Stappenplan praktijkbegeleiding van priesters, diakens en parochieassistenten in een nieuwe functie

Vergelijkbare documenten
Leidraad voor het opstellen van een taakomschrijving in de territoriale pastoraal

Leidraad voor het houden van functioneringsgesprekken in de territoriale pastoraal

Toerusting van de parochies Pastoor, parochievicaris, diaken, parochieassistent(e), plaatselijke contactpersoon, parochieteam

Werken met een richtdocument

IN DIALOOG BEGINNEN. Het mentoraat voor beginnende priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers in het bisdom Rotterdam. Diocesane Werkgroep Mentoraat

benoemingenprotocol 2009

Situering in de parochiegemeenschap

Beleidslijn Uitvaartliturgie en -pastoraal

Frisse Wind Project - Pastoraal Team UZ Leuven

Een verantwoordelijkheid van heel de geloofsgemeenschap

BLIKOPENER. Christelijke gemeenschappen in de toekomst in het bisdom Hasselt

Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: (B.S. van ) Artikels 5, 8,11,12,13, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 29 1/2/3/4, 30,33, 41, 42

PASTORAAL WERKERS EN WERKSTERS IN HET AARTSBISDOM MECHELEN-BRUSSEL OVER HET STATUUT VAN DE PASTORAAL WERK(ST)ER. Inleiding... 2

TOEKOMST VAN DE PAROCHIEKERKEN STAPPENPLAN VOOR DE PASTORALE BELEIDSGROEPEN 12/03/2012

Stappenplan catechumenaatsweg

Welkom door de priester-moderator en/of leider van de avond

Hoe werkt een parochiecluster en wat merken we ervan?

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

Functiebeschrijving: Directeur audit

OPLEIDING TOT PASTORAAL WERK(ST)ER PERMANENT DIAKEN

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

STAGEGIDS VOOR DE STUDENTEN VAN KAIROS STUDIEJAAR Stagegids voor de cursisten studiejaar , blz. 1

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren

ProfS: doelenbevraging

PASTORAAL WERKERS EN WERKSTERS IN HET AARTSBISDOM MECHELEN-BRUSSEL PASTORAAL WERK(ST)ER IN DE TERRITORIALE PASTORAAL

OPLEIDING TOT PERMANENT DIAKEN PASTORAAL WERK(ST)ER

De functie van de deken. in ons vicariaat. Beleidsoriëntaties 3

Scholengemeenschap SAS

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

CHECKLIST GEZOND BINNENMILIEU

Informatie-bijeenkomst voor nieuw benoemde leden van kerkbesturen in het bisdom van s-hertogenbosch

Opleiding evaluatie- en functioneringsgesprekken incl. feedbackgesprekken CC SELECT & VZW VORM

STATUUT VAN DE PASTOR IN EEN CHRISTELIJK GEÏNSPIREERD ZIEKENHUIS

PASTORAAL WERKERS EN WERKSTERS IN HET AARTSBISDOM MECHELEN-BRUSSEL FINANCIËLE REGELINGEN

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Visietekst over de vorming van pastorale regio s en regioploegen

Toekomst parochiekerken. begeleiding Veneco

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

SAMEN ONDERWEG VOORSTEL WIJKTEAMS

STAGEGIDS VOOR DE STUDENTEN VAN KAIROS STUDIEJAAR Stagegids voor de cursisten studiejaar , blz. 1

CHECKLIST BEWEGING EN SEDENTAIR GEDRAG/ LANG ZITTEN

Hoe kan je breed en permanent evalueren?

alle campagnefoto s Maak het mee : Paul Delaet provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld

Klachtenregeling CAW

Vacature voor een voltijdse of halftijdse parochieassistent(e) voor het decanaat Torhout

INTENTIEVERKLARING PALLIATIEVE ZORG

Afspraken Begeleidings- en evaluatietraject Mentorenproject Traject functiebeschrijvingen. SG SN BaO loopbaanontwikkeling / loopbaanbegeleiding

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

SCHOOLEIGEN VISIE OP KWALITEITSVOLLE VAKGROEPWERKING

ERGOTHERAPIE BIJ ROUW EN PALLIATIEVE ZORG

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de vrije lagere school Virgo Maria te Merksem

Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel

Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan, wees alleen bang om stil te staan (Chinese wijsheid)

1. Algemeen. VZW Katholieke Basisscholen van Poperinge Zetel : Bruggestraat 14, 8970 Poperinge Lokaal 314

Voorstel inzake wijziging ord. 3 c.a. (wijzigingen i.v.m. HBO-theoloog/kerkelijk werker) 1. Inleiding

Aan de slag met jongeren

Vernieuwde beleidslijn Uitvaartliturgie en -pastoraal

EVALUATIEREGLEMENT - GROEP T HOGESCHOOL LEUVEN - Evaluatiereglement, 20 november 2000

Beleidsoriëntaties 4 OPDRACHT EN WERKING VAN DE PAROCHIEPLOEG VANDAAG. Herziene statuten

Werkpunt 2: Betrekken van moeilijk bereikbare doelgroepen

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien.

Programma Groepsontwikkeling Werkwijze programma Groepsontwikkeling. Inhoudsopgave

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Om te beginnen. Waarom dit boek?

& Pastorale Supervisie in Nederland

BISDOM GENT DECREET TOT VASTSTELLING VAN DE TARIEVEN EN VERGOEDINGEN VOOR KERKELIJKE DIENSTEN

Stappenplan om te komen tot een beleidsplan voor parochies

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

HET BELEIDSVOEREND VERMOGEN BINNEN ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP. De 8 dragers voor een beleidseffectieve SG

HR - beleid in 3D: Waar staan we als school/sg/organisatie?

P.E. & Catechese. kansen & mogelijkheden

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

Kwaliteitshandboek 4. Organisatiegerichte procedures 4.3 Het ondersteunen en evalueren van het personeel

De conceptnota Een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk en de toekomst van de parochie

Aanwezig : Julien Bogaert, Herman De Backer, Rik Sagaert, Ingrid Vyvey, Silvie Vanhoutteghem, Jeroen Terryn en Ann De Bruyckere. 1 Verwelkoming...

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: beleidscoördinator Samenleving Leven en Welzijn

BELEIDSPLAN Gereformeerde Goede Herder Kerk Oldebroek

Vorming in het bisdom Hasselt

TAKEN EN PROFIEL. van de mentor

Voorbeelden compententieprofiel mentor

Functie- en competentieprofiel

Secretariaat bisdomleiding Kenmerk: 047/67/2013 Betreft: Herstructurering bisdomkantoor bisdom van Breda

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG

Zie (je) wat ik kan!?

2. Toepassingsgebied Klachten van de gebruiker m.b.t. de hulp- en dienstverlening, die gemeld worden aan een medewerker van De Meander.

FUNCTIEPROFIEL LERAAR BASISEDUCATIE

Parochiekerkenplan: klus of kans? Ervaringen uit enkele pilootprojecten

Deze leidraad helpt om het gesprek in team aan te gaan rond kwaliteit, vooraleer je de sjablonen in de digitale leermodules invult.

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Een toekomst voor de parochiekerken

BISDOM GENT DECREET TOT VASTSTELLING VAN DE TARIEVEN EN VERGOEDINGEN VOOR KERKELIJKE DIENSTEN

Transcriptie:

