STATEN ZUID HOLLAND CL...,- NEKûbdEN 2 5 HMRT provincie. _../,p. Lid Gedeputeerde Staten. leden Provinciale Staten.

Vergelijkbare documenten
asbeststort DMH risico omgeving

asbeststort DMH risico omgeving

Samenvatting. Achtergrond

Infoavond asbestincident Maldegem 23 mei 2019

fl# '?"üffhorrand EIhhE q%ü l\ l!'i:..' fu#9 i:. t t' þ; I r o De relatief korte woonafstand tot de fabriek en de relatief lange woonduur van de

VRAGEN EN ANTWOORDEN OVER ASBEST ROND JUPITERLAAN IN STERRENBURG

ffi '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten Gemeente Papendrecht Postbus 1 1

GGD-richtlijn Gezondheidsrisico van asbest in woningen en publieke gebouwen

Hieronder vindt u enkele veelgestelde vragen

NGEKQMEN O 6 M. 2010

Asbestblootstelling van wieg tot graf

Aan Van Datum Onderwerp Zaaknummer

Handreiking mobiel reinigen, opslag en transport asbesthoudende bulkmaterialen

Op 22 juli 2011 stelde u ons college schriftelijke vragen over de brand aan de Eerste Tochtweg en de vrijgekomen asbestconcentraties.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

a _ctj. \ \ 9 OIC VOORBLAD AAN DE RAAD GERICHTE BRIEVEN: (per ommegaande invullen en sturen naar Griffie)

College van B&W van Sliedrecht Postbus AA Sliedrecht. Uw referentie:

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

ei GERECHTELIJKE SLAB Verslag ex artikel 8:47 Algemene wet bestuursrecht Y. Flietstra Pagina 1 Kenmerk opdrachtgever /33M1

AE Overveen. Graag nodigen wij u van harte uit voor een hoorzitting op 7 september 2018 op het Provinciehuis van Zuid-Holland in Den Haag.

Spuitasbest. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Vragen en Antwoorden over asbest

ffi STnTEN '?"ffjhorrand ETfiE Lid Gedeputeerde Staten Onderzoek onder omwonenden ter validatie van het rekenmodel

BM NGEKOMEN 1 9 MEI MEI 2010 Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 18 mei 2010 Nee. Paraaf Provinciesecretaris

Vragen en antwoorden over asbest en de brand in het Soesterkwartier

In uw vergadering van 26 juni 2013 heeft u de motie 'Verbreding onderzoek woningen Rijksstraatweg" (nummer 455) aangenomen.

Lid Gedeputeerde Staten

Deelrapportage Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Brunssum

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Asbest en uw woning. waar je thuis bent...

'?",iffhorrand STnTEN

Deelrapportage. Zware metalen en chroom-6 in stof. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Eygelshoven

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. R.A.Janssen. Contact

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Postbus GX Den Haag. TCB S56(2003) Den Haag, 21 oktober 2003

provincie HOLLAND ZUID

I!I IiI. provincie HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. R.A. Janssen

Gezondheidsrisico s voor werknemers en omwonenden ten gevolge van blootstelling aan met asbest verontreinigd straalgrit

ZUID HOLLAND. 2 8 FEB. ZOU Contact N. Huenders T provincie. Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland

Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst m.b.t. opdracht verdienmodellen Parkschap Nationaal Park De Biesbosch

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. P.L. Vermeulen (SP), W.J.M.K Senden (SP) (d.d. 6 september 2007) Nummer 2099

Deelrapportage Asbest. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Brunssum. Unit Medische Milieukunde, GGD Zuid Limburg, Geleen, juni 2015

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

, Provincie Zuid Holland, Derde Merwedehaven, Dordrecht Pagina 1 van 5

Vivian Oltheten Medische milieukundige Logo Gezond+

GEMEENTE. Datum Ons kenmerk Contactpersoon ML20/ S. Rietvelt-Roubroeks

MPGD GD

ASBESTBRAND - VEELGESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN

Gelet op: artikel 33 van de gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

STATEN. provincie fjqlland ZUID 2 O ÜEC Lid Gedeputeerde Staten. Lucht. R.A. Janssen

z s sep zn'3 provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 30 SEPTEMBER 2013 Gemeente Molenwaard

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

GEMEENTE VALKE NSWAARD

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Afgelopen nacht heeft er een brand gewoed. Hierbij is rook en asbest vrijgekomen. Hieronder leest u het antwoord op de meest voorkomende vragen.

