Nieuwe Marnixstraat - Leiden Kwaliteitsbeoordeling Suikeresdoorns
Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp Projectnummer: Opdrachtgever: PFBL.16.MS032 Ingenieursbureau, Gemeente Leiden T.a.v. de heer P. Faas Postbus 9100 2300 PC Leiden Contactpersoon: De heer M. Schenkeveld Telefoon: 071-5896091 / 06-16682028 E-mail: m.schenkeveld@piusfloris.nl Onderzoeker/auteur: De heer M. Schenkeveld European Tree Technician Datum: 28 juni 2016 Nieuwe Marnixstraat - Leiden Kwaliteitsbeoordeling Suikeresdoorns
Inhoud Inleiding 2 1 Onderzoeksresultaten 3 2 Conclusie 5 Bijlage 1: Artikel Roetschorsziekte 6 Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp PFBL.16.032 1
Inleiding In opdracht van gemeente Leiden heeft Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp een kwaliteitsbeoordeling uitgevoerd bij 2 Zilveresdoorns aan de Nieuwe Marnixstraat in Leiden. De aanleiding van het onderzoek is de slechte conditie van de bomen. Het doel van het onderzoek is het inzichtelijk maken van de huidige kwaliteit en de toekomstverwachting van de bomen. In het onderzoek zijn de bomen voorzien van een individueel boomnummer en ingetekend op een kaart. Door middel van een inventarisatie zijn een aantal basisgegevens van de bomen vastgelegd. Aansluitend zijn de bomen gecontroleerd op afwijkingen en gebreken op basis van de VTA-methode. Door middel van deze methode wordt het breukrisico van een boom visueel beoordeeld op grond van bouw en groeigedrag. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt de huidige kwaliteit en toekomstverwachting bepaald en weergegeven in de eindconclusie. Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp PFBL.16.032 2
1 Onderzoeksresultaten De twee Zilveresdoorns (Acer saccharinum) bevinden zich op het parkeerterrein aan het einde van de Nieuwe Marnixstraat. Het parkeerterrein bestaat uit een open grasbaan met in de grond druk verdelende kunststof platen. Rondom de stamvoet van de bomen zijn kleikorrels aangebracht. Duidelijke wortelaanlopen zijn niet waargenomen aan de stamvoet. In het verleden zijn de twee bomen gekandelaberd tot een hoogte van ca. 8 meter. Boom 1 De Zilveresdoorn heeft een stamomtrek van 220 centimeter en een boomhoogte van ca. 8 meter. De uiteinden van de stamdelen zijn na het kandelaberen niet meer uitgelopen en enkele meters ingestorven. De nieuwe twijgen (waterlot) hebben zich destijds pas halverwege kroon opnieuw ontwikkeld. Op deze twijgen is de bladbezetting dun en is er ook taksterfte waarneembaar. Op de stam laat op veel plekken de bast los of is reeds afgevallen. Het onderliggende hout is hier reeds afgestorven. Daarnaast zijn er op dit hout ook grote en kleine zwarte vruchtlichamen aangetroffen. Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp PFBL.16.032 3
Boom 2 Deze Zilveresdoorn heeft een stamomtrek van 195 centimeter met ook een boomhoogte van ca. 8 meter. Deze Zilveresdoorn heeft het zelfde kroonbeeld als nummer 1. De baststerfte is in mindere maten aanwezig en beperkt zich hier voornamelijk aan de stamvoet. Vruchtlichamen of overige schimmels zijn niet aangetroffen. Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp PFBL.16.032 4
2 Conclusie De huidige kwaliteit van de bomen is als slecht beoordeeld. Na het kandelaberen hebben de bomen niet meer het vermogen gehad zich te herstellen. Hierdoor zijn de bomen in verval geraakt en versneld afgetakeld. Het insterven van de stamdelen en de baststerfte is hier een gevolg van. De huidige conditie van de bomen is dan ook als zeer slecht beoordeeld. De taksterfte in het waterlot geeft aan dat de bomen nu al moeite heeft met in stand houden van deze minimale hoeveelheid blad. Het mag duidelijk zijn de Zilveresdoorns niet meer het vermogen hebben zich te herstellen en zeer vervroegd zullen sterven. De toekomstverwachting is daarom dan ook beoordeeld als zeer slecht. Financieel gezien zijn de bomen aan het einde van hun omlooperiode en dus volledig afgeschreven. De aangetroffen schimmels (vruchtlichamen) op de stam duiden er op dat er het afstervingsproces reeds in een gevorderd stadium is. Op de stam van boom 1 zijn zwarte kleine vruchtlichamen of sporen aangetroffen die zouden kunnen duiden op de Roetschorsziekte. Voor een duidelijke bevestiging moeten deze nader worden gedetermineerd. Voor de levensduur van de boom zelf heeft dit geen invloed meer. Echter bij het verwijderen ontstaat en een gezondheidsrisico voor de mensen die de werkzaamheden uitvoeren. Ademhalingsbescherming moet het inademen van de grote hoeveelheid sporen voorkomen tijdens de verwerking. Een nadere toelichting wordt gegeven in het artikel in bijlage 1. Dit rapport is naar waarheid opgemaakt te Leiderdorp, 28 juni 2016 Ing. W.A. van Ginkel Directeur Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp PFBL.16.032 5
Bijlage 1: Artikel Roetschorsziekte In deze bijlage wordt een artikel over de Roetschorsziekte weergegeven. Pius Floris Boomverzorging Leiderdorp PFBL.16.032 6
