Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Vloeronderhoud

Vergelijkbare documenten
Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Glazenwasser

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Schoonmaker

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Foodreiniging

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Reiniger na Calamiteiten

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Landelijke Kwalificaties MBO. Schoonmaak en Glazenwassen

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van de Allround monteur Systeemwanden en - Plafonds

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Monteur Lichte Staalbouw Buitendienst

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Fijn constructiebankwerker/lasser

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

1. Beroepsprofiel Constructiebankwerker/lasser

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Industrieel Lakverwerker

Beroepsprofiel Vakman gww

Schoonmaak en glazenwassen

Beroepscompetentieprofiel. Basismedewerker interieurtextiel

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Schilder

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Beroepsprofiel Tekenaar-constructeur. Algemene informatie datum: versie: 01 Onder regie van

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Zorgmedewerker Schoonmaaksector Beroepscompetentieprofiel

Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek. ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB. Legitimering BCP door:

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kerntaak 1: Voert stukadoorswerk uit

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepstypering Onderhoudsmonteur installatietechniek. Algemene informatie datum: versie: 1

Competentiepaspoort ENTREE - SCHOONMAAK

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Competenties. Overzicht

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Beroepscompetentieprofiel. Productiebegeleider mode

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL FITNESSTRAINER B NIVEAU 4

Kerntaak 1: Voert beglazingswerkzaamheden uit

Deze opleiding is voor schoonmaakmedewerkers, zowel in dienst van een schoonmaakbedrijf als medewerkers uit een "eigen-dienst- situatie".

Beroepscompetentieprofiel: Straler (niveau 2)

Stichting Hout & Meubel. Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum. Beroepsprofielen in de Timmerindustrie (Dijk 12 Beleidsonderzoek, 2001)

LIFT group. LIFT group, afdeling Kwalificatiestructuur

Beroepscompetentieprofiel Assistent carrosseriebranche (versie juni 2004)

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepscompetentieprofiel Vloerenschuurder natuursteenbedrijf Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 4

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 3

datum: 19 april 2005 versie: 2

Beroepscompetentieprofiel Assemblagemedewerker natuursteenbedrijf Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 4

Carrosserieschade herstellen met behulp van scheidende en verbindende technieken

Landelijke Kwalificaties MBO

Beroepscompetentieprofiel assistent machinaal houtbewerker meubelbedrijf. Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum

Werkgroep beroepscompetentieprofielen KNWU Onderliggend

Beroepscompetentieprofiel. Medewerker expeditie

Keuzedeel mbo. Casco Lijmwerk. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0671

Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten

Eind- en toetstermen Basisopleiding leidinggevenden 1 Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

De SVS-docent heeft uitgebreide ervaring met de doelgroep en is deskundig én vakkundig op het gebied van vloeronderhoud.

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Beroepscompetentieprofiel Ontwerper/constructeur

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 4

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Kenteq d.d Landbouwmechanisatie d.d

Eenvoudige reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan gevelelementen

Kerntaak 1: Brengt lak-, verf-, en coatingsystemen aan

Assistent schoonmaak. Preview

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

Beroepscompetentieprofiel Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Regie: ECABO Datum wijzigen: Versie 1

Examenplannen. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Schooljaar

Renovatiewerkzaamheden voor de Schilder

BEROEPSKWALIFICATIE (0215) Schoonmaker

Stukadoor Beroepscompetentieprofiel

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4

Beroepstypering Vliegtuigonderhoudsmonteur lijnonderhoud beperkte licentie CAT A

Onderhoudsmedewerker Beroepscompetentieprofiel

Beroepscompetentieprofiel Bedrijfsadministratief medewerker Regie: ECABO Datum wijzigen: Versie 1

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Profiel van kwalificatiedossier: Schilderen

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL FITNESSTRAINER A NIVEAU 3

Kerntaak 1: Brengt lak-, verf-, en coatingsystemen aan

Beroepscompetentieprofiel Monteur mobiele werktuigen en installaties buitendienst ALGEMENE INFORMATIE datum: versie: 04

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

Beroepscompetentieprofiel Bouwkundig tekenaar Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 7

Beroepscompetentieprofiel Kaderfunctionaris Bestratingbedrijf

Beoordelingsformulieren BPV

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Kenteq d.d.?? d.d.

