-T UNIÜ VAN WATÜRSCHAPPHN Bezoekadres Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postadres Postbus 93218 2509 AE Den Haag Telefoon 0703519751 Fax 070 354 46 42 De leden-waterschappen datum 23 juli 2008 ons kenmerk 44347 LB contactpersoon M.H. Koster bijlage(n) persbericht d.d. 10 juli 2008 ledenbrief d.d. 21 oktober 1999 uw kenmerk e-mall mkoster@uvw.nl betreft termijnen indienen verzoek om kwijtschelding doorkiesnummer 070 351 98 50 Geachte bestuur, In zijn brief van 1 juli 2008, kenmerk 2007.13029, aan waterschappen en gemeenten heeft de Nationale Ombudsman aandacht gevraagd voor het feit dat deze overheden soms fatale termijnen stellen voor het indienen van een verzoek om kwijtschelding. Hij geeft in zijn brief aan dat hij met enige regelmaat hierover klachten van burgers krijgt. Omdat er bij de Nationale Ombudsman geen volledig beeld bestaat in welke mate waterschappen en gemeenten dergelijke fatale termijnen stellen, heeft hij de kwestie in algemene zin en per brief bij alle betrokken overheden onder de aandacht gebracht. De Nationale Ombudsman stelt zich op het standpunt dat het hanteren van een fatale indieningstermijn niet juist is. Hij wijst er op dat een dergelijk vormvoorschrift verder gaat dan de Leidraad Invordering 1990 zoals die door de rijksbelastingdienst wordt toegepast. Hij geeft daarnaast aan dat het wel mogelijk is om de burger die meent voor kwijtschelding in aanmerking te komen, te verzoeken om dit binnen een bepaalde termijn te doen teneinde de werkvoorraden zo veel mogelijk te stroomlijnen. Het kan er niet toe leiden dat het verzoek niet meer inhoudelijk in behandeling wordt genomen wanneer het buiten die termijn wordt ontvangen. Het standpunt van de Nationale Ombudsman sluit aan bij wat wij in onze ledenbrief d.d. 21 oktober 1999, kenmerk 995635 AJBZ/MT, over het stellen van termijnen bij kwijtschelding hebben opgemerkt. Volledigheidshalve treft u de tekst van die ledenbrief als bijlage aan. Wij doen hierbij nogmaals een beroep op u om uw beleid hier op af te stemmen.
Y t Pagina 2 van 2 Tegelijk met zijn brief heeft de Nationale Ombudsman ook een persbericht doen uitgaan. Naar aanleiding daarvan is de Unie gevraagd wat haar standpunt in dezen is. Wij hebben door middel van een persbericht, waarvan u de tekst eveneens als bijlage bij deze brief aantreft, gereageerd. In deze reactie merken wij tevens op, dat ook van de burger een zekere verantwoordelijkheid mag worden verwacht. Wanneer hij te lang wacht met het indienen van een verzoek, is er immers een gerede kans dat er onnodige invorderingskosten worden gemaakt. Dit persbericht is behalve aan de pers ook verzonden aan de Nationale Ombudsman en de hoofden communicatie van de waterschappen. Ik vertrouw u hiermee van dienst te zijn geweest. Voor nadere vragen kunt u contact opnemen met Virginia Anches (telefoon 070 351 98 20, e-mail vanches@uvw.nl) en Martin Koster (070 351 98 50, e-mail mkoster@uvw.nl), beiden van het Uniebureau. Hoogachtend, ing. H. Kraaij wnd. Algemeen Directeur
S UNIH VAN V/AT[:RSCHAPP[:N Bezoekadres Persbericht Datum Ons kenmerk 10 juli 2008 44346 LB _ «. Fax Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postadres Postbus 93218 2509 AE Den Haag Telefoor) 070 351 97 51 070 354 46 42 Waterschappen hanteren geen harde termijn bij verzoek om kwijtschelding Op basis van de uitspraak van de Nationale ombudsman adviseert de Unie van Waterschappen aan waterschappen, die termijnen stellen voor het indienen van kwijtscheldingsverzoeken, hieraan niet het gevolg te verbinden dat een te laat ingediend verzoek niet wordt behandeld. De Nationale ombudsman heeft onder andere de waterschappen opgeroepen om geen fatale termijnen