Examen Federatie Financieel Planner



Vergelijkbare documenten
Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

U of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Vrijkomend lijfrentekapitaal. Keuzemogelijkheden en belastingregels

Hypotheek en levensverzekering

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

Interpolis Vrijkomend lijfrentekapitaal bij leven

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

NIBE-SVV, januari Oefenexamen Fiscale aspecten en kapitaalverzekering

Vrijkomend lijfrentekapitaal bij leven.

Hypotheekrecht en - vormen

Examen Federatie Financieel Planner

Bankspaarhypotheek PAUL SPATZKER HYP O THEEKA D VIES

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

PE Plus Vermogen oefenexamen

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

DE EIGEN WONING IN DE NOTARIËLE PRAKTIJK STEFAN VRANCKEN

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

Algemene informatie oudedagvoorzieningen

Vormen van levensverzekering. Een overzicht

Vormen van levensverzekering

Slim Schenken en nalaten

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014)

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

Oudedagsvoorzieningen

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting

Oefenvragen Leven dag 3

Stappenplan familielening

Regeling Anw-aanvulling

Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer?

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Examen Federatie Financieel Planner

Examen Financieel Planner

Q & A BLG Bankspaarhypotheek

geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve

Uw lijfrente komt vrij

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES

Financiële deskundigheid Examennummer: Datum: 26 maart 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

De Roche. Hypotheek waaier. Een persoonlijke keus voor uw toekomst. Het kiezen van de juiste hypotheekvorm is

Als u een woning koopt

Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu?

EINDEJAARSTIPS /5

Inventarisatie Hersteladvies

Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM. Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur

Examen Federatie Financieel Planner

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Checklist Aangifte IB 2014

CHECKLIST AANGIFTE INKOMSTENBELASTING 2011

Welke regels van toepassing zijn, is afhankelijk van uw individuele situatie. In deze advieswijzer komen verschillende situaties aan bod.

Naam:... Adres:... Postcode en plaats:... verder te noemen volmachtgever,

Help, mijn pensioen Slim sparen voor de toekomst

Een eigen. huis.

DE LIJFRENTEWIJZER UW LIJFRENTE KOMT VRIJ, WAT KUNT U DOEN?

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

VEELGESTELDE VRAGEN. Algemeen

55119 (06-13) Begrippenlijst ASR VermogenBelegd

Inventarisatieformulier klantprofiel

Regeling Anw-aanvulling. Een verzekering tegen het Anw-hiaat. De Algemene nabestaandenwet. De verzekering tegen het Anw-hiaat bij het pensioenfonds

3 Privé. RB Eindejaarstips en aandachtspunten 2016/ pagina 23

SCHENKEN AAN KINDEREN

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN Erven en schenken

Examen Federatie Financieel Planner

Naam:... Adres:... Postcode en plaats:... verder te noemen volmachtgever,

Een verantwoorde hypotheek

Werking box 3: inkomsten uit sparen en beleggen. Inleiding

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Hoe zit het met op al bestaande hypotheken vanaf ?

Financieel Risico Profiel Uw hypotheek en de inkomensrisico's

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner

Klant inventarisatie. Partner. Voorletters : Adres : Postcode : Woonplaats : Telefoonnummer : E mail : Rekeningnummer : Gezinssituatie

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde

Een verantwoorde hypotheek

Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

Een verantwoorde hypotheek

Fiscale cijfers 2008

Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

Estate planning 2018

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Seminar. Fiscaal vriendelijk erven en schenken

Graag ontvangen wij van u een kopie van de jaaropgave(n) 2010 van uw werkgever(s) of uitkeringsinstantie.

Om de bijleenregeling uit te leggen worden de volgende termen gebruikt:

Belastingcijfers 2015

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Instituut Financieel Management

Eigenwoningreserve of verkoop eigen woning

Inventarisatielijst. Personalia Naam. Adres. Postcode en woonplaats. Telefoonnummer thuis. Telefoonnummer werk. Telefoonnummer mobiel.

