De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 1 van 9



Vergelijkbare documenten
TOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Thema In en om het huis.

Verdeel de tijd goed over de dertien opdrachten. U moet voor de eerste 10 opdrachten ongeveer 20 minuten reserveren.

Proefexamen Schrijven 3 Deel 2

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Eindevaluatie. Riga. Begeleiders;Geert Daams en Remco Reijke

Antwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/ euro per maand 272 euro per maand

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Huurders informatie Van Vollenhovenlaan Rijswijk

Herhalingsoefeningen. Thema 7 Wonen. 1 Woorden. 2 Woorden. Zet de objecten in de juiste kolom:

BESTEMMING BEREIKT?! Opdrachtenblad Niveau:

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Stem dan ChristenUnie. André Rouvoet ChristenUnie

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

BESTEMMING BEREIKT?! Opdrachtenblad Niveau:

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Als u iets wilt verbeteren, doe dit dan zo duidelijk mogelijk. Streep wat fout is duidelijk door. Hoofdstuk 3 - oefening 19 - Extra oefening

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

HOE KOM JE NAAR DE LES?

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

NIEUWSBRIEF Het nieuwe Koningin Wilhelmina

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

MARIAN HOEFNAGEL. De nieuwe buurt. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Huren bij De Zorgcirkel. veilig & vertrouwd wonen voor ouderen

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

De respons op de enquête Hamwijck was verrassend hoog. 19 bewoners hebben de enquête ingevuld.

De Ammerse Veste bestaat uit 22 huur en 22 koopappartementen. Pagina 2

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Herhalingsoefeningen De Sprong, thema 7

OP ZOEK NAAR EEN STUDENTENKAMER

Woon je op het platteland, in de stad of in een woonkern? Woon je er graag? Waarom of waarom niet? Wat vind je leuk en/of gezellig aan je woning?

Interview Rob van Brakel

Sollicitatiebrief. De 10 Stappen. Op zoek naar werk? Wij maken jou sterk!

Jongeren en Starters op de Heetense Woningmarkt

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Inleiding. Omgeving en project. Op de plek waar vroeger de kassenteelt floreerde, in het groene gebied vlakbij het centrum van

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Examen II: Spreken 2009 Opgavenboekje Voorbeeldexamen NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

Een retour Rotterdam

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat

TAAK 1. Straatfeest. 1. Welke straatfeesten komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van de gemeente?...

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Kastanjelaan 17, 6571 CE Berg en Dal

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Kom in actie! voor kinderen in Albanië

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

Mijn huis, mijn thuis

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

NT /2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Les 35. Een nieuw paspoort

VERLOST UIT HET DONKER

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

haal alles uit het leven

4. Kernwoorden zijn bijvoorbeeld: postkaart, verkeerd bezorgd, oorlog, achterneven, zus.

Werkboek Het is mijn leven

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

EE P6 n huis huren/ verhuizen

NT /2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

CP23. klachten afhandelen

Hoofdstuk 6 Sleutels. Luisteren: Radio Vooruit! Opdracht 2 1B, 2C, 3C, 4A, 5B, 6B, 7C, 8A, 9C, 10B. Opdracht 3 1B, 2A, 3B, 4C, 5B

Persona s zorgtechnologie ouderenzorg Tangenborgh najaar 2015

De woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

van tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen.

Foto 1: krotten langs de wegen. Foto 3: Wat een drukte op de straten. Foto 4: Kraampjes en straatverkopers langs de wegen

Wat kan ik voor u doen?

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Woonoppervlakte 130 m 2 Vraagprijs ,- kosten koper TE KOOP. Jan Olphert Vaillantlaan PP Amsterdam

Pijnenburg / Beukenburg / De Vuursche/ Utrechtse Heuvelrug

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

BRUSSEL - Meer studenten dan ooit hebben in het studiejaar 2008/2009 met steun van de EU in een ander land gestudeerd of een stage gevolgd.

