Zondag 24 juli 2016, Martinikerk. Ds. Jan Willem Nieboer Gelezen: Genesis 18: 16-33 en Lucas: 11:1-13 Gezongen: Psalm 138: 1 en 4, Lied 303, Lied 1008, Lied 995, Lied 803: 1, 2 en 3, Lied 803: 4, 5 en 6 en Lied 981 ONDERHANDELEN MET GOD Ik heb vanmorgen uit de Nieuwe Bijbelvertaling gelezen over Abraham. Die luistert zo lekker, omdat het gewone taal is. Maar als het zo lekker luistert, moet je altijd op je tellen passen. Soms worden ingewikkelde zinnen te mooi gladgestreken. Direct in het begin van ons verhaal gaat het daarmee mis. God zit daar een beetje te piekeren of hij wel of niet aan Abraham moet gaan vertellen wat hij voor verschrikkelijks van plan is met de stad Sodom. God denkt: Ik vertel het hem wel, want : - nou moet je even goed luisteren dit schrijft de NBV (vers 18): Uit Abraham zal immers een groot en machtig volk voortkomen, en alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als hij. Ik zie het voor me. Alle volken op aarde kijken naar dat grote en machtige volk van Abraham en miepen onder elkaar, tjonge jonge waren wij maar zo groot en zo machtig. Maar dat staat er niet. En laat dat nou net de crux zijn van het hele verhaal. Er staat letterlijk: Abraham zal, in wat hij zal worden, worden tot een volk: groot met ruggengraat; in hem zullen gezegend zijn alle volken van de aarde. Er zijn twee belangrijke verschillen. Ten eerste: Er staat niet zozeer dat Abraham een groot volk zal zijn en daarom heel machtig. We zijn gewend aan de macht van het grote getal. We willen graag weer een volle kerk, want dan betekenen we tenminste iets. Maar er staat dat Abraham een groot en invloedrijk volk zal worden, en dat die invloed te maken heeft met een kern. Letterlijk met botten. Het gaat hier dus niet om de macht van het getal, maar om de macht van ruggengraat. Abraham zal een groot en gewichtig volk worden, omdat dit volk ruggengraat heeft. Die ruggengraat is dat het volk dat uit Abraham stamt, recht doet. Vrij vertaald betekent dat voor ons: een kerk betekent helemaal niks als ze vol zit, ze betekent pas iets als ze ruggengraat heeft: als ze recht doet. Daarin kan het kleinste kerkje heel groot zijn. Dan het tweede verschil: er staat niet dat alle andere volken wensen dat ze zo gezegend mochten zijn als het volk van Abraham. Dat zou betekenen dat ze een beetje jaloers zitten te kijken naar een ander clubje waar alles veel beter gaat.
Maar dat staat er niet. Er staat dat alle volken gezegend worden in Abraham. Vrij vertaald zou je kunnen zeggen: al die andere volken blijven overeind door die ruggengraat van die nazaten van Abraham. Het verhaal vertelt dat God anders kijkt dan wij gewend zijn. Hoe groot en machtig het kwaad vaak ook lijkt te zijn, Een paar mensen die goed doen, maken het verschil. Hun invloed is oneindig veel groter dan het gekwaak en de spierballetjes van Erdogan-achtige typetjes. Het is trouwens niet alleen iets van deze tijd hoor, dat weerbarstige stukjes uit de bijbel worden gladgestreken. Dat zat er al heel vroeg in. Zelfs de eerbiedwaardige overleveraars van de Hebreeuwse tekst raakten eeuwen geleden al in de knoop met dit verhaal. Om precies te zijn met vers 22. God heeft dan net verteld dat hij hoogstpersoonlijk een bezoekje zal brengen aan Sodom. Hij wil weten of de ijselijke kreten die hem daar in zijn hoge hemel uit Sodom bereiken, inderdaad van kleine mensen zijn die vermorzeld worden door het spierballenvertoon in die stad. Zo ja, dan zal God laten zien dat hij op zijn beurt ook kan vermorzelen. Twee gezanten gaan vervolgens voor de ogen van Abraham naar Sodom. Die voelt op zijn klompen aan dat dit geen happy end wordt. En dan komt die zin die ze eeuwen geleden al zo ongewoon vonden dat ze hem maar begrijpelijk