Beroepscompetentieprofiel Bestekschrijver

Functiebeschrijving: Polyvalent Medewerker. Voor ontvangst

Beroepscompetentieprofiel Mutatie opzichter Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 1

Onderhoud kleine verbrandingsmotoren (buitenboordmotoren, tuin- en parkmachines)

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Functiebeschrijving medewerker technische dienst: garage

Ambulant objectleider schoonmaakbranche Beroepscompetentieprofiel

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van de Calculator / Werkvoorbereider

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Gediplomeerden kunnen doorstromen naar opleiding Wandeltrainer 2 en Wandeltrainer 3

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Standbouwer

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang

Transcriptie:

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Vloeronderhoud gebaseerd op het format Beroepscompetentieprofiel Colo Vakcentrum Afbouw en Onderhoud, Presentatie en Communicatie Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven te Waddinxveen

Beroepscompetentieprofiel van de Medewerker Vloeronderhoud Algemene informatie Datum: 1 juli 2007 Versie: 1 Onder regie van het kenniscentrum Limaweg 25 2743 CB Waddinxveen Ontwikkeld door: Sectie: Ontwikkeling Kwalificatiestructuur Beroepsopleidingen Brondocument(en): - Onderzoek MBO opleiding voor de schoonmaaksector d.d. april 2005 (OOE2005.0361/N) - Werken in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche Research voor Beleid, maart 2007 - Functiehandboek behorend bij CAO voor het Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf 1-1-2005 t/m 31-12-2007 Legitimering BCP: - op formatvereisten - op de inhoud - Door d.d. juni 2007 - Door de Begeleidingscommissie Kwalificatiestructuur Schoonmaak d.d. 14 juni 2007 Mogelijke functiebenamingen zijn: Medewerker algemeen schoonmaakonderhoud Allround medewerker algemeen schoonmaakonderhoud Medewerker alg. schoonmaakonderhoud (sleutelpand) Allround medewerker algemeen schoonmaakonderhoud (sleutelpand) Medewerker Vloeronderhoud Allround medewerker Vloeronderhoud Specialist Vloeronderhoud Vloerspecialist Meewerkend voorman/-vrouw Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden. 2

Beroepsbeschrijving van de Medewerker Vloeronderhoud Beroepscontext / werkzaamheden In de facilitaire dienstverlening is de Medewerker Vloeronderhoud werkzaam in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche. Hij werkt bij schoonmaakbedrijven die zich richten op het schoonmaken en onderhouden van vloeren in verschillende omgevingen, bijvoorbeeld in kantoren, ziekenhuizen en bedrijfspanden, of hij werkt bij gespecialiseerde schoonmaakbedrijven. Hij werkt op wisselende locaties zowel individueel als in teamverband. Rol en verantwoordelijkheden De Medewerker Vloeronderhoud werkt als uitvoerend medewerker of als meewerkend voorman. Hij reinigt vloeren door middel van diverse machinale of handmatige werkmethoden, zoals stofwissen, schrobben en waterzuigen, tapijtreiniging en basislaag aanbrengen. Hierbij heeft hij kennis en maakt hij gebruik van de bij de betreffende methode gebruikelijke schoonmaakmiddelen en gereedschappen, zoals een eenschijfsmachine of een borstelzuiger. Daarnaast heeft hij kennis van de verschillende eigenschappen van de diverse afwerkmaterialen en de wijze waarop de vloersoort onderhouden moet worden (vloerherkenning). Hij werkt op basis van een schoonmaakprogramma. Hij kan tijdens het werk contact hebben met de opdrachtgever en anderen, en weet hoe hij moet reageren op vragen of opmerkingen van de betreffende persoon. De Medewerker Vloeronderhoud heeft een uitvoerende en mogelijk beperkt leidinggevende rol. In opdracht van en in overleg met zijn leidinggevende voert de Medewerker Vloeronderhoud op basis van het schoonmaakprogramma zelfstandig zijn takenpakket uit volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Als (meewerkend) voorman stuurt hij daarnaast operationele werkzaamheden aan van een (beperkt) team Voor de (meewerkend) voorman is de direct leidinggevende telefonisch beschikbaar voor overleg. De Medewerker Vloeronderhoud komt regelmatig in contact met andere personen in de te reinigen omgeving: de opdrachtgever, de gebruikers (dat wil zeggen, gebruikers van het pand) en eventuele medeaannemers. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. 3

