Migrantenvoorlichting op de polikliniek gynaecologie/verloskunde in het MCH, Westeinde 1)

Vergelijkbare documenten
Voorlichtingen in eigen taal en cultuur (VETC)

Tips voor de Thuisdokter

Voorbeeld aanvraag Honours Grant

De verpleegkundig consulent (oncologische) gynaecologie

Opleiding consulent seksuele gezondheid NVVS

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg

Voorlichtingen voor statushouders en intermediairs EEN GEZOND HOUVAST

Bekendmaken Website en Toolkit. Borgen preconceptievoorlichting

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Project dichter bij de mens. Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg)

Adviezen na een hersenoperatie

Integrale lichaamsmassage

14 ZIEKTEPREVENTIE. Bij het reserveren is de titel en de plaatscode van belang.

Behandeling van allochtonen, Andere cultuur, andere" aanpak? Coosje van Zwol en Maurits Sloots

Interculturele bemiddeling en kwaliteit van zorg Prof.dr.Theda Borde 1

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen

Post-hbo opleiding seksuologie

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

De Polikliniek Ziekenhuispsychiatrie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich

Palliatieve zorg. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

De kunst van elkaar begrijpen

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Zorg voor de hivseropositieve

milieuvoorlichting voor en door bewoners van multiculturele wijken

87,6 (bevolkingsonderzoek, inentingen) Voor het uitleg geven over wat de bedoeling is van onderzoeken en

Evaluatie gebruik ketenrichtlijn geboortezorg asielzoekers

De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis

Van Klacht tot Patiënt

De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Verloskunde Serotiniteit Colofon Meer informatie Adresgegevens

Serotiniteit. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken?

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Een bezoek aan de kinder- en jeugdpsycholoog

Testen op HIV, ja of nee?

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

Serotiniteit 42 weken of langer zwanger.

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg

Vluchtelingenjeugd Centraal

De huisarts. De psycholoog. Published on 113Online zelfmoordpreventie (

Jaarcijfers Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Doorstroom naar geschikt beweegaanbod in de wijk

NHG-Standpunt. GGZ in de huisartsenzorg. Ik zie het even niet meer zitten. standpunt

ZORGEN VOOR DE PATIËNT DOE JE SAMEN

Migranten met diabetes. OCE Maria Sahakian diëtiste Maria van den Muijsenbergh, huisarts Pharos / Radboudumc

Onderzoek en behandeling door de kinder- en jeugdpsycholoog

Parkinsoncentrum Leeuwarden

Idiomes spreekt mijn taal

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa

Cultuursensitieve seksuele en reproductieve gezondheidsvoorlichting

Cultuursensitieve seksuele en reproductieve gezondheidsvoorlichting

Bang voor de bedrijfsarts

GGZ Centrum Roermond Regionaal Centrum GGZ Venlo Regionaal Centrum GGZ Venray

Van Klacht naar Probleem

Diabetes mellitus 2. Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

GROEPSGERICHTE INTERVENTIES FLITS

Kwaliteit in Diversiteit. Presentatie Co-schap Huisartsengeneeskunde Rianne Langeveld 16 april 2010

Uitdagingen in de multiculturele praktijk

Wijzer in de Liefde. Draaiboek voor het geven van seksuele voorlichting aan en seksuele vorming van jeugdige asielzoekers en nieuwkomers

Interculturele Communicatie Migranten en SOLK Migra. 29 september 2016, Utrecht Jan Wuister, huisarts Laila Bouakka, trainer

PSYCHOLOGIE. De klinisch psycholoog in het ziekenhuis

Afdelingsfolder 1A. Gynaecologie en Verloskunde

MuCeS: voor al uw vragen en problemen op het gebied van seksualiteit Met welke vragen en problemen kan ik bij MuCeS terecht?

EVEN VOORSTELLEN. Met Cardea kun je verder!

Klachten over de gezondheidszorg. Prof. dr. ir. R (Roland) Friele NIVEL/UvT

Inhoud. 0 Etnische diversiteit in de medische praktijk: een introductie. Casuïstiek. herkomst voor zorgverlening door artsen... 8

POP polikliniek. voor vrouwen vóór, tijdens en na de zwangerschap. Wat moet u echt weten! We kijken samen hoe we u kunnen helpen.

