Geluid : hoe en wat? 1. Wat is Geluid

Vergelijkbare documenten
Golven. 4.1 Lopende golven

Een snaar vertoont de bovenstaande staande trilling. Met welke toon hebben we hier te maken? 1. De grondtoon; 2. De vijfde boventoon; 3. De zesde bove

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

De horizontale lijnen geven de normale luchtdruk weer. Boven de horizontale lijn verhoogt de luchtdruk, onder de lijn vermindert de luchtdruk.

Examentraining Leerlingmateriaal

Samenvatting NaSk H7 geluid

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Thema: Multimedia/IT. Audio

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra

NaSk overal en extra opgaven

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf.

Verder had ik toch nog graag een paar misverstanden de wereld uitgeholpen :

13 Golven. e Transversale lopende golven. Onderwerpen:

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Geluid 10/6/2014. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Geluid. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Trillingen en Golven. Samenvatting natuurkunde Hoofdstuk 3 & 4 Joris van Rijn

VoIP is een oorzaak. Deel 1: geluid en het menselijk gehoor

Wisnet-HBO update nov. 2008

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B1. Informatieoverdracht

Glas en akoestische isolatie Decibels berekenen

Goed voorbeeld is muziekinstrumenten. Snaar gitaar trilt, blokfluit lucht trilt, trommel, vlies trilt.

Tabellenboek. Gitaar

INSTITUUT VOOR DEELTIJD HTO

4VMBO H5 LES.notebook January 27, Geluid. BINAStabellen: 6, 7, 8, 27, 28, 29 en 30. Luidspreker. Drukverschillen

Het thermisch stemmen van een gitaar

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand.

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

. Dat kun je het beste doen in een donkere ruimte. Dan gebruik je een stroboscooplamp die de hele korte licht fitsen maakt van 0,5 sec.

1. 1 Wat is een trilling?

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

7-8. Fietsbel. Waarvoor worden geluiden gebruikt?

Havo 5 oefen et

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

Viool RVDH Rob van der Haar Sneek Blz. 1

Als de lijn een sinusvorm heeft spreek je van een harmonische trilling of een zuivere toon.

Trillingen en geluid wiskundig

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

Versterking Principe van de versterking

1 Harmonische trilling

Quiz. Golven en trillingen. Staande golven, dopplereffect, interferentie, frequentie, golflengte,

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (30 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Invloeden van schok en trillingen op product en verpakkingen

Theorie: Eigenschappen van geluid (Herhaling klas 2)

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand.

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Greten Raadgevende Ingenieurs. Pitch waarneming (1) Bestrijding van horecalawaai. Pitch waarneming (3) Pitch waarneming (2)

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Hoofdstuk 7: METING VAN DE FREQUENTIE- NAUWKEURIGHEID

Suggesties voor demo s golven

Het belang van een lage inharmoniciteit in de bas.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

4 Geluid. 4.1 Een knikker als lawaaimaker 4.3 Zelf een muziekinstrument maken

Plaats van de frets op een gitaar

Hoorcollege geluidsoverlast: Hoe hou je herrie uit de tuin?

Hoofdstuk 3 - Transformaties

voorbeelden geven dat je geluid kunt versterken met een klankkast.

Begripsvragen: Trillingen en golven

Toetsstof havo 5 et3 volgens PTA: Opgaven en uitwerkingen vind je op havo5 h1: Signaalverwerking havo5 h2: Trillingen en golven

Akkoorden op de gitaar. Marvin van Gessel

hoort bij activiteiten: praten, muziek informatiedrager: bel, telefoon, sirene Effecten van geluid op een mens:

Geluid en wind. Erik Salomons TNO TPD Delft. Door de wind klinkt geluid soms harder dan anders. Deze website legt uit hoe dit komt.

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Noordhoff Uitgevers bv

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Harmonische trillingen

13 Zonnestelsel en heelal

Vrije ongedempte trilling

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.

Opdrachten 2e week. Periode Goniometrie, klas 11.

Lesmateriaal Geluid. Tijdsduur: 50 minuten

****** Deel theorie. Opgave 1

Examen HAVO natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Natuurkunde. theorie. vwo. INKIJKEXEMPlAAR. WisMon examentrainer

Psychoakoestiek. Universität Göttingen,

NATUURKUNDE PROEFWERK

Hoe horen wij Zwevingen?

Opleiding Duurzaam Gebouw :

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

De opbouw van notenladders

T G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

C.V.I. 9.5 Geluid in de vleeswarenindustrie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Golven. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Een mooi voorbeeld om de drie manieren waarop een trilling zich voortplant te illustreren is de volgende:

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 14. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

toelatingsexamen-geneeskunde.be

Vrijdag 8 juni, uur

Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Kernvraag: Wat is geluid?