Complexiteit Typerende beroepshouding De Medewerker Vloeronderhoud past met name routinematige, maar soms ook specifieke procedures toe op wisselende locaties. Dit vraagt om werkinzicht, inlevingsvermogen, organisatievermogen, flexibiliteit, duidelijkheid en sociale vaardigheden. Omdat hij te maken krijgt met afwijkingen van de gangbare procedures moet hij oplossingsgericht te werk kunnen gaan. Hij is in staat om adequaat te functioneren onder tijdsdruk en lastige omstandigheden. Het beroep wordt gekenmerkt door werkzaamheden die voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard zijn. Bij de (meewerkend) voorman is sprake van controlerende taken die van complexere aard zijn. De medewerker vloeronderhoud en/of (meewerkend) voorman kan bij het betreden en afsluiten van een object te maken krijgen met aan- en afmeldprocedures. De Medewerker Vloeronderhoud beheerst vaktechnische vaardigheden en combineert daarmee de volgende houdingsaspecten: Zelfstandig: alleen kunnen werken, op eigen kracht handelen. Gericht op het opvolgen van instructies: uitvoeren van het schoonmaakprogramma en aanwijzingen van de leidinggevende op correcte wijze willen uitvoeren. Onderscheidend vermogen: in staat om onderscheid te maken tussen de verschillende afwerkmaterialen van vloeren. Oplossingsgericht: doelgericht en resultaatgericht werken, met bewustzijn van wensen en randvoorwaarden. Flexibel: inspelen op veranderende werkomstandigheden. Sociaalcommunicatief: in staat om adequaat met klanten/gebruikers om te gaan, met anderen in een team samen te werken, te luisteren, om te gaan met (positieve en negatieve) feedback. Besluitvaardig: durf om beslissingen te nemen. Klantgericht, dienstverlenend: gericht zijn op en goed kunnen omgaan met wensen en eisen van de klant/gebruiker. Accuraat: zorgvuldig werken. Alert: opmerkzaam; zich bewust van het afbreukrisico van het toepassen van een verkeerde werkmethode. Ethisch: in het handelen bewust zijn van algemene waarden en normen en hierop eigen gedrag aanpassen (bijv. doen wat afgesproken is, niet de kantjes ervan af lopen ). Bewust van werkomstandigheden: in hoge mate veiligheids-, kwaliteits-, Arboen milieubewust, rekening houdend met wisselende omstandigheden. Trends en innovaties Marktontwikkelingen - De toenemende vergrijzing zorgt voor een toenemende vervangingsvraag op de middellange termijn. In het vloeronderhoud zal dit aanzienlijke gevolgen hebben, omdat de huidige groep werknemers ouder is dan gemiddeld in de schoonmaakbranche. - De conjunctuur werkt vertraagd door in de schoonmaakbranche. Nu de economie aantrekt betekent dit ook meer opdrachten in de schoonmaakbranche. - In de branche is sprake van een relatief grote instroom van allochtone werknemers. Dit betekent dat in bedrijven rekening moet worden gehouden met de aanwezige verschillende culturen. - Veel schoonmaakwerkzaamheden worden uitbesteed, wat meer werk 4

Wetgeving / overheidsregulering Technologische ontwikkelingen Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Internationale ontwikkelingen Loopbaanmogelijkheden genereert. Tegelijk worden schoonmaakbedrijven door opdrachtgevers vaak gezien als onderling inwisselbaar (zie artikel Service Management maart 2007). Dit betekent ten eerste dat concurrentie tussen schoonmaakbedrijven met name op de prijs plaatsvindt. Hierbij worden ook steeds vaker zogenaamde makelaars schoonmaakdienstverlening ingeschakeld. Ten tweede worden de contracttermijnen steeds korter. - De bovengenoemde prijsconcurrentie heeft schaalvergroting (door overnames en fusies) tot gevolg gehad. De verwachting is dat de schaalvergroting in de schoonmaak- en glazenwassersbranche de komende jaren voortgezet zal worden. - Opdrachtgevers stellen steeds hogere kwaliteitseisen, niet alleen wat betreft de kwaliteit van het schoonmaakbedrijf (bijvoorbeeld ISOcertificering en een goede klachtenprocedure), maar ook wat betreft de medewerkers, bijvoorbeeld: o goede beheersing van de Nederlandse taal o afgeronde opleiding o betrouwbare achtergrond o representatieve uitstraling De Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS), die bedoeld is om de openbare veiligheid te bevorderen, is ook (deels) van toepassing op schoonmaakbedrijven. - Een blijvende trend is het schoonmaken met behulp van microvezelmaterialen. Omdat de werkwijze bij het gebruik van microvezelmaterialen afwijkt van de traditionele methode, moeten werknemers hier apart op getraind worden. - Er komen meer verschillende soorten afwerkmaterialen op de markt, die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn, maar wel elk hun eigen onderhoudsproces kennen. - Payrolling: een payrollbedrijf neemt de werknemers over van een (schoonmaak)bedrijf, waardoor alle administratieve werkzaamheden, (juridische) plichten en financiële risico s overgaan naar het payrollbedrijf (Bron: Service Management, vol. 26, nr. 10, 2006, blz 18-19.). Door de ondernemersorganisatie OSB wordt dit beschouwd als een negatieve ontwikkeling, omdat werkgevers én werknemers in deze constructie geen rechten kunnen ontlenen aan de CAO Schoonmaak. - Een uitvoerend medewerker kan meer verantwoordelijkheden krijgen, bijvoorbeeld door (meewerkend) voorman te worden. Eventueel kan via het lager kader doorstroom plaatsvinden naar het middenkader (objectleider of rayonleider). Naast deze verticale doorstroom is ook horizontale doorstroom mogelijk, door zich verder te ontwikkelen in het vloeronderhoud. 5