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

Zwanger, Bevallen, een Kind! Cursus voor alle aanstaande ouders

Het verpleegkundige Maag-, Darm- en Leverspreekuur

Zorggroep Cohesie Cure and Care denkt mee bij zorg voor ouderen! Optimale zorg voor ouderen in een kwetsbare positie

DE GGZ IN DE 9 PRESTATIEVELDEN

Eindrapportage Welzijn op recept Delft

Luchtgenoten. Wie zijn wij

Wat is Altrecht? centrum seksuologie

WERKPLAN EN ACTIVITEITENOVERZICHT

Ouders met een verstandelijke beperking

Menselijke maat in incontinentie

INHOUD OPDRACHTEN ORGANISATIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG

De beste zorg voor psychische en verslavingsproblemen

Groep B streptokokken en zwangerschap

Vervolgscholing Cervixscreening. voor doktersassistenten

ehealth voor iedereen!

Zwangerschap langer dan 42 weken

Allochtone kinderen geboren in ingeburgerd nestje.

Transcriptie:

18 Migrantenvoorlichting op de polikliniek gynaecologie/verloskunde in het MCH, Westeinde 1) Mw. A.M. Verlaat en Mw. C.J. Kruijthof Een methode van voorlichting aan migranten, die in de eerste lijn en in welzijnsinstellingen al tien jaar bekend is, doet nu ook zijn intrede in het ziekenhuis. Het gaat om Voorlichting in Eigen Taal en Cultuur, kortweg VETC. In het Medische Centrum Haaglanden, locatie Westeinde gaan drie migrantenvoorlichtsters werken op de polikliniek gynaecologie/ verloskunde (een Marokkaanse, een Turkse en een Surinaams-hindostaanse). Het ziekenhuis is voor hun een nieuw werkterrein. De voorlichting wordt afgestemd op de deskundigheid en de belevingswereld van de patiënt. Maar met de intermediaire rol van de VETC streeft men ook naar deskundigheidsbevordering bij hulpverleners. In het MCH in Den Haag zullen vanaf 1 juli drie migrantenvoorlichtsters werkzaam zijn. Met subsidie van ZorgOnderzoek Nederland (ZON) wordt op de polikliniek gynaecologie/verloskunde het zogenoemde VETC-concept ingevoerd. VETC betekent Voorlichting in Eigen Taal en Cultuur. De methode wordt in welzijnsinstellingen en in de eerste lijn al tien jaar toegepast, maar is in ziekenhuizen nog weinig bekend. Communicatie tussen artsen en migranten Ongeveer 70% van de vrouwen die de polikliniek gynaecologie/verloskunde in het MCH bezoeken, is van allochtone afkomst. De vijf gynaecologen zijn Nederlands. Zij spreken enkele buitenlandse talen (twee van hen spreken Spaans), maar niet de talen van de meest voorkomende groepen patiënten (zie het vorige artikel in dit bulletin). Bovendien is taal niet de enige bepalende factor voor communicatie (1). In onderzoek naar de communicatie tussen allochtone patiënten en Nederlandse artsen is de huisarts vaker onderwerp van studie dan de specialist. Maar de volgende bevindingen gelden hoogstwaarschijnlijk ook in het ziekenhuis (2)(3). Taalproblemen zijn uiteraard een knelpunt in de communicatie. Hierdoor blijft bijvoorbeeld de hulpvraag onduidelijk, of de patiënt begrijpt de therapie niet. Het feit dat de huisarts en de allochtone patiënt een verschillende cultuur als achtergrond hebben, kan ook aanleiding zijn voor knelpunten. Migranten leggen bijvoorbeeld meer dan Nederlanders de verantwoordelijkheid voor genezing in de handen van artsen en andere deskundigen. Mede door ervaringen in de gezondheidszorg in het land van herkomst hebben allochtonen soms verwachtingen van de arts die niet worden waargemaakt. Bijvoorbeeld: Voor Turkse patiënten is Mevrouw S. van der Meer (gynaecologe): In patiëntencontacten met allochtone vrouwen merk ik vaak dat er weinig basiskennis over het eigen lichaam aanwezig is. Dit komt met name naar voren bij patiënten die met vruchtbaarheidsvragen op de polikliniek verschijnen. Het is heel erg moeilijk om duidelijk te maken hoe iemand zwanger wordt. De noodzaak van verschillende onderzoeken die ik bij een patiënt moet doen is hierdoor ook moeilijk uit te leggen. Als gynaecoloog krijg ik vaak het idee dat mensen hier komen en verwachten dat ze dan bijna automatisch zwanger worden. De patiënt is vaak totaal gefixeerd op het zwanger worden of niet. Door gebrek aan inzicht en kennis bij de patiënt is het moeilijk om uit te leggen dat de gynaecoloog alleen kan zorgen voor een verhoging van de kans om zwanger te worden. Als een voorlichtster uitleg geeft over het functioneren van de geslachtsorganen denk ik dat dit het inzicht van de patiënt kan verhogen. Over de auteurs: Mw. A.M. Verlaat, verpleegkundige en gezondheidswetenschapper en Mw. C.J. Kruijthof, arts en bestuurskundige beiden werkzaam als stafmedewerker dienst Zorg bij het Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde.