: College van Burgemeester en Wethouders. : Agendapunt 4a (mededelingen portefeuillehouders)

Wij vinden het belangrijk u voorafgaand aan de beantwoording van de vragen het volgende mee te geven.

prov.nc,eholland 12 SEP 2016 ^ VOORBLAD Deo,/bijlage Afd. Geme Provincie Zuid-Holland Productnr. Geachte ontvanger,

BM NGEKOMFN 1 9 OKT Verzenddatum 1.J. UiVi. I. U -J - Geheim Nee. Paraaf Provinciesecretaris

Öl J. Franssen 5EK0MEN 2 6 M. ÏWB. provincie H o L L A N D ZUID. Gedeputeerde Staten. Aan de leden van de statencommissie Ruimte en Wonen

HOLLAND BM Lid Gedeputeerde Staten

Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Interne postcode 625 der Staten-Generaal Postbus 20018

STATEN. Bij wachtende cliënten jeugdzorg wordt onderscheid gemaakt tussen "bruto" wachtenden en "netto" wachtenden (Vervolgonderzoek Bijlage 2):

Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat VP Purmerend. Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Asbest in de bodem. Beleidsnotitie. September Pagina 1 van 6. Beleidsnotitie asbest in de bodem

Risico communicatie kankerverwekkende stoffen. drs.ing. Jolanda Willems MBA

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden?

College informatiebrief

1 7 SEP, 2009 GWM Paraaf Provinciesecretaris 17 augustus 2009

DE ERFENIS VAN HET ASBESTGEBRUIK II: ASBEST IN EN OP GEBOUWEN EN IN DE GROND JODY SCHINKEL

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Deelrapportage Asbest. Gezondheidskundige risicobeoordeling POMS-site Eygelshoven. Unit Medische Milieukunde, GGD Zuid Limburg, Geleen, juni 2015

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Kleefmonstername conform NEN Straatsburgflat Omgeving Straatsburgflat te Uithoorn

Asbestbeheersplan RKBS De Baanbreker. 25 februari 2013

Hierbij zenden wij u een exemplaar van de beschikking met betrekking tot de door u gemelde

Verslag informatieavond Asbest in scholen Wijk bij Duurstede d.d /19.30 uur

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten

FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen. Achtergrond. Risicoklassen

Gedeputeerde Staten. Stichting Werelderfgoed Kinderdijk t.a.v. het bestuur Overwaard AT KINDERDIJK

Asbest in grond: het zit echt overal. Saskia Vermij, arbeidshygiënist

Q&A Asbest en brand Beschikbaar gesteld door Bureau Gezondheid, Milieu en Veiligheid van de GGD en Zeeland en Brabant.

b i Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Verkennend onderzoek RIVM Postbus 1 chroom 6 Dii

Blootstelling van VROM Inspectie medewerkers aan asbest als gevolg van inspecties bij asbesthoudende vuurwerkverpakking

Inkomende post

Veel gestelde vragen over asbest

Rijksinstïtuut voor Volksgezondheid. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Overzicht controles stortplaats Sint- Niklaas

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. Drs. G. Veldhuijzen Leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving

BM Aug. tm. Paraaf Provinciesecretaris. Onderwerp Motie 151 d.d Vermindering papierverbruik en documenten

DORDRECHT. Vragen bij het interpeilatieverzoek

1. DOEL 2. DEFINITIES Asbest Asbestinventaris FABRIEKSVOORSCHRIFTEN

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

NGEKOMEN 1 2 MEI 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Transcriptie:

Lid Gedeputeerde Staten R.A. Janssen provincie ZUID HOLLAND leden Provinciale Staten STATEN NEKûbdEN 2 5 HMRT 2013 Contact 070 441 70 86 ra.janssen@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T070-441 66 11 w.zuid-holland.nl Datum 25 maart 201 3 Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlagen 2 Ondetwerp Bijlage(n) GGD bij brief gemeente Dordrecht inzake feitenonderzoek Derde Merwedehaven. Geachte leden van PS, Voor de Statenvergadering van woensdag 27 maart 2013 staat bij de bespreekstukken onder b.7 een reactie van het college van de gemeente Dordrecht aan Gedeputeerde Staten betreffende het feitenonderzoek Derde Memedehaven geagendeerd. In deze brief wordt gesproken over een bijlage Advies GGD 18 december 2012. Bijgaand treft u deze bijlage aan waarbij tevens het in deze bijlage genoemde eerdere Advies GGD ZHZ dd. 16 mei 201 1 is bijgevoegd. Bezoek*~ Hoogachtend, " w,-,-e- "---.--' _../,p i..-.- --.......- -. c.,^..-& CL...,- Zuid-Hollandplein l 2596 AW Den Haag R.A. Janssen Tram 9 en de buslijnen 90.385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt. -.. -... \ Bijlagen: - Advies GGD 18 december 201 2 - Advies GGD 16 mei 201 1

12-125 Sliedrecht feitenonderzoek DMH Datum: Aan: Van: Betreft : 18 december 2012 Gemeente Sliedrecht, D.M. Roza GGD Zuid-Holland Zuid, I.G. Akkersdijk Feitenonderzoek Derde Merwedehaven Op 18 december 2012 heeft de gemeente Sliedrecht de GGD Zuid-Holland Zuid gevraagd in hoeverre het feitenonderzoek aanleiding is om het eerder gegeven advies van 16 mei 2011 n.a.v. het MWH-onderzoek te herzien en, indien dit niet het geval is, welke informatie nodig was geweest om tot een goed onderbouwde risicobeoordeling te kunnen komen. Beschikbare informatie TNO-rapport d.d. 20 november 2012: Feitenonderzoek naar het storten van asbesthoudende materialen op de stortplaats Derde Merwedehaven te Dordrecht in de periode 1990 t/m 2010, rapportnummer TNO-060-UT-2012-01507. Advies GGD ZHZ d.d. 16 mei 2011 (bijlage) In het advies d.d. 16 mei 2011 heeft de GGD aangegeven dat voor het beoordelen van het risico in de omgeving van de Derde Merwedehaven inzicht nodig is in de gemiddelde concentratie aan asbestvezels over een lange periode ter plaatse van waar mensen langdurig verblijven (wonen). Relevante informatie feitenonderzoek Eén van de in het feitenonderzoek onderzochte deelvragen was: welke (verplichte en vrijwillige) onderzoeken en asbestmetingen zijn door de Derde Merwedehaven verricht en wat waren de uitkomsten van deze onderzoeken en metingen? Uit het feitenonderzoek (9.6, blz. 123-125) blijkt dat in de periode maart t/m september 2003 en mei 2007 t/m april 2008 op 16 data luchtmetingen zijn uitgevoerd met als resultaat dat de arbeidshygiënische grenswaarde van 0,01 vezel/ml niet werd overschreden. 2 metingen (december 2007 en maart 2008) zijn met elektronenmicroscopie geanalyseerd met als resultaat < 514 vezels/m3 respectievelijk < 198 vezels/m3. Onbekend is om welk soort asbestvezels het gaat. Conclusie GGD Voor toetsing van de meetresultaten aan het risiconiveau voor de algemene bevolking is elektronenmicroscopische analyse noodzakelijk, met een zo laag mogelijke detectielimiet. De in de arbeidshygiëne gangbare lichtmicroscopische analyse is hiervoor niet toereikend. De gevonden resultaten kunnen slechts gezien worden als een indicatie van de hoeveelheid asbestvezels in de lucht op de stortplaats ten tijde van de metingen. Onduidelijk blijft in hoeverre deze uitkomsten representatief zijn voor de gehele periode. De uitkomsten geven geen aanleiding om ons eerdere advies van 16 mei 2011 te herzien. GGD Zuid-Holland Zuid, Postbus 166, 3300 AD Dordrecht, T 078-770 85 00, E rnail@ggdzhz.nl