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Fiscale en financiele aspecten bij echtscheiding. PFP Forum 30 januari 2008 mr. Frits van der Kamp

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

VRAGENLIJST PERSOONLIJK FINANCIEEL OVERZICHT

Oefenvragen Leven dag 1

Transcriptie:

Examen Federatie Financieel Planner 11 december 2009 DEEL I 10.00-12.00 uur - Meerkeuzevragen - Dit deel van het examen bevat 30 meerkeuzevragen, op 14 pagina's. Norm is 10 fouten. N.B.: Schriftelijke toelichting op antwoorden wordt niet bij de beoordeling meegewogen. Uw naam en examennummer s.v.p. correct op het antwoordformulier vermelden. Vul uw antwoorden in met potlood.

Vraag 1 Tim Korporaal bezit een eigen woning van 300.000 met een eigenwoningschuld van 300.000. Tim heeft in 2006 een kapitaalverzekering eigen woning (KEW, zonder garantiekapitaal) afgesloten bij een Nederlandse verzekeringsmaatschappij in combinatie met een aflossingsvrije lening voor 30 jaar. De rentevast-periode op de lening is 30 jaar. Verder bezit Tim alle aandelen in een B.V. (Tim B.V.). Bij Tim bestaat er onduidelijkheid over zijn kapitaalverzekering. Wat is juist met betrekking tot zijn KEW? A. De KEW keert altijd voor maximaal 90% uit. B. De kapitaalverzekering kan fiscaal gefacilieerd worden voortgezet met het KEWregime bij Tim B.V. C. De begunstigde van een KEW moet de uitkering aanwenden ter aflossing van de eigenwoningschuld. D. De kapitaalverzekering is extra voordelig bij een lage rentestand. Vraag 2 Sophie Koudijs (60 jaar) is overleden in 2007. Enig erfgenaam is haar zoon Bert (30 jaar). Sophie had ten tijde van haar overlijden als enig actief een effectenportefeuille van 60.000 bestaande uit beleggingsfondsen die geen dividend uitkeren. Bert heeft de nalatenschap in 2007 zuiver aanvaard en de effectenportefeuille in stand gelaten. De effectenportefeuille heeft thans een waarde van 30.000. Volkomen onverwacht bleek op 1 december 2009 dat Sophie nog een schuld had van 80.000 die ontstaan is in 2006. Bert heeft zelf een vermogen van 500.000. Wat zijn de gevolgen van het zuiver aanvaarden door Bert? A. Bert kan binnen 3 maanden nadat hij kennis heeft gekregen van de negatieve nalatenschap alsnog beneficiair aanvaarden en daardoor verhaal op zijn vermogen voorkomen. B. De betreffende schuldeiser kan zich tot maximaal 30.000, zijnde de huidige waarde van de effectenportefeuille, op het vermogen van Bert verhalen. C. De betreffende schuldeiser kan de volledige 80.000 verhalen op het vermogen (inclusief de nalatenschap van Sophie) van Bert. D. De schuldeiser kan van rechtswege nooit meer verhalen dan 50% van de vordering van 80.000 op het vermogen van Bert. Pagina 1 van 14