19 een arts die veel medicijnen voorschrijft een bewijs dat hij er alles aan doet om ze beter te maken (2). En ten slotte blijkt er weinig communicatie plaats te vinden over persoonlijke en sociale problemen, zodat psychosomatische ziekteverschijnselen moeilijk kunnen worden besproken (2)(4). In een vergelijking tussen de consulten met Nederlandse en allochtone patiënten heeft de laatste groep korter durende contacten. Daarbij wordt aan migranten minder vaak voorlichting gegeven door de huisarts en er wordt minder vaak een therapeutisch gesprek gevoerd. Door de genoemde knelpunten bestaat er een grotere kans op onnodig diagnostisch en therapeutisch handelen. De kwaliteit en zorgvuldigheid van het medisch handelen worden hierdoor beïnvloed, wat kan leiden tot onvrede, zowel bij de patiënt als bij de arts (2). De taalbarrière is ook vaak een probleem, bij patiënten met vruchtbaarheidsproblemen moet ik vragen stellen over de seksuele contacten tussen de partners. Als tolk wordt vaak een kind meegenomen. Het is echter moeilijk om met een kind te praten over de seksualiteit van de ouders. De vraag doorspelen naar een migrantenvoorlichtster kan uitkomst bieden. In het MCH wordt op verschillende manieren ingespeeld op het feit dat een groot deel van de patiëntenpopulatie van allochtone afkomst is (5). De meeste activiteiten betreffen ondersteuning van de zorg. Directe ondersteuning van de communicatie en informatieoverdracht vindt nog niet systematisch plaats. Omdat de gynaecologen aangeven juist daaraan behoefte te hebben, zullen deze zomer drie migrantenvoorlichtsters starten bij de polikliniek gynaecologie/verloskunde. Migrantenvoorlichting met behulp van VETC VETC is in Nederland vooral ontwikkeld door het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) (6). De afkorting VETC staat voor: Voorlichting in de Eigen Taal en vanuit de eigen Cultuur van allochtonen. De voorlichter heeft dezelfde afkomst als de voor te lichten groep. VETC-ers (voorlichters eigen taal en cultuur) hebben een basisopleiding gevolgd waarin kennis en vaardigheden zijn aangeleerd. De kennis betreft een De heer J. Lind (gynaecoloog): Een taalbarrière kan lastig zijn, maar je moet voorkomen dat je je er aan gaat ergeren. Als je met taal onvoldoende informatie krijgt zul je een andere manier moeten zoeken. Dan zul je bijvoorbeeld toch wat extra aanvullend onderzoek moeten doen. groot aantal onderwerpen, vooral op het terrein van gezondheid en opvoeding. De vaardigheden zijn gericht op communicatie en voorlichting. De voorlichting is bedoeld voor allochtonen die onvoldoende Nederlands spreken om actief deel te nemen aan Nederlandstalige voorlichtingsactiviteiten, of die om andere redenen weinig of geen gebruik maken van Nederlandse voorlichtingskanalen. Kennisoverdracht en preventie zijn de belangrijkste doelstellingen. De gegeven informatie sluit aan bij de eigen cultuur, zowel op het gebied van gebruiken en gewoonten, als wat betreft achterliggende ideeën over ziekte en gezondheid. Mede hierdoor wordt de voorlichting gericht op de belevingswereld van de deelnemer. Het kennisniveau, de ervaringen en de mogelijkheden van de deelnemers zijn uitgangspunten bij de voorlichting. Onderwerpen die binnen de eerste lijn worden behandeld, zijn onder andere: vrouwenklachten, voeding, organisatie van de gezondheidszorg in Nederland en diabetes. Het bevorderen van zelfredzaamheid, mondigheid, lotgenotencontact en het doorbreken van sociaal isolement zijn bijkomende doelen. Daarom wordt Mevrouw P. Hymans (doktersassistente polikliniek): Vaak is het moeilijk om aan een allochtone vrouw onderzoeken uit te leggen; ik denk dan aan uitleg van het doel van het onderzoek en de nodige voorbereidingen. Aan de ene kant kan de taalbarrière hierbij een probleem zijn, aan de andere kant is het voor mij ook niet altijd duidelijk of mijn uitleg wordt begrepen. Hierbij kan de inzet van een migrantenvoorlichter een oplossing bieden. Dan is er geen taalbarrière en ik denk ook dat een allochtone vrouw zich prettiger en vertrouwder voelt als ze de informatie krijgt via een vrouw uit de eigen cultuur. Mijn inschatting is dat het voor een allochtone vrouw makkelijker is aan een migrantenvoorlichter aan te geven of informatie niet wordt begrepen en zo ja welke. Dit probleem zie ik met name bij vrouwen die met vruchtbaarheidsproblemen op de polikliniek komen; bij deze vrouwen zijn veel onderzoeken nodig. Een duidelijke uitleg en het begrijpen van de uitleg door de vrouwen is dus heel belangrijk. 1) Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde.