Stappenplan praktijkbegeleiding van priesters, diakens en parochieassistenten in een nieuwe functie 1. Situering Priesters, diakens en parochieassistenten in de territoriale pastoraal staan bij een eerste of nieuwe benoeming voor een boeiende uitdaging: herder zijn of meewerken aan het herderschap voor geloofsgemeenschappen die men vaak eerst nog mag leren kennen. Het is tegelijkertijd niet altijd een gemakkelijke opdracht. Het getuigt van een evangelische instelling om elkaar in die omstandigheden te dragen, om als broers en zusters in de Heer de nodige zorg te dragen voor ieders eigen verantwoordelijkheid en persoonlijk geluk. Deze zorg voor elkaar uit zich onder meer in een begeleiding in de praktijk. Naast de theoretische en praktische opleiding is inderdaad een praktijkbegeleiding aangewezen, nl. om te leren uit de eigen pastorale ervaringen. Er gebeurt op dit vlak al heel veel. Daar zijn we dankbaar om. Toch blijkt uit signalen die vanuit de parochiepastoraal gegeven worden dat een meer systematische aanpak van praktijkbegeleiding aangewezen is. Daarom werd een Werkgroep Praktijkbegeleiding 1 samengesteld met als opdracht voorstellen voor een stappenplan uit te werken. In deze nota wordt het stappenplan toegelicht. Het stappenplan praktijkbegeleiding voor starters kan overkomen als een zwaar pakket. Het is niettemin enkel de bedoeling om pastores te ondersteunen in hun pastorale opdracht. Daarbij wordt de nodige aandacht besteed aan de eigenheid van het gewijde ambt (priester, diaken) en dat van andere taken (parochieassistent, medewerker): het gaat immers om een roeping die een eigen en geïntegreerde spiritualiteit veronderstelt en die ook een levensvervulling beoogt. Dit stappenplan bevat de volgende aspecten: Werkvormen van praktijkbegeleiding, nl. het mentorschap en de supervisie/intervisie. Ondersteuning in het functioneren via functioneringsgesprekken. Het invoeren van functioneringsgesprekken in de territoriale pastoraal kan ertoe bijdragen dat het functioneren en het welbevinden van de pastor en het team zoveel mogelijk in overeenstemming wordt gebracht met de doelstellingen van de parochie/federatie. Voorwaardenscheppende acties en hulpmiddelen om in de territoriale pastoraal goed te kunnen functioneren en om de praktijkbegeleiding ook goed te kunnen uitbouwen, nl. de taakomschrijving, een groeimap, het vervolggesprek met iemand van de dienst Parochieopbouw en vorming. 1 Deze werkgroep bestaat uit de vicaris-generaal Jaak Janssen en bisschoppelijk vicaris Karel D Huys, pastoordeken Rob Van Noppen, ere-pastoor-deken Giel Stinkens (tot einde oktober 2011), pastoor-moderator Tjeu Neyens en de diocesane stafmedewerkers Louisa Cloesen, Frans Ieven, Ria Ombelets (Parochievicariaat), Hugo Quintiens, Martijn Steegen (vanaf oktober 2011) en Els Stulens (CCV Hasselt). Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 1/9

Deze werkvormen en hulpmiddelen komen aan bod in punt 2 van deze nota. Daarbij wordt het onderscheid aangeduid tussen hetgeen wordt verwacht van pastores (priesters, diakens en parochieassistenten) die een eerste benoeming krijgen (we noemen ze starters ) resp. van pastores die een tweede of volgende benoeming krijgen ( doorstarters ). Vervolgens worden enkele aandachtspunten geformuleerd (in punt 3). Ten slotte wordt het tijdspad beschreven (in punt 4). In een volgende fase zal een aanbod uitgewerkt worden voor pastores die nood hebben aan ondersteuning op kritieke momenten. Informatie hierover volgt later. 2. Werkvormen en voorwaardenscheppende aspecten en hulpmiddelen. 2.1. Mentorschap Starters en doorstarters vallen in een nieuwe situatie. Iemand uit de pastorale omgeving die vertrouwd is met de federatie kan de starter resp. de doorstarter helpen zicht te krijgen op de situatie en stappen te zetten om te voldoen aan de taakomschrijving. Deze hulp zal wellicht intenser zijn voor een eerste dan voor een volgende benoeming. Mentorschap bij starters: Werkwijze: elke starter kiest in overleg met de pastoor-moderator 2 een mentor (man of vrouw). De zorg dat dit gebeurt, ligt bij de pastoor-moderator. Het is van belang dat de starter vrij snel na diens benoeming een mentor heeft bij wie de starter terecht kan. De mentor is een pastor of een ervaren leek uit de omgeving die voldoende vertrouwd is met de pastorale context waarin de starter terecht komt. Het zal een persoon zijn waarin de starter vertrouwen heeft. In die zin heeft de starter een ruime vrijheid in de keuze van de persoon die als mentor zal optreden. Rol van de mentor: de mentor is vertrouwenspersoon bij wie de starter terecht kan. De starter kan in alle vrijheid terecht bij de mentor om te reflecteren over het ingroeien in de eigen (nieuwe) opdracht. De starter kan ook bij de mentor terecht voor praktijkgerichte hulp. De mentor maakt de starter vertrouwd met de pastorale context. De mentor kan ook suggesties doen i.v.m. het volgen van vorming. Dit alles gebeurt niet binnen een strikt formeel kader, maar eerder informeel naargelang de wensen en noden van de starter. De mentor heeft een actieve rol, maar zit niet op het vel van de starter. Termijn: de taak van de mentor zal initieel in duur beperkt worden (bv. 6 maanden tot 1 jaar) en ook in opdracht afgebakend worden (bv. aantal gesprekken). Na deze periode kan de mentor in onderling akkoord nog als vertrouwenspersoon fungeren wanneer de pastor hieraan nood heeft. Begeleiding: de mentor krijgt een introductie (korte vorming) vanuit het bisdom en kan daarna voor raad ook nog terecht bij de diocesane diensten. Communicatie: de starter, de mentor, de pastoor-moderator en de deken worden goed geïnformeerd over het doel, het nut en de werkwijze van het mentorschap. 2 Telkens geldt dat het de deken is wanneer de pastoor-moderator zelf starter is, en iemand van de dienst Parochieopbouw indien het een deken betreft. Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 2/9

