Pepijn Faberyayo Lanen. Als ik later groot ben, word ik 6 stappen om te beslissen wat je wilt worden



Vergelijkbare documenten
Werkboek Het is mijn leven

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

In dit nummer: Op zoek naar een baan? Persoonlijk. Maak een plan van aanpak! Wie is Tessel en wat zoekt zij?

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

10 Een pluizig beestje

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Thema In en om het huis.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Boekverslag door een scholier 1899 woorden 27 september keer beoordeeld. Eerste uitgave 1997 Nederlands

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

6 In Beeld. Bieke Depoorter

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Verhaal: Jozef en Maria

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, Bevrijdingsdag, Leek, 5 mei 2010

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

Knallen met je vrienden! Leuk, maar ook voor anderen?

Iris marrink Klas 3A.

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Hans van der Beek. over schrijven en alles

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

Meer succes met je website

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Spotlight: Joris van Leeuwen

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Hoe voorkom je diefstal op reis.

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Ivonne Bressers: Dank je wel. Rob Kleijs: Ivon, Kun je nog eens uitleggen wat het Usher Syndroom is?

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

10. Gebarentaal [1/3]

Apostolische rondzendbrief

Lesmateriaal bij de voorstelling: Zwemmen Zonder Mouwen

Voorbereiding assessment

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Deze handreiking is van:

Bij. research. Gemaakt door: Flore Wassenberg A3c Stage gelopen bij Ron en Janne.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

explore the big questions of life Een introductie

ik? Houd je spreekbeurt over GGNet

Deze handreiking is van:

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

De tijd die ik nooit meer

Wil jij minderen met social media?

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

lesmap Wortel van Glas HETGEVOLG Wortel van Glas 16+

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Y-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van De songtekst vind je in bijlage 1.

Aan de slag met de Werk Ster!

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus,

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Het verhaal van William Booth

LOOPBAAN-ANKERTEST. Wat zijn loopbaan-ankers? Welke baan past bij je?

DE ENERGIE[R]EVOLUTIE

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa Kelly van de Sande CMD2B

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Hoe lang duurt geluk?

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen

Bijlage I Lesopzet voor leerlingen groep 7 en 8. welkom

Verteld door Schulp en Tuffer

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Musical De Eendenclub verdwaalt

INTRO LOES THIERRY MARK

ze er iets gewichtigs mee wil aangeven, al is het nooit duidelijk haar schouders reikte, is nagenoeg gehalveerd. Een simpele

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.


De olifant die woord hield

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Transcriptie:

Facultair magazine voor Geesteswetenschappen Utrecht Jaargang 7 Nummer 4 december 2011 Pepijn Faberyayo Lanen ik ga lekker als ik heel negatief kan zijn over de mensheid Geesteswetenschappen nuttig? Absoluut: alfa s houden de democratie in stand Als ik later groot ben, word ik 6 stappen om te beslissen wat je wilt worden

Van de redactie COLOFON INHOUD REDACTIONEEL GEESTDRIFT december 2011 3 Geestdrift is een onafhankelijk magazine voor de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht en verschijnt in een oplage van tweeduizend exemplaren. De redactie bestaat uit studenten en het blad wordt financieel ondersteund door de faculteit. Geestdrift verschijnt vier keer per jaar en is gratis te verkrijgen in de verschillende gebouwen van de faculteit. 16 Ik besef me dat ik als een sentimenteel oud wijf klink als ik zeg dat alles om me heen lijkt te veranderen. De voordeuren op de Drift zijn afgesloten, de bouwvakkers op de binnenplaats van de UBB zullen binnenkort vertrekken, de strippenkaart is definitief passé en er wordt in hoge kringen ge- vorige opleiding bij de School voor Journalistiek. Ik hield een praatje over tijdschriften voor een groep studenten die zelf in een paar weken een tijdschrift moesten ontwikkelen. Bijna twee jaar geleden volgde ik dat vak ook, maar er waren alweer dingen veranderd pardon, ontwikkeld. sproken om het lidwoord het af te schaffen. Die kids zagen een tijdschrift niet meer alleen als foto: Irene Hofman Redactie Claudia Aldenkamp (hoofdredacteur), Marlot van der Kolk (eindredacteur), Aaron Mirck, Lauren Smits, Joost van Zoest en Floor Zweerink (beeldredacteur) Verder werkten mee Wiljan van den Akker, Duco Hellema, Irene Hofman, Maartje Kloeg, Herman Philipse en Linda van der Rest Fotografen en illustratoren Architectuurstudio Hertzberger, Benthem Crouwel, Irene Hofman, Joris Jehle, Tessa Kwee, Floor Zweerink (cover) Vormgeving Gerda Kramer Druk Zalsman, Zwolle contact Postadres: Drift 13, 3512 BS Utrecht E-mail: info@geestdriftmagazine.nl Website: www.geestdriftmagazine.nl Volg ons nu ook op Facebook! de redactie rubriek! nieuwe Van de redactie 3 Newsflash van de faculteitsraad 4 Perverzen 4 Wat komt er van alfa s terecht? 5 Sidney Vollmer: Work hard, play hard! Ik zie je in 2030! 6 Studeren in dienst van de democratie 8 Interview Pepijn Lanen: Ik verwacht niet dat elke luisteraar alles begrijpt 10 De Klassieker 13 Nooit een tien 14 Interview Hans Jaap Melissen: Ik zoek het gevaar op 16 Herman Philipse over Durban en daarna 18 Kafka wordt kapitalist 19 Wat wil je later worden? 20 Proza: Bedorven vlinders 22 Zelfde plek, andere tijd: Toen de bibliotheek nog een paleisje was 23 Alana studeert voor twee 24 Ook deze Geestdrift staat vol met veranderingen. We schijnen ons licht op CU2030, het paradepaardje van de gemeente Utrecht: de verbouwing van het stationsgebied. In het artikel vanaf pagina 20 geven we tips om je persoonlijke verandering een weldoordacht zetje te geven, want de keuze wat je later wilt zijn begint al tijdens de opleiding. Daarnaast is zelfs boeken uitgeven niet meer wat het geweest is; websites zoals tenpages.nl geven iedereen de mogelijkheid om een boek te laten publiceren. Gelukkig ben ik nog geen sentimenteel oud wijf en besef ik dondersgoed dat het niet zomaar veranderingen zijn, maar gewoon ontwikkelingen. Want is het vertrek van de bouwvakkers en de gesloten voordeuren geen voorbode van een grotere ontwikkeling (en verbetering) van de Universiteit en de UBB? Hetzelfde geldt voor het stationsgebied: het wordt eindelijk weer mooi. Laten we eerlijk zijn, die strippenkaart gebruikten we toch al niet meer nu we eindelijk aan die OV-chipkaart gewend zijn. Soms kan een ontwikkeling ook best in je voordeel werken. Zo was ik laatst weer even terug op mijn een papieren bladerblad, maar waren ook bezig zo n tijdschrift interactief en digitaal te maken. Aha! dacht ik: dat is ook wel iets voor Geestdrift! De komende maanden zullen we bezig zijn met de doorontwikkeling van onze website als een verlengstuk van de papiereneditie die je nu in je handen hebt. Een van de ontwikkelingen kan je nu al op een aantal pagina s terugvinden, namelijk een QR-code. Mensen met een smartphone kunnen die code scannen en komen zo terecht op een site of een filmpje dat iets te maken heeft met het artikel. Veel plezier ermee! Claudia Hoofdredacteur advertentie MILLENNIUMDOELEN?! 12 december 19:00 Bibliotheek Uithof in de Boothzaal Utrecht Hoe moet het verder met de Millenniumdoelen? Een interactieve panel discussie met: Hans van Ginkel voormalig onder-secretarisgeneraal VN en rector van de VN universiteit in Tokyo Marc Broere ontwikkelingsjournalist en hoofdredacteur Vice-Versa Pascalle Grotenhuis coördinator Millenniumdoelen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken

