hoe groot zou de voorziening moeten zijn om uit Aquon te kunnen treden? Waar denkt het college aan, als het spreekt van tijdelijke maatregelen voor de rwzi? Ze sluit zich aan bij de complimenten van de heer Valk over de ICT. Overigens zijn de vragen van de heer Scherrenberg over herfinanciering en de absolute nullijn, alsmede over de kwijtschelding nog niet beantwoord. De heer Groenendijk (VVD) vraagt zich af of het verstandig is om bij de nieuwbouw rwzi te starten met een complex model als het IPM-model. Dat kan beter bij een klein project. De heer De Jong stelt dat het college het motto heeft overgenomen van zijn voorgangers. Het heeft zelf ook de mening dat een waterschap niet voor alles kan zorgen. Ingelanden, gemeenten en anderen moeten zelf ook verantwoordelijkheid gaan nemen. Hij refereert aan het OESO-rapport, dat de nadruk legt op de bewustwording van de burger. De bijsluiter van de belastingaanslag zou iets kunnen melden over de risico s, maar op de website van het waterschap kan iedereen zelf zien wanneer zijn huis onder zal lopen, als de Lekdijk doorbreekt. De heer Travaille (PvdD) doet de suggestie bij aankoop van een huis naast de bodemverontreiniging ook de risico s te melden. De heer Reerink (PvdA) wil de risico-informatie op perceelniveau verspreiden. Hij weet dat mensen in Kockengen een huis hadden gekocht die absoluut niet op de hoogte waren van de risico s. De heer De Jong zegt dat het kadaster misschien naast de bodemverontreiniging de risico s kan registreren, maar dat zal veel geld gaan kosten. Het nieuwe college heeft in de voorjaarsnota verkondigd als coalitie het beleid van het vorige college over te nemen, inclusief het spaarmodel zuiveringsheffing voor de rwzi Utrecht en de systeemheffing voor doorgroei naar kostendekkende tarieven (met eventueel een uitloop naar 2019). Het college wil problemen oplossen op het moment dat het die kent. Herfinanciering levert vele jaren voordeel op. Hoe die zich verhoudt tot de geïndexeerde niet de absolute nullijn, hangt samen met de totale exploitatie. De coalitie streeft er wel naar de absolute nullijn zo dicht mogelijk te naderen, maar voor bestaand beleid gaat ze uit van de geïndexeerde nullijn. Verlaging van de tarieven is, gezien de opgave, niet realistisch. De ICT is een stevige tegenvaller: de basis was niet in orde. Daar moest veel in geïnvesteerd worden, evenals in de veiligheid. Er is geen sprake van een doelredenering. De Stichtse Rijnlanden heeft samenwerking gezocht met waterschappen die, wat ICT betreft, al verder zijn. Het bedrag dat nodig was, kwam ongeveer uit op het bedrag dat de meevallers hadden opgeleverd. De p.m.-posten zijn nu nog niet te kwantificeren, maar ze zijn alvast vermeld, zodat het college zich realiseert dat het nog wat extra zaken moet afhandelen. De dijkgraaf had al duidelijk gemaakt dat de bedoeling was om bij de begroting de Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 10 van 16

vertaling te maken van coalitieakkoord naar Begroting 2016. In de voorjaarsnota zit die vertaling nog niet. Er is echter weinig geld. Vertaling van de ambities zou moeilijk worden. Hij hoopt dat partijen die beleidsrijke voorstellen doen, ook de dekking erbij leveren. De heer Reerink (PvdA) meent dat dat de taak van het college is. In de algemene vergadering kunnen partijen wel suggesties doen, maar het college mag daarover nadenken en de kosten berekenen. Hij vraagt of de hoogheemraad dat voorstel overneemt of niet. De heer De Jong antwoordt dat het college vanuit het coalitieakkoord naar de Begroting 2016 een beleidsrijkere stap gaat maken, maar dat die stap door financiën beperkt wordt. Datzelfde geldt ook voor de voorstellen die het bestuur tijdens de algemene vergadering doet. Mocht het bestuur toch nog andere plannen hebben, zal het de dekking erbij moeten leveren. De pijn voor Natuur is inderdaad in 2014 genomen. Die valt geheel binnen de categorie Ongebouwd. In 2015 is voor Ongebouwd al een tariefsverhoging van 7% toegepast. In Nederland is nog een discussie gaande over de kostentoedeling. De uitspraak van de Hoge Raad laat de discussie over wie wat moet betalen, weer terugkeren. Er is nu de afspraak dat een nieuwe kostentoedeling uiterlijk in 2018 moet ingaan. Wat de kwijtschelding betreft, handhaaft het college het huidige beleid. De heer Jansen op de Haar zegt dat er voor het onderhoud van