Mentorschap bij doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming heeft de mentor een meer beperkte rol, af te spreken in functie van de wensen en noden van de nieuw benoemde pastor. Het geven van enige feedback blijft immers ook hier nuttig. Zie document Mentorschap in de territoriale pastoraal (beschikbaar op de website www.kerknet.be/bisdomhasselt; op deze webpagina rechts bovenaan de zoekterm mentorschap intypen en drukken op de enter-toets). 2.2. Supervisie Supervisie is een vorm van praktijkbegeleiding waarbij men individueel of in groep en onder begeleiding van een supervisor gericht naar zichzelf kijkt in relatie tot de eigen praktijkervaring. Starters en doorstarters leren sneller bij wanneer zij effectief stil staan bij hun ervaringen. Supervisie biedt daarvoor de nodige kaders. Bemerking vooraf: in ons bisdom is er al een aanbod aan supervisie. Nieuwbenoemde diakens en parochieassistenten volgen momenteel groepssupervisie gedurende 5 jaar. Ook voor jonge priesters is er een supervisiegroep. Er is voor pastores ook mogelijkheid tot individuele supervisie. Supervisie bij starters: Werkwijze: starters kunnen aansluiten bij een nieuwe supervisiegroep (als er voldoende starters zijn om een nieuwe groep op te starten) of bij een bestaande supervisiegroep. Daartoe moet er voldoende openheid zijn in de supervisiegroepen. Starters komen best niet terecht in een groep waarin een collega-pastor uit hetzelfde werkveld zit. Supervisiegroepen zijn gemengd: ze bestaan uit priesters, diakens en parochieassistenten. Er wordt aandacht besteed aan de identiteit van elke roeping, inzonderheid aan die van de priester. Priesters met een eerste benoeming vormen zo mogelijk aparte groepen (als een vrijplaats van een op diocesaan niveau georganiseerde supervisie). Belangrijk is dat pastores zich de cultuur van het maken van verslagen eigen maken. De pastoors-moderatoren maken zich de cultuur eigen om aan hun pastores het belang van supervisie aan te geven en om hen hiervoor de nodige tijd en ruimte te geven. Begeleider: de supervisor is een persoon die over de nodige competenties beschikt. De supervisor wordt gemandateerd door de vicaris verantwoordelijk voor de vorming. Aanzet: de medewerker van de dienst Parochieopbouw geeft tijdens het vervolggesprek (zie punt 2.6.) de aanzet. De uiteindelijke verantwoordelijkheid om de starter toe te leiden naar supervisie ligt bij de pastoor-moderator. Termijn en frequentie: starters volgen supervisie gedurende 3 jaar. Er wordt één supervisiesessie per maand voorzien (d.w.z. 9 keer per jaar; tijdens de vakantiemaanden is er dus geen supervisie). Na 3 jaar eindigt de supervisie en kan deze groep een intervisiegroep worden. Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 3/9

