Samenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining

Vergelijkbare documenten
behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Back on Track: eerste ervaringen met geprotocolleerde pijnrevalidatie in de eerste lijn. Reni van Erp, MSc

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Kwetsbaarheid bij ouderen: een uitdaging Risicofactoren, meetinstrumenten en samenhangende zorg

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Voorspellende en in standhoudende factoren bij verzuim met SOLK: handvatten bij de beoordeling in functioneren?

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

samenvatting 127 Samenvatting

Paramedisch OnderzoekCentrum

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit

Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Nederlandse samenvatting

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

Prevention of cognitive decline

Samenvatting SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Nederlandse samenvatting

Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Cover Page. Author: Kruis, Annemarije Title: The effectiveness of integrated disease management in COPD patients Issue Date:

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda.

Samenvatting Samenvatting

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

hoofdstuk 4 & 7 hoofdstuk 3 & 6 hoofdstuk 2 hoofdstuk 5 Hoofdstuk 2 tot en met 5 hoofdstuk 6 en 7 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 hoofdstuk

Nederlandse samenvatting

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_ indd 172

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date:

De relatie tussen incontinentie, toiletgangvaardigheden en morbiditeit in verpleeghuizen.

Samenvatting. Samenvatting

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Meten van ziekteprogressie in MS: komen de perspectieven van

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ)

Determinants of disability and functional capacity in patients with chronic low back pain Schiphorst Preuper, Henrica Rosalien

Nederlandse samenvatting

Samenvatting 127 SAMENVATTING

Ondanks de geboekte vooruitgang op het gebied van

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

Nederlandse samenvatting

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

Lamotrigine in bipolar depression Loos, Marcus Lambertus Maria van der

Nederlandse Samenvatting

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid

SAMENVATTING. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Evy Dhondt, Jessica Van Oosterwijck, Barbara Cagnie, Rahmat Adnan, Stijn Schouppe, Jens Van Akeleyen, Tine Logghe, Lieven Danneels

Huisarts of hometrainer?

CHAPTER. Samenvatting

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting*en*conclusies* *

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Project minimale dataset fysiotherapie COPD & lage rug. Wie zijn wij? Wat kunt u verwachten?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

but no statistically significant differences

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

SAMENVATTING SAMENVATTING

Nederlandse Samenvatting

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Janneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Grip Op Je Dip

Het belangrijkste doel van dit onderzoeksproject was de interventie-studie van Nezu et


Hoofdstuk 2 beschrijft een systematisch literatuuroverzicht waarin studies worden samengevat die de effectiviteit, op bewegingsuitslag, hebben

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Nederlandse samenvatting

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Transcriptie:

Samenvatting In dit proefschrift zijn drie delen te onderscheiden. In het eerste deel wordt in drie gerandomiseerde, gecontroleerde studies (trials) de effectiviteit van geïsoleerde lagerugtraining onderzocht in een groep werknemers met niet-acute, aspecifieke lagerugklachten (hoofdstuk 2-5: vraagstelling 1). Het tweede deel behandeld een analyse van prognostische factoren voor een gunstig beloop van de rugklachten op middenlange termijn (hoofdstuk 6: vraagstelling 2). In het derde deel wordt allereerst van een vermoeidheidstest van de lage rug de predictieve waarde voor trainingsprogressie onderzocht in een groep jonge mannen zonder rugklachten (hoofdstuk 7). Daarnaast worden vanuit een expert panel aanbevelingen gegeven voor verbetering van het design, de uitvoering en de rapportage van klinische trials naar oefentherapie bij lagerugklachten (hoofdstuk 8). Voor elk van de drie delen worden hieronder de belangrijkste bevindingen samengevat. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining In de drie trials van dit proefschrift is de effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining vergeleken met die van andere behandelinterventies, namelijk met die van een laagintensieve (mobiliserende) variant van het trainingsprogramma, met reguliere fysiotherapie binnen de Koninklijke Landmacht dat voornamelijk bestaande uit oefentherapie en met een wachtlijstgroep. Effectiviteit is hoofdzakelijk gemeten in termen van (verbetering in) functionele beperkingen als gevolg van de rugklachten. In de eerste trial is de effectiviteit van een 12 weken durend hoogintensief - want progressief - trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug afgezet tegen die van een laagintensief programma, bij een groep van 81 werknemers met chronische, aspecifieke lagerugklachten. De resultaten geven aan dat de twee behandelprogramma s tot vergelijkbare verbeteringen op alle uitkomstmaten leiden, behalve voor isometrische rugspierkracht en bewegingsangst als gevolg van de rugklachten. De hoogintensieve groep laat ten opzichte van de laagintensieve groep in 9 maanden follow-up meer progressie in rugspierkracht zien, maar een kleinere afname in bewegingsangst. De hoogintensieve groep laat daarnaast een wat grotere therapietrouw zien, evenals een wat hogere deelname aan oefenprogramma s na afloop van de behandelperiode. De uitkomsten van deze studie (percentage non-respons, effect sizes) zijn vergelijkbaar met die van andere gerapporteerde studies naar uitgebreidere vormen van oefentherapie van lagerugklachten. In de tweede trial is bij 65 werknemers met chronische, aspecifieke lage-rugklachten de effectiviteit vergeleken van een 8 weken durend hoogintensief en laagintensief trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een wachtlijstgroep. De meeste uitkomsten op zelfervaren verandering in klachten, functionele beperkingen, gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, bewegingsangst en rugspierkracht geven puntschattingen die niet duidelijk in het voordeel van de twee behandelprogramma s spreken. Direct na de interventieperiode scoort de hoogintensieve groep gunstiger op zelfervaren verandering in klachten ten opzichte van de laagintensieve groep.