de hogedrukpijpen een vervangingslijst bestaat, die onder de reguliere onderhouds- en vervangingssystematiek valt en als zodanig is opgenomen in begroting en voorjaarsnota. De vervangingstermijn voor de buizen is nu 60 jaar. Wat vervangen moest worden, is al vervangen. De vraag over stedelijk water en normering in het stedelijk gebied zal hij schriftelijk beantwoorden aan de heer Reerink. De tijdelijke maatregelen voor de rwzi staan vermeld in de bestuursstukken uit de vorige periode. Tijdens de inwerkperiode van het algemeen bestuur kan mevrouw Varenhorst antwoord krijgen op alle vragen over de rwzi. Hij antwoordt de heer Groenendijk dat bij het experimenteren met nieuwe sturingsmodellen het IPM-model niet zonder meer wordt gebruikt, maar dat het wordt aangepast aan de organisatie en het project, ook bij de rwzi Utrecht. De heer De Groot antwoordt de heer Reerink dat het onderhoud aan de regionale waterkeringen in 2020 grotendeels klaar zal zijn. Er is nu wel discussie over het watersysteem in het veenweidegebied; daar hoort het boezemsysteem bij. In de komende jaren gaat het onderhoud verder. De heer Poelmann vertelt dat in de afgelopen jaren elke begroting is doorgespit op mogelijke bezuinigingen. Het transitiebudget geeft de directeur de kans om alle ambities te vertalen naar nieuw personeel of ook het laten afvloeien daarvan. Het was onvermijdelijk om extra geld te steken in ICT. Het lijkt hem niet te doen om 350.000 belastingaanslagen te voorzien van informatie over de risico s van ieders woning. Hij denkt dat de app, waarmee ieder kan nagaan hoe hoog het water bij zijn huis kan komen, voorziet in de behoefte, al is de informatie nu nog wat globaal. Bij de POV Centraal Holland moet inderdaad sprake zijn van Lek en Nederrijn. De heer Poelmann zal een bespreking inplannen over wat er allemaal gebeurt in de POV, in het bijzonder over waar het bestuur invloed kan uitoefenen en over hoe het waterschap omgaat met de andere partners in de POV. De bestrijdingsprogramma s van calamiteiten zijn goed; de organisatie ligt op koers. De laatst geschreven stukken daarover gaan naar het bestuur. Tweede termijn Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 11 van 16

Mevrouw De Leeuw (AWP) had nog een vraag over verschuivingen in de reserves van watersysteem en zuivering, zoals in de voorjaarsnota vermeld. De heer Scherrenberg (VVD) wilde weten hoe meerkosten door kwijtschelding verwerkt zullen worden, wat dat betekent voor de toedelingssystematiek, nu de kwijtschelding maar voor enkele groepen geldt, maar wel gevolgen heeft voor het hele waterschap. De heer Van Os (SGP) had nog gevraagd wat voor invloed een flinke rentestijging kan hebben op de meerjarige begroting. De heer Reerink (PvdA) heeft ervaren dat maar weinig mensen de app van het waterschap over de risico s bestudeerd hebben. Hij denkt dat een actievere manier van aanbieden beter zal werken dan een app. Als het anders inrichten van het boezemsysteem betekent dat net als bij Haarrijn de kades worden afgegraven, vind hij dat dusdanig ingrijpend dat dat eerst in de commissie besproken moet worden. Hij had ook nog geen antwoord op zijn opmerking over minder meer in plaats van minder bij kostenbesparing afvalwaterketen. Tot slot wil hij hoogheemraad De Jong complimenteren met zijn kennis van zaken. In september zal die wel in staat zijn te reageren op alle door het bestuur voorgestelde aanpassingen. De heer Verkaik (W@I) vraagt zich af of de andere inrichting van de boezems te maken heeft met het Waterakkoord. Verder ziet hij dat op pagina 8 gesproken wordt over scherpe keuzes maken, als een partner voor een weg op een waterkering geen geld heeft. Het waterschap moet echter altijd zijn taak uitvoeren. Gaat dat leiden tot hogere kosten? De heer Rutjes (WN) hoopt dat het college bij het zoeken naar financiële dekking voor wijzigingen het voortouw neemt. Als dekking niet gevonden wordt, kunnen bestuursleden in tweede instantie meekijken. Behalve dat bij ICT de basis goed moet zijn en de veiligheid op orde, gaven personeelsleden op de innovatiemarkt aan dat er ook wat ontbrak aan de wijze waarop zaken geregeld zijn, zoals de toegang tot allerlei documenten. Kijk ook naar de inrichting van de ICT-systemen. De heer Travaille (PvdD) had nog de vraag of er voor de vier projecten en het ICT-project al startnotities waren. MVO-uitgangspunten