Vraag 3 Bij de volgende stellingen in deze vraag dient uitgegaan te worden van algemene definities en dient geen rekening te worden gehouden met kostenopslag van de beheerder van het beleggingsfonds. Stelling I. Voor de systematiek van het bepalen van de koers van een aandeel in een open-end beleggingsfonds geldt als hoofdregel de intrinsieke waarde. Stelling II. Bij een closed-end beleggingsfonds wordt de koers van een aandeel in het fonds bepaald door vraag en aanbod. De koers van het aandeel in dat fonds kan substantieel afwijken van de intrinsieke waarde. Welke stelling is juist? A. Zowel stelling I, als stelling II is juist. B. Stelling I is juist, stelling II is onjuist. C. Stelling I is onjuist, stelling II is juist. D. Zowel stelling I, als stelling II is onjuist. Vraag 4 Gert de Breul heeft 5 jaar geleden een woning in eigendom verkregen voor 400.000. Hij heeft 4 jaar geleden de helft van de woning voor 200.000 verkocht en overgedragen aan Froukje, zijn vriendin met wie hij een gemeenschappelijke huishouding ging voeren. De relatie is uitgegaan. Gert is met Froukje overeengekomen dat hij op 4 december 2009 zijn helft van de woning door middel van een koopovereenkomst aan haar overdraagt voor 150.000. De werkelijke waarde van de helft van de woning is op 4 december 2009 220.000. Welk bedrag aan overdrachtbelasting moet Froukje betalen over de transactie van 4 december 2009? A. 0. B. 9.000. C. 11.100. D. 13.200. Pagina 2 van 14

Vraag 5 Een weduwe (nabestaande) heeft een kind van 15 jaar uit het huwelijk met de overledene. Er bestaat recht op een nabestaandenuitkering en een halfwezenuitkering uit hoofde van de ANW. Het kind verkrijgt vervolgens een eigen inkomen uit arbeid. Welke uitkering wordt gekort door het eigen inkomen uit arbeid van het kind? A. De nabestaandenuitkering uit hoofde van de ANW. B. De halfwezenuitkering uit hoofde van de ANW. C. De wezenuitkering uit hoofde van de ANW. D. Geen van bovengenoemde uitkeringen. Vraag 6 Piet Kloosters en Nadine Bestevaer zijn onder huwelijkse voorwaarden gehuwd. Piet is verzekeringnemer op de Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW), die op 1 december 2005 is afgesloten voor de gezamenlijke financiering, die zij zijn aangegaan voor de aankoop van hun gezamenlijke woning. Piet en Nadine zijn beiden verzekerden op de polis. Nadine besluit een punt achter haar relatie met Piet te zetten en vraagt een echtscheiding aan. In het echtscheidingsconvenant wordt de woning aan Piet toebedeeld. Nadine wenst de helft van de KEW op haar naam te zetten, met zichzelf als verzekerde en begunstigde. Nadine koopt direct nadat de echtscheiding is ingeschreven in de registers een eigen woning, zonder eerst tussentijds in een huurwoning te hebben gewoond. Kunnen de wensen van Nadine fiscaal geruisloos worden doorgevoerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? A. Nee, de overgang van de helft van de KEW naar Nadine wordt gezien als een vervreemding. Het gehele rentebestanddeel dat in de verzekering is opgebouwd is op het moment van overdracht belast met inkomstenbelasting. B. Nee, bij de overgang van de helft van de KEW naar Nadine is zij over de helft van het rentebestanddeel dat in de verzekering is opgebouwd inkomstenbelasting verschuldigd. C. Ja, omdat Nadine als verzekerde op de verzekering was opgenomen, was zij al voor de helft eigenaar van de KEW. D. Ja, omdat Nadine over een eigen woning beschikt, kan zij de helft van de polis op haar eigen naam voortzetten. Pagina 3 van 14