Supervisie bij doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming zeker wanneer het gaat om een grondige wijziging van de opdracht gaat naar de doorstarter het appèl uit om opnieuw aan te sluiten bij een supervisiegroep. Het is aangewezen om dan één jaar supervisie (= 9 supervisiesamenkomsten) te volgen. Na deze periode is voortzetting op vrijwillige basis mogelijk. Wanneer de doorstarter vanuit de vorige benoeming nog intervisie volgt, kan er ook voor geopteerd worden deze intervisie voort te zetten i.p.v. aan te sluiten bij een supervisiegroep. 2.3. Functioneringsgesprek Een functioneringsgesprek is een gepland, periodiek gesprek onder vier ogen tussen een priester, diaken of parochieassistent en de pastoor-moderator (de deken bij de pastoormoderator, de vicaris van de parochies bij de deken) waarbij beiden de agenda bepalen. Doel is het functioneren en het welbevinden van de betrokkenen en hun team zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de doelstellingen van de federatie. Opmerking vooraf: gevraagd wordt dat de pastoor-moderator (de deken bij de pastoormoderator) minimaal om de 2 jaar een functioneringsgesprek heeft met elk van de pastores en met de starters (= bij een eerste benoeming) nog meer. Functioneringsgesprek met starters: Met starters zal een functioneringsgesprek gehouden worden na 4 tot 5 maanden praktijkervaring en opnieuw nadat de starter 12 maanden in functie is. Daarna is er minimaal om de 2 jaar een functioneringsgesprek (zoals voor de andere pastores). Opvolging: de werkwijze wordt niet afgedwongen. Wel zullen de dekens en de dienst Parochieopbouw regelmatig peilen of functioneringsgesprekken gehouden worden. Ze moedigen aan om dit te (blijven) doen. Functioneringsgesprek met doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming: dezelfde werkwijze als voor starters. Zie document Leidraad voor het houden van functioneringsgesprekken in de territoriale pastoraal (beschikbaar op de website www.kerknet.be/bisdomhasselt; op deze webpagina rechts bovenaan de zoekterm functioneringsgesprek intypen en drukken op de enter-toets). 2.4. Taakomschrijving Een goede begeleiding kan slechts gebeuren vanuit een heldere taakomschrijving. Taakomschrijving voor starters: Definitie: de taakomschrijving is een opsomming van taken die de starter op zich zal nemen. Bij elk van deze taken is ook aangegeven wat precies van deze pastor verwacht wordt en welke competenties hiervoor nodig zijn. Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 4/9

Start: de taakomschrijving wordt opgesteld kort na de benoeming en vóór de aanstellings- of voorstellingsviering. In de aanstellings- of voorstellingsviering kan iets klinken van deze taakomschrijving. Actoren: de taakomschrijving wordt opgesteld door de pastoor-moderator, het federatieteam en de starter onder begeleiding van een medewerker van de dienst Parochieopbouw. Werkwijze: de taakomschrijving wordt opgesteld vanuit één of meer gesprekken waarin volgende aspecten aan bod komen: - de eigenheid en verantwoordelijkheid van ambten en bedieningen; - de charisma s van de starter en van de andere pastores; - de bestaande toestand en organisatie van de pastoraal (een informatiedossier over de parochie/federatie is nuttig als achtergrondinformatie); - de noden en toekomstperspectieven van de federatie. Vanuit deze gegevens wordt een taakomschrijving opgesteld. Er worden prioriteiten geformuleerd. De taakomschrijving laat een groeiproces toe. De taakomschrijving wordt op papier gezet. Zowel starter als pastoor-moderator en de deken ontvangen een exemplaar. Opvolging: na 6 tot 12 maanden wordt de taakomschrijving zo nodig bijgestuurd. Een medewerker van de dienst Parochieopbouw zet hiertoe de nodige stappen. Een nieuwe evaluatie en eventuele bijsturing van de taakomschrijving gebeurt na 3 tot 5 jaar. Het initiatief daartoe wordt genomen door de betrokken starter of door de pastoor-moderator. De taakomschrijving zal wellicht herzien worden bij eventuele wijziging van de samenstelling van het pastoresteam en bij wijzigingen in de beleidskeuzes ter plaatse. In dit geval ligt het initiatief bij de pastoor-moderator. Bij een herziening van de taakomschrijving zijn dezelfde actoren betrokken als bij het opstellen ervan (zie hoger). De taakomschrijving is een hulp bij het functioneringsgesprek (zie punt 2.3.) en bij de keuze van leeractiviteiten (zie punt 2.7.). Taakomschrijving voor doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming: dezelfde werkwijze als voor starters. Zie document Leidraad voor het opstellen van een taakomschrijving in de territoriale pastoraal (beschikbaar op de website www.kerknet.be/bisdomhasselt; op deze webpagina rechts bovenaan de zoekterm taakomschrijving intypen en drukken op de enter-toets). 2.5. Persoonlijke groeimap De persoonlijke groeimap helpt iedere pastor om zichzelf en de eigen roeping te ontwikkelen. De groeimap laat aan starters zien waar zij nu staan, wat ze reeds ondernemen om te groeien en opent zo perspectieven voor gerichte praktijkbegeleiding. Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 5/9