11-079 asbeststort DMH risico omgeving Datum: Aan: Van: Betreft: 16 mei 2011 Gemeente Sliedrecht, D. Roza GGD Zuid-Holland Zuid, I.G. Akkersdijk Mogelijke risico's Derde Merwedehaven voor omgeving zhr Op 13 mei 2011 heeft de gemeente Sliedrecht de GGD Zuid-Holland Zuid gevraagd om advies over mogelijke gezondheidsrisico's die inwoners van Sliedrecht hebben gelopen door het in de periode 2003-2010 storten van 131.000 ton onverpakt asbesthoudend afval op de stortplaats Derde Merwedehaven. Beschikbare informatie: 1. MWH. Verwerking van asbesthoudend afval binnen de inrichting Afvalberging Derde Merwedehaven. 21 februari 2011. 2. brief d.d. 29 maart 2011 van gemeente Sliedrecht aan College van Gedeputeerde Staten inzake Onderzoek naar het toezicht op afvalberging Derde Merwedehaven. 3. brief d.d. 19 april 2011 van Gedeputeerde Staten, directie Omgevingsdiensten afdeling Handhaving, aan gemeente Sliedrecht inzake Aanvullende informatie op rapport Verwerking van asbesthoudend afval binnen de inrichting Afvalberging Derde Merwedehaven, inclusief drie bijlagen. 4. brief d.d. 19 april 2011 van Gedeputeerde Staten, directie Omgevingsdiensten afdeling Handhaving, aan gemeente Sliedrecht inzake Onderzoek berging van asbesthoudend afval Derde Merwedehaven. 5. Stand van zaken m.b.t. DMH per 26 april 2011/Advies aan gemeente Sliedrecht, Johan Vollenbroek, 25 april 2011. 6. brief d.d. 6 mei 2011 van het college van B&W van Sliedrecht aan de gemeenteraad inzake Onderzoek verwerking asbesthoudend afval op afvalberging Derde Merwedehaven. Conclusies GGD 1. Er is geen informatie beschikbaar op basis waarvan er een echte risicobeoordeling voor de omgeving van de Derde Merwedehaven kan worden uitgevoerd. 2. Het is niet uit te sluiten dat er bij het storten een beperkte hoeveelheid vezels is vrijgekomen. 3. Er vanuit gaand dat bij het bergen van asbesthoudend bulkmateriaal op de afvalberging is voldaan aan alle betreffende voorwaarden zoals genoemd in beleidsregel 4.45 is het niet waarschijnlijk dat dit in de omgeving heeft geleid tot langdurige hoge blootstelling. Hoe verder? Inmiddels is besloten dat er geen onverpakt asbesthoudend afval meer gestort zal worden op de Derde Merwedehaven. Om het vertrouwen van de omgeving in een veilige situatie rond de afvalberging te vergroten kan worden overwogen om tot de sluiting op 31 december 2012 en definitieve afdekking van de stortplaats een aantal metingen uit te voeren op de terreingrens benedenwinds van de stortvakken die voor asbesthoudende materialen bestemd zijn. Hierbij moet getoetst worden aan de nieuwe omgevingsnorm. Het monitoren van het aantal nieuwe gevallen van longkanker en rnesothelioom onder de algemene bevolking in Dordrecht en Sliedrecht is niet zinvol omdat hiermee niet een oorzakelijk verband met de Derde Merwedehaven kan worden aangetoond. GGD Zuid-Holland Zuid, Postbus 166, 3300 AD Dordrecht, T 078-770 85 00