Transcriptie:

Herhalingsoefeningen De sprong, Thema 5 Vocabulaire Oefening 1 Zoek de synoniemen bij elkaar. eerst dalen geven erg - samen toenemen introduceren beginnen het gebouw begrijpen zonder luxe het trottoir erbij doen goedkoop vooral - zogenaamd 1. de stoep 2. afnemen 3. voornamelijk 4. invoeren 5. groeien 6. toevoegen 7. zogeheten 8. flink 9. het pand 10. bieden 11. ontstaan 12. gezamenlijk 13. sober 14. voordelig 15. aanvankelijk 16. snappen Spreken Oefening 2 Werk in drietallen. Beantwoord onderstaande vragen. 1. Woont u in een gezellige buurt? 2. Hebt u leuk contact met uw buren? 3. Zijn er genoeg winkels vlak bij uw huis? 4. Beschrijf het pand waar u les volgt. 5. Hoe laat staat u meestal op door de week? En in het weekend? 6. Is er in uw buurt veel of weinig verkeer? 7. Fietst u weleens door een rood stoplicht? 8. Stopt u altijd (met uw auto of fiets) voor een zebrapad als een voetganger wil oversteken? 9. Zijn er genoeg parkeerplaatsen in uw straat? 10. Hoe laat gaan de lantaarnpalen in uw straat aan? Grammatica / schrijven Oefening 3 Maak de zinnen compleet. 1. In de trein mag u niet. Als u dat toch doet, kunt u een boete krijgen. 2. Gisteren kon Sophia niet. Ze had namelijk een afspraak bij de tandarts. 3. Op donderdagavond kan je tot 21.00 uur omdat. 4. We konden zaterdag niet omdat. De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 1 van 9

5. Volgende week moet Carlo. Zijn baas heeft hem dat gevraagd. 6. Zullen we vanavond? Ik heb zin om iets leuks te gaan doen. 7. Kinderen moeten elke dag, maar dat vinden ze niet altijd leuk. 8. Als kind mocht ik vaak met mijn opa. Dat vond ik fantastisch! 9. Als kind wilde ik graag, maar dat mocht niet van mijn ouders. 10. Mag ik? Weet u welke bus naar het ziekenhuis gaat? Oefening 4 Maak de zinnen compleet. 1. Aanvankelijk dacht ik dat. Later merkte ik dat het niet zo moeilijk was. 2. Omdat de trein vertraging had,. 3. We hebben in de kelder een noodpakket liggen zodat. 4. Zodra de resultaten van het examen bekend zijn,. 5. Deze week zijn de tomaten bij de supermarkt extra voordelig, dus. 6. Als er een voetganger bij een zebrapad staat,. 7. Terwijl Stephanie sinds haar 18 e al zelfstandig woont, woont haar oudere broer. 8. In Nederland is het verplicht om. In mijn land is dat niet zo. 9. Nadat u peper en zout hebt toegevoegd,. 10. We wilden drie weken kamperen in Nederland, maar halverwege de vakantie. Lezen Oefening 5 A Lees de vragen. Lees de tekst De weelde van een eigen huis. Beantwoord de vragen. 1. Waarom willen de meeste ouderejaars studenten liever zelfstandige woonruimte? Noem drie argumenten. 1 2 3 2. Waarom staat het woord ideaal tussen aanhalingstekens in de zin: Dit complex is ideaal als je je studentenhuis zat bent,? 3. Welke voorzieningen zal het complex hebben? 4. Vul het goede getal in: De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 2 van 9

% van de eerstejaars wil graag zelfstandige woonruimte. % van de ouderejaars wil graag zelfstandige woonruimte. De kleinste appartementen in het complex hebben een oppervlakte van m2. De grootste appartementen in het complex hebben een oppervlakte van m2. Het appartementencomplex heeft verdiepingen. De douche in het nieuwe appartement van Ilona de Jong is ongeveer m2. Eén van de drie woontorens is meter hoog, de andere twee zijn meter hoog. In het complex zijn appartementen te koop en appartementen te huur. 5. Beschrijf de foto van de City Campus Max. 6. Zou u hier als student willen wonen? Waarom wel of niet? B Vocabulaire Weet u wat de onderstreepte woorden in de tekst betekenen? Probeer ze met andere woorden in het Nederlands uit te leggen. City Campus Max Utrecht De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 3 van 9