hebben gemaakt. Er stond namelijk dat God nadat hij dit gezegd had in een beetje een dienstbare houding bleef staan voor Abraham. Dat kon niet volgens de uiterst zorgvuldige, oude rabbijnen 1. Dit is een van de zeldzame plekken in de bijbel waarin ze hebben zitten knippen en plakken. Ze hebben de woorden God en Abraham omgedraaid. Dat is immers veel begrijpelijker en eerbiediger: Abraham blijft in een dienstbare houding staan voor God. Maar dat onbegrijpelijke is nou juist zo aantrekkelijk. Wat als we dat weer omdraaien, zoals het ooit geweest is. God heeft ferm staan te vertellen dat hij absoluut niet met zich laat sollen. Als hij uitgeoreerd is, blijft hij een beetje dralen en wachten voor Abraham. Alsof.., alsof God nu iets van Abraham verwacht. Alsof God denkt: Nou kom op Abraham, iemand die een beetje in mij gelooft kan dit toch niet zomaar laten gebeuren! En dan, heel voorzichtig durft Abraham weerwoord te geven: U bent toch rechtvaardig!? Stel dat er 50 onschuldigen in die stad wonen, dan kunt u toch niet de onschuldigen met de schuldigen over een kam scheren! Als een soort collateral damage van een niet precies genoeg bombardement! Goed luisteren hè, wat Abraham hier zegt. 1 De rabbijnen hebben er al die eeuwen lang keurig bij vermeld dat ze deze wijziging hebben aangebracht.
Het klinkt vroom, maar dat is het niet. Het klinkt wel een beetje alsof hij het goede met de stad voorheeft, maar eigenlijk... Eigenlijk zegt Abraham: die schuldigen die zullen me een rotzorg zijn, plet ze maar, maar die onschuldigen daar spring ik voor in de bres. En waarom is Abraham zo begaan met die onschuldigen? Zijn neefje Lot woont in de stad. Het hemd is nader dan de rok. 2 Vervolgens is God weer aan het woord. Dan gebeurt er iets heel wonderlijks. Let op wat God antwoordt: God corrigeert Abraham. Hij geeft Abraham als het ware veel betere argumenten om sterker tegenover God te staan. God had hier namelijk kunnen zeggen: Goed ik zal doen wat je vraagt. Ik zal de onschuldigen redden, inclusief jouw neefje en daarna zal ik al de schuldigen platbombarderen. Dan had Abraham akkoord moeten gaan. Maar God zegt: Goed Abraham, als die 50 onschuldigen er zijn, zal ik omwille van hen de hele stad vergeving schenken. Omwille van hen zal ik ook de schuldigen sparen. Dit is zo onmenselijk en zo ongewoon, dat kan alleen God bedenken. Dan is Abraham weer aan de beurt. En nu pas doet Abraham wat God van een gelovige verwacht. Abraham komt niet alleen op voor zijn eigen familie, niet alleen voor de onschuldigen, maar hij pleit nu ook voor de schuldigen. Hij komt op voor zijn vijand. Nu kan er afgedongen worden. Niet uit benepenheid, maar uit ruimhartigheid. Want met iedere stap die nu afgedongen wordt, blijkt niet alleen hoe groot het hart van God is. Ook het hart van Abraham wordt met iedere stap ruimer en ruimer. Hier wordt zichtbaar wat nou die ruggengraat is van Abraham. Abraham is niet rechtvaardig, om er zelf beter van te worden. Ook niet voor het belang van zijn vrienden en familie. Abraham steekt zijn nek uit voor ieder mens: onschuldig én schuldig. De vraag is niet meer: hoe voorkom ik dat de onschuldigen ten ondergaan met de schuldigen? De vraag is: hoe veel onschuldigen zijn er nodig om de schuldigen te redden? Voel je het? Dat is een fundamenteel andere manier van kijken. Hier in dit verhaal komen ze uit bij tien. 2 Voor de zorgvuldige lezer: Abraham spreekt hier (in vers 25) ook al over vergeving. De strekking van zijn betoog is alleen heel anders dan de manier waarop God over vergeving spreekt. Abraham vraag om vergeving met als doel dat de rechtvaardigen van de stad niet mee uitgeroeid worden. God spreekt straks (in vers 26) anders en veel ruimhartiger over vergeving.