zouden een integraal onderdeel moeten zijn van de voorjaarsnota. Op basis van het coalitieakkoord heeft hij al wat inhoudelijke kaders genoteerd. Hij zoekt hoe hij dat met wie kan delen. Hij zoekt ook wat de stand van zaken is bij het Deltaplan agrarisch water (pagina 10). De heer De Jong licht alsnog toe waarom de reserves watersysteem afnemen en de reserves waterzuivering toenemen. Dat heeft te maken met het spaarmodel: om te sparen voor de rwzi haalt het waterschap nu meer op dan nodig is. Dat bedrag loopt op totdat de rwzi gaat functioneren. Bij het watersysteem is dat anders; daar werd geld onttrokken aan de reserves. De norm daarvoor gaat hij in het najaar met het bestuur bespreken. Kwijtschelding wordt altijd binnen de eigen categorie opgevangen. Met dat geld wordt niet geschoven. Het waterschap doet aan gevoeligheidsanalyses van de financiële ontwikkelingen. Zo had de heer Kromwijk vorig jaar op grond van de analyses veel leningen geherstructureerd. Het gaat inderdaad om minder meer. In 2010 waren de prognoses voor 2020 en de genomen maatregelen hebben het 2020-niveau vanuit 2010 gemitigeerd. Hij zal geen financiële dekking gaan zoeken voor ambities van bestuursleden. Het college zal de ideeën die ontstaan, zo mogelijk vertalen naar de begroting, kijken hoeveel geld er beschikbaar is en zo nodig het tarievenbeleid vaststellen. Wie daarmee niet tevreden is, Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 12 van 16

kan voorstellen doen en zelf daarbij de middelen zoeken. Wat MVO betreft: dat staat niet uitdrukkelijk overal bij, maar eigenlijk is het altijd impliciet of expliciet aanwezig. De heer De Groot antwoordt de heer Reerink dat het waterschap aan de gang gaat met het onderzoek naar het boezemsysteem. Ook andere partijen als provincies en gemeenten zijn bezig met de discussie over veenweide. Als er uit het onderzoek resultaten komen, zal het college die zeker delen met het bestuur. Volgens de heer Poelmann staat in de bijsluiter bij de laatste belastingaanslag een verhaal over de app, maar er gaat tijd overheen voordat zoiets bij de meeste mensen geland is. Het waterschap is niet verplicht dat soort dingen voor de mensen te regelen. Ze hebben zelf ook een verantwoordelijkheid om informatie te verzamelen over veiligheid, waaronder waterveiligheid. De Stichtse Rijnlanden werkt er wel aan om het onderwerp waterveiligheid in zijn algemeenheid onder de aandacht te brengen en te houden. De regionale waterkeringen hebben niets te maken met het Waterakkoord Bodegraven. Dat is een overeenkomst tot het opnieuw verdelen van de kosten tussen Rijnland en De Stichtse Rijnlanden, gebaseerd op de hoeveelheid grond in de beide waterschappen. Hij kan het met de heer Rutjes erover eens zijn dat ook het personeel wil weten hoe alles rond de ICT geregeld is. Dat punt komt ook regelmatig terug in de OR. ICT lag over de hele linie achter. Het waterschap praat met Vallei en Veluwe om tot een gezamenlijke, sobere basis te komen. Naar het personeel wordt goed geluisterd en daarom is de verbouwing van het pand naar achteren verschoven. Er is een startnotitie van de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel. Bij de andere projecten zijn de plannen gegroeid uit het Deltaprogramma. Voor KWA+ is in feite een startnotitie aan het groeien en de POV Lekdijk en de rwzi zijn al gestart; daarvan is een startnotitie niet goed meer mogelijk. Niet alles heet startnotitie, maar er is overal al wel de nodige aandacht aan de start besteed. Tot slot wil hij de suggesties van de heer Travaille graag hebben. De vergadering stemt in met doorgeleiding naar de algemene bestuursvergadering. 3.4 a Bestuursovereenkom st Zoet Water West- Nederland Eerste termijn De heer Ten Heuw (ChristenUnie) stelt dat ondertekening van de overeenkomst veel verdergaande consequenties heeft dan men op basis van het voorstel zou vermoeden. Hoe zorgt het college ervoor dat vóór 2021 alle in de bijlage 2 opgenomen maatregelen zijn uitgevoerd? In die bijlage is ook niet duidelijk hoe de kosten verdeeld zijn. Tekenen van de overeenkomst lijkt op het tekenen van een blanco cheque, bijvoorbeeld doordat het waterschap veel maatregelen moet uitvoeren, onder andere slim watermanagement, een project dat de nodige ICT-voorzieningen meebrengt. In bijlage 3 staat dat het waterschap de MIRT-systematiek moet toepassen. Is De Stichtse