20 ook aandacht besteed aan vaardigheden, bijvoorbeeld bij het gebruik maken van de Nederlandse gezondheidszorg. Hierbij wordt de deelnemer aangesproken op de reeds aanwezige kennis en vaardigheden. Het uitwisselen van ervaringen wordt binnen groepsvoorlichting gestimuleerd. Project: Migrantenvoorlichting Verloskunde en Gynaecologie Over de aantallen allochtone vrouwen die de polikliniek gynaecologie/verloskunde van het MCH bezoeken, kunt u in het vorige artikel lezen. Voor hen is het project Migrantenvoorlichting Verloskunde en Gynaecologie gestart. De centrale doelstelling van het project is het verbeteren van de zorg aan deze groep vrouwen. Deze verbetering wil het MCH bewerkstelligen door de inzet van migrantenvoorlichters ter ondersteuning van de voorlichting. Op verschillende niveaus is ondersteuning van belang: kennisoverdracht aan allochtone vrouwen; formulering hulpvraag; kennisoverdracht aan gynaecologen. Elke patiënt heeft recht op informatie die zoveel mogelijk aansluit op haar kennisniveau en belevingswereld. Ze moet over onderzoek en behandeling kunnen beslissen op basis van begrijpelijke informatie ( informed consent ) en heeft dus kennis en informatie nodig (7). Om patiëntgerichte kennis en informatie te kunnen geven, moet de arts de hulpvraag begrijpen en inzicht hebben in de belevingswereld van niet-nederlandse vrouwen. Lind: Ik verwacht dat de voorlichtster vooral een belangrijke rol kan spelen bij het uitleggen van aanvullend onderzoek en de eventuele gevolgen daarvan. Bijvoorbeeld bij diagnostiek bij zwangeren, naar eventuele aangeboren afwijkingen. Resultaten van dergelijk onderzoek hebben vaak de vorm van kansen en risico s. Je kunt geen eenduidig antwoord geven. Dat vind ik heel moeilijk uit te leggen. De voorlichtster zal de informatie van de arts aanvullen en met de patiënt bespreken vanuit de eigen taal en cultuur. Door terugkoppeling naar de arts, kan ze een verduidelijking van de hulpvraag bewerkstelligen. In deze terugkoppeling kunnen culturele betekenissen en achtergronden worden toegelicht, waardoor kennis en inzicht bij de gynaecoloog zullen toenemen. Bij ervaringen in de eerste lijn is gebleken dat de migrantenvoorlichtster een bijdrage levert aan verbetering van de communicatie. Patiënten geven aan een beter begrip te ervaren bij de hulpverlener en door een grotere culturele nabijheid krijgen hulpverleners een duidelijker beeld van de problematiek en de hulpvraag van de migrant (8). Daarnaast is het vaak niet inzichtelijk hoe belangrijk zwanger worden is in een cultuur en wat de betekenis hiervan is in een relatie. Iemand uit dezelfde cultuur van de patiënt kan mij als gynaecoloog daarin meer inzicht geven. Afhankelijk van de onderwerpen zal de informatievoorziening op de polikliniek individueel of groepsgericht worden georganiseerd. Bij individuele voorlichting heeft de gynaecoloog bijvoorbeeld de mogelijkheid de patiënt uit te nodigen op het spreekuur van de voorlichtster. Patiënt en voorlichtster kunnen samen proberen de hulpvraag zo concreet mogelijk te formuleren en de voorlichting van de arts kan worden aangevuld. Thematische groepsvoorlichting zal vorm krijgen in overleg met de migrantenvoorlichtsters en extern betrokkenen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij ervaringen in de extramurale gezondheidszorg (onder andere in het wijk- en dienstencentrum De Rubenshoek). Onderwerpen die binnen groepsvoorlichting aan de orde kunnen komen zijn bijvoorbeeld: hoe werken de inwendige geslachtsorganen van de vrouw en wat gebeurt er tijdens de zwangerschap met het lichaam van de vrouw. Van het project worden ook neveneffecten verwacht: door algemene terugkoppeling van informatie aan artsen en andere ziekenhuismedewerkers kan brede deskundigheidsbevordering plaatsvinden. Inzicht in sociaal-culturele aspecten van patiëntenvoorlichting komt de communicatie met alle patiënten ten goede. Voorlichting in eigen taal en cultuur past wat dat betreft binnen het kwaliteitsbeleid van het MCH, dat is gericht op een methodische aanpak en patiëntgerichte zorg. Vrouwen komen nog weleens met vragen die ze eigenlijk bij de huisarts zouden kunnen stellen. Voor ons zou het dus ook van belang zijn dat er bij allochtonen meer inzicht is in hoe de Nederlandse gezondheidszorg in elkaar zit. Ik krijg vaak het idee dat er weinig vertrouwen is in de huisarts, zeker in mannelijke huisartsen: wat weten die nu van vrouwen-zaken. De voorlichtster zou hierin een informatieve rol kunnen hebben.

