Bestemmingsplan Ommen, woningbouw Ommeresstraat Ontwerp. Regels. BJZ.nu Bestemmingsplannen

Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

Bestemmingsplan Notarisappelstraat

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

1 van :15

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

Regels. Kenmerk: R05

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

Rhenen, Vogelenzang, aanpassing oeverwoningen

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

Bestemmingsplan Loppersum, partiële herziening Kavels Over de Wijmers V A S T G E S T E L D

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Oude IJsselstreek 2009; Bongersstraat ong. Ulft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels... 7

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

NL.IMRO BP001PH

N307 Passage Dronten (9071)

Van Alewijkstraat Beerzerveld

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Bestemmingsplan. Brem 6-8. Gemeente Oldenzaal. Datum: 18 juli 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0173.BP09034-on01

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 7. 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Tuin 8 Artikel 4 Wonen 10

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

Inhoudsopgave. Bijlage bij de regels 18. Bestemmingsplan Eschstraat-Ootmarsumsestraat Ontwerp

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

Bestemmingsplan Tempeliersweg te Haaren. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 8

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Bestemmingsplan Woningbouw Horsterweg/ Groene Allee

Bestemmingsplan Vogelenzang, Haaren Gemeente Haaren. Regels Bp Vogelenzang, Haaren

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Bestemmingsplan Benonistraat Regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Regels Buitengebied Noord, deelplan Kinholtweg 1 Fluitenberg 2010 NL.IMRO.0118.BP VG02 vastgesteld februari 2011

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Bestemmingsplan Stork-terrein Naarden REGELS

Inhoudsopgave. Wonen Ommen, partiele herziening Hessenweg West 1, Ommen Voorontwerp

Bestemmingsplan Kom Haaren, Burgemeester van de Venstraat ongenummerd. Regels

pompstation Breehei te Leunen REGELS

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

Oldenzaal, Prins Bernhardstraat 2

Bestemmingsplan PLASWEG 6, WADDINXVEEN Gemeente Waddinxveen

Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 9

Bestemmingsplan Losser dorp, partiële herziening Gronausestraat-Dr. Frederikstraat REGELS

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

R e g e l s rgl

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

Regels. Kenmerk: R03

Westsingel. Datum 22 juni 2009

R e g e l s rgl

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

R e g e l s rgl

snippergroen 2017 planregels Snippergroen 2017 snippergroen 2017 planregels

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

aanduidingsvlak een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;

Regels. Kenmerk: V01

BESTEMMINGSPLAN OM DE KAMP 22, ANSEN GEMEENTE DE WOLDEN VASTGESTELD PLAN

Transcriptie:

Regels 1

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 7 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 8 Artikel 3 Woongebied 8 Hoofdstuk 3 Algemene regels 12 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 12 Artikel 5 Algemene gebruiksregels 13 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 14 Artikel 7 Algemene wijzigingsregels 15 Artikel 8 Overige regels 16 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 17 Artikel 9 Overgangsrecht 17 Artikel 10 Slotregel 18 Bijlage bij regels 19 Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten 20 2

Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begrippen Inleidende regels In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan het bestemmingsplan 'Ommen, woningbouw Ommeresstraat' met identificatienummer NL.IMRO.0175.20131005001-on01 van de gemeente Ommen; 1.2 bestemmingsplan de geometrische bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 aan- en uitbouw een onderdeel van een hoofdgebouw dat in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm; 1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6 aan huis gebonden beroep of vrij beroep een (para)medisch, juridisch, administratie, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.7 afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening; 1.8 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.9 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.10 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.11 bijgebouw een gebouw dan dat in ruimtelijk bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zijnde een woning; 1.12 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk; 1.13 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 3

1.14 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping; 1.15 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.16 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; 1.17 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.18 bouwwerk elke constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 1.19 bruto vloeroppervlakte de oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen, één en ander zoals omschreven in NEN 2580; 1.20 carport een geheel of gedeeltelijk overdekte opstelplaats voor een auto welke ten minste aan twee zijden open is; 1.21 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.22 erf al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden; 1.23 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.24 gebruiken gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven; 1.25 hoofdgebouw een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; 1.26 huishouden één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen; 4

1.27 kleinschalige beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten kleinschalige beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten die niet vallen onder de vrije beroepen oftewel aan huis gebonden beroepen, maar in bepaalde gevallen wel daarmee gelijk te stellen zijn. Het is in ruimtelijke zin niet relevant of het gaat om een beroep of bedrijf. Bepalend is of de activiteiten gezien de aard, omvang en intensiteit passend zijn binnen de woonfunctie. De gemeentelijke afweging welke activiteiten hier wel en niet toelaatbaar zijn, is maatgevend; 1.28 kunstwerken bouwwerken, geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en degelijke; 1.29 mantelzorg het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.30 normaal onderhoud, gebruik en beheer een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt; 1.31 motorrijtuig voertuigen voorzien van een motor bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen; 1.32 overkapping een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan; 1.33 peil a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein; c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land; 1.34 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.35 seksinrichting een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.36 Staat van Bedrijfsactiviteiten een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen; 1.37 uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 5