Rijnlanden daar klaar voor? Aan de overeenkomst kleven enkele risico s. Zijn fractie had graag van het college een risicoanalyse. Gezien de tijd stelt de heer Verkaik (W@I) voor om de vragen alsnog schriftelijk in te dienen. Mevrouw Van Soest (LNE) constateert dat veel van de tijdens de vergadering gestelde vragen technisch van aard waren en schriftelijk hadden kunnen worden afgedaan. Dat lijkt haar ook de goede procedure voor alle vervolgvergaderingen. De voorzitter is het met haar eens en vraagt ieder de technische vragen schriftelijk in te dienen. Het college zal proberen die snel te beantwoorden. De heer Travaille (PvdD) meent dat dit de stukken zijn waar MVO-paragrafen thuishoren. Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 13 van 16

Het college noemt de inspanningsafspraak in de bestuursovereenkomst niet erg ambitieus. Wat was dan de ambitie van het college geweest? Spreker heeft graag een overzicht van de stand van zaken van het Deltaplan agrarisch water. De heer Droogers (CDA) vindt het verhaal in hoofdlijnen duidelijk. Hij ziet tevreden dat de ambtelijke uren ook vanuit dit Deltafonds betaald worden. Hij is verbaasd dat het college het besluit zou moeten nemen en niet het algemeen bestuur, zoals bij Rijnland de Verenigde Vergadering dat doet. Ook hij maakt zich zorgen over de risicobeheersing: de kans dat er andere bedragen uitrollen, is groot. De heer Van Bork (PvdA) vraagt welk belang De Stichtse Rijnlanden heeft bij deelname. Het waterschap moet een grote investering doen, gaat een langdurige verplichting aan en is alleen maar doorvoerhaven voor zoet water. Ook heeft hij gelezen dat LTO Noord enkel een inspanningsverplichting heeft, terwijl juist de boeren profijt zullen hebben. Mevrouw Otterman (WN) vindt de rol van LTO Noord ook vaag. Daar wil ze meer duidelijkheid over. Tegelijk meent ze dat andere brancheorganisaties ook actiever betrokken kunnen worden. De overeenkomst zelf kent nogal wat vaag taalgebruik. Daarom pleit ze voor een heldere, concrete oplegger. De heer De Jong stelt dat De Stichtse Rijnlanden in het midden van Nederland ligt en daardoor de aangewezen organisatie is die water naar het westen kan brengen. Het is in het belang van het waterschap dat het zelf alle voorzieningen voor dat transport aanlegt en beheert. LTO voelt zich mede verantwoordelijk en tekent daarom ook. Hij heeft daar verder geen oordeel over. Andere organisaties betuigen enkel adhesie. Het waterschap hoeft niet zelf de middelen te geven, maar natuurlijk is risicobeheersing wel nodig. Er is een gefaseerde benadering; in elke fase kan het waterschap kijken hoe alles loopt en zo nodig meer geld vragen of het werk temporiseren. Er zitten overigens in het project zelf risico-opslagen en boven het project ligt nog 2,5 miljoen euro. Er lijkt voldoende ruimte ingebouwd. Er is nu sprake van een eerste verkenningsfase, waarin het waterschap 2,83 miljoen euro binnen krijgt. Dat bedrag komt binnenkort op de rekening. Het college heeft de indruk dat De Stichtse Rijnlanden verantwoordelijkheid moet nemen voor dit maatschappelijke vraagstuk en het is aan bestuur, college, ambtenaren en projectgroep om het project goed te beheersen. Er is nadrukkelijke samenwerking met andere waterschappen: de projectleider komt van Rijnland, het team deskundigen van verschillende waterschappen. Dit project wordt professioneel opgezet. De heer De Jong hoopt ook zijn bijdrage te kunnen leveren. De heer Poelmann verzekert de vergadering dat er geen sprake is van en blanco cheque. Hijzelf zegt ook bij elke discussie in het bestuurlijk platform West-Nederland dat De Stichtse Rijnlanden geen risico gaat dragen. In deze eerste fase gaat het ook niet over de 40 miljoen euro heen. Natuurlijk zal het algemeen bestuur beslissen of het waterschap mee gaat doen of niet. Dat gebeurt op 8 juli. Tweede termijn De heer Travaille (PvdD) is nog steeds benieuwd naar de stand van zaken. De heer Verkaik (W@I) ziet de aanleg betaald door anderen, maar komt het onderhoud later voor rekening van De Stichtse Rijnlanden? De heer Van Bork (PvdA) begrijpt dat het waterschap zelf de regie wil voeren, maar waarom kost het voeren van de regie het waterschap 0,7 miljoen euro? De heer Ten Heuw (ChristenUnie) vraagt of e-mails die naar bestuursleden gaan, ook naar de duo-leden gestuurd kunnen worden. Bestuurszaken / DM 946630 Pagina 14 van 16