Vraag 7 Berend Bovenkerk heeft een woning in eigendom. Hij heeft de aankoop van de woning in 2003 gefinancierd met een aflossingsvrije lening van 100.000 bij bank B. Bank B heeft daarbij een hypotheekrecht op de woning van Berend van 100.000 (exclusief renten en kosten) verkregen. De woning is nu 150.000 waard. De huidige lening is nog steeds 100.000. Op grond van de overwaarde heeft Bank C in 2006 Berend een rekeningcourant krediet verstrekt, waarbij Bank C een tweede hypotheek op de woning van Berend heeft verkregen van 50.000 (exclusief rente en kosten). Berend komt zijn verplichtingen naar Bank B en C niet na en is door Bank B en C in gebreke gesteld. Gaat het hypotheekrecht van Bank B en/of Bank C teniet na een levering, voortvloeiend uit een executoriale verkoop van de woning van Berend door Bank B? A. Zowel het hypotheekrecht van Bank B als van Bank C gaan teniet. B. Zowel het hypotheekrecht van Bank B als van Bank C gaan NIET teniet. C. Alleen het hypotheekrecht van Bank B gaat teniet. D. Alleen het hypotheekrecht van Bank C gaat teniet. Vraag 8 Annemieke Dansing belegt haar gehele vermogen in obligaties en wil de duration van haar obligatieportefeuille substantieel verhogen. Het verhogen van de duration is een strategie die in het kader van rendementsverbetering bij obligatieportefeuilles wordt gebruikt. Bij welke renteverwachting wordt deze strategie vooral gebruikt? A. Een te verwachten rentestijging van de korte rente. B. Een te verwachten rentedaling van de korte rente. C. Een te verwachten rentestijging van de lange rente. D. Een te verwachten rentedaling van de lange rente. Pagina 4 van 14

Vraag 9 Victor Bouwens is getrouwd met Angela Appels in gemeenschap van goederen. Victor heeft door een mislukt beleggingsavontuur een schuld van 1.000.000 aan X -bank. Angela heeft met dit avontuur geen bemoeienis gehad. Victor en Angela wonen in een huurhuis. De verdere bezittingen, die in de gemeenschap vallen, vertegenwoordigen geen waarde en er zijn geen andere schulden. Angela heeft zelf een bedrag van 50.000 op een spaarrekening bij Y-bank. Dit bedrag heeft zij van haar ouders geschonken gekregen. Bij deze schenking is notarieel een uitsluitingsclausule opgenomen. Het huwelijk loopt slecht en zal eindigen. Angela wil bereiken dat het bedrag van 50.000 buiten de verhaalsmogelijkheden blijft van X-bank. Met welke onderstaande mogelijkheid kan Angela voorkomen dat haar spaarrekening bij Y-bank buiten de verhaalsmogelijkheden van X-bank blijft? A. Opmaken van huwelijkse voorwaarden, inhoudende beëindiging van de huwelijksgemeenschap. B. Scheiding van tafel en bed. C. Flitsscheiding. D. Afstand doen van de huwelijksgemeenschap. Vraag 10 Gea Vrolijk heeft een handelsonderneming in de vorm van een eenmanszaak. Zij werkt al 5 jaar minimaal 1.300 uur per jaar in haar onderneming. Haar winst over 2009 bedraagt 40.000. Zij doteert maximaal aan de oudedagsreserve en heeft recht op de zelfstandigenaftrek. De omvang van het ondernemingsvermogen levert voor de dotatie oudedagsreserve geen beperking op. Op welk bedrag (afgerond) aan MKB-winstvrijstelling over 2009 heeft Gea recht? A. 2.952. B. 3.696. C. 3.926. D. 4.200. Pagina 5 van 14

Vraag 11 Antoinette Overbaan overweegt voor 15.000 deel te nemen in een scheepvaartmaatschap. Antoinette valt door haar loon in het hoogste tarief voor de inkomstenbelasting. Dankzij de fiscale behandeling van de maatschap, kan zij de vervroegde afschrijving toepassen, waardoor zij meer dan haar inleg van 15.000 als belastingteruggaaf ontvangt. Hoe wordt in de inkomstenbelasting de deelname van Antoinette in de scheepvaartmaatschap aangemerkt? A. Als belastbare winst uit onderneming als medegerechtigde. B. Als belastbare winst uit onderneming als ondernemer. C. Als resultaat uit overige werkzaamheden. D. Als belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Vraag 12 Stel dat A een stuk grond heeft en B hierop een gebouw neerzet. B verkrijgt van A het zakelijk recht van opstal op het stuk grond van A. Een en ander is notarieel vastgelegd en ingeschreven in het Kadaster. Stelling I. Het recht van opstal voorkomt dat het gebouw door natrekking eigendom van A wordt. Stelling II. Op het recht van opstal van B kan GEEN hypotheek worden gevestigd. Welke stelling is juist? A. Stelling I en II zijn beiden juist. B. Stelling I is juist en stelling II is onjuist. C. Stelling I is onjuist en stelling II is juist. D. Stelling I en II zijn beiden onjuist. Pagina 6 van 14