Kerntaken van de Medewerker Vloeronderhoud 1. Voert algemeen vloeronderhoud uit. 2. Voert periodiek vloeronderhoud uit van harde vloeren. 3. Voert periodiek vloeronderhoud uit van zachte vloeren. 4. Voert operationeel leidinggevende taken uit. Kerntaak 1: Voert algemeen vloeronderhoud uit. Proces: - Input: De Medewerker Vloeronderhoud ontvangt van zijn operationeel leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van het algemene vloeronderhoud, dat wil zeggen: het reinigen van harde en zachte vloeren in bijvoorbeeld kantoren, bedrijfspanden en ziekenhuizen. De uitvoering vindt plaats aan de hand van het schoonmaakprogramma voor de betreffende ruimten. Met behulp van de gegevens in het schoonmaakprogramma verzamelt hij het relevante materiaal en materieel, en vult hij de materiaalwagen. - Verwerking: De werkzaamheden betreffen: Verwijderen van storend vuil van vloeren door stofwissen, moppen, rolvegen, stofzuigen of met behulp van de eenschijfsmachine plaatselijk sprayen en opwrijven (afhankelijk van de ondergrond en de vervuiling). Vlekken verwijderen uit tapijt, meubelstofferingen etc. Resultaat controleren. - Output: De Medewerker Vloeronderhoud is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De Medewerker Vloeronderhoud voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van het schoonmaakprogramma, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. De Medewerker Vloeronderhoud is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. Complexiteit: De Medewerker Vloeronderhoud staat voor de opgave het werk conform het schoonmaakprogramma of meerwerkstaat uit te voeren. De werkzaamheden zijn voornamelijk uitvoerend en van niet complexe aard, met uitzondering van het verwijderen van vlekken, wat gemiddeld complex is. Tijdens het werk kan blijken dat de werkzaamheden of de werkvolgorde moeten worden aangepast. De Medewerker Vloeronderhoud moet hierin vaak op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met gebruikers moet de Medewerker Vloeronderhoud hier rekening mee houden. Betrokkenen: De Medewerker Vloeronderhoud heeft bij het uitvoeren van het dagelijks vloeronderhoud te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever, gebruikers of medeaannemers. 6

Hulpmiddelen: Werkkast, materiaalwagen, gangbaar schoonmaakmateriaal en materieel incl. reinigingsmachines (bijvoorbeeld de eenschijfsmachine). Eventueel bedrijfsauto. Schoonmaakprogramma. Indien nodig persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De Medewerker Vloeronderhoud moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de Medewerker Vloeronderhoud afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Schoonmaakprogramma versus hulp bieden aan de klant: De Medewerker Vloeronderhoud moet in voorkomende gevallen kunnen afwegen wanneer hij buiten het schoonmaakprogramma om de klant helpt of ingaat op een wens van de klant die niet is opgenomen in het schoonmaakprogramma, bijvoorbeeld om vlekken in tapijt of meubelstoffering te verwijderen. Schoonmaakprogramma versus flexibiliteit: De Medewerker Vloeronderhoud moet in voorkomende gevallen kunnen bepalen op welke wijze hij zijn werkvolgorde aanpast. Tijd versus kwaliteit: De Medewerker Vloeronderhoud moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Signaleren versus zelf uitvoeren: De Medewerker Vloeronderhoud moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Indien hij een taak niet zelf kan uitvoeren, meldt hij dit aan de leidinggevende. 7