21 Voorlichtingstrajecten en evaluatie De migrantenvoorlichtsters zullen in een aantal voorlichtingstrajecten werkzaam zijn. Gestart wordt met basisvoorlichting, waarbij aandacht wordt besteed aan de algemene anatomie en fysiologie van het lichaam. Voor mij als gynaecoloog is het onbekend hoe de allochtone patiënt de zwangerschap beleeft. Ik heb snel de indruk dat patiënten uit bepaalde andere culturen heel klagerig zijn tijdens hun zwangerschap. Deze patiënten hebben meer klachten dan andere patiënten bij de normale controles. Ik vraag me dan af of dat ook cultureel bepaald is of misschien samenhangt met weinig inzicht van de patiënt in wat normaal is. Maar het blijft bij interpretaties, inzicht heb ik daar niet in. Door gesprekken met een voorlichtster denk ik daar meer inzicht in te krijgen Op basis van de ervaringen met de basisvoorlichting zullen de vervolgtrajecten worden ingezet. In deze vervolgtrajecten zal aandacht worden besteed aan voorlichting voor zwangeren en pre-operatieve voorlichting. Om de vervolgtrajecten vorm te kunnen geven zal het MCH een vervolgopleiding aanbieden die aansluit op de basisopleiding. Bij de samenstelling van deze vervolgopleiding zal het MCH samenwerken met de afdeling Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (GVO) van de GGD en met het NIGZ. De inhoudelijke en procedurele aanbevelingen die zullen voortkomen uit het onderzoek Gynaecologie/Verloskunde en Sociaal-culturele Diversiteit zullen worden verwerkt in het project en in de vervolgopleiding. voorlichtsters. Uit deze groep werft het MCH drie voorlichtsters. De grootste groepen allochtone vrouwen die de polikliniek gynaecologie/verloskunde bezoeken zijn van Marokkaanse, Turkse en Surinaams-hindostaanse afkomst. De drie voorlichtsters zullen dan ook afkomstig zijn uit deze groepen. Bij de vormgeving van de voorlichting op de polikliniek wordt gebruik gemaakt van de ervaringen van andere instanties in Den Haag, met name in de eerste lijn, en de ervaringen van de voorlichtsters. Het ziekenhuis is voor de migrantenvoorlichtster een nieuw werkterrein. De begeleiding van de samenwerking van de voorlichtsters met andere ziekenhuismedewerkers is dan ook belangrijk. Een medewerker van de polikliniek zal op de werkvloer als mentor fungeren. In de inhoudelijke voorbereiding vinden de volgende activiteiten plaats: beschrijven van duidelijke regels voor alle betrokkenen, een bezoek aan de Rubenshoek, bestuderen van de inhoud van de cursus en gesprekken met een aantal voorlichtsters uit de regio. De verwachtingen van ziekenhuismedewerkers enerzijds en de voorlichtsters anderzijds moeten duidelijk worden uitgesproken, om teleurstellingen en frustratie te voorkomen. Uit andere ervaringen blijkt dat de grenzen van het vakgebied van de migrantenvoorlichtster ook aan patiënten duidelijk moeten worden gemaakt, om te voorkomen dat ze primair als uitvoerend hulpverleenster wordt beschouwd (8). Wanneer de rol van de voorlichtster voor alle partijen duidelijk is, kan haar eigen professie vorm krijgen in het ziekenhuis. In de evaluatie van het project wordt nagegaan in hoeverre de gewenste effecten worden behaald. De uitkomsten van het kwalitatieve deelonderzoek van de studie Gynaecologie/Verloskunde en Sociaalculturele Diversiteit bieden belangrijke informatie voor de evaluatie. Hierin geven hulpverleners en patiënten hun mening over poliklinische consulten. In de loop van het project zal worden onderzocht in hoeverre deze meningen veranderen/verbeteren. Werving, selectie en start In Den Haag zijn ongeveer 36 migrantenvoorlichtsters opgeleid in een basisopleiding. De afdeling GVO van de GGD coördineert de opleiding en de inzet van de In het ziekenhuis komen verschillende verzoeken binnen voor maagdenvliescorrecties. Voor de gynaecologen is het moeilijk te bepalen wat mensen hiervan verwachten. Mijn Nederlandse benadering is: je bent toch al met iemand naar bed geweest, dat is niet meer te veranderen en derhalve blijft het grootste probleem in je hoofd zitten. Wat voor een andere cultuur het grootste probleem is, is moeilijk in te schatten. Wie of wat de angst oproept is moeilijk te bepalen. Door het nabespreken van patiëntencontacten met een voorlichtster denk ik dat wij als gynaecologen hier meer inzicht in kunnen krijgen. De positie van de migrantenvoorlichtsters in het MCH is gebaseerd op een arbeidsovereenkomst van anderhalf jaar. Daarnaast zullen de voorlichters contact blij-