4 Faculteitsraad perverzen GEESTDRIFT december 2011 5 Newsflash De faculteit wordt (uiteraard) bestuurd door het bestuur. Omdat onze broeders de provo s, voor de rechten van de student gestreden hebben, bestaan wij: tadaaa, de faculteitsraad! Wij controleren het bestuur en denken mee over de stukken, want als wij het niet doen, doet niemand het. De raad bestaat uit twaalf studenten en twaalf per- AANBIEDING Werp je blik op mij Er is zoveel te kiezen Ik voel je warmte Sta zelf te bevriezen Bewandel mijn paden wat komt er van alfa s terecht? soneelsleden, het bestuur uit zes leden: Wiljan van den Akker (decaan), Berteke Waaldijk (vice-decaan onderwijs), Keimpe Algra (vice-decaan onderzoek), Dirk-Jan den Boer (directeur), Yanick van Altena (studentassessor) en Atie van Wijk (bestuurssecretaris). De onafhankelijke voorzitter is Martha Frederiks. Omdat we de lading aan stukken en informatie niet aankunnen, hebben we ons verdeeld in drie commissies: Onderwijs, Onderzoek en Financiën & Huisvesting, waar studenten en personeel gemixt in zitten en zich specialiseren op hun onderwerp. Voorbeeldje (voor Onderwijs): we moeten bezuinigen en je merkt dat de doorstroom-master Antieke Cultuur maar vijf studenten per jaar trekt. Dit is erg duur. Wat doe je? Antwoord: je sluit een pact met Nijmegen, die een soortgelijke master kent. Studenten die deze master willen doen, gaan dus naar Laat me ontdooien Streep mij van je lijst af, Om jouw recept te voltooien Zie de plus-punten Scan mijn code Munt het op me Wees mijn bode Consumeer me Vul mijn schappen Ik bied mijzelf aan Geestdrift zoekt afgestudeerden op om te laten zien waar je zoal terecht kunt komen. Dit keer is het woord aan Sidney Vollmer (1983), oud-columnist voor Geestdrift. Hij is eigenaar van filmproductiebedrijf Dutch Courage Film en sinds oktober ligt zijn debuutroman Alles ruikt naar chocola in de boekhandels. Sidney studeerde Filmwetenschappen aan Universiteit Utrecht en rondde zijn studie in 2006 af. Door Floor Zweerink voor verschillende bladen, waaronder produceren of het schrijven van fictie. foto: Floor Zweerink Nijmegen. We vergaderen vaak, lang en gepassioneerd (er vallen nog net geen klappen), maar gelukkig brengt onze werkgroep Werksfeer Stimulering (a.k.a. taarten bakken) licht in de duisternis. Een keer in de zes weken is de raadsvergadering, met de raad, het bestuur en de onafhankelijke voorzitter. De DUB is er ook altijd bij. Deze vergadering is openbaar, dus komt allen! Het is je recht! Voor opleidingsgerelateerde zaken zijn wij echter niet de juiste persoon. Wij kunnen je wel helpen met zaken op facultair niveau (Studiepunt, Drift, bieb, examencommissie, ik noem maar wat). Als je een probleem hebt die je studie te boven gaat, schroom vooral niet om contact met ons op te nemen via studentengeleding.gw@uu.nl, dan staan wij voor je klaar (met koffie of chocolademelk). Floor Herbrink Faculteitsraad Geniet, met gulzige happen Ik ben vers, Uitstekend geconserveerd Pers mijn sap met je Allerhande Zorg dat je alle zegels controleert Reken af met me Stop je spullen in mijn mandje Haal je pas door de gleuf En kies een culinair hoogstandje Maartje Kloeg Maartje Kloeg (1987) studeert Theater-, Film en Televisiewetenschappen aan de UU. Zij is eigenlijk een heel keurig meisje, maar heeft een dirty mind. Je hebt je eigen filmproductiebedrijf, maar hebt zojuist je eerste boek uitgebracht. In hoeverre ligt dit in het verlengde van elkaar? Ik ben een verhalenverteller en gebruik voor mijn verhalen zowel het medium film als geschreven tekst. In het ene medium kan ik met veel mensen samenwerken, het andere medium geeft me alle vrijheid. Een overeenkomst tussen deze twee zit in het verkopen, in beide gevallen moet je jouw culturele product aan de man brengen. Daar gaat veel tijd en energie in zitten. Mijn voorkeur ligt bij het schrijven. Daaruit haal ik een groter rendement van mijn creatieve energie, omdat er tijdens het productieproces minder regelwerk bij komt kijken. Ik kan iets opschrijven en het bestaat. Bij een film ben je al snel een jaar verder. Waarschijnlijk zal ik naast het schrijven toch ook commercials en bedrijfsfilms blijven maken; in tegenstelling tot het schrijven van een boek geeft dat me zekerheid op een inkomen. Je boek wordt gepubliceerd bij de grote uitgeverij Podium. Hoe is dit je gelukt? Ik heb altijd veel columns geschreven NL30 en Geestdrift. Ook schreef ik korte verhalen die ik voordroeg op culturele evenementen als Kamermans Kermis. Nadat twee uitgeverijen via via een kort verhaal van mij onder ogen kregen, boden ze me een contract voor een boek aan. Tijdens een literaire speeddate daarvoor had ik echter Harminke Medendorp ontmoet, hoofdredacteur van Uitgeverij Podium. Bij die uitgeverij wilde ik veel liever mijn boek publiceren. Daarom heb ik haar toen weer benaderd en ik vroeg: Ik wil een boek bij jullie publiceren, zullen we koffie drinken? Nadat ik vijf maanden lang van s ochtends tot s avonds had geschreven, las ze mijn manuscript en ging ze akkoord. Anderhalf jaar en vele correctierondes later, ligt mijn boek dan eindelijk in de winkel en is dat korte verhaal het openingshoofdstuk geworden. Wat heb je binnen je huidige baan als zowel filmproducent als schrijver gehad aan je studie? Op vaktechnisch gebied heb ik vrij weinig gehad aan mijn studie Filmwetenschappen. Het heeft mijn kritische en analytische manier van denken aangescherpt, maar weinig toegevoegd op het gebied van Misschien had ik de verkeerde vakken, maar wat mij betreft had er meer aandacht geschonken kunnen worden aan de brede beroepspraktijk, want veel van mijn medestudenten wilden zelf graag het vak in. Wat ik heb bereikt was me misschien ook gelukt zonder deze studie, denk ik soms. Heb je nog tips voor aankomend afgestudeerden die ook de creatieve sector in willen? Zelf heb ik veel gehad aan de activiteiten die ik naast mijn studie heb gedaan. Zo heb ik theater geregisseerd, ben ik mijn eigen bedrijfje gestart en heb ik voor veel verschillende bladen columns geschreven. Dit laatste levert mij, nu ik een boek heb uitgegeven, verschillende publicaties en interviews op. Fantastisch! Maar wat ook handig kan zijn voor creatieve studenten, zijn de Creative Screenwriting Podcasts die je in itunes kunt downloaden. Het zijn tientallen interviews met onder andere schrijvers en scenaristen. Dat kan een hoop kennis, herkenning en inspiratie opleveren. Maar vergeet daarnaast niet om regelmatig keihard te ontspannen: Work hard, play hard!

6 GEESTDRIFT december 2011 7 Ik zie je in 2030! Stationsgebied Utrecht in de steigers voor CU2030 Door Lauren Smits Het Muziekpaleis Vredenburg aan de teruggebrachte Catharijnesingel. Het gebied rondom het station trilt, rommelt en gromt. Naast de Dom torenen nu ook bouwkranen boven de stad uit. Gezellig is anders. Bovendien lees je op elke hoek dat wat er wordt gebouwd, pas af zal zijn als je een jaar of veertig bent. Geestdrift vraagt zich af: Waarom moet dat zo lang duren? En: Wat komt er dan precies? In 2002 begonnen planologen en stedenbouwkundigen met het masterplan voor de reorganisatie van het stationsgebied. Tot op de dag van vandaag werken er daarnaast economen, juristen, planners, communicatiemedewerkers, tekenaars en architecten aan het project, waarvan de bouw in 2009 begonnen is. In datzelfde jaar bedacht men de naam CU2030. Er is gekozen om het jaar 2030 in de naam te verwerken, zodat mensen niet denken dat het bouwen over een paar jaar klaar is. Maar de meeste gebouwen en deelprojecten zijn dan al lang af. Zo staat in de planning dat het Muziekpaleis in 2013 afgerond is, het nieuwe station in 2015 en het terugbrengen van water in de Catharijnesingel in 2018. Feit blijft dat de meeste huidige studenten niet zullen kunnen genieten van deze vernieuwingen. Toch zijn we nieuwsgierig. Hieronder vind je de opvallendste veranderingen op een rijtje. Catharijnesingel Als je over tien jaar van het centrum naar het station fietst, zal je opvallen dat veel van het beton en steen vervangen is door water. Waar nu een brede autoweg loopt zal de Catharijnesingel worden teruggebracht, zodat het centrum, net als vóór de jaren zeventig, weer omringd is door water. Het deel van de singel tussen het begin van de Amsterdamse Straatweg en het Moreelsepark is in de jaren zeventig gedempt. De reden daarvoor was de slechte bereikbaarheid van Utrecht met de auto. Als oplossing vatte de gemeente het ambitieuze plan op om een elfbaansringweg om het centrum aan te leggen. Omdat het plan op veel kritiek stuitte, is het nooit in zijn geheel uitgevoerd. Het loze stuk asfalt wordt nu dus weer omgetoverd tot een volledige singel. Aan deze singel wordt ook het nieuwe muziekpaleis Vredenburg gebouwd. Ook wordt het kanaal dat vroeger van het Vredenburg, via het Smakkelaarsveld, naar het Westplein liep weer hersteld, zodat je met je sloep onder de sporen door kunt varen. Hoog Catharijne en het station Toen men in de jaren vijftig Hoog Catharijne ontwierp, vond men het knus: zoveel nisjes, hoekjes en kleine doorgangetjes. Nu weten we beter; een dergelijke architectuur is een ideale verblijfplaats voor daklozen. Bovendien ergeren de winkelaars en reizigers zich aan elkaar, doordat de eerste groep veel langzamer loopt dan de tweede. Tel daar de door de NS verwachte groei van het aantal reizigers bij op en men is het er snel over eens: het moet ruimer. De stationshal wordt tweeënhalf keer zo groot, de perrons worden verbreed en er komt meer licht en lucht in de architectuur. Megabioscoop Vergelijk Utrecht met welke zichzelf respecterende stad dan ook en het zal je opvallen dat we iets missen. Inderdaad: een megabioscoop. Critici vinden de komst van een blockbuster-draaiende bioscoop met gigantische zalen een smakeloos en ongezellig gegeven. In hun ogen siert het de stad dat het vol zit met karaktervolle, misschien wat krakkemikkige bioscoopjes. Anderen vinden dat een stad als Utrecht, waar onder andere het Nederlands Filmfestival plaatsvindt, niet achter kan blijven in de trend van groots cinemaplezier. Een andere belangrijke reden voor de megabioscoop, is dat de gemeente het project CU2030 niet in zijn eentje kan betalen. Wolff Cinema Groep, eigenaar van de toekomstige megabioscoop, is samen met Corio, NS, ProRail, Jaarbeurs, Rabobank en Holland Casino, één van de financierders van het project en krijgt net zoals andere investeerder de ruimte om er zijn eigen stempel op te drukken. De Megabioscoop zal gebouwd worden bij de Jaarbeurs. Samen met het Jaarbeursplein, waar je het Beatrixtheater vindt, vormt dit het zogenaamde leisure-gebied; een plek waar je een musical of film kunt bekijken, het casino kunt bezoeken of in Het nieuwe station, ingetekend op een foto van het oude stationsgebied. een cafeetje een drankje kunt drinken. Vervoer Waar men in de jaren zeventig de auto pakte om naar de stad te komen, draait het inmiddels om het openbaar vervoer en de fiets. Er zullen daarom meer fietsenstallingen worden gebouwd en er wordt een heuse fiets- en loopbrug ontwikkeld. Deze zal over het spoor lopen, van het Moreelsepark tot aan de Croeselaan. In de verre toekomst heeft de NS het streven om het spoorboekje af te schaffen en het treinverkeer zo te regelen dat er om de tien minuten een trein vertrekt naar de bestemming van je keuze. Ook de tram gaat vaker rijden en die gaan we misschien zelfs weer in het centrum zien. Zoals blijkt uit deze veranderingen is onze kijk op wat mooi en functioneel is ten opzichte van de jaren zeventig sterk veranderd. Hoog Catharijne was bijvoorbeeld in die tijd the place to be. Van heinde en verre kwamen mensen hier winkelen, omdat het het grootste winkelcentrum in Europa was. Hoewel het nog steeds een drukbezochte plek is, vinden velen Hoog Catharijne afzichtelijk en onoverzichtelijk. De collectieve mening van burgers kan dus snel veranderen. Toch wordt er in dit plan weer veel radicaal veranderd. Hoe weet je dat we dat over veertig jaar niet weer heel lelijk vinden? Erik Suik, communicatiemedewerker bij CU2030, zegt hierover: Dat weet je niet. Als het gaat om Hoog Catharijne vertrouwt de gemeente erop dat de eigenaar van het winkelcentrum, Corio, weet wat het beste is. Het bedrijf bezit winkelcentra door heel Europa en heeft door de jaren heen veel kennis opgedaan over hoe je een winkelcentrum het beste kunt inrichten. Over het algemeen is duurzaamheid tegenwoordig een belangrijk uitgangspunt en zal er dus beter worden nagedacht over de lange termijn. De tijd zal het leren. Voor nu is het toekijken en afwachten. En ons ergeren natuurlijk; aan het lawaai, de omleidingen en de beperkte fietsenstallingen. Nog even doorzetten! Over twintig jaar is het af. Copyright beeldmateriaal: OV-terminal Utrecht Centraal: Copyright gemeente Utrecht/ProRail - illustratie Benthem Crouwel Architecten Muziekpaleis: Copyright gemeente Utrecht- illustratie architectuurstudio Hertzberger