ULTRASONE MEETTECHNIEK

Transcriptie:

Geluid : hoe en wat? Het moet zowat eind jaren 70 geweest zijn dat ik mij, mede door de opkomst van de Tascam en Fostex portastudio s en multitrackers, begon bezig te houden met het opnemen van instrumenten en geluiden. Wij waren jong en er werd al wat geëxperimenteerd zonder echt te weten hoe het nu echt moest. Toch was de honger naar informatie zeer groot, maar audiotechnologie en akoestiek in het bijzonder, werden als uiterst vaag en ondoorzichtig gezien. Je had een handvol mensen die een volledige opleiding gevolgd hadden, maar daarnaast had je een hele hoop mensen die misschien wel eens iets over akoestiek gehoord of gelezen hadden, maar absoluut niet wisten hoe de vork in de steel zat. Bovendien was er over dit onderwerp geen enkel Nederlandstalig boek beschikbaar, en de Engelse en Duitstalige werken stonden boordevol wiskundige formules en tekeningen waarbij je de indruk kreeg dat je minstens een halve piloot of math-nerd moest zijn om nog maar de helft van de tekst te begrijpen. Het was pas in het midden van de jaren 80 dat Roland Desmet ( opleiding BRT ) een schitterend naslagwerk in het Nederlands op de markt bracht. Als ik de theorie over geluid en akoestiek nader bekijk, ben ik er van overtuigd dat het moet mogelijk zijn om een goede leidraad te maken, zonder al te technisch te worden. Het is nu net mijn bedoeling om, via een reeks artikelen, een klare kijk te bieden op deze materie. In de akoestiek heb je twee werkgebieden : allereerst de fysische en meetbare wereld, maar ook de subjectieve of psycho-fysische wetenschap : als je weet dat wij een geluid kunnen horen door de verstoring van het evenwicht van luchtmoleculen, kom je algauw tot het subjectieve gegeven dat wij niet kunnen meten wat elk van ons persoonlijk hoort. Het geluid van een viool zal door luisteraar A anders waargenomen dan luisteraar B, maar ook intensiteit- en klankkleurverschillen zijn nog een stuk moeilijker te definiëren. Net deze persoonlijke perceptie zorgt ervoor dat het voor de wetenschap heel moeilijk is om akoestiek louter academisch te bekijken. Toch zijn er over deze subjectieve materie heel wat interessante studies en werken verschenen. Maar in eerste instantie houden wij ons in deze artikelen reeks bezig met meetbare technologie. 1. Wat is Geluid Zoals hierboven reeds vermeld kunnen we geluid omschrijven als het verstoren van het evenwicht van de moleculen in een vloeistof, vaste stof of gas. Wij zullen ons in deze studie beperken tot het bestuderen van geluid in lucht. Stel de luchtmoleculen voor als vrij zwevende pingpongballetjes, wanneer je nu het eerste balletje in beweging brengt zullen ook de 2 de, 3 de, 4 de, balletjes beginnen bewegen. Dat wil zeggen : de beweging heeft zich voortgeplant. Mochten deze balletjes massaloos en onvervormbaar zijn, zou de voortplantingssnelheid oneindig zijn. Dat is echter niet het geval, vandaar dat geluid uitsterft ( en gelukkig maar ). 1

De voortplantingssnelheid van de evenwichtsverstoring is afhankelijk van de eigenschappen van de stof waaraan de energie toegevoegd wordt. Ijzer bijvoorbeeld heeft een grotere voortplantingssnelheid van geluid dan een vloeistof of een gas. Hier kan je al een eerste vraag stellen : zou er geluid zijn in het luchtledige? Als je ooit de ruimtetuigen in Star Trek, Star Wars of andere sciencefiction programma s hoort voorbij zoeven zou je denken van wel. Niets is minder waar! 2. De sinusgolf Geluid kunnen we best visualiseren door de sinusgolf. Hoe moeten wij ons een sinusgolf voorstellen? In figuur 1.1 kan je een gewicht zien dat aan een veer hangt. Brengen we de veer in beweging dan zal het gewicht op en neer dansen dank zij zijn massa en de veerkracht van de veer. Op de schaal zal je de maximale uitzetting of amplitude kunnen aflezen. Bevestig nu een pen aan het gewicht en laat deze pen schrijven op een papierrol die met een continue snelheid voortbeweegt. Op die manier krijgen we een sinus die ons de relatie tussen amplitude en tijd weergeeft. 2

