Abvakabo FNV Barometer Jeugdzorg Rapportage

Vergelijkbare documenten
Onderzoek jeugdzorg Onderzoek Netwerk in samenwerking met de ABVAKABO FNV, woensdag 7 januari

Barometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Barometer Ziekenhuissector. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Gratis advies van jongeren aan gemeenten

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

HULPVERLENERS OVER STELSELWIJZIGING JEUGDZORG

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

Factsheet Communicatie met ouders en jeugdigen Voor jeugdhulpverleners bij jeugdhulporganisaties, lokale teams en gecertificeerde instellingen.

Wat betekent de Jeugdwet voor jeugdigen en ouders?

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Samenvatting onderzoek naar banenruil in Nederland bij werknemers en werkgevers. Multiscope Banenruil.nl April 2014

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong. Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Rapportage enquête De ggz laat zich horen

Onderzoeksrapportage Geluk 2016

Barometer Welzijn. Samenvattend rapport Kenmerk: April 2016

RAPPORTAGE DRAAGVLAKONDERZOEK CAO VVT

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Oordeel over concept Banenruil. Rapportage April 2014

Rapportage. Communicatiejaaronderzoek 2013

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Risico- indicatoren Maart 2014

Commissie ethiek van de jeugdzorg, 24 januari 2014 Presentatie van Sijta de Vries. Inleiding Situatie tot De nieuwe situatie...

Regeerakkoord Arbeidsmarktagenda Medisch Specialistische Zorg Kamerbrief van 1 december Aaldert Mellema

NVZ Imago-onderzoek. Opdrachtgever: Datum: voorjaar drs. S. Boekee, drs. S. Buitinga

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Vraag 10: Grenzen in pleegzorg

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Beroepsregistratie en herregistratie. in de jeugdhulp en

Actieplan Professionalisering Jeugdzorg: de resultaten

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Scheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders

Beroepsregistratie voor sociaal werkers in de jeugdhulp en jeugdbescherming

Onderzoeksresultaten. Onderzoek naar imago en positionering. drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008

KTO Het Nieuwe Inzamelen Overvecht

Cao enquête. Cao 2017 enquête. Algemene Onderwijsbond

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Beter samenwerken. Minder regeldruk, meer tijd voor jeugdzorg

DNA-ps december Resultaten november Uitleg KvK Ondernemerspanel

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

OPVOEDEN KUN JE LEREN Onderzoek 1 naar het opvoeden van kinderen onder ouders in opdracht van het Ministerie voor Jeugd en Gezin

Online leren dat is wat we willen! Online trainingen overtuigend op nummer 1-positie in Nederland GoodHabitz

ONDERZOEK GEMEENTEGIDS

ONDERZOEK NAAR HET VERTROUWEN BIJ TEIJIN ARAMID. FNV EN CNV, 10 NOVEMBER 2015

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Contractering jeugdhulp 2016 in Holland Rijnland. Terugblikken en vooruitzien!

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

Begrijpen Beleven Bouwen Geluk op de werkplek. Peiling onder Nederlandse werknemers 5 januari 2016

Dilemma s in de toegang Jeugd

Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderzoek studentenreisproduct minderjarige mbo'ers. Rapportage november 2015

Onderzoek Passend Onderwijs

Ledenonderzoek Dinsdag 18 april Powered by

Nederlanders aan het woord

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Kwaliteitskader jeugdzorg. De norm van verantwoorde werktoedeling

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

Cliënt ervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

MONITOR WERK Meting maart Maart 2014 Francette Broekman

Factsheet persbericht

De agent in Utrecht aan het woord. Onderzoek van de SP onder politieagenten

Zorgen over het pensioeninkomen. 6 oktober 2011

Hoofdstuk 20. Gezondheid en informatie

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

PE,PEPP en Samen Werken

Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff

Sociale samenhang in Groningen

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Factsheet Jeugd in cijfers

Enquête regeldruk in het Amsterdamse Onderwijs. D66 Amsterdam Januari 2014

Werken met een chronische aandoening

Wijkteam en Juridische Verantwoordelijkheid. 20 mei 2014 mr. Cecile van Houdt

25 augustus 2018 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: lonen en staken