Datzelfde geldt voor de scores op kwaliteit van leven, maar dit verschil verdwijnt na langere follow-up. In onze multicenter trial hebben we een 10 weken durend trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug vergeleken met de reguliere oefentherapie binnen de Koninklijk Landmacht bij een groep van 127 werknemers met niet-acute, aspecifieke lage-rugklachten. Beide interventie-armen laten een gunstige ontwikkeling in klachten zien: korte-termijn effecten blijven aanwezig of verbeteren zelfs licht na 1 jaar follow-up. Er worden echter geen significante verschillen gevonden in de resultaten voor beide behandelprogramma s op korte termijn en lange termijn. Samengevat geven de trials een consistent beeld, namelijk dat een hoogintensief trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug geen duidelijke meerwaarde heeft boven de andere onderzochte behandelprogramma s. Prognostische factoren voor niet-acute, aspecifieke lage-rugklachten In secundaire analyses van een (vanuit de drie trials samengestelde) database is de prognostische waarde onderzocht van diverse baseline patiëntkarakteristieken voor klinisch relevante functionele verbeteringen op de korte (direct na behandelperiode) en langere termijn ( jaar follow-up), bij een groep van 273 werknemers met niet-acute, aspecifieke lagerugklachten. Op zowel korte als langere termijn zijn de volgende vier prognostische factoren gevonden: functionele beperkingen, bewegingsangst, psychologische distress en behandeltype. De factoren duur van de klachten en sociale support van de baas completeren het korte-termijn model, de factoren sociale support collega s en pijnuitstraling het lange-termijn model. De resultaten van deze analyses impliceren dat informatie vooraf over (vooral) de mate van functionele beperkingen en bewegingsangst bij de patiënt voor de zorgverlener van waarde kan zijn in het behandelplan. Predictieve waarde vermoeidheidstest voor de lage rug In een explorerende deelstudie is bij een groep van 28 ongetrainde jonge mannen onderzocht of een vermoeidheidstest voor de lage rug predictieve waarde heeft voor de mate van progressie in een 8-weeks trainingsprogramma gericht op krachtuithoudingsvermogen van de lage rug. Met behulp van een lagerugmachine waarmee de rugspierkracht geïsoleerd kan worden getraind en gemeten, is een vermoeidheidsprotocol ontwikkeld bestaande uit drie opeenvolgende fasen: twee isometrische-krachtmetingen van de lage rug in de volledige range of motion, met ertussen een dynamische set tot falen. De hypothese was dat deelnemers met een laag vermoeidheidsniveau (krachtsafname tussen 1e en 3e fase) een tendens richting grotere trainingsprogressie zouden laten zien dan deelnemers met een hoog vermoeidheidsniveau, omdat het trainingsprogramma beter zou aansluiten bij hun rugvezeltypering. Op basis van de analyses wordt deze hypothese verworpen. De (procentuele) krachtsafname van de twee isometrische tests voor de lage rug heeft in de regressiemodellen geen predictieve waarde voor trainingsprogressie. De arbeid geleverd in de dynamische set heeft