Kerntaak 2: Voert periodiek vloeronderhoud uit van harde vloeren Proces: - Input: De Medewerker Vloeronderhoud ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van het periodieke onderhoud van harde vloeren, dat wil zeggen: het (intensief) reinigen en onderhouden van vloeren van harde afwerkingsmaterialen, zoals natuursteen, kunstharsgebonden materiaal, linoleum of hout. De uitvoering vindt plaats aan de hand van het schoonmaakprogramma voor de betreffende ruimten. Met behulp van de gegevens in het schoonmaakprogramma verzamelt hij het relevante materiaal en materieel. - Verwerking: De werkzaamheden zijn: Voorbereiding: vaststellen afwerkmateriaal, verwijderen van los vuil en stof Intensieve reiniging: moppen, schrobben, waterzuigen of een combinatie hiervan (werkmethode afhankelijk van (de staat van) het afwerkmateriaal en schoonmaakprogramma) Onderhoud: - Beschermlaag verwijderen door middel van strippen/topstrippen - Beschermlaag aanbrengen door middel van sprayen - Herstellen van een beschadigde natuurstenen vloer - Conserveren en impregneren (bij een poreuze vloer) (werkmethode afhankelijk van het afwerkmateriaal) Resultaat controleren. - Output: De Medewerker Vloeronderhoud is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De Medewerker Vloeronderhoud voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van het schoonmaakprogramma, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. De Medewerker Vloeronderhoud is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. Complexiteit: De Medewerker Vloeronderhoud staat voor de opgave het werk conform het schoonmaakprogramma uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. De complexiteit wordt met name bepaald door de keuzes (voor werkmethode en materialen) die de Medewerker Vloeronderhoud moet maken op basis van het type afwerkmateriaal, de fabricagetechniek, de gebruiksfrequentie en de wijze waarop de vloer gelegd is. Tijdens het werk kan blijken dat de werkzaamheden of de werkvolgorde moeten worden aangepast. De Medewerker Vloeronderhoud moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met gebruikers moet de Medewerker Vloeronderhoud hier rekening mee houden. Betrokkenen: De Medewerker Vloeronderhoud heeft bij het uitvoeren van het periodieke vloeronderhoud te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever, gebruikers of medeaannemers. 8

Hulpmiddelen: Gangbaar schoonmaakmateriaal en materieel, incl. reinigingsmachines (bijvoorbeeld de eenschijfsmachine). Eventueel bedrijfsauto. Schoonmaakprogramma. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De Medewerker Vloeronderhoud moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de Medewerker Vloeronderhoud afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Schoonmaakprogramma versus hulp bieden aan de klant: De Medewerker Vloeronderhoud moet in voorkomende gevallen kunnen afwegen wanneer hij buiten het schoonmaakprogramma om de klant helpt of ingaat op een wens van de klant die niet is opgenomen in het schoonmaakprogramma. Schoonmaakprogramma versus flexibiliteit: De Medewerker Vloeronderhoud moet in voorkomende gevallen kunnen bepalen op welke wijze hij zijn werkvolgorde aanpast. Het kan ook voorkomen dat hij een andere werkmethode moet toepassen dan in eerste instantie met de klant besproken (een en ander na overleg met de leidinggevende en de klant in verband met eventuele financiële gevolgen). Tijd versus kwaliteit: De Medewerker Vloeronderhoud moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Delegeren versus zelf uitvoeren: De Medewerker Vloeronderhoud moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen, bijvoorbeeld bij een beschadigde natuurstenen vloer. Kerntaak 3: Voert periodiek vloeronderhoud uit van zachte vloeren Proces: - Input: De Medewerker Vloeronderhoud ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van het periodieke onderhoud van zachte vloeren, dat wil zeggen: het intensief reinigen van textiele vloerbedekkingen. De uitvoering vindt plaats aan de hand van het schoonmaakprogramma voor de betreffende ruimten. Met behulp van de gegevens in het schoonmaakprogramma verzamelt hij het relevante materiaal en materieel. - Verwerking: De werkzaamheden zijn: Voorbereiding: bepalen werkwijze (o.a. op basis van afwerkmateriaal en de wijze waarop de vloer is gelegd), verwijderen van los vuil en stof Intensieve reiniging: shamponeren, poederreinigen, Bonnet/microvezelmethode, stoomreinigen, sproei-extractie (werkmethode afhankelijk van het afwerkingsmateriaal, de fabricagetechniek, gebruikersintensiteit en afspraken met de klant) Resultaat controleren. - Output: De Medewerker Vloeronderhoud is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De opdrachtgever is tevreden. 9