Aanpak harmonisatie arbeidsvoorwaarden

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Rapportage. Keurmerk Klantgericht Verzekeren

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

Transcriptie:

Abvakabo FNV Rapportage September 2013 Kenmerk: 10875

Inhoud Achtergrond 3 Management Summary 4 Resultaten De transitie 9 De transformatie 17 Professionalisering 24 Algemeen 32 Samenstelling steekproef 37 Inhoud pag. 2

Achtergrond In het najaar van 2013 wordt er een besluit genomen over een eventuele wetswijziging in de jeugdzorg. Deze wijziging omvat drie aspecten: - Transitie: De verantwoordelijkheid voor de gehele jeugdzorg wordt hierbij overgedragen aan gemeenten. Deze transitie moet ervoor zorgen dat de jeugdzorg minder complex wordt waardoor betere zorg geleverd kan worden. - Transformatie: Dit is een verandering in de manier van werken: het recht op jeugdzorg verdwijnt (en daarmee de wachtlijsten). Mensen moeten en kunnen zelf de zorg aanvragen. Belangrijk principe hierbij is één gezin een plan, dat wil zeggen dat het kind en zijn omgeving centraal moeten staan en niet de verschillende jeugdzorgorganisaties. - Professionaliseringstraject: gedwongen jeugdzorginstellingen worden verplicht om met geregistreerde professionals te werken. Doorlopende bij- en nascholing is een voorwaarde voor jeugdzorgwerkers om geregistreerd te blijven. Daarnaast komt er tuchtrecht. Bovengenoemde wijzigingen brengen voor de werknemers in de jeugdzorg onzekerheid met zich mee. Organisaties zullen verdwijnen, maar het is nog niet duidelijk wat de nieuwe situatie precies wordt. Abvakabo FNV wil graag de werkgelegenheid voor de jeugdwerkers behouden. Daarnaast wil zij aandacht geven aan de positie van de jeugdwerkers. Doel onderzoek: Abvakabo FNV wil de mening van haar achterban (de jeugdwerkers) over de transitie, transformatie en professionalisering achterhalen. Deze mening wil Abvakabo FNV gebruiken om de politiek en de publieke opinie te beïnvloeden. Achtergrond pag. 3

Management summary

Transitie in het kort De transitie heeft een goede bekendheid, 9 op de 10 leden is redelijk tot volledig op de hoogte. Dit blijkt ook uit de verschillende aspecten waaruit de transitie bestaat, deze zijn allemaal voor een meerderheid bekend. Het best bekend is het aspect dat de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij gemeenten komt te liggen. Dit is meteen ook het aspect waar belangrijke positieve en negatieve gevolgen aan worden gekoppeld. Leden vinden het prettig dat de zorg een lokaal karakter krijgt, zowel in het algemeen als voor de eigen situatie. De verantwoordelijkheid van gemeentes zorgt er echter ook voor dat er een kwaliteitsverschil tussen gemeenten komt. Leden verwachten ook dat de prijs een belangrijke rol gaat spelen, dit kan een versterkend effect hebben op het kwaliteitsverschil tussen gemeenten. Een groot negatief gevolg zijn de banen die in de sector op het spel staan. Kennis 8,0 Bekend via werkgever (93%) en media (59%) Verantwoordelijkheid bij gemeenten (99%) ; ingangsdatum 1-1-15 (94%) Verwachte gevolgen: Invloed algemeen 86% 100% + De organisatie van de jeugdzorg wordt (beter) aangepast op lokale omstandigheden 42% - De kwaliteit van de zorg gaat verschillen tussen gemeenten 89% Invloed eigen situatie Verwachte gevolgen: 46% 98% + Het beeld van de jeugdzorg wordt beter 13% Positief Negatief Positief Negatief - Mijn baan wordt minder zeker 75% Management Summary pag. 5