11-079 asbeststort DMH risico omgeving Toelichting Asbest en gezondheid Asbestvezels die in de lucht zweven, kunnen na inademing diep in de longen doordringen en na vele jaren longkanker of mesothelioom (longvlies- of buikvlieskanker) veroorzaken. Echter, lang niet iedereen die asbestvezels inademt, krijgt daardoor kanker. Het risico op het krijgen van kanker door asbest wordt vooral bepaald door de hoeveelheid asbestvezels die iemand heeft ingeademd. Dit is weer afhankelijk van de hoeveelheid asbestvezels in de lucht en de duur dat iemand deze lucht heeft ingeademd. Daarnaast speelt de soort asbest een rol. Blauw en bruin asbest geven een iets grotere kans op het krijgen van kanker dan wit asbest. Cijfers In 2007 overleden in Nederland 400 mensen aan mesothelioom. Jaarlijks krijgen 70 per 100.000 mannen en 30 per 100.000 vrouwen longkanker. Er wordt geschat dat er jaarlijks 12 OIO minder gevallen van longkanker zouden voorkomen als er geen blootstelling aan asbest had plaatsgevonden. Omdat deze ziekten pas tientallen jaren na de blootstelling tot uiting komen ligt de oorzaak voor huidige ziektegevallen in de (meestal beroepsmatige) blootstelling in het verleden, toen asbest nog op grote schaal werd toegepast. Asbest in de buitenlucht Door slijtage van asbesthoudend materiaal, zoals remvoeringen van vrachtwagens, bevat de buitenlucht die we inademen asbestvezels. De hoeveelheid asbestvezels in de buitenlucht is sinds de jaren 80 afgenomen omdat asbest steeds minder wordt gebruikt. Toch ademt iedereen in een heel leven nog steeds miljoenen asbestvezels in. Advies Gezondheidsraad In juni 2010 heeft de Gezondheidsraad het risico van asbest opnieuw beoordeeld. Asbest blijkt gevaarlijker dan eerder werd aangenomen. De gevaren van het inademen van asbestdeeltjes worden nu ongeveer 30 tot 40 keer hoger ingeschat dan vroeger. Dit betekent dat blootstelling aan asbest een groter risico oplevert dan tot nu toe werd gedacht. De kans om kanker te krijgen door het inademen van asbest uit de buitenlucht is, ook met deze nieuwe inschatting, tamelijk klein, waarschijnlijk minder dan 0,01 /~ (een honderdste procent). Risico vergeleken Iedereen in Nederland heeft een gemiddelde kans van ongeveer 30% om kanker te krijgen. Hoe groot deze kans precies is, hangt af van allerlei factoren, zoals leefgewoonten (roken, voeding), erfelijke factoren, etc. Meeroken: de extra kans op het krijgen van kanker, voor iemand die zijn leven lang met iemand in huis woont die 10 sigaretten per dag rookt, is ongeveer 0,1%. Roken: de extra kans op het krijgen van kanker, voor iemand die zijn leven lang 10 sigaretten per dag rookt, is ongeveer 10%. Invloed blootstellingsduur Een incidentele, kortdurende blootstelling aan een grote hoeveelheid asbest vergroot de kans op het krijgen van kanker een klein beetje. Het échte risico van asbest is aanwezig bij langdurige blootstelling aan grote hoeveelheden asbestvezels in de lucht. Dit soort blootstelling vond vooral vroeger plaats in sommige werksituaties, waarbij werknemers jarenlang, dag in dag uit werden blootgesteld aan heel grote hoeveelheden asbest. Daarom is er nu een strenge regelgeving, die ervoor moet zorgen dat mensen zo min mogelijk worden blootgesteld aan asbestvezels. GGD Zuid-Holland Zuid, Postbus 166, 3300 AD Dordrecht, T 078-770 85 00