1.38 uitvoeren uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven; 1.39 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt; 1.40 voorgevelrooilijn de langs de weg gelegen lijn, welke zoveel mogelijk een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging heeft ten opzichte van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen op de naastgelegen bouwpercelen; 1.41 wijziging een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening; 1.42 woning een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. 6

Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelsgrens: tussen de (zijdelingse) grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is. 2.2 bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.3 dakhelling: langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak. 2.4 goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.5 horizontale diepte van een gebouw: de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd. 2.6 ondergeschikte bouwonderdelen: bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden. 2.7 oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.8 oppervlakte van een overkapping: tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping. 7

Hoofdstuk 2 Artikel 3 Woongebied Bestemmingsregels 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, beperkt tot maximaal 5 woningen; b. aan huis gebonden beroep; en tevens voor: c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; d. parkeervoorzieningen; e. openbare nutsvoorzieningen; f. groenvoorzieningen; g. speelvoorzieningen; h. water, waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Hoofdgebouwen Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 3.1 omschreven bestemming met inachtneming van de volgende regels: a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; b. de afstand van een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen (hoekwoningen) tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt ten minste 3 m; c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte niet meer dan de aangegeven hoogte bedragen; d. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 60% van het bouwperceel; e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag ten hoogste het aangeduide aantal woningen worden gebouwd; f. aan- en uitbouwen dienen aan het hiervoor gestelde te voldoen, dan wel aan het gestelde onder 3.2.2. 3.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 6 m, met dien verstande dat de bouwhoogte minimaal 1 m lager moet zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw; b. de goothoogte van een bijgebouw en de bouwhoogte van een overkapping bedraagt niet meer dan 3,5 m; c. de bijgebouwen worden achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw gebouwd, met dien verstande dat bijgebouwen minimaal 3 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd; d. uitbouwen in de vorm van erkers vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits: 1. de horizontale diepte maximaal 1,20 m bedraagt; 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt; 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 75% van de breedte van die gevel bedraagt; 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m. 8

e. de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw, inclusief de oppervlakte van aan- en uitbouwen, die niet voldoen aan de eisen van het hoofdgebouw, bedraagt maximaal 75 m². f. de onder e. bepaalde oppervlakte is alleen toegestaan indien niet meer dan 60% van het bouwperceel wordt bebouwd, met dien verstande dat het maximale bebouwingspercentage van 60% ook van toepassing is op overkappingen; g. in afwijking van het gestelde onder c. mogen bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m tevens op een afstand van ten minste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; h. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m waarbij geldt dat deze op een afstand van ten minste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan mogen worden gebouwd; i. er mogen geen voor bewoning bestemde aan- en uitbouwen worden gebouwd gelegen op een afstand minder dan 10 meter tot de achterste bouwperceelgrens. 3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m; b. er zijn uitsluitend vergunningsvrije erf- en perceelafscheidingen toegestaan overeenkomstig artikel 2 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan). 3.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de parkeervoorzieningen; bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a. lid 3.2.1 sub c met dien verstande dat de afstand tot de perceelgrens ten minste 1 m dient te bedragen; b. lid 3.2.1 sub d en e voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15% en/of voor een andere dakhelling en/of voor een plat dak, mits het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt aangetast; c. lid 3.2.1 sub f voor het verhogen van het percentage, met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de woonfunctie ter plekke, dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte; d. lid 3.2.2 voor het realiseren van garageboxen, met dien verstande dat: 1. binnen de bestemming 'Woongebied' maximaal 3 garageboxen zijn toegestaan; 2. het bebouwingspercentage van het bouwperceel niet meer bedraagt dan 70%; 3. een garagebox minimaal 15 m achter de naar de weg gekeerde voorgevel van het hoofdgebouw moet worden gebouwd. e. lid 3.2.2 sub a mits de bouwhoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de goothoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de goothoogte van het hoofdgebouw; f. lid 3.2.2 sub e voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte aan- en uitbouwen en bijgebouwen met maximaal 20 m², uitsluitend in verband met het gebruik als afhankelijke woonruimte en mits dit gebruik noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg; g. lid 3.2.3 sub a tot een bouwhoogte van maximaal 5 m; h. lid 3.2.3 sub b tot een bouwhoogte van maximaal 3 m. 9