8 GEESTDRIFT december 2011 9 Studeren in dienst Geesteswetenschappen brengen studenten vaardigheden bij die essentieel zijn voor de democratie Illustratie: Tessa Kwee foto: Robin Holland Joost van Zoest Martha Nussbaum Martha Nussbaum heeft het niet over de kredietcrisis als zij spreekt over een crisis die grotendeels onopgemerkt voortwoekert, net als bij kanker. Ze bedoelt een wereldwijde crisis in het onderwijs. In haar dit jaar verschenen boek Niet voor de winst. Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft, luidt Nussbaum de noodklok over de trend om onderwijs louter in economische termen te beoordelen. In plaats van studenten kritisch te leren denken en in te wijden in complexe, mondiale vraagstukken, staat alles in het teken van economisch profijt. De geesteswetenschappen, die het imago hebben niets bij te dragen in de internationale concurrentiestrijd, worden daarom gekort of opgedoekt. Volgens Nussbaum is dat een regelrechte ramp, niet alleen voor de docenten en studenten van deze opleidingen, maar voor de samenleving als geheel. Want: Geesteswetenschappen vormen mensen tot volwaardige, democratische burgers. Martha Nussbaum ontwikkelde in de jaren tachtig het Human Development Van de democratie Wie het nut van geesteswetenschappen wil verdedigen, heeft er sinds kort een argument bij: alfa s houden de democratie in stand! Dat beweert Martha Nussbaum althans, in haar boek Niet voor de winst. Geestdrift las het boek en sprak erover met drie hoogleraren. Paradigm, een alternatief voor de dominante opvatting dat de ontwikkeling van landen het best afgemeten kan worden aan het bruto nationaal product (BNP) per hoofd van de bevolking. Op die BNPschaal scoorde Zuid-Afrika bijvoorbeeld uitstekend, terwijl het land toen nog apartheid kende en het overgrote deel van de bevolking in zeer slechte omstandigheden leefde. Het is dus lang niet altijd verstandig om veel waarde aan economische factoren te hechten, leerde Nussbaum. Daarom stelde zij met het Human Development Paradigm de mogelijkheden van mensen om zich te ontwikkelen centraal. De inspanningen van Nussbaum dertig jaar geleden ten spijt, vandaag de dag wordt het onderwijs volgens diezelfde economische factoren beoordeeld. In Engeland moeten geesteswetenschappelijke instituten hun bestaan continu rechtvaardigen tegenover de overheid. Degenen die geen bijdrage leveren aan de economie, worden gekort. Veel instellingen voor klassieke talen of filosofie hebben zo hun deuren al moeten sluiten. In de VS moet volgens de onderwijsplannen van Obama hogere prioriteit gegeven worden aan vaardigheden waar het zakenleven baat bij heeft. In Nederland is de situatie niet anders: universiteiten moeten van overheidswege zwaar bezuinigen en dat gebeurt met name op niet-exacte vakken. Joris van Eijnatten, hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, is het op dit punt met Nussbaum eens. Je ziet over de hele linie dat er steeds minder geld is voor geesteswetenschappen. Het argument dat wij economisch weinig opbrengen, telt steeds zwaarder mee. Hij constateert dat bètawetenschappen ongeveer drie, en gammawetenschappen twee maal zoveel geld ontvangen als de geesteswetenschappen. Hij stelt ook vast dat de overheid haar onderwijsbeleid bepaalt met de economie in het achterhoofd: Op de middelbare school wordt bijvoorbeeld vooral geïnvesteerd in wiskunde en Engels, om onze concurrentiepositie te verstevigen. Nussbaum is van mening dat geesteswetenschappen geen directe economische waarde hebben, maar is die veronderstelling eigenlijk juist? Rens Bod, hoogleraar Cognitiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, vindt van niet. Zijn onderzoek bouwt voort op inzichten uit de taalkunde en met die kennis programmeerde hij vertaalmachines die concurreren met die van Google. Hoezo geen economische waarde? Van Eijnatten vindt de taalkunde niet representatief voor de geesteswetenschappen als geheel: Taalwetenschappers schurken tegen de bèta- en gammawetenschappen aan en werken op een heel kwalitatieve manier. Dat onderzoek valt vaak goed te valoriseren. (Valorisatie is het op een waardevolle manier ontsluiten van we- tenschappelijke kennis voor derden, red.) Daarmee is de taalkunde een uitzondering binnen de geesteswetenschappen. Het probleem is dat veel geesteswetenschappen wel indirect een bijdrage leveren aan de economie, maar dat je dat niet kunt meten. Ook Emile Wennekes, hoogleraar Muziekwetenschap na 1800, vindt het leveren van een economische bijdrage niet het De crisis in het onderwijs woekert onopgemerkt door, net als bij kanker sterkste punt van de geesteswetenschappen. De productie van maatschappelijk relevante games, de vertaling van muzikale metra in computermodellen, of het (her) ontdekken van vergeten muziek noemt hij als activiteiten met een zeker economisch belang. Toch concludeert hij dat de economische relevantie een marginaal aspect is binnen de geesteswetenschappen. Volgens Nussbaum zijn politici die denken te kunnen bezuinigen op geesteswetenschappen kortzichtig, en begaan zij een ernstige fout. De geesteswetenschappen brengen hun studenten namelijk vaardigheden bij die van wezenlijk belang zijn voor het goed functioneren van een democratie: in staat zijn om kritisch te denken, om plaatselijke loyaliteiten te overstijgen, om wereldproblemen als wereldburger te benaderen en om ons op fantasievolle wijze in te leven in de omstandigheden van een ander. Dáárin zit de waarde van de Talen, Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, Filosofie, Muziek-, Literatuur en Theater, Film en Televisiewetenschap, volgens Nussbaum. Emile Wennekes kan zich vinden in haar pleidooi: Ik hoop inderdaad dat onze discipline bijdraagt aan de kritische en democratische vorming van toekomstige burgers. Heeft Nussbaum het bij het rechte eind met haar verdediging van de geesteswetenschappen als de hoeksteen van de democratie? Van Eijnatten vindt dat de geesteswetenschappen de democratie kunnen ondersteunen, maar dat dat niet per definitie het geval is. Kijk naar de periode vlak voor de Tweede Wereldoorlog, toen het alfa-onderwijs op hoog niveau stond. Je ziet dat de meest enge nationaal-socialisten uitstekend onderwijs genoten en de klassieken op het gebied van hoge cultuur goed kenden, maar of dat dus automatisch tot democratie leidt, is de vraag. Daarbij komt dat door de geesteswetenschappen tot hoeder van de democratie te bombarderen, de suggestie wordt gewekt dat natuur- en gammawetenschappers ongeschikt zijn voor die taak. Hoewel Nussbaum die conclusie probeert te vermijden zegt ze ook dat technisch geschoolde studenten niet weten hoe ze kritiek moeten leveren op het gezag. Dat lijkt een brug te ver, want met name de gammawetenschappen kennen met bijvoorbeeld Sociologie en Politicologie maatschappelijk geëngageerde disciplines. En is het terecht om natuurwetenschappers als onbenullig voor te stellen? Robert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), stelde in Vrij Nederland: Als ik weet hoe groot de kosmos is, zegt dat toch ook iets over mijn vermogen om mijn plaats in deze wereld te kennen? Op Nussbaums stelling dat bezuinigingen op de geesteswetenschappen de democratie uithollen, valt dus wat af te dingen. Maar hoe zouden de hoogleraren zelf hun discipline verdedigen? Wennekes: Wij geven onze studenten capaciteiten om gecompliceerde muziek te structureren in betekenisvolle velden. Daarmee dragen we bij aan verschillende canons, maar tegelijkertijd leggen we de subjectieve en soms politieke strategieën achter die canonvorming bloot. Van Eijnatten stelt: De kernbusiness van geesteswetenschappers is beschaving, een oud woord voor cultuur. Daarbinnen draait het om het identificeren van waarden en het aanbrengen van een hiërarchie, zonder de menselijke subjectiviteit uit het oog te verliezen. Een voorbeeld van zo n waarde is die van religie. Wat je er verder ook van vindt: het speelt een rol in onze maatschappij. Door zulke waarden te herkennen kun je voorkomen dat mensen vernederd worden, maar tegelijkertijd kun je ook bepalen welke het belangrijkst zijn en welke we via het onderwijs vorm gaan geven. Ook Rens Bod vindt Nussbaums defensieve tactiek verkeerd. Hij is van mening dat geesteswetenschappen zichzelf meer moeten presenteren als een wetenschap die, net als de natuur- en gammawetenschappen, in staat is tot ontdekkingen die onze wereld op zijn kop zetten. Kijk naar Joseph Scaliger. Deze filoloog ontdekte in Egyptische bronnen dat er farao s leefde voordat de wereld volgens de Bijbel zou zijn geschapen. Zijn ontdekkingen leidden tot een debat, dat uiteindelijk uitmondde in De Verlichting.