11-079 asbeststort DMH risico omgeving Risico's en normen Om iets te kunnen zeggen over een mogelijk gezondheidsrisico door asbest moet men weten hoeveel vezels er in de lucht zitten en hoelang men daaraan blootgesteld is geweest. Vervolgens kan men dit toetsen aan gezondheidskundige normen die hiervoor zijn vastgesteld. Er zijn normen voor werknemers en normen voor de algemene bevolking. De Gezondheidsraad heeft in juni 2010 nieuwe, strengere normen voorgesteld. In een brief aan de Tweede Kamer d.d. 15 februari 2011 heeft staatssecretaris Atsma aangekondigd dat de door de Gezondheidsraad geadviseerde risiconiveaus voor de algemene bevolking worden overgenomen. Dit betekent dat het verwaarloosbaar risiconiveau uit het Gezondheidsraadadvies gebruikt gaat worden als streefwaarde voor de achtergrondconcentratie (= het aantal vezels wat alom in de buitenlucht aanwezig is). In de praktijk betekent dit dat de activiteiten van het landelijke asbestbeleid via maximaal bronbeleid er op gericht zullen zijn om de concentraties van asbest in de leefomgeving te verlagen tot aan het verwaarloosbaar risiconiveau (VR). Volgens deze norm is er een kans van één extra geval van kanker op één miljoen mensen die hun hele leven lucht inademen met 28 witte asbestvezels/m3 (of 3 blauwe of bruine vezels, of 13 vezels van een mengsel van wit met maximaal 20% blauw of bruin). Het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) met een kans van 100 extra gevallen van kanker is volgens de Gezondheidsraad bereikt als één miljoen mensen hun hele leven lucht inademen met 2800 witte asbestvezels/m3 (of 300 blauwe of bruine vezels, of 1300 vezels van een mengsel van wit met maximaal 20% blauw of bruin). In de volgende tabel staan de nieuwe normen weergegeven. VR MTR Nieuwe VR- en MTR-waarden (vezels/m3) wit asbest mengsel wit met maximaal 20% blauw of bruin asbest 28 13 2800 1300 blauw of bruin asbest 3 300 Situatie Derde Merwedehaven Voor het beoordelen van het risico in de omgeving van de Derde Merwedehaven is inzicht nodig in de gemiddelde concentratie aan asbestvezels over een lange periode ter plaatse van waar mensen langdurig verblijven (wonen). Immers, de norm waaraan getoetst wordt is voor de levenslange blootstelling. De GGD ZHZ heeft geen informatie over de resultaten van metingen van asbestvezels op het bedrijfsterrein of in de omgeving van de Derde Merwedehaven. Metingen In de brief van de provincie (beschikbaar stuk 5) wordt vermeld dat Tauw in september 2007 bij het bergen van asbesthoudend materiaal metingen heeft uitgevoerd en concludeert dat er geen asbestvezels waren vrijgekomen. In dezelfde brief wordt ook aangegeven dat bij door Delta uitgevoerde 3-maandelijkse metingen geen asbestvezels zijn aangetoond. Bij het beoordelen van resultaten van asbestmetingen is de detectielimiet van de gehanteerde onderzoeksmethode een belangrijk gegeven. De conclusie "geen asbestvezels aangetoond" betekent in feite: geen vezels aangetoond in hoeveelheden boven de detectielimiet van de onderzoeksmethode. De onderzoeksmethode met bijbehorende detectielimiet wordt door het onderzoeksbureau afgestemd op de norm waaraan men gaat toetsen. Hierbij moet worden opgemerkt dat bij de nu meest gangbare elektronenmicroscopische techniek (SEM/RMA) routinematig een detectielimiet van circa 100 vezels/m3 kan worden gehaald. GGD Zuid-Holland Zuid, Postbus 166, 3300 AD Dordrecht, T 078-770 85 00 3