3.4 Specifieke gebruiksregels 3.4.1 Algemeen Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: a. wonen in een woning, anders dan ten behoeve van een huishouding, met dien verstande dat een huishouden wel mag worden aangevuld met een huishouding ten behoeve van dringende sociale, verzorgings- of sociaal-economische redenen; b. het gebruik van gronden en bouwwerken in combinatie met bedrijfsdoeleinden anders dan een aan huis gebonden beroep; c. opslag voor de voorgevel van het hoofdgebouw; d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning. 3.4.2 Aan huis gebonden beroep De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen: a. de aan huis gebonden activiteiten voor het beroep mogen uitsluitend inpandig worden verricht; b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen, tot een maximum van 45 m²; c. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent; d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis gebonden beroep; e. het parkeren dient binnen het erf op eigen terrein plaats te vinden, dan wel in alternatieve ruimte waarin in de nabijheid wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en/of onderhouden van alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Kleinschalige bedrijfsactiviteiten Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 en 3.4.2 voor het toestaan van kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten waarbij niet meer dan maximaal 30% met een maximum van 45 m² van de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van de kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag worden genomen met dien verstande dat: a. de kleinschalige beroeps- en of bedrijfsactiviteiten behoren tot maximaal categorie 1 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten met inachtneming van de hierin genoemde afstanden; b. niet is toegestaan een horeca-inrichting, met uitzondering van een bed en breakfast voorziening; c. niet toegestaan is detailhandel, behoudens als ondergeschikte activiteit bij en direct verband houdend met de uitoefening van de kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten; d. niet toegestaan is groothandel; e. niet toegestaan zijn reparatiewerkzaamheden voor particulieren van motoren, motorvoertuigen, vaartuigen, caravans, landbouwvoertuigen of bromfietsen; f. kleinschalige bedrijfsactiviteiten die niet zijn genoemd in categorie 1 van de als in Bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten eveneens zijn toegestaan nadat door aanvrager is aangetoond dat deze activiteiten wat betreft geur, stof en geluid en gevaar en wat betreft ruimtelijke uitstraling, omvang en intensiteit, met een bedrijf uit categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten gelijk kunnen worden gesteld; 10

g. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten mogen geen onevenredige hinder opleveren voor de omgeving, geen onevenredige afbreuk doen aan het ruimtelijk (woon) karakter van de buurt, geen onevenredige aantasting opleveren voor de bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden, geen onevenredige nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en mogen niet leiden tot onaanvaardbare parkeerdruk, geen publieksgericht karakter hebben, uitsluitend bezoek op afspraak is toegestaan; h. opslag van goederen of stalling van motorrijtuigen, aanhangwagens en fietsen die verband houden met de kleinschalige bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend toegestaan in gebouwen; i. degene die gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die de kleinschalige bedrijfsactiviteiten uitoefent; j. de kleinschalige bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend inpandig worden verricht. 11

Hoofdstuk 3 Artikel 4 Algemene regels Anti-dubbeltelregel Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 12

Artikel 5 Algemene gebruiksregels Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen: a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie. 13

Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 6.1 Afwijken van de bestemmingsregels 6.1.1 Algemeen Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van: a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlaktematen, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlaktematen, percentages en afstandseisen; b. de regels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan; c. de toegelaten bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen tot een bouwhoogte van 3 m, en de toegelaten bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, tot een bouwhoogte van 15 meter 6.1.2 Voorwaarden op het afwijken van de bestemmingsregels Omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 6.1 kan slechts worden verleend, indien deze niet leidt tot een onevenredige aantasting van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de parkeervoorzieningen; f. de sociale veiligheid; g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken. 14

Artikel 7 Algemene wijzigingsregels 7.1 Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen: a. in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met achtneming van de volgende voorwaarden: 1. de bestemmingsgrenzen mogen niet meer dan 5 m worden verschoven; 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers mogen niet onevenredig worden geschaad; 3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad. 15

Artikel 8 Overige regels 8.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen; c. de ruimte tussen bouwwerken. 8.2 Afstemming welstandstoets Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot: a. de voorgeschreven maximale goothoogte en maximale bouwhoogte; b. de plaatsing op het bouwperceel. ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden van het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, (voor zover die binnen het betreffende gebied van toepassing zijn) mits: 1. de vermindering van de goot- en bouwhoogte niet meer bedraagt dan 15% van de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte; 2. de binnen de regels te realiseren oppervlakte niet wordt verminderd. 16

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 9 Overgangsrecht 9.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 9.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 17

Artikel 10 Slotregel Deze regels worden aangehaald als regels van het bestemmingsplan 'Ommen, woningbouw Ommeresstraat'. 18

Bijlage bij regels 19

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten 20