10 een Interview met pepijn lanen GEESTDRIFT december 2011 11 Foto s: Floor Zweerink Pepijn Faberyayo Lanen: rapper, columnist en aankomend literair debutant Je kent hem als de lange jongen met sluike lokken van De Jeugd Van t egenwoordig, die sinds hun doorbraak in 2005 drie albums vol met hitjes uitbrachten. Maar het bezige baasje zit niet bepaald stil, zo scoorde hij met het muzikale trio LeLe de bescheiden hit Skinny Jeans. tevens schrijft hij columns in de NL20 en publiceerde een gedicht in het nulnummer van Das Magazin. Om nog maar te zwijgen over zijn album met Sef en Spacekees, en de twee platen met Vic Crezée. Maar wat beweegt deze woordkunstenaar, Faberyayo, P. Fabergé, ofwel Pepijn Lanen? Door Aaron Mirck Al vanaf de eerste single Watskeburt?! is de eigenheid van het taalgebruik van De Jeugd Van Tegenwoordig kenmerkend. Hoewel het vaak snel in zwang raakt, wordt het hierdoor ook onmogelijk om te verwachten dat de luisteraars alles begrijpen. Is dat niet een tikkeltje elitair, of misschien zelfs arrogant? Ik verwacht ook niet dat elke luisteraar alles begrijpt en als men dat niet doet, dan vind ik het geen enkel probleem om het uit te leggen. Wat ook een verschil maakt, is dat het geen geschreven tekst is. Het is vaak wat er past, wat er rijmt op de volgende zin. Soms wil je bijvoorbeeld dorpsslet zeggen, maar moet je iets hebben wat met twee lettergrepen op een a rijmt, dan komt stadsbanga (banga is straattaal voor hoer, red.) beter uit. Het is zo nu en dan voor de vorm, maar het is ook leuk om een woord dat zijn oorsprong vindt in het Surinaams te koppelen aan iets wat heel Hollands is. Doe je dat omdat het mooier klinkt in een bepaalde taal, of omdat je het alleen in die taal kunt uitdrukken? Het is een soort esthetiek die op een gegeven moment een noodzaak is geworden in de manier waarop ik me uit. Jarenlang heb ik woorden of zinsneden aan mijn taalgebruik toegevoegd, om het een extra randje te geven, waardoor het onlosmakelijk verbonden is aan mij en de manier waarop ik teksten schrijf. ik verwacht ook niet dat elke luisteraar alles begrijpt Heb je door dergelijk taalgebruik een invloed op de constante taalverandering? Ik ben altijd een voorstander geweest van creatief met taal omgaan. Taal is natuurlijk een levend iets, als je er heel filosofisch naar kijkt. Ik vind het nogal vreemd dat het tegenwoordig gedoogd wordt om hun te zeggen waar je vroeger nog hen moest zeggen. Dat is een soort knieval naar onwetendheid. Aan de andere kant is het ook leuk om daar weer een hunnie en een hennie van te maken. Die extremen, hunnie en hennie bestaan ook niet zonder dit midden. Er is geen taalgebruik dat ik afkeur, op d- en t-fouten na, al valt spelling volgens mij niet echt onder taalgebruik. Eigenlijk geldt: hoe dommer de fout, hoe grappiger. Daarbij zullen er wel legio ontwikkelingen zijn die voor mijn tijd hebben plaatsgevonden, waar ik geen weet van heb en die een soortgelijk resultaat hebben.

12 een Interview met pepijn lanen vervolg DE klassieker GEESTDRIFT december 2011 13 Wat inspireert je? Ik ga af en toe lekker als ik heel negatief kan zijn Of het nu over beeldende kunst, film, theater, muziek of literatuur gaat: elk vak- over de mensheid, terwijl ik helemaal niet zo n ne- gebied heeft zijn eigen klassiekers waar je als student niet aan kunt ontkomen. gatief persoon ben. Het gebeurt dat ik iemand ga- Wat zijn de favorieten van de studenten bij Geesteswetenschappen? Geestdrift desla, waar de walgingsmeter helemaal van kapot vroeg twee studenten naar hun klassieker. springt aan de bovenkant. Dan ben ik de krant aan het lezen en staat er een dubbelinterview in met Ron en Carlo Boszhard. Daar zit al genoeg narig- Door Joost van Zoest heid in om vijf columns en vijf nummers over vol te blaffen. Kunnen we een boek van je verwachten? Maarten Huisman Dongwei Su Ja, ik ben op het moment bezig met een bundel met korte verhalen. Ik heb er zes en moet er nog vierentwintig. We gaan wel zien hoe dat zich zal ontvouwen. Ik heb een lijstje met aantekeningen en wil dat langzaam uitwerken. Ik ben al een paar keer begonnen aan langere verhalen, maar daar moet je foto s: Joris Jehle Taal- en Cultuurstudies richting Amerikanistiek Klassieker: Planescape: Torment, 1999 MA Nieuwe Media en Digitale Cultuur Klassieker: Akira, 1988 Waar gaat Akira over? eigenlijk een jaar vrij voor hebben. Ik schreef tijdens Leuk, een game als klas- Akira is een Japanse die pogingen over mijzelf op een fictieve manier: sieker! Vertel. animatiefilm (anime) uit ik ga af en toe lekker als ik heel negatief kan zijn over de mensheid opgesplitst in twee personen die het tegen elkaar opnemen. Na een aantal pagina s interesseerde het me niet meer. Als ik iets schrijf wil ik het het liefst in één keer schrijven en het daarna hoogstens nog een beetje verbeteren. Ik was twintig of eenentwintig toen ik Planescape: Torment voor het eerst speelde. Het is een role playing game (rpg) en het karakter waarmee je speelt, heet The Nameless One. Hij kan zich niets herinneren van zijn verleden en probeert 1988 die gebaseerd is op de gelijknamige comic (manga). Het verhaal draait om Kaneda, de leider van een motorbende, en zijn beste vriend Tetsuo, die verwikkeld raken in een geheim overheidsproject: Akira. Dit project betreft het onderzoek naar bovennatuurlijke krach- uit te zoeken wie hij is. Het is grafisch behoorlijk goed voor zijn ten bij mensen, en Tetsuo blijkt hier ook over te beschikken. Onwetend Pepijn Lanen Is er taalgebruik waar je van geniet? William Gibson, een Amerikaanse schrijver van sciencefiction, schrijft zulke heftige zinnen en paragrafen dat ik vaak een paar pagina s opnieuw moet lezen. Het gaat op en neer tussen stijlfiguren; de ik ben op het moment bezig met een bundel met korte verhalen tijd en de gameplay was ook prima. Maar vooral de vormgeving is fantastisch. Ik heb het toen in zo n vijf weken uitgespeeld, maar ik wil het nog een keer van begin tot eind spelen om het weer te beleven. Wat maakt deze game zo bijzonder? begint Kaneda een grote reddingsactie waarbij hij betrokken wordt bij een complex politiek spel, en uiteindelijk in een gevecht verwikkeld raakt met een buiten zinnen geraakte Tetsuo. Wanneer zag je de film voor het eerst? Toen ik tien was. Een ontzettend bizarre, maar vette ervaring. Mede Pepijn Lanen (1982) is rapper en lid van De Jeugd van Tegenwoordig, dat doorbrak met in 2005. Hij is geboren en getogen in Utrecht, maar hij woont sinds zijn niet afgemaakte studie in Amsterdam. Hun laatste cd,, kwam in november 2010 uit en stond maar liefst 26 weken in de Album Top 100. zinnen zijn zo rijk. In het Nederlands lees ik graag Herman Brusselmans, hoewel ik hem in zijn laatste boek bijna door de pagina s heen zag aftrekken. Het is echt in één ruk doorgeschreven. Hij is een meester in het creëren van bijzaken die niets met de hoofdzaak te maken hebben, maar wel bijzonder de moeite waard zijn. Je schijnt ook een liefhebber te zijn van Herman Koch? Je hebt zojuist je eerste gedicht gepubliceerd in Das Magazin (een literair tijdschrift voor prille zielen, red). Ben je nu officieel lid van de literaire elite? Ik vind dat er eerst iets serieuzere kost van mijn hand gepubliceerd moet worden, voordat ik een beetje snobistisch kan gaan doen. Eén gedicht telt toch niet? En een gedicht noem ik het niet Het bijzondere is dat de game alle rpg-conventies op zijn kop zet. Zo kan de hoofdpersoon niet dood en is het om verder in het spel te komen verstandiger veel met mensen te praten, dan dat je met monsters gaat vechten. Daarbij is het heel goed geschreven en zijn er veel mogelijkheden om je karakter te ontwikkelen, vaak via dialogen en soms door acties. Daardoor ontwikkelt je personage zich vooral geestelijk, en niet alleen lichamelijk zoals gebruikelijk is in de meeste rpg s. In wat voor soort wereld speelt de game zich af? doordat ik de film op zo n jonge leeftijd heb gezien, is Akira voor mij de meest iconische anime die er ooit gemaakt is. Wat is er zo goed aan de film? Ten eerste: de animatie. Deze was, en is nog steeds, fantastisch. Voor die tijd was de animatie van ongekend niveau en brak het met conventies. Bijvoorbeeld door in dialogen het gezicht volledig te animeren, terwijl tot die tijd over het algemeen enkel de mond werd geanimeerd op een stilstaand gezicht. Ten tweede: het verhaal, met name de wijze waarop het wordt verteld. Er lopen ontzettend veel verhaallijnen door de Zijn laatste boeken heb ik nog niet gelezen. Toen eens: het waren zestien bars (regels in een rap, De spelwereld is een soort hiernamaals, eigenlijk een combina- film heen. Het is vrij complex, maar het wordt toch nooit verwarrend. Het Diner uitkwam wilde ik het ook graag lezen, red.). Hoewel ik de erkenning wel erg tof vind, telt tie van alle afterlifes van alle wereldreligies bij elkaar. In die wereld maar was het opeens een bestseller. Hij zat plots het pas als je een boek hebt met je naam erop en hangt de kracht van een geloof af van hoeveel mensen erin gelo- Heb je de manga waarop de film is gebaseerd ook gelezen? in de orde van Saskia Noort ergens zijn verhaal te een imposante foto van je op de binnenflap. Vraag ven. De spelwereld bestaat dus eigenlijk uit ideeën die voortdu- Deels. Ik ben een tijd geleden begonnen, maar het is ongeveer twee- doen; dat is toch een vreemde gewaarwording. maar aan James Worthy. rend met elkaar in strijd zijn en aan invloed winnen en verliezen. duizend pagina s lang. Ik ben net over de helft, maar het is nu al duidelijk Wat me dan een beetje tegen gaat staan, is dat Daardoor is het behoorlijk filosofisch en postmodern. dat het verhaal behoorlijk is aangepast in de film. De schrijver/regisseur men in gesprekken het dan wel over zijn laatste schijnt ook ontzettend veel moeite te hebben gehad met het voltooien boek heeft, maar niets weet over die mongool die Was de game invloedrijk? van de manga. Dit is ook pas na het verschijnen van de film gebeurd, wat van die brug is afgeflikkerd op dat schoolreisje (Red Toen ik de film Memento (2000) zag, moest ik meteen aan vrij onconventioneel is. ons, Maria Montanelli, red). Het duurt dan in elk ge- Planescape: Torment denken: een met herinneringen getatoeëerde val erg lang voordat ik dat onbevooroordeeld kan hoofdpersoon kent zijn verleden niet, maar probeert het te recon- lezen. Hetzelfde geldt voor muziek: het duurde tot strueren. Bovendien komen beide karakters voortdurend mensen de derde cd van Kanye West voordat ik zijn albums uit hun verleden tegen die niet altijd de waarheid vertellen. De ben gaan downloaden. overeenkomsten zijn zo opvallend, het kan haast geen toeval zijn! Wiljan van den Akker, decaan Geesteswetenschappen