Rol / verantwoordelijkheden: De Medewerker Vloeronderhoud voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van het schoonmaakprogramma, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker. De Medewerker Vloeronderhoud is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. Complexiteit: De Medewerker Vloeronderhoud staat voor de opgave het werk conform het schoonmaakprogramma uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. De complexiteit wordt met name bepaald door de keuzes (voor werkmethode en materialen) die de Medewerker Vloeronderhoud moet maken op basis van het type afwerkmateriaal, de fabricagetechniek en de wijze waarop de vloer gelegd is. Tijdens het werk kan blijken dat de werkzaamheden of de werkvolgorde moeten worden aangepast. De Medewerker Vloeronderhoud moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met gebruikers moet de Medewerker Vloeronderhoud hier rekening mee houden. Betrokkenen: De Medewerker Vloeronderhoud heeft bij het uitvoeren van het periodieke vloeronderhoud te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever, gebruikers of medeaannemers. Hulpmiddelen: Gangbaar schoonmaakmateriaal en materieel, incl. reinigingsmachines (bijvoorbeeld de eenschijfsmachine). Eventueel bedrijfsauto. Schoonmaakprogramma. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De Medewerker Vloeronderhoud moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. 10

Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de Medewerker Vloeronderhoud afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Schoonmaakprogramma versus hulp bieden aan de klant: De Medewerker Vloeronderhoud moet in voorkomende gevallen kunnen afwegen wanneer hij buiten het schoonmaakprogramma om de klant helpt of ingaat op een wens van de klant die niet is opgenomen in het schoonmaakprogramma. Schoonmaakprogramma versus flexibiliteit: De Medewerker Vloeronderhoud moet in voorkomende gevallen kunnen bepalen op welke wijze hij zijn werkvolgorde aanpast. Het kan ook voorkomen dat hij een andere werkmethode moet toepassen dan in eerste instantie met de klant besproken (een en ander na overleg met de leidinggevende en de klant in verband met eventuele financiële gevolgen). Tijd versus kwaliteit: De Medewerker Vloeronderhoud moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Delegeren versus zelf uitvoeren: De Medewerker Vloeronderhoud moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Kerntaak 4: Voert operationeel leidinggevende taken uit Proces: - Input: De (meewerkend) voorman krijgt van zijn leidinggevende de opdracht conform het afgesproken schoonmaakprogramma de operationele leiding en uitvoering te geven aan het schoonmaakwerk in een object. - Verwerking: Hij stuurt de operationele werkzaamheden aan: Hij wijst taken toe aan medewerkers, stuurt hen op de werkplek aan en bewaakt tijdens de uitvoering de kwaliteit en voortgang van de uitvoering. Hij werkt nieuwe medewerkers in op algemene bedrijfsrichtlijnen en te hanteren werkmethoden. Hij motiveert en stimuleert medewerkers, schenkt aandacht aan het veiligheids- en kwaliteitsbewustzijn en de juiste (werk)houding van zijn medewerkers. Hij signaleert problemen in het functioneren van een medewerker en bespreekt dit met zijn leidinggevende. Hij draagt zorg voor de voorraad en zorgt voor een deugdelijke opslag en beheer van materialen. Hij signaleert wenselijke aanpassingen in het werk en bespreekt deze met zijn leidinggevende. Hij voert urenregistraties. Hij ziet toe op de naleving van de gestelde regels t.a.v. beveiliging en eventuele aan- en afmeldprocedures. - Output: De werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen de gestelde tijd en conform de afgesproken kwaliteit. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De (meewerkend) voorman voert zelfstandig zijn takenpakket uit volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig bedenkt hij passende alternatieven en stelt hij prioriteiten. Hij heeft op de werkplek coördinerende taken, stuurt medewerkers aan en heeft een positief en stimulerende invloed op hen. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe, kan zich verplaatsen in de wensen van de klant/gebruiker en is gedreven om goed werk te leveren. De (meewerkend) voorman is verantwoordelijk voor het werk dat hij met zijn team aflevert. Hij controleert de uitvoering van de werkzaamheden door zijn team. Hij neemt de gestelde regels t.a.v. beveiliging en eventuele aan- en afmeldprocedures in acht. 11