19 e eeuw 1919 1924 1966 1993 1998? 2002 2007 2010 2013? 2014 Bacterievuur Phytophthora Beukensterfte Massaria StichtingVakinformatieSiergewassen-Leiden Verticillium Iepziekte Watermerkziekte Kastanjebloedingsziekte Essentaksterfte Acute eikensterfte Roetschorsziekte Roetschorsziekte in het kort In Nederland Sinds 2014 Veroorzaker Cryptostroma corticale Symptomen Cambiumnecrose, bastscheuren, slijmvloed, afvallen van schors, op roet lijkende schimmelsporen op de bast, zeer snelle verwelking van de kroon, dood van de boom binnen een jaar Waardbomen Acer pseudoplatanus, Acer platanoides, Acer saccharinum Beheer Aangezien de schimmel al latent aanwezig is in gezonde bomen is er tegende verspreiding niet veel te doen. Bij het opruimen van dode esdoorns is het belangrijk om de luchtwegen te beschermen. Voor kortdurende blootstelling een stofmasker klasse FFP3 geschikt, maar waarschijnlijk zijn voor professionele verwerking van aangetast hout beschermende kledij en gasmaskers een noodzaak. De rij gezonde esdoorns in Stede Broec waarin het exemplaar met roetschorsziekte. De opvallende zwarte roetachtige sporen van Cryptostroma corticale. Roetschorsziekte in Nederland De roetschorsziekte is een stressgerelateerde ziekte die met name de gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus), Roetschorsziekte van esdoorn kwam al in de ons omringende landen voor. Dit jaar is de ziekte veroorzaakt door de schimmel Cryptostroma corticale ook voor het eerst in Nederland vastgesteld. De ziekte is niet alleen gevaarlijk voor esdoorns; inademing van de sporen door mensen kan leiden tot een ontsteking van de luchtwegen. Tekst ir. Dennis de Goederen, hoofd onderzoek & advies van Pius Floris Beeld Pius Floris Boomverzorging Amsterdam, gemeente Stede Broec maar ook de Noorse esdoorn (A. platanoides) en de zilveresdoorn (A. saccharinum) aantast. De ziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Cryptostroma corticale. Deze schimmel is latent aanwezig in het weefsel van gezonde esdoorns of als saprofyt op dood, liggend hout. De schimmel komt voor in Noord- Amerika en tot voor kort alleen in de landen om ons heen, namelijk Engeland, Frankrijk en Duitsland, maar is ook in Midden-Europa wijd verspreid. In hete, droge zomers kan de schimmel snel ontwikkelen in het xyleem (transportvaten) en vervolgens in de bast. Uit een Duitse publicatie uit 2008 valt op te maken dat esdoorns van alle leeftijden worden getroffen. In een vroeg stadium kan er sprake zijn van lange bastscheuren en slijmvloed als gevolg van cambiumnecrose, maar de meest zichtbare symptomen zijn verwelking, bladval en doodhoutvorming. De esdoorns verwelken of lopen in het voorjaar niet meer uit en aangetaste bomen sterven binnen een jaar. Kenmerkend aan de ziekte is dat de bast pleksgewijs of in stroken een roetachtig uiterlijk krijgt. De schors kan vervolgens afvallen, waardoor een roetachtig poeder (de sporen) zichtbaar wordt. In het late stadium van de ziekte ontstaan dan grote delen van afgestorven, gladde en zwarte bast. Hier dankt de ziekte zijn naam aan, in het Engels sooty bark disease en in het Duits Rußrindenkrankheit des Ahorns (soot en Ruß betekenen roet). TuinenLandschap 5A 2014 TuinenLandschap 2014 38 39 5A Nederland Bij een presentatie over de roetschorsziekte afgelopen januari op de Groendag in Hoorn herkende iemand uit het publiek de kenmerken. Martin Swagerman van de gemeente Stede Broec (West-Friesland) had namelijk blokken haardhout van een esdoorn met roetachtige plekken. De boom had gestaan in de bebouwde kom in een dubbele rij met esdoorns op een ogenschijnlijke goede groeiplaats. Als enige boom uit de rij was dit exemplaar de afgelopen zomer plotseling verwelkt. Monsters van de schors zijn opgestuurd naar de Duitse boomprofessor Rolf Kehr en hij bevestigde dat het gaat om Cryptostroma corticale. Ook de NVWA heeft een monster ontvangen en inmiddels bevestigd dat het om deze schimmel gaat. Besmet of vermoedelijk besmet esdoornhout dient echter niet als haardhout te worden gebruikt, omdat de schimmel ook op het gezaagde hout sporen kan vormen. Inademing van de sporen kan leiden tot een ontsteking van de longblaasjes (alveoli) en de kleinste luchtwegen. Extrinsieke allergische alveolitis, een allergische reactie in de longen die ontstaat door herhaalde blootstelling kan het gevolg zijn (in het Engels maple bark strippers lung genoemd). Vooral mensen die deze dode bomen moeten verwijderen lopen een gezondheidsrisico. Het versnipperen van aangetast hout moet te allen tijde worden voorkomen. Nu de roetschorsziekte in Nederland is vastgesteld dienen boomverzorgers de luchtwegen te beschermen als (vermoedelijk) aangetaste esdoorns worden geveld. Volgens een voorlichtingsfolder van het Erasmus MC over alveolitis is voor kortdurende blootstelling een stofmasker klasse FFP3 geschikt, maar waarschijnlijk zijn voor professionele verwerking van aangetast hout beschermende kledij en gasmaskers een noodzaak. Het is daarom belangrijk dat de oorzaak van individuele of groepsgewijze esdoornsterfte wordt onderzocht zodat boombeheerders en boomverzorgers weten waar ze aan toe zijn. <