De weelde van een eigen huis Veel ouderejaars hebben er geen zin meer in: de rommel en de sociale controle in het studentenhuis. Ze willen een eigen voordeur en een eigen wc. Het eenkamerappartement is met 28 vierkante meter, inclusief een simpel keukenblok met een gootsteen, niet erg groot. Toch wil Ilona de Jong (21), vierdejaars studente theater- en filmwetenschappen in Utrecht, het heel graag hebben. Goedkeurend bekijkt ze de ruime badkamer. Haar studentenkamer van 9 vierkante meter is ongeveer even groot als hier de douche. De Jong heeft haar moeder meegenomen, die met haar de ruimtes inspecteert op de 19de verdieping van City Campus Max. Het is een nieuw studentencomplex met drie woontorens aan het Utrechtse Europaplein. Er lopen nog overal bouwvakkers, maar begin juli mogen de eerste bewoners erin. Het complex heeft zelfstandige woonruimte voor studenten en pas afgestudeerden. Van de eerstejaars wil 30 procent het liefst zelfstandige woonruimte, de meerderheid vindt een studentenhuis het gezelligst. Van de ouderejaars wil maar liefst 90 procent bij voorkeur een zelfstandige woonruimte. Dat heeft niet alleen te maken met schoonmaakroosters en vieze keukens. Er zit ook een praktisch punt aan. Voor een kamer in een studentenhuis kun je geen huurtoeslag aanvragen, en voor zelfstandige woonruimte wel. Het vreemde is dat je meer moet betalen voor een kleinere kamer met een gedeeld toilet, dan voor een veel groter zelfstandig appartement. Dit complex is ideaal als je je studentenhuis zat bent, maar nog niet helemaal in je eentje wilt wonen. Na vier jaar hebben veel studenten het wel gezien in een studentenhuis. De animo voor de 728 huurappartementen in City Campus Max in grootte variërend van 28 tot 60 vierkante meter is dan ook enorm; ruim drieduizend belangstellenden meldden zich. De 261 koopappartementen zijn bijna allemaal verkocht. Het complex is een blikvanger geworden, met twee roodbruine torens van 70 meter hoog en één van 50 meter. Ertussen zit een groot gemeenschappelijk terras, dat een aantrekkelijke binnentuin moet worden. De bewoners krijgen snel internet via glasvezel. Er komt in elk geval een sportschool op de benedenetage van het 22 verdiepingen tellende complex, en de plannenmakers hopen ook op de komst van een wasserette, een boekhandel en een dvd-verhuurder. http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1252341.ece/de_weelde_van_een_ei gen_huis Grammatica Relatieve bijzin Oefening 6 Zet de tweede zin in de eerste zin. De tweede zin is de relatieve bijzin. Voorbeeld: De studenten vieren feest. Ze hebben het examen gehaald De studenten die het examen hebben gehaald, vieren feest. 1. Ik heb de rommel vanochtend opgeruimd. De rommel lag op tafel. Ik heb de rommel, vanochtend opgeruimd. 2. Het appartement is 28 vierkante meter. Ik wil het graag huren. De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 4 van 9