daarentegen wel voorspellende waarde. In de trainingspraktijk zou een lagerugmachine van waarde kunnen zijn in de individualisering van trainingsprogramma s, zonder gebruikmaking van een module dat de isometrische rugspierkracht meet. 202 Aanbevelingen voor het uitvoeren van klinische trials naar oefentherapie bij lagerugklachten In plenaire presentaties en aansluitende discussies van een expert panel tijdens het Amsterdam Forum VIII on Low Back Pain Research in Primary Care is een aantal aanbevelingen naar voren gekomen voor het opzetten, uitvoeren en rapporteren van klinische trials naar oefentherapie bij lage-rugklachten, De volgende aanbevelingen zijn geformuleerd: (1) maak op basis van een theoretisch model voor de werkzaamheid van oefentherapie een keuze voor de studie- design en uitkomstmaten; (2) teneinde problemen rondom blindering te voorkómen: gebruik placebo-interventies en evalueer het succes van de blindering; (3) evalueer de rol van interacties tussen patiënt en behandelaar met hulp van zelfrapportage- of observatie-instrumenten; (4) teneinde de behandelkwaliteit te garanderen: gebruik oefentherapetische behandelvormen conform bestaande richtlijnen; (5) pas subgroepanalyses toe om subgroepen van patiënten te identificeren die het meest gebaat zijn bij oefentherapie; (6) zorg in de rapportage van trials over oefentherapie voor een uitgebreide beschrijving van studiepopulatie, trainingsprotocol (bv. type, duur, frequentie en intensiteit) en therapietrouw; (7) trialregistratie en publicatie van een designartikel draagt bij aan de bewijsvoering van oefentherapie bij lagerugklachtensamenvatting In dit proefschrift zijn drie delen te onderscheiden. In het eerste deel wordt in drie gerandomiseerde, gecontroleerde studies (trials) de effectiviteit van geïsoleerde lagerugtraining onderzocht in een groep werknemers met niet-acute, aspecifieke lagerugklachten (hoofdstuk 2-5: vraagstelling 1). Het tweede deel behandeld een analyse van prognostische factoren voor een gunstig beloop van de rugklachten op middenlange termijn (hoofdstuk 6: vraagstelling 2). In het derde deel wordt allereerst van een vermoeidheidstest van de lage rug de predictieve waarde voor trainingsprogressie onderzocht in een groep jonge mannen zonder rugklachten (hoofdstuk 7). Daarnaast worden vanuit een expert panel aanbevelingen gegeven voor verbetering van het design, de uitvoering en de rapportage van klinische trials naar oefentherapie bij lagerugklachten (hoofdstuk 8). Voor elk van de drie delen worden hieronder de belangrijkste bevindingen samengevat. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining In de drie trials van dit proefschrift is de effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining vergeleken met die van andere behandelinterventies, namelijk met die van een laagintensieve (mobiliserende) variant van het trainingsprogramma, met reguliere fysiotherapie binnen de Koninklijke Landmacht dat voornamelijk bestaande uit oefentherapie en met een wachtlijstgroep. Effectiviteit is hoofdzakelijk gemeten in termen van (verbetering in) functionele beperkingen als gevolg van de rugklachten. In de eerste trial is de effectiviteit van een 12 weken durend hoogintensief

- want progressief - trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug afgezet tegen die van een laagintensief programma, bij een groep van 81 werknemers met chronische, aspecifieke lagerugklachten. De resultaten geven aan dat de twee behandelprogramma s tot vergelijkbare verbeteringen op alle uitkomstmaten leiden, behalve voor isometrische rugspierkracht en bewegingsangst als gevolg van de rugklachten. De hoogintensieve groep laat ten opzichte van de laagintensieve groep in 9 maanden follow-up meer progressie in rugspierkracht zien, maar een kleinere afname in bewegingsangst. De hoogintensieve groeplaat daarnaast een wat grotere therapietrouw zien, evenals een wat hogere deelname aan oefenprogramma s na afloop van de behandelperiode. De uitkomsten van deze studie (percentage non-respons, effect sizes) zijn vergelijkbaar met die van andere gerapporteerde studies naar uitgebreidere vormen van oefentherapie van lagerugklachten. In de tweede trial is bij 65 werknemers met chronische, aspecifieke lage-rugklachten de effectiviteit vergeleken van een 8 weken durend hoogintensief en laagintensief trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een wachtlijstgroep. De meeste uitkomsten op zelfervaren verandering in klachten, functionele beperkingen, gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, bewegingsangst en rugspierkracht geven puntschattingen die niet duidelijk in het voordeel van de twee behandelprogramma s spreken. Direct na de interventieperiode scoort de hoogintensieve groep gunstiger op zelfervaren verandering in klachten ten opzichte van de laagintensieve groep. Datzelfde geldt voor de scores op kwaliteit van leven, maar dit verschil verdwijnt na langere follow-up. In onze multicenter trial hebben we een 10 weken durend trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug vergeleken met de reguliere oefentherapie binnen de Koninklijk Landmacht bij een groep van 127 werknemers met niet-acute, aspecifieke lage-rugklachten. Beide interventie-armen laten een gunstige ontwikkeling in klachten zien: korte-termijn effecten blijven aanwezig of verbeteren zelfs licht na 1 jaar follow-up. Er worden echter geen significante verschillen gevonden in de resultaten voor beide behandelprogramma s op korte termijn en lange termijn. Samengevat geven de trials een consistent beeld, namelijk dat een hoogintensief trainingsprogramma voor de geïsoleerde lage rug geen duidelijke meerwaarde heeft boven de andere onderzochte behandelprogramma s. Prognostische factoren voor niet-acute, aspecifieke lage-rugklachten In secundaire analyses van een (vanuit de drie trials samengestelde) database is de prognostische waarde onderzocht van diverse baseline patiëntkarakteristieken voor klinisch relevante functionele verbeteringen op de korte (direct na behandelperiode) en langere termijn ( jaar follow-up), bij een groep van 273 werknemers met niet-acute, aspecifieke lagerugklachten. Op zowel korte als langere termijn zijn de volgende vier prognostische factoren gevonden: functionele beperkingen, bewegingsangst, psychologische distress en behandeltype. De factoren duur van de klachten en sociale support van de baas completeren het korte-termijn model, de factoren sociale support collega s en pijnuitstraling