14 opinie GEESTDRIFT december 2011 15 Nooit een komen af van de good will van de docent. Is het een vrek, geeft hij een zeven. Is hij gul, wordt het een acht. Heel misschien zelfs een negen? Aanbeland in de masterfase neemt het ongenoegen over deze kwestie toe. Veel studenten gaan streven naar het hoogst haalbare. Ze hebben al een studietraject achter de rug en kozen bewust voor een master. Dat jaartje master is, zeker gezien de actuele bezuinigingen op het hoger onderwijs, meestal de allerlaatste stop voor het beroepsleven en daarom hét moment om te laten zien wat je in huis hebt. Velen begonnen een master met het doel de bul cum laude te behalen. Weinigen zullen daarin slagen. En dat komt niet doordat de studenten niet ijverig zijn of de eisen voor deze eervolle vermelding te hoog zijn, maar door de misplaatste terughoudendheid van leraren en de ondoorzichtigheid van hun oordeel. En niet te vergeten: de cijferschaal, die hard aan een herdefiniëring toe is. Want hoe kan een tien volmaaktheid vertegenwoordigen in een wetenschapsgebied dat het bestaan daarvan ontkent? Een uitgelezen kans om meteen iets aan de zogenaamde zesjescultuur te doen, zou ik zeggen. Linda van der Rest Linda van der Rest (1987) haalde dit najaar haar bul Cultuurgeschiedenis toch nog cum laude. Ze werkt nu als freelance-journaliste en is PR-medewerker bij uitgeverij De Bezige Bij. Een zeven is toch een mooi cijfer? zei mijn leraar, lichtelijk verontwaardigd dat een studiegenootje en ik verhaal kwamen halen over de tentamenuitslag. De cijfers waren lager uitgevallen dan we verwachtten en, verontrustender, ze lagen allemaal opvallend dicht bij elkaar. Ik bladerde door de vellen papier, waarop ik met grote zorgvuldigheid antwoorden van essayformaat had geformuleerd, en zocht naar het bijgeleverde commentaar. Eén met potlood gekrabbeld onleesbaar regeltje. Waar was de rest? Ik haal voor tentamens nooit een zeven. Meestal zit ik meer rond de acht. Ik begrijp het niet, probeerde de studiegenoot nog. Tevergeefs, want er valt niets in te brengen tegen een docent die vindt dat een zeven een prima, nee, zelfs een uitstekend cijfer is. Dat dat cijfer betekent dat je het bovengemiddeld goed hebt gedaan. En dat het uitzonderlijk is om werk met een acht te waarderen. Sinds wanneer is een acht het surrogaat voor een negen of een tien? Het lijkt of er een taboe rust op de hoogst mogelijke puntenwaarderingen in de Faculteit Geesteswetenschappen. Na er zelf vijf jaar te hebben gestudeerd is pijnlijk duidelijk dat een aantal leraren schroomt om studenten te belonen met hoge cijfers. Om nog maar te zwijgen over het cijfer tien, want de voorbeelden daarvan zijn als een speld in een hooiberg Onvindbaar. Hoe anders is dat bij andere faculteiten! Een informaticastudent kan zo een tien halen voor zijn opdracht, mits hij aan de gestelde eisen voldoet en een werkend stukje code aflevert. Bij het maken van de bonusopdracht kan dat cijfer doodleuk stijgen tot een elf of twaalf. (Overigens pakken de onvoldoendes even pittig uit.) Heel prettig voor hun en des te schrijnender voor ons. Wat kun je beginnen tegen leraren die principieel nooit hoger dan een acht geven? De transparantie van de beoordeling is vaak bedroevend en ruimte voor discussie is er, zoals het bovengenoemde voorbeeld, ook niet. Er moet iets veranderen. Een wijsheid die ik in mijn studietijd opdeed, is dat het onderscheid tussen goede en foute interpretaties niet bestaat. Er zijn alleen grijze gebieden, potentiële waarheden. Dat wist ik eigenlijk op de middelbare school al, alleen moest mijn geschiedenisleraar er toen niets van weten. De universiteit was een verademing. Een eigen mening wordt op de universiteit toegejuicht, zolang hij in de juiste, dat wil zeggen academische, schriftelijke vorm is gegoten: gestructureerd en effectief beargumenteerd. De juiste vorm en toon bepalen de hoofdmoot van je uiteindelijke cijfer. Dat wordt na enige tijd een probleem, want wat blijft er te beoordelen over als de student het kunstje kan? Een overtuigend betoog, ja. Een tien zul je er nooit voor krijgen, want dat cijfer suggereert perfectie en ontkent daarmee andere mogelijke visies. In welke richting je cijfer dan gaat hangt vol- Reacties van docenten Tijdens de lagere school verhuisden we naar het zuiden. De meester zei nooit hoger dan een acht te geven. Een negen is voor priesters, een tien voor God. Opnieuw was Limburg onbegrijpelijk. Op de middelbare school krikte de lerares Duits het animo voor haar vak op, door alle spreekbeurten toe te staan. Bij Bob Dylan wist ik te melden dat zijn achternaam Zimmerman was. Ik kreeg een 18. Teleurstellend, aangezien eerder een 24 was uitgedeeld. Beide cijfersystemen vond en vind ik afkeurenswaardig. We werken met een schaal van 0 tot 10 en dat betekent dat iemand een 0 kan halen of een 10 en alles daartussenin. Teveel nullen of tienen zeggen iets lelijks over het tentamen. En misschien nog iets anders. Wie nooit hoger dan een zeven geeft, beseft onvoldoende waarvoor een tentamen bedoeld is. Wie hoger dan een tien geeft eveneens. Prof. dr. W. van den Akker De auteur van het artikel Nooit een tien meent dat de docenten van de Faculteit Geesteswetenschappen meer negens en tienen zouden moeten geven. Ook zouden meer studenten in aanmerking moeten komen voor het predicaat cum laude. Maar worden studenten daar nou echt wijzer van? Het resultaat is dat zesjescultuur over een aantal jaren zeventjescultuur heet. Een achterliggend argument van de auteur is het beroepsleven. De maatschappelijke reputatie van een academische opleiding (en van de betreffende academici) is evenwel niet gebaseerd op het gemak waarmee tienen en cum laudes worden uitgedeeld. Integendeel. Die reputatie is gebaseerd op inhoud en kwaliteit. Prof. dr. D. Hellema