Vraag 13 Els Heuveling (27 jaar) is sinds februari 2009 als directeur in dienst bij B.V. A. Zij is tevens enig aandeelhouder van B.V. A. Het jaarsalaris van Els bedraagt 100.000. Zij heeft bij haar vorige werkgever tot 31 december 2008 als normale werknemer pensioen opgebouwd. Wat zijn voor Els binnen de kaders van de Pensioenwet en de Wet op de loonbelasting 1964 de mogelijkheden voor pensioenopbouw in de periode dat zij directeur, enig aandeelhouder bij B.V. A is? A. Els kan waardeoverdracht van haar bij de vorige werkgever opgebouwde pensioen laten plaatsvinden naar B.V. A en vervolgens in eigen beheer pensioen opbouwen. B. B.V. A kan de pensioenverzekering van de oude werkgever van Els voortzetten en op dezelfde verzekering pensioen gaan opbouwen. C. B.V. A kan aan Els voor de toekomst een nieuwe pensioenregeling toezeggen en onderbrengen bij een verzekeraar. D. Els kan voor haar pensioenvoorziening een zogenaamde Fiscale Oudedags Reserve opbouwen bij B.V. A. Vraag 14 Henk Houtzager is sinds 1 januari 2008 werkzaam in de directie van investeringsmaatschappij Invest B.V. Henk heeft per 1 januari 2008 2,5% van de cumulatief preferente aandelen Invest B.V. verkregen uit een uitgifte van aandelen door Invest B.V. Het cumulatief preferent dividend op deze aandelen is per jaar 20% van de nominale waarde. Invest B.V. heeft Henk een lening verstrekt waarmee Henk het 2,5% belang in Invest B.V. gekocht heeft. Hoe moet Henk het 2,5% aandelenbelang en de lening voor de aankoop van het 2,5% aandelenbelang in zijn aangifte IB 2009 opnemen? A. 2,5% aandelenbelang box 3, lening 2,5% aandelenbelang box 3. B. 2,5% aandelenbelang box 3, lening 2,5% aandelenbelang box 1. C. 2,5% aandelenbelang box 1, lening 2,5% aandelenbelang box 1. D. 2,5% aandelenbelang box 1, lening 2,5% aandelenbelang box 3. Pagina 7 van 14

Vraag 15 Karel Zomers heeft een bruto jaarsalaris van 25.000 en doet mee aan een levensloopregeling met maandelijkse inleg. Wat is het gevolg van deze inleg voor de premie WW en/of inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet? A. Alleen minder inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet is verschuldigd. B. Alleen minder premie WW is verschuldigd. C. Zowel minder premie WW, als minder inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet is verschuldigd. D. Zowel premie WW, als inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet zijn NIET minder verschuldigd. Vraag 16 Rating Agency S&P heeft de rating van een obligatie van bedrijf X aangepast van BBB+ naar A-. Alle andere omgevingsvariabelen wijzigen niet. Wat zal normaliter het gevolg zijn waartegen bedrijf X geld kan lenen? A. Alleen via de kapitaalmarkt kan geld tegen betere condities worden geleend. B. Alleen via de geldmarkt kan geld tegen slechtere condities worden geleend. C. Zowel via de kapitaalmarkt, als via de geldmarkt kan geld tegen betere condities worden geleend. D. Zowel via de kapitaalmarkt, als via de geldmarkt kan geld tegen slechtere condities worden geleend. Vraag 17 Johan Koppel heeft in 1998 als belegging voor 80.000 aan losse 7,5%-jaarrente coupons gekocht inzake de 30-jarige staatslening 1993-2023. De rentecoupons hebben betrekking op het jaar 2009 en 2012. In 2009 is de rentecoupon 2009 tot uitkering gekomen en heeft Johan de rentecoupon van 2012 verkocht. Stelling I. De verkoopopbrengst van de rentecoupon 2012 is gedeeltelijk belast in box 1 bij Johan. Stelling II. De uitkering van de rentecoupon 2009 is gedeeltelijk belast in box 1 bij Johan. Welke stelling is juist in het kader van de heffing van de inkomstenbelasting? A. Stelling I is juist, stelling II is juist. B. Stelling I is juist, stelling II is onjuist. C. Stelling I is onjuist, stelling II is juist. D. Stelling I is onjuist, stelling II is onjuist. Pagina 8 van 14