Het appartement, is 28 vierkante meter. 3. De keuken is erg vies. Van de keuken maken 12 studenten gebruik. De keuken, is erg vies. 4. De koopappartementen zijn bijna allemaal al verkocht. Ze worden begin juli opgeleverd. De koopappartementen, zijn bijna allemaal al verkocht 5. Haar moeder is enthousiast over het appartement. Met haar inspecteert Ilona de woning. Haar moeder, is enthousiast over het appartement. 6. Het studentencomplex ligt aan het Europaplein. In het complex zijn 728 huurappartementen. Het studentencomplex, ligt aan het Europaplein. 7. De bouwvakkers zijn bijna klaar. Ze zijn nu nog overal aan het werk. De bouwvakkers, zijn bijna klaar. 8. Veel ouderejaars willen graag zelfstandige woonruimte. Ze zijn het studentenhuis zat. Veel ouderejaars, willen graag zelfstandige woonruimte. 9. Het grote terras ligt tussen de woontorens. Op het terras kunnen alle studenten zitten. Het grote terras, ligt tussen de woontorens. 10. In de sportschool kunnen de bewoners fitnessen. De sportschool komt op de benedenverdieping. In de sportschool, kunnen de bewoners fitnessen. De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 5 van 9

Oefening 7 Maak de volgende zinnen af Voorbeelden: Ik woon in een dorp dat heel rustig is. Ik woon in een dorp waar nog veel mooie natuur is. 1 Ik ga verhuizen naar een appartement dat. 2 Wij wonen in een appartement waar. 3 Johan is de collega met wie. 4 Peter is de collega die. 5 U kunt het beste een auto kopen die. 6 Wij willen graag een auto kopen waarmee. 7 Ik ben op zoek naar een baan die. 8 Mijn ideale baan is een baan waarin. 9 De economische crisis is een thema dat. 10 De crisis rond de Euro is een thema waarover. Luisteren Oefening 8 U gaat luisteren naar het liedje Amsterdam van Maggie MacNeal A Bespreek in drietallen onderstaande vragen: - Als u weleens in Amsterdam bent geweest: Wat vindt u van die stad? Wat vindt u mooi? Wat vindt u minder mooi? Wat vindt u van de sfeer? Waarom? - Als u nog nooit in Amsterdam bent geweest: Wat weet u van Amsterdam? Lijkt het u een mooie stad? - Vertel iets over de hoofdstad van uw eigen land. Wat maakt die stad bijzonder? Hoe is de sfeer? De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 6 van 9

B Luister naar het liedje. Maak de tekst compleet. Maggie MacNeal Amsterdam Waar in de wereld je ook bent Je terug aan dat moment En weet niet waar je het van kent Maar herinner je je weer Er was een eindeloze sfeer En die is er telkens weer In is van aan de gang bestaat al lang de waar alles kan die weet ervan Hier ben je werkelijk alleen Je vindt een deel van iedereen in alle om je heen Hier voelen zich alle mensen blij En in hun en laten vrij op het gevoel je hoort erbij In Is van aan de gang Bestaat al lang In die stad waar heel de wijde jou begroet Vind je dat wat je zoekt in overvloed daar is van aan de gang Bestaat al lang Amsterdam, de waar alles kan die weet ervan Schrijven Oefening 9 Klacht over vakantiereis U had twee maanden geleden bij reisbureau Sun Travel een reis geboekt naar een mooie plek aan de kust in Zuid-Portugal. Vorige week hebt u de reis gemaakt. Het reisbureau had u een mooie reis beloofd. Helaas was de realiteit op uw vakantiebestemming heel anders dan u had verwacht. Kijk naar de plaatjes. De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 7 van 9

Informatie van het reisbureau: Echte situatie op de vakantiebestemming: U bent niet tevreden en schrijft een klachtenbrief aan het reisbureau. Behandel in uw brief de volgende punten: - de reis die u had geboekt en wat het reisbureau had beloofd - de realiteit op de vakantiebestemming - een voorstel voor een oplossing (b.v. als compensatie een deel van uw geld terug) (uw naam) (uw adres) (postcode + woonplaats) Reisbureau Sun Travel t.a.v. klantenservice Postbus 6600 3513 AS Utrecht (stad), (datum) De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 8 van 9

Geachte heer /mevrouw, Ik hoop snel van u te horen. Met vriendelijke groet, De sprong 2012 Uitgeverij Boom Pagina 9 van 9