Transformatie in het kort De transformatie is het minst bekende onderdeel, slechts twee derde van de leden is matig tot goed bekend met dit begrip. Dit blijkt ook uit de verschillende aspecten die onder transformatie vallen. De leden zijn hier slecht bekend mee. Alleen de ingangsdatum (die gelijk is aan de transitie) is redelijk goed bekend, de aspecten die de inhoud betreffen zijn slechts bij de helft of nog minder van de leden bekend. Net als bij de transitie is een positief gevolg van de transformatie kortere lijnen/ minder organisaties waar cliënten mee te maken krijgen. Aan de andere kant is ook hier de kans op banenverlies een groot negatief gevolg. Kennis 6,1 Bekend via werkgever (77%) en media (40%) ingangsdatum 1-1-15 (73%) ; mensen moeten/kunnen zelf zorg aanvragen (50%) Verwachte gevolgen: Invloed algemeen 78% 98% + Cliënten en hun ouders krijgen met minder verschillende instellingen te maken 42% - Er zal vooral gekeken worden naar prijs van de zorg 78% Invloed eigen situatie Verwachte gevolgen: 40% 94% + Het beeld van de jeugdzorg wordt beter 15% Positief Negatief Positief Negatief - Mijn baan wordt minder zeker 68% Management Summary pag. 6

Professionalisering in het kort De professionalisering is onder een meerderheid bekend, ook de inhoudelijke aspecten zijn goed bekend. Veel leden zien positieve gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. De bij- en nascholing wordt goed ontvangen, dit zorgt volgens leden ook voor een goede kwaliteit van de zorg, waardoor ook het beeld van de jeugdzorg beter wordt. De angst op baanverlies is er slechts bij een minderheid. Wel maken mensen zich zorgen over de bekostiging van de scholing. Men is bang hier zelf voor op te draaien. Wanneer het aan de medewerkers ligt, zal de werkgever voor de bekostiging van de scholing moeten zorgen. Scholing heeft ook invloed op de beschikbare tijd van werknemers. Zij verwachten minder tijd voor de werkzaamheden over te houden en meer tijd kwijt te zijn met administratie. Kennis 7,2 Bekend via werkgever (88%) en media (40%) Bij- en nascholing noodzakelijk (86%) ; geregistreerde professionals verplicht in gedwongen jeugdzorg (83%) Verwachte gevolgen: Invloed algemeen 86% 77% Positief Negatief + Het beeld van de jeugdzorg wordt beter 46% - Er zullen banen verdwijnen 45% Invloed eigen situatie Verwachte gevolgen: 81% 75% Positief Negatief + Ik moet bijscholing / nascholing gaan volgen 61% - Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden 37% Management Summary pag. 7

Vergelijkingen De transitie is het best bekend onder leden, de transformatie het minst. Bij de transformatie valt het op dat de inhoud ook slecht bekend is, bij de andere twee aspecten zijn deze goed bekend. Transitie Transformatie professionalisering Positief Ik kan betere zorg leveren 6% 5% 26% Mijn werk wordt leuker 4% 4% 11% De professionalisering wordt het meest positief beoordeeld, dit is het enige aspect waar men vaker positieve gevolgen kan noemen dan negatieve. De onzekerheid op banen wordt hierbij veruit het minst vaak benoemd, daarnaast zorgt professionalisering vaker voor leuker werk en betere zorg. Alle drie de maatregelen zorgen voor meer administratie en minder tijd voor de werkzaamheden. Negatief Mijn baan wordt minder zeker Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden Ik zal meer bezig zijn met administratie Mijn werk wordt minder leuk 75% 68% 34% 40% 40% 37% 33% 32% 31% 26% 27% 9% KENNIS Mensen met veel kennis van de begrippen transitie en transformatie geven vaker aan dat er banen gaan verdwijnen dan mensen met beperkte kennis. Met betrekking tot de professionalisering noemen ze dit juist minder vaak. Zij zijn ook positiever over de professionalisering dan mensen met minder kennis. BJZ / J&O Werknemers van een bureau jeugdzorg zijn vaker door hun werkgever over de drie begrippen geïnformeerd dan werknemers bij organisaties J&O. Werknemers BJZ geven vaker aan dat de transformatie en transitie ten koste gaat van kwaliteit en het aantal banen. LEEFTIJD Oudere werknemers (55+) geven vaker dan jongere werknemers (-34) aan op de hoogte te zijn van de 3 begrippen. Opvallend is dat deze oudere werknemers vaker via de vakbond geïnformeerd zijn dan de jongere werknemers. Jonge (-34) werknemers zijn vaker positief over de gevolgen van de transformatie en de professionalisering dan hun oudere collega s Management Summary pag. 8