Vraag 18 Astrid Hoevers (60 jaar) is gehuwd met Bob Brand (58 jaar). Bob en Astrid hebben 8 kinderen waarvan de oudste 40 jaar is en de jongste 30 jaar is. Bob is op 2 januari 2009 overleden zonder testament. Zijn nalatenschap bedraagt 180.000 hetgeen ook de waarde is voor de bepaling van het successierecht. De begrafeniskosten zijn gedekt dankzij een begrafenisverzekering die uitkeerde in natura. Astrid en de kinderen doen thans de aangifte successierecht. Astrid heeft ter zake van de afwikkeling van de nalatenschap geen rechtshandelingen verricht. Astrid en de kinderen hebben sinds het overlijden geen afspraken gemaakt over de nalatenschap en evenmin zijn zij in dat kader met elkaar zaken overeengekomen. Welk bedrag aan successierecht zijn Astrid en de kinderen gezamenlijk verschuldigd? A. 0. B. 3.871. C. 8.000. D. 9.000. Vraag 19 Peter Branding, geboren in 1945, heeft in 1987 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule, een zogenoemde pre-brede herwaardering polis, afgesloten. De premie hiervoor is volledig in aftrek op zijn belastbaar inkomen gebracht. De waarde van de polis is op dit moment 100.000. Peter wil de uitkeringen in 5 jaar laten toekomen aan zijn 20-jarige dochter Helena. Helena studeert nog en ontvangt studiefinanciering. Wat zijn de gevolgen voor Helena indien zij begunstigde is van de lijfrenteuitkeringen? A. De uitkeringen zijn vrijgesteld in box 1 voor de Wet IB 2001, er zijn geen gevolgen voor haar recht op studiefinanciering. B. De uitkeringen zijn belast in box 1, haar studiefinanciering kan mogelijk worden gekort. C. De uitkeringen zijn belast in box 1, er zijn sowieso geen gevolgen voor haar recht op studiefinanciering. D. De uitkeringen zijn vrijgesteld in box 1 voor de Wet IB 2001, haar studiefinanciering kan mogelijk worden gekort. Pagina 9 van 14

Vraag 20 Arend Kuipers woont samen met zijn zus Sabine en voert met haar duurzaam een gemeenschappelijke huishouding. Zij hebben geen notarieel samenlevingscontract en zij opteren niet voor het fiscaal partnerschap. Arend heeft in 2008 een woning gekocht voor 200.000. De WOZ-waarde van de woning is in 2008 en 2009 tevens 200.000. Om de aankoop te financieren heeft hij in 2008 bij Sabine een lening afgesloten van 20.000 met een rente van 5%, die jaarlijks door Arend wordt voldaan. Als zekerheid voor de lening is een hypotheek gevestigd. Het restant van de koopsom heeft Arend uit eigen middelen voldaan. Welk bedrag aan aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld heeft Arend over het belastingjaar 2009? A. 0. B. 100. C. 1.000. D. 1.100. Vraag 21 Adriaan Slootjens heeft op 12 december 2009 een obligatie gekocht met een aankoopkoers van 104,67. De obligatie heeft nog een looptijd van 3 jaar en lost af tegen een koers van 100. De rente over 2008/2009 is op 11 december 2009 voldaan. De obligatie geeft een jaarlijkse coupon van 5,25%. Welk van onderstaande antwoorden benadert het effectieve rendement op deze obligatie het meest? A. 3,70%. B. 4,67%. C. 5,02%. D. 5,25%. Vraag 22 Arthur Kielstra (80 jaar) heeft twee kinderen, Willem en Tom. Het vermogen van Arthur is heden 1.000.000. Aan het Rode Kruis heeft Arthur in januari 2009 een bedrag van 500.000 geschonken. In 2003 heeft Arthur een bedrag van 100.000 aan Tom geschonken. Arthur onterft Willem geheel. Arthur overlijdt in december 2009. Wat is de omvang van de legitieme portie van Willem? A. 250.000. B. 275.000. C. 375.000. D. 400.000. Pagina 10 van 14