11-079 asbeststort DMH risico omgeving Dit betekent dat het technisch niet mogelijk is om met metingen het vrijkomen van vezels voor 100% uit te sluiten. De norm voor arbeidsomstandigheden ligt en lag in 2007 bij 0,01 vezel/ml gemeten met fasecontrastmicroscopie, dit komt overeen met 0,02 vezels/ml gemeten met TransmissieElektronenMicroscopie (TEM) = 20.000 vezels/m3 (alle soorten asbest). De norm voor de algemene bevolking, VR, lag tot voor kort bij 1000 witte asbestvezels/m3 en 100 blauwe of bruine asbestvezels/m3, gemeten met TEM. Beleidsregel4.45 De meting betrof een toetsing van de naleving van de twaalf voorwaarden, genoemd in beleidsregel arbeidsomstandighedenwetgeving 4.45 Verpakking en vervoer van bepaalde bulkmaterialen, verontreinigd met asbest- en/of crocidoliethoudende materialen (Staatscourant 6 december 2002, nr.236 / pag. 12). In de toelichting hierbij wordt het volgende vermeld ter onderbouwing van de effectiviteit van de voorwaarden: "In de afgelopen periode zijn proeftransporten uitgevoerd met specifiek daartoe ingerichte vrachtwagens, zoals omschreven in deze beleidsregel. De te vervoeren bulkmaterialen en bulkafvalstoffen zijn met water bevochtigd tot een gehalte van minimaal 10 /o. De praktijkmetingen hebben uitgewezen dat dergelijke afvalstoffen en materialen, verontreinigt met minder dan 10 gram hechtgebonden asbest- of crocidoliet per kilogram droge stof, of verontreinigd met minder dan 1 gram niet-hechtgebonden asbest- of crocidoliet per kilogram droge stof, niet leiden tot meetbare hoeveelheden asbest- of crocidioliethoudend stof in de inademings- en omgevingslucht. De luchtmetingen zijn ondermeer uitgevoerd op de risicomomenten, met name bij het laden en lossen. In verband met de vaststelling van het asbest- enlof crocidolietgehalte in de te vervoeren afvalstoffen en materialen, wordt gebruik gemaakt van meetmethoden die vooralsnog in de normontwerp-nen fase verkeren. Deze normen worden al veelvuldig gehanteerd. Via het asbestplatform bij het NEN worden deze meetmethoden verder ontwikkeld tot definitieve NEN-normen." Zoals eerder vermeld, is de Gezondheidsraad inmiddels met een voorstel voor nieuwe, strengere asbestnormen gekomen. Het is nog niet bekend wat de consequenties zullen zijn voor het arbeidsomstandighedenbeleid, maar het is niet uitgesloten dat sommige beleidsregels zullen worden aangepast. Het is daarmee de vraag of beleidsregel 4.45 volgens de huidige inzichten nog voldoende bescherming biedt. Blootstelling omgeving Gelet op het bovenstaande is het niet uitgesloten dat bij het storten toch een beperkte hoeveelheid vezels is vrijgekomen. In welke mate dit heeft geleid tot blootstelling in de omgeving is niet bekend. Omdat het storten van asbesthoudend materiaal inmiddels is gestaakt, valt dit ook niet meer te onderzoeken. Er vanuit gaand dat bij het bergen van asbesthoudend bulkmateriaal op de afvalberging is voldaan aan alle betreffende voorwaarden zoals genoemd in beleidsregel 4.45 is het niet waarschiinliik dat dit in de omgeving heeft geleid tot lanaduriae hoae blootstelling. Overwegingen die een rol spelen zijn: - Het storten heeft onregelmatig plaatsgevonden, op werkdagen, in ieder geval niet continu. - Het storten heeft op het bedrijfsterrein plaatsgevonden op onbekende, wisselende afstand van de terreingrens en de verdere omgeving. Daartussen vindt afhankelijk van de afstand en van meteorologische omstandigheden (wind, regen) verspreiding en verdunning van de concentratie vezels plaats. - De uitkomst van een meting dichtbij de werkzaamheden is niet representatief voor de langdurige blootstelling in de omgeving, maar te beschouwen als worst case. - Het is niet duidelijk in hoeverre de uitgevoerde metingen representatief zijn voor alle stortsituaties omdat de partijen wisselend van omvang en van samenstelling zijn geweest (binnen de voorwaarden van maximaal 1000 mg/kg ongebonden asbest en 5000 rng/kg gebonden asbest). GGD Zuid-Holland Zuid, Postbus 166, 3300 AD Dordrecht, T 078-770 85 00

11-079 asbeststort DMH risico omgeving Monitoring ziektegevallen Omdat er geen informatie is over de blootstelling van omwonenden aan asbest rijst de vraag of het mogelijk is om door het monitoren van ziektegevallen onder de algemene bevolking duidelijkheid over de gevolgen voor de omgeving te verkrijgen. Het volgen van het aantal nieuwe gevallen van mesothelioom en longkanker in de loop van de tijd is technisch mogelijk. Er is in Nederland een hele goede kankerregistratie. Het zou dan gaan om nieuwe gevallen van mesothelioom en longkanker. Daarbij zou rekening moeten worden gehouden met de lange latentietijd van longkanker en mesothelioom (10-60 jaar). Dit maakt goede monitoring lastig, omdat mensen verhuizen en nieuwe mensen in het gebied komen wonen. Daarnaast heeft men te maken met de invloed van andere oorzaken van longkanker, zoals roken. Bovendien is voor het vaststellen van een oorzakelijk verband goede informatie over de blootstelling noodzakelijk. En deze informatie ontbreekt in deze situatie. Dit alles maakt dat het niet goed mogelijk is om op basis van monitoring duidelijkheid te krijgen over de gevolgen van blootstelling aan asbest afkomstig van de Derde Merwedehaven. GGD Zuid-Holland Zuid, Postbus 166, 3300 AD Dordrecht, T 078-770 85 00