Persoonlijke groeimap voor starters: Elke nieuwe starter krijgt van de dienst Parochieopbouw een groeimap. Doel: informatie verzamelen die behulpzaam kan zijn bij het goed functioneren in de pastoraal. Er wordt geen strak formeel kader geschapen voor deze groeimap. De groeimap is van en voor de starter. Starters bouwen die uit op zo n manier dat ze er kunnen naar terug grijpen en eruit kunnen leren. Het is per definitie een groeiproces. Indien de starter het nuttig vindt kan de groeimap gebruikt worden in gesprekken (bv. in functioneringsgesprekken). In deze map kunnen volgende zaken bewaard worden: - de taakomschrijving (zie hoger); - een formulering van bijhorende competenties - een overzicht van gevolgde initiatieven i.v.m. permanente vorming; - documentatie/verslagen van leeractiviteiten (zie punt 2.7. Vorming); - de documenten van de praktijkbegeleiding (stappenplan praktijkbegeleiding, supervisieverslagen, verslagen van gesprekken met de mentor, ); - verslagen van functioneringsgesprekken; - notities van andere gesprekken (met de vicaris, de medewerker van de dienst Parochieopbouw, ). Groeimap voor doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming: de doorstarter kan verder gebruik blijven maken van de groeimap. 2.6. Vervolggesprek met een medewerker van de dienst Parochieopbouw Starters en doorstarters hebben bij de benoeming een gesprek met de vicaris voor de parochies, soms ook met de bisschop. Er werd in samenspraak met de pastoor-moderator en met het federatieteam een taakomschrijving opgesteld (zie punt 2.4.). Het vervolggesprek na de (nieuwe) benoeming vormt een kans om terug te blikken en vooruit te blikken op de (nieuwe) opdracht. Vervolggesprek bij starters: Werkwijze: een medewerker van de dienst Parochieopbouw neemt na 3 tot 6 maanden contact op met de starter om een afspraak te maken voor een vervolggesprek. Doel: het vervolggesprek gaat niet over het functioneren van de starter (dit behoort tot de verantwoordelijkheid van de pastoor-moderator), maar heeft als doel een eerste evaluatie te houden over de taakomschrijving en over de taakverdeling binnen het geheel van de federatie. In het vervolggesprek wordt ook gepolst hoe de ondersteuning door de mentor verloopt (niet als evaluatie, wel als uiting van bezorgdheid dat de nodige ondersteuning aanwezig is). Tevens wordt een aanzet gegeven om in supervisie te gaan. Opvolging: indien nodig neemt de medewerker van de dienst Parochieopbouw na dit vervolggesprek initiatief voor een gesprek met de pastoor-moderator en/of met het federatieteam om de taakomschrijving resp. de taakverdeling te herbekijken. Een eventuele nood aan bijkomende praktijkbegeleiding of vorming wordt gesignaleerd aan de pastoor-moderator die de mogelijkheden daartoe met de starter overlegt. Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 6/9