Vraag 23 Werknemer Jan van Doorn is werkzaam bij werkgever Y. Y is getroffen door de kredietcrisis en is genoodzaakt Jan te ontslaan. Jan heeft 20 jaar arbeidsverleden en dus in beginsel recht op een WW-uitkering gedurende 20 maanden. Na een gesprek met het UWV start Jan een eigen onderneming in de vorm van een eenmanszaak, waarin hij gedurende de hele werkweek werkt. Na 1 jaar staakt Jan wegens onvoldoende succes zijn onderneming. Jan gooit het bijltje er bij neer en vraagt een WW-uitkering aan. Wat is de WW-positie van Jan bij aanvraag van de WW-uitkering na staken van zijn onderneming? A. Jan krijgt geen WW-uitkering, omdat ondernemers niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. B. Jan krijgt een WW-uitkering, maar het UWV legt een sanctie op omdat hij zich pas na een jaar werkloosheid bij het UWV meldt. C. Jan krijgt een WW-uitkering, omdat hij zijn werknemerschap herkrijgt indien hij zijn onderneming staakt binnen 20 maanden na aanvang van zijn werkloosheid. D. Jan krijgt een WW-uitkering, maar zijn uitkering vangt niet eerder aan dan 6 maanden voordat hij de aanvraag heeft ingediend. Vraag 24 Piet Bootsma heeft de volgende twee lijfrentevarianten in het verleden afgesloten en de premie volledig in aftrek gebracht op zijn belastbaar inkomen: - Een lijfrenteverzekering afgesloten in 2005 bij verzekeraar A: waarde op 1 december 2009: 4.030; - Een lijfrentespaarrekening afgesloten in 2008 bij bancaire instelling B: waarde op 1 december 2009: 4.030. Piet wil door geldgebrek beide varianten op 1 december 2009 afkopen. Piet heeft in 2009 een brutosalaris van 50.000. Hij heeft geen compensabele verliezen en aftrekposten. Wat zijn voor Piet de fiscale gevolgen? A. De afkoopwaarde van de lijfrenteverzekering en de waarde van de lijfrentespaarrekening zijn belast met inkomstenbelasting. In beide gevallen is er revisierente verschuldigd. B. De afkoopwaarde van de lijfrenteverzekering en de waarde van de lijfrentespaarrekening zijn belast met inkomstenbelasting. In beide gevallen is er geen revisierente verschuldigd. C. De afkoopwaarde van de lijfrenteverzekering is belast met inkomstenbelasting en er is revisierente verschuldigd. De waarde van de lijfrentespaarrekening is belast met inkomstenbelasting, maar er is geen revisierente verschuldigd. D. Afkoop van beide lijfrentevarianten is onbelast voor de inkomstenbelasting en er is geen revisierente verschuldigd. Pagina 11 van 14