16 een Interview met Hans Jaap Melissen GEESTDRIFT december 2011 17 hoe er verslag werd gedaan van de Golf- Oorlog? Pak je paspoort maar! Waarom een verslaggever vrijwillig naar een conflictgebied reist Oorlogscorrespondent Hans Jaap melissen van de Wereldomroep komt op de meest gevaarlijke plekken ter wereld en blijft ijzig kalm als hij onder vuur wordt foto s: privébezit Door Claudia Aldenkamp Als Hans Jaap Melissen (1968) half oktober aanschuift voor het interview, is hij net een paar weken terug uit Libië. Zulke reizen terug naar Nederland noemt de oorlogscorrespondent een soort interbellum. Hij gaat wel weer terug, want de revolutie is nog niet voorbij. Door de Arabische Lente is de strijd op heel veel plekken nog niet afgelopen; het is een soort snoepwinkel aan verhalen. Hij heeft gelijk: een week na dit interview berichten de media dat Kadhafi dood is. Melissen zit die middag als expert in de studio van het NOS Journaal. Melissen studeerde Engels aan de Universiteit Utrecht met als hoofdrichting Amerikanistiek en werkte tijdens zijn studie ik zoek het gevaar op, dat is anders dan dat het je overkomt bij een lokaal radiostation. Later werkte hij bij de regionale omroep Radio Utrecht, maar de beperkingen van de regio beknelden hem. De jonge radioverslaggever zag oorlog in 1991 en dacht: dat kan ik ook, misschien wel beter. Zodoende is hij sinds 1995 correspondent bij de Wereldomroep en doet hij daarnaast ook regelmatig verslag voor de NOS. Voor zijn werk reist hij vaak vrijwillig naar gevaarlijke gebieden, zoals Irak en Afghanistan. Vaak doet hij dat unembedded, dat wil zeggen dat hij niet onder begeleiding en bescherming van het leger reist. Als je met de troepen meegaat, worden er beperkingen opgelegd. Met name het Nederlandse leger in Uruzgan wilde alles lezen en zelfs dingen schrappen. Dat vind ik in strijd met het journalistiek handelen. Bovendien valt het volgens hem best mee met het gevaar in zulke gebieden. In de media lees je alleen maar over de bomaanslagen en de doden, waardoor er een verdichting van de werkelijkheid ontstaat. Als je dan in dat land komt, zie je pas de echte werkelijkheid: mensen eten op terrasjes of gaan naar de bioscoop. Onder vuur Toch heeft Melissen regelmatig momenten meegemaakt waarop het in één klap over en uit had kunnen zijn. In Irak bijvoorbeeld, toen hij op pad was met een Amerikaanse patrouille dat zo slecht georganiseerd was dat ze een beschieting niet zagen aankomen. Melissen had het wel door en redde zo hun levens. Of recentelijk in Libië waar hij in de overgenomen compound van Kadhafi onder vuur werd genomen. Op dat moment deed hij net een kruisgesprek met het NOS Journaal; drie kwartier dacht de buitenlandredactie dat hij misschien gewond was, of erger. Maar bang, dat is hij zelden. Voor mij is het gewoon mijn werk; ik zoek het gevaar op. Dat is anders dan dat het je overkomt. Ik word wel eens onverwachts wakker door een rare gruwelijke droom, maar dat is volgens mij gewoon mijn manier van verwerken. Hij houdt van de landen waar hij is geweest. Haïti was voor de aardbeving van 2010 al één van zijn favoriete bestemmingen, zelfs voor vakanties, en ook in Irak komt hij graag. Maar hoe speciaal Irak ook voor hem is, enkele jaren geleden durfde hij zich maanden niet in dat land te vertonen. Vlak nadat hij weg was gegaan, werd zijn tolk onthoofd. Ik heb de beelden op internet gezien. Dat was het dieptepunt van mijn carrière. De tolk is mogelijk gepakt voor zijn samenwerking met een wes- ik zag op internet hoe mijn tolk onthoofd werd. Dat was het dieptepunt van mijn carrière terse journalist, denkt Melissen. Voor mijn eigen veiligheid kon ik daar beter even niet opduiken. Gewoon lopen Begin dit jaar groeide de onrust in enkele Arabische en Noord-Afrikaanse landen uit tot de Arabische Lente. Melissen was net klaar met de promotie van zijn boek Haïti, een ramp voor journalisten en dacht: wat nu? Toen was daar ineens die Arabische Lente als een geschenk uit de hemel, zegt de verslaggever. Dat klinkt vreemd, aangezien zijn vriendin pas bevallen was van een zoontje en hij toen naar de onrust in het Midden-Oosten moest. Maar zo n vreemde beslissing was het niet, vertelt hij. Ik wilde gewoon gaan, dat deed ik al jaren en in onze relatie is dat geen enkel probleem. Mijn vriendin wist ook dat ik zou gaan, daar hoefde geen discussie aan gewijd te worden. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Melissen deed verslag vanuit Egypte en was vervolgens de eerste Nederlandse correspondent die in Libië was toen daar de onrust begon. Hij was toen net even terug in Nederland, maar boekte een vlucht om via Egypte de grens over te gaan. Er stonden wel grensbewakers, maar die hielden me niet tegen. Als je dood wil, dan zoek je het maar uit, zeiden ze. Het was twee uur s nachts en ik ben met mijn twee rolkoffers gewoon gaan lopen. Hoe gevaarlijk kan het zijn, dacht ik. Hij kreeg een lift in een auto die op weg was naar Benghazi, de eerste stad die gevallen was. Dat was een fantastische rit: met snelheden van 190 kilometer per uur door een net bevrijd land. De chauffeur bevoorraadde de rebellen met eten. Tenminste, dat zei hij, maar volgens mij was het niet alleen eten. Libië is sinds 23 oktober officieel bevrijd, dus zullen de verslaggevers ook weer verder reizen naar de volgende ramp. Hoewel Melissen zulke journalistieke oppervlakkigheid afkeurt, is ook hij afhankelijk van het buitenlandbudget van zijn baas. De Wereldomroep zal door de bezuinigingen enorm uitgekleed worden, waardoor de positie van Melissen ook onzeker is. Hans Jaap Melissen Hans Jaap Melissen (1968) werkt als radioverslaggever voor de Wereldomroep en als freelancer voor o.a. NOS, Nieuwsuur, Pauw en Witteman en Radio 2. In 2010 verscheen zijn boek Haïti, een ramp voor journalisten, waarin hij kritiek levert op hoe media berichten over rampen en noemt de snelheid waarmee journalisten van de ene crisis naar de andere reizen zelfs rampenporno.

18 DOCENTENCOLUMN GEESTDRIFT december 2011 19 Nu ik schrijf aan de vooravond van de klimaatconferentie van de Verenigde Naties in Durban (28 november 9 december 2011), is het wellicht goed ieders aandacht opnieuw te vestigen op de grootste uitdaging die de mensheid de komende decennia op de proef stelt. Vóór de industriële revolutie was het CO 2-gehalte in de atmosfeer meer dan 10.000 jaar constant rond de 280 deeltjes per miljoen (ppm). De productie van CO 2 door vulkaanuitbarstingen, bosbranden en ademhaling door levende wezens was in evenwicht met de absorptie ervan. Dit evenwicht wordt in toenemende mate verstoord door menselijke CO 2-productie, voornamelijk door gebruik van fossiele brandstoffen, terwijl ontbossing de absorptie ervan vermindert. Het gevolg is een toenemende stijging van het CO 2 gehalte, dat inmiddels tegen de 400 ppm bedraagt. Schattingen van klimaatgevoeligheid leren ons dat het CO 2-gehalte niet boven de 450 ppm moet komen wil de temperatuur op Aarde niet onaanvaardbaar stijgen. Regeringen blijken echter niet van zins of in staat de vereiste maatregelen te nemen. Daarom heeft het Internationale Energie Agentschap op 9 november in zijn World Energy Outlook 2011 nog eens de alarmklok geluid. Waarom doen regeringen dan te weinig aan dit immense probleem? Twee vergelijkingen kunnen de omvang van het probleem duidelijk maken. In 1973 onderzochten apothekers Frank Sherwood en Mario Molina, het destructieve effect van CFK s op de ozonlaag. Fabrikanten van drijfgassen die CFK s bevatten trachtten dit wetenschappelijke onderzoek zwart te maken. Zo verklaarde de voorzitter van de raad van bestuur van DuPont dat de bedreiging van de ozonlaag door CFK s een science fiction verhaal was, en volslagen onzin. Toch lukte het de internationale gemeenschap in 1987 het verdrag van Wenen te sluiten dat beoogde de ozonlaag te beschermen. Waarom slaagde internationale samenwerking toen wel en boekt ze vooralsnog te weinig succes bij het probleem van de CO 2-uitstoot? Kort gezegd: CFK s zijn relatief gemakkelijk vervangbaar en werden door een beperkt aantal fabrieken geproduceerd, terwijl het gebruik van fossiele brandstoffen ons leven en de industrie geheel doordringt. Vervanging ervan vereist dus een ingrijpende technologische revolutie die stuit op hardnekkige weerstand van ons allemaal. En in de VS, die het voortouw zouden moeten nemen, bepaalt de industriële obstructie in sterke mate het regeringsbeleid. Een tweede vergelijking is die tussen het probleem van de CO 2-uitstoot en de zogenaamde Tragedy of the Commons. Het is in het individuele korte-termijn belang van elke boer om een extra koe te laten grazen op het gemeenschappelijke perceel ook al zal dit de beperkte grasvoorraad uitputten. Maar de boeren kennen elkaar, de beperktheid van hun gemeenschappelijk bezit is te begrijpen, het uiteindelijke desastreuze effect treft hen allen, en het aantal belanghebbenden is te overzien. Samenwerking is dus niet onwaarschijnlijk. Hoe anders is dit bij het probleem van de CO 2-uitstoot. Hier liggen veroorzaker en getroffene ver uiteen en kennen elkaar niet. De veroorzaking van de schade is bovendien gefragmenteerd doordat wij allemaal aan de uitstoot bijdragen. Er bestaat geen wereldregering die overtreders van gemaakte afspraken bestraft en de grootste schade zal zich pas voordoen nadat veel van de veroorzakers overleden zijn, terwijl het klimaatprobleem steeds moeilijker oplosbaar wordt naarmate we later ingrijpen. Al deze en andere factoren maken het verleidelijk de kop in het zand te steken of de resultaten van de klimaatwetenschappen botweg te ontkennen. Zo horen we onze huidige regering nauwelijks meer over CO 2-uitstoot. Het lijkt me een morele plicht van elke volwassen burger zich grondig te informeren over het klimaatprobleem en druk uit te oefenen op de politiek om het boven aan de agenda te zetten. herman philipse Durban en daarna We horen onze regering nauwelijks meer over CO 2 - uitstoot Herman Philipse (1951) is hoogleraar wijsbegeerte aan de UU. Tevens publiceert hij regelmatig in NRC Handelsblad over actuele onderwerpen. Foto s: TenPages Kafka wordt kapitalist TenPages verkoopt aandelen in boeken In Nederland zijn er naar schatting één miljoen mensen actief op schrijfgebied. Eén op de zes daarvan heeft ook de ambitie om zijn of haar werk uit te geven, maar dat is vaak lastig. Een nieuwe manier zijn om je boek aan de man te brengen is crowdfunding. Uitgeverij TenPages timmert flink aan de weg met dat concept. Door Joost van Zoest Misschien heb jij ook wel een schitterende roman op de plank liggen, maar als je die opstuurt naar tien verschillende uitgeverijen, krijg je waarschijnlijk tien dezelfde standaard afwijzingen terug. Crowdfunding kan een uitweg uit die doodlopende straat zijn. Voor wie het nog niet weet: crowdfunding is de gezamenlijke bereidheid van een kritische massa om financieel te participeren in de totstandkoming van een individueel project. Op het gebied van kunst en cultuur bieden bijvoorbeeld Cinecrowd (film) Voordekunst (kunst) en Ten Pages (boeken) artiesten de kans hun project voor het voetlicht te brengen. Particulieren kunnen aandelen kopen en als er voldoende geld is verzameld, krijgt het project groen licht. Bij TenPages werkt het als volgt: aanstormende auteurs zetten de eerste tien pagina s van hun manuscript in de etalage. Geïnteresseerden kunnen aandelen kopen, voor vijf euro per stuk. Als er van het manuscript binnen vier maanden tweeduizend aandelen zijn verkocht, wordt het boek gepubliceerd bij een gerenommeerde uitgeverij. TenPages werd begin 2010 opgezet door Valentine van der Lande. Zij vertelt over de eerste uitgave van TenPages, Ik date maar wat van Suzanne Buis: Dat was een sprong in het diepe. Maar we bleven drijven. Inmiddels zijn er 775 exemplaren van verkocht. Tot nu toe haalden 49 manuscripten de drempel van tienduizend euro en gaat het goed met de uitgeverij: We zitten tegen winstgevendheid aan. Sommige maanden maken we winst, maar omdat we nog steeds een start-up zijn, zijn sommige maanden ook moeilijk. Het grootste succes tot nu toe was Zo Zuidas, een spraakmakend boek van drie jonge Zuidas-vrouwen over overwerk en achterklap in de Amsterdamse kantoorjungle. Maar waarom zouden particulieren eigenlijk een aandeel kopen? Bij TenPages worden alle aandeelhouders genoemd op de laatste pagina van het boek. Dat is leuk, maar de aandeelhouders krijgen ook een deel van de opbrengst van het boek. Ten Pages gebruikt daarvoor de volgende rekensom: een aandeelhouder verdient per aandeel 1/2000e x 10 % x verkoopprijs x aantal verkochte exemplaren. In het allerbeste geval koop je een aandeel van de volgende Kluun, die één miljoen exemplaren verkocht van zijn debuutroman. Bij een verkoopprijs van vijftien euro levert dat 750 euro op, per aandeel. Een meer realistisch scenario is het geval van Zo Zuidas, dat twintig euro kost en waarvan inmiddels 12.000 exemplaren over de toonbank gingen. Per aandeel wordt er dan twaalf euro uitgekeerd. Je hebt vijf euro voor het aandeel betaald, dus dat betekent zeven euro winst. En mocht het boek waarin jij aandelen hebt gekocht geen tweeduizend aandelen afzetten, dan krijg je vier euro van je oorspronkelijke investering terug.