Vervolggesprek bij doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming: dezelfde werkwijze als voor starters. 2.7. Vorming Elke mens, dus ook elke starter en doorstarter, neemt zijn ontwikkeling in eigen handen. Een kleine aanmoediging kan starters resp. de doorstarters helpen om vorming te volgen gericht op hun werk. Vorming voor starters: Elke starter neemt zich voor om minstens 5 leeractiviteiten te volgen in functie van de taakomschrijving. Deze leeractiviteiten kunnen heel verscheiden zijn, bv. een lezing bijwonen, een vormingsreeks volgen, een gesprek met iemand, een artikel of boek lezen, Een kort verslag hiervan wordt bewaard in de groeimap (zie punt 2.5.). De pastoor-moderator peilt naar de vormingsbehoeften (o.a. bij gelegenheid van de functioneringsgesprekken), ook rekening houdend met hetgeen in de toekomst in de federatie moet gedaan worden. De pastoor-moderator verwijst naar vormingsmogelijkheden. Hij kan hiertoe informatie en advies inwinnen bij diocesane diensten (CCV, dienst Parochiecatechese, dienst Parochieopbouw, ). Vorming voor doorstarters: Bij een tweede en volgende benoeming: deelname aan vorming wordt gestimuleerd in functie van de nieuwe opdracht. 3. Aandachtspunten. 1. Bij dit alles moet tevens aan het spiritueel-herderlijk discours en aan de geestelijke begeleiding een plaats gegeven worden. 2. De rol van de pastoors-moderatoren in het geheel van de praktijkbegeleiding is belangrijk. Van hen wordt immers verwacht dat ze een brug slaan tussen de praktijkbegeleiding van de starter en de opvolging van het pastoresteam resp. het federatieteam waarvan de starter deel uitmaakt. De pastoors-moderatoren kunnen een beroep doen op: het CCV: vorming/opleiding voor starters, vorming voor het houden van functioneringsgesprekken, persoonsgerichte introductie voor mentoren, aanbod supervisie, coördinatie praktijkbegeleiding; de dienst Parochieopbouw: heeft oog voor de samenhang tussen de verschillende personen en diensten die betrokken zijn bij de praktijkbegeleiding. 3. Meewerkende priesters zijn ook starters in die zin namelijk dat zij zich een nieuwe opdracht moeten eigen maken die fundamenteel anders is dan hun vorige opdracht (bv. ze zijn niet meer pastoor). O.a. een goede taakomschrijving is zeker nuttig. Sommigen zijn zelfs niet vertrouwd met het nieuwe pastorale terrein (bv. als men vanuit het onderwijs naar een parochie overstapt). Voor hen is een goede introductie aangewezen. Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 7/9

4. Belangrijk is om met praktijkbegeleiding te starten en om vervolgens uit ervaringen te leren. Vanuit de praktijkervaring kan bijgestuurd worden. Daarom worden alle betrokkenen uitgenodigd om via het CCV of via de dienst Parochieopbouw ervaringen en suggesties voor verfijning door te geven. 4. Tijdspad. Datum of periode Activiteit Verantwoordelijke Voorjaar 2012 Dekenale impulsmomenten pastores in de territoriale pastoraal over CCV + dienst Parochieopbouw praktijkbegeleiding. Voorjaar 2012 Bestaande vormen van begeleiding worden op punt gesteld en kunnen nu ingevoerd worden: schema voor de uitwerking van een taakomschrijving van (door)starters; vervolggesprekken. dienst Parochieopbouw dienst Parochieopbouw Juni 2012 Vorming voor pastoors-moderatoren over functioneringsgesprekken. CCV i.s.m. de dienst Parochieopbouw Voorjaar 2012 Ter beschikking stellen van een groeimap dienst Parochieopbouw voor alle pastores. Voorjaar 2012 Start (nieuwe) supervisiegroep(en). CCV Vanaf 01/09/2012 Start mentorschap voor pastores die vanaf dan nieuw benoemd worden + persoonsgerichte introductie mentoren. Pastoors-moderatoren CCV Vanaf 01/09/2012 Start functioneringsgesprekken. Pastoors-moderatoren Hasselt, 6 januari 2012. Jaak Janssen Vicaris-generaal Karel D Huys Bisschoppelijk vicaris Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 8/9

Bijlage: Schema praktijkbegeleiding priesters, diakens en parochieassistenten in een nieuwe functie Benoeming met taakomschrijving Groeimap / vormingsactiviteiten Mentorschap 3 tot 6 mnd 4 tot 5 mnd 1 jaar 3 jaar 5 jaar Gesprek met medewerker Parochieopbouw Eerste functioneringsgesprek Tweede functioneringsgesprek Functioneringsgesprek Functioneringsgesprek Supervisie (in groep of individueel) Intervisie Stappenplan praktijkbegeleiding in de territoriale pastoraal 06/01/2012 9/9