Vraag 25 Jan Drukker koopt per 1 januari 2010 een nieuwe woning. Hij gaat hiervoor een lening met hypothecaire zekerheid afsluiten van 300.000. Een gedeelte van de lening wenst hij na 30 jaren af te lossen uit een op te bouwen spaarkapitaal. Het te verwachten rendement is 4% op jaarbasis, bij te schrijven per 1 januari van het volgende jaar. Een eerste storting van 10.000 doet Jan op 1 januari 2010. Daarna stort hij gedurende 19 jaren jaarlijks 4.000 per 1 januari van een betreffend jaar. Kosten en belastingen dient u bij de berekening buiten beschouwing te laten. Hoeveel spaartegoed heeft Jan na 30 jaar (inclusief rendement) opgebouwd? A. 195.027. B. 196.275. C. 202.828. D. 255.800. Vraag 26 Lodewijk Broerse heeft een renteloze direct opeisbare lening van zijn vader ten behoeve van de aankoop van zijn eerste eigen woning gekregen. Welke handeling is vereist om deze renteloze lening als eigenwoningschuld voor de Wet IB 2001 te laten kwalificeren? A. Vastlegging van de lening bij notariële akte. B. Vestiging van een hypotheekrecht. C. Het aanbieden van de leningovereenkomst ter registratie bij de Belastingdienst. D. Geen van bovengenoemde handelingen zijn vereist. Vraag 27 Welke typen pensioenovereenkomsten kent de Pensioenwet, naast de pensioenovereenkomst? A. De kapitaalovereenkomst en de uitbestedingsovereenkomst. B. De kapitaalovereenkomst en de uitkeringsovereenkomst. C. De uitkeringsovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst. D. De uitbestedingsovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst. Pagina 12 van 14

Vraag 28 Albert Hoeding heeft een bedrag van 400.000 aan spaargeld. Albert wil de komende 20 jaar jaarlijks een bedrag opmaken, zodat over 20 jaar het bedrag aan spaargeld nihil is. Het jaarlijks te onttrekken bedrag wordt elk jaar aan het eind van het jaar onttrokken. Hou rekening met een rente van 5% op jaarbasis, bij te schrijven per 1 januari van het volgende jaar. Hou met belasting en kosten geen rekening. Welk bedrag kan Arend jaarlijks onttrekken aan het spaargeld zodat over 20 jaar het bedrag aan spaargeld nihil is? A. 31.697. B. 31.897. C. 32.097. D. 32.297. Vraag 29 Adrie Koetsier (alleenstaand en wonend in Nederland) heeft de volgende vermogensbestanddelen: - een onder de Natuurschoonwet 1928 (NSW) aangewezen landgoed in Nederland van 5 hectare met daarop: - een geheel aan derden verhuurd pand en - een eigen woning. Adrie vraagt zich af wat juist is aangaande de boven vermelde vermogensbestanddelen in het kader van de Wet IB 2001? A. Het NSW-landgoed van 5 hectare en de daarop gelegen verhuurde woning zijn in box 3 vrijgesteld. B. Alleen het NSW-landgoed van 5 hectare is in box 3 vrijgesteld. C. Voor de eigen woning geldt niet het eigenwoningforfait, omdat de eigen woning op een NSW-landgoed is gelegen. D. Voor de waardering van het aan derden verhuurde pand geldt in box 3 de WOZwaarde, omdat het pand op een NSW-landgoed is gelegen. Pagina 13 van 14

Vraag 30 Thomas van Dam (90 jaar) woont in Verzorgingstehuis Avondrood en is ernstig ziek, maar nog volledig handelingsbekwaam. Zijn huisarts Willem geeft hem bijstand op het gebied van individuele gezondheidszorg. Thomas is dankbaar voor alle goede zorgen en schenkt aan Verzorgingstehuis Avondrood 100.000 en aan huisarts Willem 50.000. Welke van de genoemde schenkingen is onaantastbaar? A. Geen van de schenkingen is onaantastbaar. B. Alleen de schenking aan Verzorgingstehuis Avondrood is onaantastbaar. C. Alleen de schenking aan huisarts Willem is onaantastbaar. D. Zowel de schenking aan Verzorgingstehuis Avondrood als de schenking aan Willem zijn onaantastbaar. - EINDE - Pagina 14 van 14