20 GEESTDRIFT december 2011 21 Wat wil je later worden? Een stappenplan Illustratie: Tessa Kwee vinden, doe je bijvoorbeeld zo: Verzamel een tijd lang alle kranten- en tijdschriftartikelen die je met interesse gelezen hebt; Zoek op welke vakken je gevolgd hebt tijdens je studie en probeer je te herinneren welke onderdelen je daaraan interessant vond of wat je leuk vond om te doen; Vraag aan je vrienden of familie wat zij denken dat jouw vaardigheden en interesses zijn; Bedenk welke dingen je elke dag met plezier doet. De vraag Wat kun je met die studie? kan hard aankomen. Want hoewel de meeste studenten kiezen voor een studie omdat die hen interes- Stap 4: Orden Als het goed is heb je nu een grote hoeveelheid aan informatie over jezelf. Sorteer deze gegevens in waar je wel, waar je niet en waar je misschien mee verder wilt. seert, weten ze maar al te goed dat ze vroeg of laat moeten nadenken over de vraag: Hoe ga ik later mijn boterham verdienen? Denk ook na over hoe belangrijk je salaris en vrije tijd vindt en hoe je zou willen dat je woon- en werkomgeving eruit ziet. Als je na je studie graag in Amsterdam wilt wonen, moet je dat meenemen. Stap 2: Focus Ook als je het belangrijk vindt om veel te Door Lauren Smits Je studententijd is bij uitstek de tijd om over je carrière na te denken. Vanaf je twintigste is je brein in staat overzicht te verkrijgen over de kennis die je hebt. Bovendien heb je beter inzicht gekregen in de wereld en jezelf. Je bent niet meer die naïeve middelbare scholier. Sommige stu- Om te weten wat je wilt, moet je jezelf beter leren kennen. De twee belangrijkste vragen die je volgens Bolles kunt stellen om te ontdekken wat verdienen of als je met een bepaald type mensen wilt samenwerken, moet je dat in acht nemen. Maak een overzicht waarin je je favoriete vaardigheden en interessegebieden verwerkt en je wensen als het gaat om wonen, werken en salaris. denten maken hier gebruik van en weten je later voor werk wilt Stap 5: Bedenk mogelijke beroepen in grote lijnen waar ze het liefst terecht wil- gaan doen, zijn: Bedenk op basis van dit overzicht welke len komen. Veel studenten hebben echter Welke overdraagbare vaardigheden vind banen hierbij zouden kunnen passen. Een helemaal geen zin om daarover na te den- je leuk om te doen of wil je graag leren? beurs bezoeken of de websites van po- ken, of weten niet waar ze moeten beginnen. Dat het toch nuttig is om met je toekomst bezig te zijn, blijkt uit het Nationale Werkonderzoek 2011 van Jobtrack.nl dat begin november verscheen. Uit dit onderzoek blijkt dat 50% van de Nederlanders een ander beroep zou kiezen, als ze opnieuw voor de keuze stonden. Na decennia nog van baan veranderen doet men echter niet zo snel, omdat de financiële zekerheid dan in het geding komt. Velen behouden liever hun vaste contract en salaris dan dat ze korten op hun uitgaven om bijvoorbeeld een opleiding te volgen of een functie met een lager salaris aan te nemen. Econome Erica Verdegaal adviseert deze mensen in haar column in het NRC Handelsblad van 5 november om een zelfhulpboek ter hand te nemen: Het is niet ondenkbaar dat je, na het serieus doorwerken van één goed loopbaanboek, het licht al ziet. Een dergelijk loopbaanboek is dat van Richard N. Bolles. De eerste editie van zijn boek Welke kleur heeft jouw parachute? verscheen in 1970 en is sindsdien het best verkochte boek over het plannen van je carrière. Opdat je niet het hele boek door hoeft te ploegen, biedt Geestdrift je een doe-het-zelf stappenplan aan, geïnspireerd op het boek van Bolles. Stap 1: Laat alle opties open Je boekt het meeste resultaat als je je in je keuzes niet laat leiden door de studie die je doet. Dit klinkt misschien raar, maar je keuzegebied teveel afgrenzen kan een belemmering zijn voor het vinden van je droombaan. Waarschijnlijk zullen veel van je interesses te maken hebben met de studie die je doet, maar het is verstandig ook dingen die je daarbuiten interesseren mee te nemen. Dit kan originele combinaties opleveren en je bovendien een sterke positie geven op de arbeidsmarkt. Werkgevers selecteren niet alleen op opleiding, maar des te meer op getoonde interesse en passie. Je passie vinden is niet alleen leuk voor jezelf, maar verhoogt ook je kans op een baan. Overdraagbare vaardigheden zijn vaardigheden die je in verschillende situaties kunt toepassen, denk daarbij aan analytisch denken, conflicten oplossen of pakkend schrijven. Het zijn die dingen die je tijdens je studie, werk of vrije tijd doet, waar je hart sneller van gaat kloppen. Welke kennisgebieden vind je interessant? Deze kennisgebieden kunnen uit je studie komen, bijvoorbeeld: Franse literatuur, de geschiedenis van de Middeleeuwen, of moderne bouwkunst. Maar denk ook aan je dagelijks leven en wat je op straat en in de media interesseert: het brouwen van bier, de verstedelijking van de Randstad of het grote productaanbod in de supermarkt. Stap 3: Verzamel informatie over jezelf Antwoorden op bovengenoemde vragen tentiële werkgevers bekijken kan daarbij helpen. Maak zoveel mogelijk combinaties van vaardigheden en interesses en maak zo een lijst van mogelijke beroepen. Streep de beroepen die je niet aanspreken uit je banenlijst weg. Als het goed is blijven er nog een paar opties over. Stap 6: Doe praktijkervaring op Om zeker te weten of deze banen bij je passen, is het verstandig en leerzaam om een stage, bijbaan of vrijwilligerswerk te doen in die branches. Dat geeft je inzicht in wat het werk in de praktijk inhoudt. Nadenken over welk werk je wilt gaan doen kost tijd en energie, maar zie het als een investering: de kans is klein dat je later aan je bureau zit te zeuren dat je een andere baan wilt!