In figuur 1.2. kan je een voorstelling zien van 1 volledige beweging. Deze grafische voorstelling toont ons een aantal waarden ( grootheden ) : de amplitude : de grootte van uitzetting, de golflengte? ( = lambda ) : de exacte lengte die nodig is om 1 volledige cyclus af te leggen, de periode : de tijdspanne die nodig is om 1 volledige cyclus af te leggen. Tellen we nu het aantal trillingen per seconde dan krijgen we de frequentie f. Zo kan men stellen dat we bij 2 volledige trillingen per seconde een frequentie van 2Hz ( Hertz ) hebben. 200 bewegingen per seconde heeft een frequentie van 200Hz. Zo kan het menselijk oor frequenties van 20Hz tot 20.000Hz ( of 20kHz ) waarnemen. Let wel, dit is sterk afhankelijk van persoon tot persoon. Je mag stellen dat mensen van gemiddeld 20 30jaar de 20kHz nog zullen halen, doch met het verouderen zullen de hoge tonen vrij snel afnemen. Ook het langdurig blootstellen aan hoge volumes zal het frequentieverloop van het gehoor sterk aantasten. De periode is de tijdspanne die nodig is voor 1 cyclus, dit kunnen we met volgende formule stellen : De snelheid van geluid in lucht wordt algemeen aanvaard als 344m/sec. Deze waarde zal schommelen door de luchtdruk en de temperatuur. 344m/sec is in feite gemeten op een gemiddelde druk bij zeeniveau en een temperatuur van 21 Celsius. Willen we nu de golflengte van een bepaalde frequentie kennen, dan kunnen we volgende formule gebruiken : Zo is de golflengte van 40Hz : 344m/s / 40Hz = 8,60m de golflengte van 1kHz : 344m/s / 1000Hz = 0,34m de golflengte van 20kHz : 344m/s = 1,72cm 3

3. De harmonische Elke noot heeft een eigen frequentie. De meest gekende is uiteraard de 440Hz ( A4 ). In figuur 1.3. kan je het frequentiebereik van stemmen en een aantal instrumenten zien. Wanneer we deze figuur aandachtig bekijken zullen we zien dat de frequentie van de eerste la ( A0 ) 27,5Hz bedraagt. De volgende la ( A1) heeft een frequentie van 55 Hz. Zo hebben A2, A3 en A4 respectievelijk de frequenties 110Hz, 220Hz en 440Hz. Hieruit kunnen we afleiden dat bij een octaaf de frequentie verdubbelt. Een dergelijke verdubbeling van de grondtoon noemen we in de akoestiek de harmonische of de boventoon. Zo spreken we over de 1 ste harmonische voor de grondtoon, de eerste verdubbeling wordt de 2 de harmonische en het drievoud : de 3 de harmonische genoemd. Vergelijken we de harmonischen met octaven dan krijgen we volgende verhouding : harmonischen hebben een lineair verloop, octaven verlopen logaritmisch. 4

Neem nu 2 identieke stemvorken ( bijv. 440Hz ), sla 1 van beiden aan, en demp de aangeslagen stemvork, je zal horen dat de 2 de stemvork ook trilt. We kunnen een bijna gelijkwaardige proef doen met een piano : duw het demperpedaal ( sustain ) in, zodanig dat de dempers niet meer in aanraking met snaren komen; sla een noot aan, demp nu met de vingers de snaren van de aangeslagen noot. Je zal zien en horen dat de harmonischen ook zullen trillen. Dit wil zeggen dat bij het produceren van een grondtoon er ook harmonischen geproduceerd worden. In figuur 1.4. zien we de grondtoon ( A ) waar de 2 de harmonische ( B ) bij opgeteld wordt, dit resulteert in een reeds totaal verschillende sinusoïde vergeleken met het origineel. Voegen we bij die 2 de 3 de harmonische, dan zal de uiteindelijke curve terug een andere vorm krijgen. 5

4. Fase Een heel belangrijk aspect voor het combineren van verschillende sinusgolven is hun onderling tijdsverschil. In de vorige tekening starten alle golven allemaal vanuit het 0 punt. We spreken dan over een faseverschil van 0 of alle golven zijn in fase. Wanneer 2 identieke bronnen met eenzelfde amplitude en frequentie optellen kan er op de plaats van captatie een onderling tijdsverschil ontstaan. In figuur 1.5 zien we een verhoudingsoverzicht. Is de fase 0 dan blijft de toon onveranderd, maar de amplitude verdubbelt. Is de fase 90 dan krijgen we een sinusoïde met een amplitude van +/- 1.4 maal één enkele golf. Is de fase 180 dan zullen beide bronnen mekaar opheffen! De combinatie van fase en boventonen zal er nu net voor zorgen dat we een verschil horen tussen een A4 van een viool, gitaar, bas, trombone, enz. Ook spraakherkenning danken we aan deze verhouding. 6

In figuur 1.6. zien we een vergelijking van 3 verschillende instrumenten die elk eenzelfde basisfrequentie ( noot ) produceren. Bij de hobo zien we steeds een eerste piek ( te wijten aan de basisfrequentie van het riet ), de 2 kleinere pieken zijn harmonischen. Bij de viool zien we dat de pieken even ver uit elkaar staan als bij de hobo. Dit bewijst dat beide instrumenten dezelfde noot spelen ( gelijke frequentie ). De combinatie van harmonischen is veel complexer dan bij de hobo. Bekijken we de trompet, dan zien we een zeer sterke piek ( het aanblazen ) met een heel complex geheel van boventonen op een veel lagere amplitude. Willen we nu nog wat verder experimenteren kunnen we eens proberen om bij deze 3 geluiden vanaf 500Hz alle hoog af te snijden. Het resultaat zal zijn dat we plotseling de hobo praktisch niet meer van de viool kunnen onderscheiden, bij de trompet zal er wat meer herkenning zijn door het percussief aanblazen. 7