te verbinden aan het indienen van kwijtscheldingsverzoeken. Het stellen van fatale termijnen houdt in dat een kwijtscheldingsverzoek dat buiten de gestelde termijn is ingediend, niet in behandeling wordt genomen (en dus wordt afgewezen). Volgens de ombudsman gaat dit te ver. Het stellen van termijnen is uit een oogpunt van efficiency en ter bevordering van beheersbare werkstromen weliswaar gerechtvaardigd, maar het niet naleven daarvan mag niet automatisch tot de afwijzing van het kwijtscheldingsverzoek leiden. Alleen ais sprake is van een belastingaanslag die al is betaald, mogen fatale termijnen worden gesteld en gehandhaafd. De Unie van Waterschappen adviseert de waterschappen dit advies op te volgen. De Unie rherkt aanvullend nog op, dat ook de burger in dezen een verantwoordelijkheid heeft. De termijnen die door de waterschappen worden gesteld, hebben tot doel de burger tot enige voortvarendheid bij de indiening van kwijtscheldingsverzoeken aan te sporen. Gebeurt dit namelijk niet, dan is het risico aanwezig dat onnodig invorderingskosten (kosten van een aanmaning en wellicht zelf ook de kosten van een dwangbevel) worden gemaakt. Dit is niet wenselijk. De Unie van Waterschappen adviseert haar leden om degenen die voor kwijtschelding in aanmerking menen te komen hierbij aan te sporen dit verzoek zo snel mogelijk na ontvangst van de aanslag in te dienen. Noot voor de redactie, niet voor publicatie: Voor meer informatie: Virginia Anches, telefoon 070 351 97 51
bezoekadres postadres Johan van Oldenbarneveltlaan 5 Postbus 80200 Unie van "XI^^ Waterschappen Den Haag telefoon (070) 351 97 51 2508 GE Den Haag telefax (070) 354 46 42 Aan de ieden-waterschappen doorkiesnummer 351 98 20 onderwerp termijnen indienen verzoek kwijtschelding uw brief van uw icenmerlc bijlage(n) datum 21 oktober 1999 ons kenmerlc 995635 AJBZ/MT Over het antwoord op de vraag in hoeverre lokale overheden bevoegd zijn aan het indienen van een kwijtscheldingsverzoek termijnen te stellen (en deze termijnen ook te handhaven), bestaat enige onduidelijkheid. In deze ledenbrief wordt nader op dit onderwerp ingegaan en worden u voorstellen aan de hand gedaan over de wijze waarop u uw kwijtscheldingsbeleid op dit punt in de toekomst vorm kunt geven. Uitgangspunt hierbij is uniformiteit in beleid tussen waterschappen, gemeenten en de rijksbelastingdienst. De wet stelt geen termijnen Het indienen van een verzoek om kwijtschelding is wettelijk niet aan een termijn gebonden; noch de Waterschapswet, noch de Invorderingswet of de Uitvoeringsregeling Invorderingswet kennen bepalingen op grond waarvan een kwijtscheldingsverzoek binnen een bepaalde termijn moet zijn ingediend. In de Leidraad invordering waterschapsbelastingen is, evenals in de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, wei ervoor gekozen een termijn te verbinden aan het indienen van een verzoek om kwijtschelding in gevallen waarin de belastingaanslag reeds is betaald. Deze termijn bedraagt drie maanden, gerekend vanaf het moment van (laatste) betaling. Dit beleid is conform het rijksbeleid. Zolang een belastingaanslag nog niet is betaald, is omtrent het hanteren van indieningstermijnen dus nergens iets geregeld. Hieruit zou afgeleid kunnen worden dat het niet in de bedoeling ligt om voor het indienen van verzoeken om kwijtschelding termijnen te hanteren en dat een belastingplichtige, zolang de aanslag nog openstaat, dus in de gelegenheid is een kwijtscheldingsverzoek in te dienen. De praktijk is evenwel dat er waterschappen zijn die om hen moverende (veelal praktische) overwegingen ervoor gekozen hebben ook voor het indienen van kwijtscheldingsverzoeken terzake van belastingaanslagen die nog openstaan, termijnen te stellen. Gebleken is dat de gevolgen die de waterschappen aan het niet naleven van deze indie-