22 Proza Zelfde plek, andere tijd GEESTDRIFT december 2011 23 vlinders Bedorven Bullshit. Allemaal leuk en aardig, maar zoiets als wat jij beschrijft en meent te beleven bestaat en bestond niet. En zal dat ook niet snel doen, vrees ik. Poep. Dat is het. En windjes die je niet kan laten. Maar ze kan meer dan zes basisspelers van Oranje noemen, is evenzeer een Bourgondiër als ik en. Ze houdt van lekker eten en drinken. Nog meer dooddoeners? Ja. Deze heeft echt dingen gezien en meegemaakt. Wereldreizen en littekens. Alles. Zeker en vast. Maar wil je nou nog weten waarom het geen vlinders zijn? Goed, verpest het maar. Je gelooft dat je verliefd bent en daarom zo n ongekend aangenaam en tegelijkertijd ongemakkelijk gevoel in je buik voelt? Niets van dattum. Niet dat ik niet geloof dat je gevoelens voor deze kleine Thaise ontwikkelt, maar ik vind het haast verontrustend dat je denkt dat er een causaal verband tussen deze zaken bestaat. Hoezo? Omdat dit van naïviteit getuigt die kleine kinderen hebben. Geloven dat de moeder van Bambi het overleven zal. Dat werk. En dat terwijl je al tweeëndertig bent, Henny. Je zou beter moeten weten. Aha. Maar waarom komen die vlinders dan niet door mijn verliefdheid? Even ter controle. Als je bij haar slaapt, of zij bij jou in de buurt bent, ga je dan even vaak naar de wc als ze nergens te bekennen is? Ja, ik denk het wel. Neem je er ook de tijd voor? Haast en spoed doet de stoelgang zelden goed, dat is je hopelijk bekend? Nee, misschien sla ik geen krantje open Aha! Dit is het eerste bewijsstuk! Zijn jullie al zover dat jullie windjes laten in elkaars gezelschap? Nee, dat zou walgelijk zijn. Meer hoefde ik niet te weten. Aangezien jij een goede indruk wil maken op deze gepromoveerde afhaal Chinese, raak je verstopt in de buurt van wat jij denkt dat nummer één op de menukaart is. Dat is heel normaal en vast ook nog natuurlijk. Het is alleen onzin om te veronderstellen dat het hele vlindergebeuren tot stand komt door het gevoel wat ze in je los maakt. Het is in feite niets meer dan een fysieke reactie. De vlinders waar je het gevoel door krijgt dat je een puisterige vijftienjarige bent, dat zijn de windjes die je niet laat en de drollen die je niet legt. Nu ben je niet alleen pervers, maar ook nog eens buitengewoon kwetsend. Laat me even voorspellen hoe dit verder gaat. Over een half jaar, of hoe lang deze onzin ook mag duren, is er het soort gewenning ontstaan waardoor de gêne verdwijnt. Dan ben je weer je ranzige Jij en denk je dat die vlinders plaats hebben gemaakt voor liefde. Terwijl je maag opgelucht is dat hij weer naar welbevinden mag verteren. Maar het is niet gevaarlijk? Dat ik er geen aandoening aan overhoud? Zolang zij die niet op je overbrengt lijkt me die kans erg klein. Een dergelijk geval is tot op heden althans niet bekend. Gelukkig maar. Aaron Mirck Fotocredit: Het Utrechts Archief Toen de bibliotheek nog een paleisje was Door Claudia Aldenkamp De UBB in 1982. Rechts staan de poortgebouwen aan de Wittevrouwenstraat en links de kapel en de balzaal. Deze laatste zijn sinds 1820 in gebruik als bibliotheek. De poortgebouwen kwamen daar in 1960 bij. In 1975 kwam er een paviljoen op de binnenplaats, maar die is bij latere renovaties weer weggehaald. Utrecht was een rustige stad in die tijd en de particuliere huizen aan de Drift waren statige grachtenpanden, totdat de wispelturige koning Lodewijk Napoleon besloot hofstad Den Haag te verlaten en zich te vestigen in Utrecht. Zijn tere gestel kon het vochtige klimaat aan zee niet meer aan. Hij had gehoord dat het klimaat in Utrecht beter was, dus moest ook de hele regering mee verhuizen. De Utrechters waren sceptisch over wat, in eerste instantie, een gerucht leek. De koning zou immers in 1806 ook al op bezoek komen, maar zegde op het laatste moment af omdat hij een badkuur moest nemen. De Utrechtse autoriteiten hadden een geweldige ontvangst gepland en wethouder Eyck had zelfs zijn woning aan de Kromme Nieuwegracht verbouwd en opnieuw gemeubileerd om het beschikbaar te stellen als residentie. De geruchten werden sterker toen er panden aan de Drift werden opgekocht. De koning wilde de hele Drift tot zijn domein maken. De weduwe die op nummer 23 woonde gooide roet in het eten; zij zou nooit en te nimmer haar huis verkopen. De meeste panden aan de Drift hebben hun ingangen sinds kort aan de achterkant zitten; de deuren aan de Drift zijn dicht. Niets nieuws, want in 1807 was dat ook zo toen een deel van de Drift omgetoverd werd tot het paleis van koning Lodewijk Napoleon, broer van Napoleon Bonaparte. Uiteindelijk hield de koning het bij Drift 27 tot en met 31 en de huizen aan de Wittevrouwenstraat tot aan de Keizerstraat; deze gebouwen moesten verbouwd en samengevoegd worden tot één vorstelijke woning. En dat moest zo snel mogelijk. Tachtig vaklieden waren niet genoeg. Er zouden uiteindelijk maar liefst tweehonderd man dag en nacht aan het werk zijn. De koning kwam ook vaak onverwachts kijken en moedigde dan aan om nog sneller te werken. Die haast om het metselwerk zo snel mogelijk droog te krijgen, leidde uiteindelijk tot brand in een van de vertrekken. Doordat er drie gebouwen met elkaar verbonden moesten worden, werden muren doorgebroken, kamers vergroot en gangen aangelegd, met als resultaat: een doolhof. De deuren aan de Drift verdwenen en men kwam nu binnen via een grote poort aan de Wittevrouwenstraat. Tegenwoordig fietsen we via die poort de binnenplaats van de huidige UBB op. Deze binnenplaats was toen nog een schitterend erf, aangelegd door stadsarchitect Zocher. Begin 1808 was de verbouwing grotendeels klaar en de koning hield er enkele audiënties en recepties. Grote feesten konden er niet plaatsvinden, want daar waren de kamers te klein voor. Enkele maanden later was de wispelturige Napoleon Utrecht alweer zat en trok met zijn hele entourage naar Amsterdam, de nieuwe hofstad. Het paleis werd slechts een pied-à-terre waar onder andere Napoleon Bonaparte en zijn vrouw in 1811 logeerden. In 1820 maakte de Universiteit van de balzaal waar nu de administratie zit een grote boekenzaal en nam in de loop van de tijd steeds meer van het gebouw over om uiteindelijk de Weet jij ook een plek in Utrecht met een bijzonder verhaal of een uitzonderlijke historie? Geef het door aan de redactie via info@geestdriftmagazine.nl.

Foto: Joris Jehle Alana Fermont (26) studeert Engelse Taal- en Cultuur en bevalt over ongeveer twee maanden van haar eerste kindje. Alana studeert voor twee Door Floor Zweerink Het schrikbeeld voor veel studentes, een zwangerschap tijdens je studententijd, was voor Alana een bewuste keuze. Vanwege een genetische afwijking was het de vraag of, en hoe snel ik zwanger zou kunnen worden. Bovendien is mijn man al 32 en hij wilde niet te oud vader worden. Met een kindje wachten om slechts praktische redenen, zoals een studie en beperkte financiële middelen, wilden we niet. Maar dat het zo snel raak was, hadden we niet verwacht. Het aftellen is inmiddels begonnen, vertelt Alana, met één hand op haar flinke buik. Eind januari zal ze bevallen van haar eerste kindje. Ze hoopt dan haar pre-master afgerond te hebben, maar met haar master zal ze nog even moeten wachten. Maar de timing van een zwangerschap is nooit perfect; er is altijd zo veel te doen. Ik heb nu de mogelijkheid om tussen mijn pre-master en master een halfjaar vrij te nemen. De studieadviseur raadde me dit aan. Zo kan ik wennen aan het moederschap en een hechte band opbouwen met mijn kindje. Bovendien lijkt het me geen goed plan om twee weken na de bevalling al heen en weer te vliegen tussen colleges en de crèche, terwijl ik s nachts nauwelijks slaap. Zwanger zijn als studente heeft daarnaast meer voordelen. Laatst vertelde ik een docent dat mijn man en ik over een paar maanden niet meer met z n tweetjes op vakantie kunnen vanwege de baby, en kreeg ik met gemak een weekje vrij om naar Barcelona te gaan. Omdat haar man 36 uur per week werkt, zal Alana tijdens haar master veel zorg voor de baby op zich nemen. Haar ouders wonen in Amerika, en ook de ouders van haar man zijn niet in staat veel op te passen. Hoe ze dit gaat plannen? Niets in het leven valt te plannen, we zullen het zien. Ik wil in ieder geval niet zo n moeder worden die haar kind voor de televisie zet om vervolgens haar eigen zaken te regelen. Alana komt oorspronkelijk uit Amerika, maar woont in Nederland sinds ze hier op haar twintigste als au pair ging werken. Ik was eigenlijk nooit zo goed met kinderen. Tijdens mijn middelbareschooltijd paste ik geregeld op, maar ik begreep niet dat ik duidelijke grenzen moest stellen. Een jaar werken als au pair heeft me dit bijgebracht en me alvast luiers leren verschonen, lacht ze. In het driekamer appartement waar Alana en haar man wonen, is in ieder geval ruimte voor de baby. Onze studiekamer wordt op het moment omgetoverd tot kinderkamer. Dit weekend gaan we naar IKEA om de meubels voor het kinderkamertje te kopen. Zwangere studentes zijn in Nederland een uitzondering, maar Alana heeft nauwelijks negatieve reacties gekregen van haar omgeving. Alleen toen ik mijn vader belde, was de eerste vraag die hij stelde: Was het een ongelukje? Dat was even slikken. Gelukkig is ook hij er inmiddels heel blij mee. Van medestudenten krijg ik weinig reactie op mijn zwangerschap, enkele geïnteresseerden vragen me wel eens wat, anderen zie ik soms kijken tijdens college. Of ze over me praten, zou ik niet weten. Wat ik zelf erg leuk vind, is dat het kindje af en toe schopt tijdens college. De baby vindt het vast een interessant college, grap ik dan.