het lange-termijn model. De resultaten van deze analyses impliceren dat informatie vooraf over (vooral) de mate van functionele beperkingen en bewegingsangst bij de patiënt voor de zorgverlener van waarde kan zijn in het behandelplan. Predictieve waarde vermoeidheidstest voor de lage rug In een explorerende deelstudie is bij een groep van 28 ongetrainde jonge mannen onderzocht of een vermoeidheidstest voor de lage rug predictieve waarde heeft voor de mate van progressie in een 8-weeks trainingsprogramma gericht op krachtuithoudingsvermogen van de lage rug. Met behulp van een lagerugmachine waarmee de rugspierkracht geïsoleerd kan worden getraind en gemeten, is een vermoeidheidsprotocol ontwikkeld bestaande uit drie opeenvolgende fasen: twee isometrische-krachtmetingen van de lage rug in de volledige range of motion, met ertussen een dynamische set tot falen. De hypothese was dat deelnemers met een laag vermoeidheidsniveau (krachtsafname tussen 1e en 3e fase) een tendens richting grotere trainingsprogressie zouden laten zien dan deelnemers met een hoog vermoeidheidsniveau, omdat het trainingsprogramma beter zou aansluiten bij hun rugvezeltypering. Op basis van de analyses wordt deze hypothese verworpen. De (procentuele) krachtsafname van de twee isometrische tests voor de lage rug heeft in de regressiemodellen geen predictieve waarde voor trainingsprogressie. De arbeid geleverd in de dynamische set heeft daarentegen wel voorspellende waarde. In de trainingspraktijk zou een lagerugmachine van waarde kunnen zijn in de individualisering van trainingsprogramma s, zonder gebruikmaking van een module dat de isometrische rugspierkracht meet. 202 Aanbevelingen voor het uitvoeren van klinische trials naar oefentherapie bij lagerugklachten In plenaire presentaties en aansluitende discussies van een expert panel tijdens het Amsterdam Forum VIII on Low Back Pain Research in Primary Care is een aantal aanbevelingen naar voren gekomen voor het opzetten, uitvoeren en rapporteren van klinische trials naar oefentherapie bij lage-rugklachten, De volgende aanbevelingen zijn geformuleerd: (1) maak op basis van een theoretisch model voor de werkzaamheid van oefentherapie een keuze voor de studie- design en uitkomstmaten; (2) teneinde problemen rondom blindering te voorkómen: gebruik placebo-interventies en evalueer het succes van de blindering; (3) evalueer de rol van interacties tussen patiënt en behandelaar met hulp van zelfrapportage- of observatie-instrumenten; (4) teneinde de behandelkwaliteit te garanderen: gebruik oefentherapetische behandelvormen conform bestaande richtlijnen; (5) pas subgroepanalyses toe om subgroepen van patiënten te identificeren die het meest gebaat zijn bij oefentherapie; (6) zorg in de rapportage van trials over oefentherapie voor een uitgebreide beschrijving van studiepopulatie, trainingsprotocol (bv. type, duur, frequentie en intensiteit) en therapietrouw; (7) trialregistratie en publicatie van een designartikel draagt bij aan de bewijsvoering van oefentherapie bij lagerugklachten