2. ningstermijnen verbinden, zeer verschillend zijn. Een inventarisatie onder een (beperkt) aantal leden-waterschappen heeft globaal het volgende beeld te zien gegeven: a het waterschap stelt termijnen en handhaaft die ook. Kwijtscheldingsverzoeken die buiten de gestelde termijn worden ingediend, worden afgewezen; b het waterschap stelt wel termijnen maar gebruikt die in de praktijk als zogenaamde termijnen van orde. Kwijtscheldingsverzoeken die buiten de termijn worden ingediend worden niet om die reden afgewezen. In de praktijk vindt (ambtshalve) toetsing van het kwijtscheldingsverzoek plaats; c het waterschap draagt weliswaar uit dat kwijtscheldingsverzoeken binnen een bepaalde termijn moeten zijn ingediend, maar gebruikt deze termijn enkel ais instrument om de instroom van kwijtscheldingsverzoeken te stroomlijnen; d de vraag of een kwijtscheldingsverzoek nog in behandeling wordt genomen, wordt door het waterschap afhankelijk gesteld van de fase waarin het (dwang)invorderingstraject zich ten aanzien van belastingplichtige bevindt. Met het oog op de uniformiteit tussen waterschappen onderling, maar ook omwille van de landelijke uniformiteit en duidelijkheid, stellen wij u met betrekking tot het hanteren van indieningstermijnen voor de toekomst het volgende beleid voor. Toekomstig beleid Rekening houdende met het feit dat wet noch regelgeving of model-beleid ervan uitgaan dat aan het indienen van een kwijtscheldingsverzoek in het geval van een nog niet betaalde belastingaanslag termijnen worden verbonden, dient het uitgangspunt bij het vormgeven van toekomstig beleid te zijn dat het stellen van termijnen niet wenselijk is. Bij dit uitgangspunt speelt ook het gegeven een rol dat in gevallen waarin een kwijtscheldingsverzoek enkel vanwege een termijnoverschrijding wordt afgewezen en waarin de dwanginvordering aanvangt, deze dwanginvordering weinig tot geen resultaat zal opleveren bij belastingplichtigen zonder vermogen of inkomen. Deze werkwijze is niet doelmatig en geniet ook daarom niet de voorkeur. Er wordt door ons echter ook erkend dat het stellen van een indieningstermijn in veel gevallen praktisch nuttig kan zijn. Niet alleen worden belastingplichtigen gestimuleerd in een vroeg stadium kwijtschelding aan te vragen waardoor wordt voorkomen dat zij met het aanvragen van kwijtschelding wachten tot het moment waarop de dwanginvordering is aangevangen, ook kunnen werkzaamheden door het waterschap beter worden gepland. Dit leidt tot het volgende voorstel: 1 zolang een belastingaanslag niet is betaald, kan een belastingplichtige te allen tijde een verzoek om kwijtschelding indienen. Dit verzoek wordt altijd in behandeling genomen; 2 waterschappen die uit praktische overwegingen wel termijnen willen hanteren, gaan soepel om met zowel de duur van de termijn als met de behandeling van te laat ingediende verzoeken. Dit betekent zoveel als dat te laat ingediende kwijtscheldingsverzoeken door het waterschap in behandeling worden genomen; 3 het beleid met betrekking tot reeds betaalde belastingaanslagen blijft ongewijzigd.
Wellicht ten overvloede attenderen wij u erop dat het beleid met betrekking tot de termijnen die gelden bij het indienen van verzoeken om kwijtschelding, op de gebruikelijke wijze aan belastingplichtigen kenbaar moet worden gemaakt. Voor meer informatie over de inhoud van deze brief kunt u terecht bij mw. mr. V.M. Anches van het Uniebureau (tel. 070-3519820). In verband met vakantie zal zij de gehele maand november a.s. afwezig zijn. Hoogachterid, mr. R.J. van der Kluit, algemeen directeur.