22 ven houden met de afdeling GVO van de GGD. Door hun inzet in het ziekenhuis wordt een verbreding bewerkstelligd van mogelijkheden voor de Haagse migrantenvoorlichtsters, wat hopelijk een aanzet biedt tot structurele inbedding in ziekenhuizen. De voortgang van het project zal ook in dit tijdschrift worden beschreven, evenals de resultaten van de evaluatie. Met dank aan Mw. S. van der Meer en de heer J. Lind, gynaecologen en Mw. P. Hymans, doktersassistente in het Medisch Centrum Haaglanden. Literatuur: 1. Hoffman EM. Het zijn mensen die elkaar ontmoeten, en niet culturen. Handboek interculturele zorg. De Tijdstroom: Utrecht, 1996. 2. Gerits YC en Dijkshoorn H. Effectevaluatie VETC in de huisartspraktijk; een voormeting. Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Amsterdam, 1999. 3. Bruijnzeels MA, Hoop T de en Voorham AJJ. Migrantenvoorlichting in de huisartspraktijk in Rotterdam-zuid. GGD, sector Gezondheidsbevordering. Rotterdam, 1998. 4. Erp R van en Kraetzer S. De communicatie tussen huisartsen en migranten. De groepsgewijze dialoog als methode. Epidemiol Bul Grav 1997; 32 nr. 4: 10-4. 5. Bommel A van, Gruijter AWIM de, Kruijthof CJ en Ramdhani AK. Moslim en Hindoe geestelijke verzorging in ziekenhuizen. Epidemiol Bul Grav 1999; 34 nr. 2/3: 30-4. 6. Tien jaar Voorlichting in de Eigen Taal en Cultuur over Gezondheid en opvoeding. Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie. Woerden, 1998. 7. Scharw chter WH en Laarhoven JF van. Communiceren met allochtone patiënten. Medisch Contact 2000; 55 nr. 21: 784-7. 8. Opschoor A en Danz MJ. Een migrantenvoorlichtster in een gezondheidscentrum. Epidemiol Bul Grav 1997; 32 nr. 1: 14-7.