Complexiteit: De (meewerkend) voorman staat voor de opgave om conform het schoonmaakprogramma leiding en meewerkend uitvoering te geven aan het werk in objecten. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden. Betrokkenen: De (meewerkend) voorman overlegt met en ontvangt instructies van zijn leidinggevende. Hij stuurt medewerkers aan. Daarnaast heeft hij te maken met de opdrachtgever, gebruikers of medeaannemers. Hulpmiddelen: Schoonmaakprogramma. Logboek. Urenstaten. Voorraadlijsten en bestellijsten. (Vakantie)planningen. Werkinstructies. Eventueel formulieren in het kader van het ISO-systeem. Soms formulieren ten behoeve van de introductie van nieuwe medewerkers. Kwaliteit proces en resultaat: De (meewerkend) voorman bestelt bijtijds materiaal en materieel. Hij stuurt medewerkers aan op de werkplek en bewaakt tijdens de uitvoering de kwaliteit van de uitvoering. Hij is zich bewust van kwaliteit en kosten en weet bedrijfsbelangen te behartigen. De (meewerkend) voorman moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Hij ziet erop toe dat ook de medewerkers in zijn team volgens deze eisen en regels werken. Hij is er attent op dat veiligheidsregels met betrekking tot het gebruik van machines strikt nageleefd worden. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de (meewerkend) voorman afwegen wanneer de leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer hij de bevoegdheid heeft het probleem zelfstandig op te lossen. Schoonmaakprogramma versus hulp bieden aan de klant: De (meewerkend) voorman moet in voorkomende gevallen afwegen wanneer buiten het schoonmaakprogramma om de klant geholpen wordt of ingegaan wordt op een wens van de klant die niet is opgenomen in het schoonmaakprogramma. Schoonmaakprogramma versus flexibiliteit: De (meewerkend) voorman moet in voorkomende gevallen bepalen of en op welke wijze de medewerkers de werkvolgorde kunnen aanpassen. Tijd versus kwaliteit: De (meewerkend) voorman moet ervoor zorgen dat het team de gevraagde kwaliteit in de daarvoor beschikbare tijd levert. Delegeren versus zelf uitvoeren: De (meewerkend) voorman moet bepalen welke taken door zijn team kunnen worden uitgevoerd en welke taken moeten worden overgelaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Delegeren versus zelf meewerken: De (meewerkend) voorman moet bepalen wat het team uitvoert en wat hij zelf uitvoert. 12

Kernopgaven van de Medewerker Vloeronderhoud Kernopgave 1 Zelf beslissen versus overleggen Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de Medewerker Vloeronderhoud dan wel de (meewerkend) voorman afwegen wanneer de leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer hij de bevoegdheid heeft het probleem zelfstandig op te lossen. Kernopgave 2 Tijd versus kwaliteit De Medewerker Vloeronderhoud staat (als operationeel leidinggevende) voor de opgave het werk conform het schoonmaakprogramma uit te voeren, het werk goed te organiseren, te coördineren en te verdelen. Hij wordt daarbij geconfronteerd met een aantal complicerende factoren: ziekmeldingen van collega s, taken voortkomend uit onverwachte situaties, gewijzigde planning, onvoldoende voorraad, onvoldoende geschikt personeel, onverwachte vervuiling. Kernopgave 3 Schoonmaakprogramma versus klantbelang De Medewerker Vloeronderhoud staat voor de opgave een juiste afweging te maken tussen het ter wille zijn van een klant/gebruiker en de juiste uitvoering van het schoonmaakprogramma, zoals (door zijn leidinggevende) afgesproken met de opdrachtgever. Kernopgave 4 Schoonmaakprogramma versus flexibiliteit De Medewerker Vloeronderhoud staat voor de opgave om het werk conform het schoonmaakprogramma uit te voeren. Hij wordt daarbij met een aantal complicerende factoren geconfronteerd: wensen van de klant/gebruiker en de staat waarin de schoon te maken ruimte zich bevindt (bijv. nog niet volledig ontruimd of de vloerverwarming die nog aan staat). Hij staat voor de taak om onder tijdsdruk en wisselende omstandigheden/in wisselende omgevingen kwaliteit te leveren (bijv. vervanging bij vakanties of bepaling andere werkmethode). Ook met wijzigingen in werkmethode als gevolg van het in een eerder stadium verkeerd vaststellen van afwerkmateriaal en uit te voeren werkzaamheden moet de Medewerker Vloeronderhoud flexibel kunnen omgaan. 13