Tien rechtvaardigen in een hele stad. Dat moet toch lukken. Maar het lukt niet. Er zijn nog geen tien rechtvaardigen te vinden en dat is de ondergang van Sodom. Zo verdorven was Sodom. Dat komt van al die vrije sex, hebben we eeuwen lang gedacht. Die Sodomieten deden het met alles en iedereen Wat is het toch moeilijk om goed te lezen. Sodom ging niet ten onder aan een losse sexuele moraal. Waaraan dan wel? Sodom ging ten onder omdat de stad het vreemdelingenrecht schond. Abraham geeft voorafgaand aan dit verhaal bed, bad, brood en vlees, respect en ruimte aan zijn gasten. Daardoor wordt hem een toekomst in de schoot geworpen. Letterlijk: Hij en Sara krijgen een kind. 3 Maar na ons verhaal lezen we hoe de Sodomieten zichzelf opdringen en hun gasten annexeren. 4 Dat is wat zij onder inburgeren verstaan: Zo snel mogelijk alles wat vreemd is verwijderen en één worden met ons. Zo verkrachten ze God in de letterlijke zin. Daar zit de wortel van het onrecht. Ons, dat is voor de Sodomieten één: allemaal dezelfde identiteit. Lekker duidelijk; ook heel simpel. Want als je allemaal mensen die hetzelfde zijn als jij op een rijtje zet en dat samen ons noemt, dan is ons niet ons. Dan is ons gewoon ik. Je sleept anderen die hetzelfde denken als jij erbij, om je eigen gelijk te onderstrepen. Jouw ons, is dan niks anders dan een heel dik ik. Dat is het tegenovergestelde van die ruggengraat van Abraham. Zijn ruime hart, dat niet alleen pleit voor familie en gelijkgestemden. Maar dat door de rechtvaardigheid van enkelen, iedereen gered mag worden. Dat is pas ons Eeuwen later was daar die zoon van Abraham. 3 Lees Genesis 18: 1-15: Daarin wordt verteld dat de bejaarde Abraham en Sara op het heetst van de dag drie vreemdelingen op bezoek krijgen. Een slechter moment hadden ze niet kunnen uitzoeken, maar Abraham ontvangt ze gastvrij. Als de drie gerust, gegeten en gedronken hebben vertellen ze Abraham en Sara dat zij een zoon zullen krijgen. Van deze zelfde drie vreemdelingen gaan er twee in ons verhaal naar Sodom. Een van hen blijkt God zelf te zijn en met Hem gaat Abraham het gesprek aan over de ondergang van de stad. 4 Lees Genesis 19: 1-11: De inwoners van Sodom gaan op een totaal andere manier met de vreemdelingen om dan Abraham. Ze dringen zich met dreiging van geweld aan hen op en willen ze nemen. Ook Lot blijkt in hun ogen een vreemdeling te zijn. De reactie van Lot is overigens ook bizar. Dat hij nota bene zijn dochters aanbiedt in plaats van de gasten. Misschien dat de bijbelse verteller zo duidelijk wilde maken dat Lot, als hij dan moet kiezen, liever zijn eigen familie ten schande maakt dan zijn gasten.wie weet dat mensen in die tijd dat een nobele gedachte vonden. Ik wordt er vooral onpasselijk van.
Jesjoeah, die de wereld heeft leren bidden: Onze Vader. Nergens in dat gebed staat ik. Er staat alleen U en ons en wij. Het ruime óns van Abraham. Dat de hele wereld tot zegen is.