Beroepscompetenties van de Medewerker Vloeronderhoud Beroepscompetentie 1: Werkzaamheden plannen (VM) De Medewerker Vloeronderhoud is in staat om op adequate wijze op basis van het schoonmaakprogramma zijn werkzaamheden te plannen, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - schoonmaakprogramma lezen/interpreteren - vaststellen of de juiste werkmethoden zijn omschreven in het schoonmaakprogramma - rekening houden met (nog aanwezige) gebruikers bij het bepalen van de werkvolgorde resultaat De werkzaamheden zijn dusdanig gepland dat binnen de gestelde tijd het gewenste resultaat geleverd kan worden. Beroepscompetentie 2: Werkzaamheden voorbereiden (VM) De Medewerker Vloeronderhoud is in staat om op adequate wijze op basis van het schoonmaakprogramma zijn werkzaamheden voor te bereiden, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - neemt de juiste materialen en middelen mee. - neemt voldoende materialen en middelen mee. - signaleert als de voorraad aangevuld moet worden. resultaat De werkzaamheden kunnen veilig, goed en efficiënt uitgevoerd worden met de juiste materialen, machines en gereedschappen. Beroepscompetentie 3: Herkennen van vloeren (VM) De Medewerker Vloeronderhoud is in staat om op adequate wijze te bepalen welke werkmethode moet worden uitgevoerd op basis van onder andere een analyse van (de eigenschappen van) het afwerkmateriaal, de fabricagetechniek en de wijze waarop het materiaal is gelegd. Succescriteria: proces - analyseert het type afwerkmateriaal - analyseert (indien van toepassing) de fabricagetechniek - analyseert (indien van toepassing) de wijze waarop het materiaal is gelegd - analyseert de overige eigenschappen van de vloer (bijv. kleurechtheid, porositeit) - bepaalt op basis van deze analyses de toe te passen werkmethode - bepaalt op basis van deze analyses het toe te passen materiaal en materieel resultaat De vloer is op de juiste wijze herkend, waarna de juiste werkmethode gekozen kan worden. Het vloeronderhoud kan vervolgens worden uitgevoerd conform de gevraagde kwaliteit. 14

Beroepscompetentie 4: Toepassen van een schoonmaakprogramma (VM) De Medewerker Vloeronderhoud is in staat om op adequate wijze op basis van het schoonmaakprogramma zijn werkzaamheden te kunnen uitvoeren, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - bepaalt op basis van schoonmaakprogramma en eigen planning van taken de volgorde van werken. - weet welke middelen en materialen gebruikt moeten worden - weet het belang van het toepassen van de juiste werkmethode - voert de gewenste werkmethode correct uit - controleert zijn eigen werkzaamheden resultaat De werkzaamheden worden op basis van het schoonmaakprogramma binnen de gestelde tijd correct en op veilige wijze uitgevoerd. Beroepscompetentie 5: Operationeel leidinggeven (BOS) De (meewerkend) voorman is in staat om op adequate wijze leiding te geven aan de dagelijkse werkzaamheden van zijn team ten behoeve van een efficiënte en verantwoorde uitvoering van het schoonmaakprogramma. Succescriteria: proces - geeft heldere instructies - motiveert en stimuleert medewerkers - controleert de middelen en machines van medewerkers - controleert de werklast van medewerkers en verdeelt de taken - controleert en bewaakt de voortgang en de kwaliteit - adviseert en ondersteunt medewerkers bij de veilige uitvoering van de werkzaamheden en de juiste (werk)houding - draagt zorg voor de interne communicatie en de communicatie naar de opdrachtgever - communiceert op heldere wijze - gaat adequaat met feedback om - voert enige administratieve taken uit - begeleidt nieuwe/onervaren medewerkers resultaat - medewerkers weten wat en waarom zij iets moeten uitvoeren en hebben een evenwichtige taakbelasting - er wordt veilig met een goede beroepshouding gewerkt Toelichting: VM = vakmatig-methodische dimensie BOS = bestuurlijk-organisatorische en strategische dimensie SC = sociaal-communicatieve dimensie ON = ontwikkelingsdimensie 15

OVERZICHT COMPETENTIES COMPETENTIES KERNTAAK KERNOPGAVE Vakmatig - methodisch (VM) 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 1 Werkzaamheden plannen X X X X X X X X 2 Werkzaamheden voorbereiden X X X X X 3 Herkennen van vloeren X X X X X 4 Toepassen van een schoonmaakprogramma X X X X X X X X Bestuurlijk - organisatorisch en strategische (BOS) 5 Operationeel leidinggeven X X X X X Sociaal - communicatieve (SC) *) Ontwikkeling (ON) *) *) N.B. De sociaalcommunicatieve (zoals helder communiceren) en ontwikkelingsdimensies zijn niet apart geformuleerd, maar geïntegreerd in de overige typen beroepscompetenties. Kerntaken van de Medewerker Vloeronderhoud 1. Voert algemeen vloeronderhoud uit. 2. Voert periodiek vloeronderhoud uit van harde vloeren. 3. Voert periodiek vloeronderhoud uit van zachte vloeren. 4. Voert operationeel leidinggevende taken uit. Kernopgaven van de Medewerker Vloeronderhoud 1. Zelf beslissen versus overleggen 2. Tijd versus kwaliteit 3. Schoonmaakprogramma versus klantbelang 4. Schoonmaakprogramma versus flexibiliteit 16