Resultaten De transitie Vanaf 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg van het Rijk en de provincies overgedragen aan de gemeenten. Dit wordt de transitie van de jeugdzorg genoemd. De landelijke en provinciale kaders die we nu kennen, verdwijnen na de overheveling naar gemeenten. Hierdoor krijgen de gemeenten meer vrijheid om de jeugdzorg te organiseren en financieren. Dit houdt ook in dat de uitvoering van jeugdzorg vanaf 2015 mag worden aanbesteed onder verschillende jeugdzorgorganisaties.

Meerderheid is op de hoogte van de transitie De transitie is goed bekend, 48% geeft aan (bijna) volledig bekend te zijn met dit begrip. 10% is niet tot weinig op de hoogte, binnen deze groep is slechts 1% helemaal niet op de hoogte van de transitie. Leeftijd speelt een belangrijke rol in de bekendheid: hoe ouder leden zijn, des te bekender zijn ze met het begrip transitie. Een grote meerderheid van de leden (93%) heeft informatie van zijn/haar werkgever ontvangen. Daarnaast zijn ook de media (59%) en collega s (59%) belangrijke bronnen voor informatie over de transitie. 38% geeft aan via de vakbond informatie te hebben verkregen. Werknemers van 34 jaar of jonger zijn minder vaak (27%) dan hun oudere collega's via hun vakbond geïnformeerd over de transitie. 8,0 Hoeveel weet je van de transitie? 1=niets ; 11 = volledig op de hoogte Basis= iedereen (n=1.217) 10% 42% 48% 1 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 11-34 35-44 45-54 55+ 1 t/m 5 12% 11% 12% 7% 6 t/m 8 52% 42% 38% 37% 9 t/m 11 36% 47% 50% 56% Hoe heb je informatie verkregen over de transitie? Basis: (enigszins) bekend (n=1.200) Van mijn werkgever 93% Uit de media 59% Van collega s 50% Van mijn vakbond 38% Van familie / vrienden Anders, namelijk: 4% 16% OR, gemeente, internet (zelf gezocht) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten de transitie pag. 10

Verschuiving verantwoordelijkheid naar gemeentes best bekende aspect van transitie De transitie is op te splitsen in een aantal aspecten. Bijna iedereen die enigszins bekend is met de transitie is op de hoogte van het feit dat de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeente komt te liggen (99%). Ook de invoerdatum van de transitie; 1 januari 2015; is goed bekend (94%). Daarnaast is ook een groot deel van de leden op de hoogte van de vrijheid van gemeentes in het organiseren (93%) en het financieren (91%). De minst bekende onderdelen van de transitie zijn het feit dat de uitvoering mag worden aanbesteed (76%) en het feit dat de landelijke kaders gaan verdwijnen (67%). Welke van deze aspecten van de transitie waren je vóór deze vragenlijst al bekend? Basis: (enigszins) bekend (n=1.200) Dat de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeenten zal komen te liggen Dat de transitie plaatsvindt per 1 januari 2015 Organiseren: Dat gemeenten meer vrijheid zullen krijgen om de jeugdzorg te organiseren Financieren: Dat gemeenten meer vrijheid zullen krijgen om de jeugdzorg te financieren Dat de uitvoering van jeugdzorg zal mogen worden aanbesteed Dat de landelijke kaders gaan verdwijnen 67% 76% 99% 94% 93% 91% Geen van bovenstaande 0% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Resultaten de transitie pag. 11

Gemeentes en organisaties zijn nog niet klaar voor de transitie De transitie gaat in op januari 2015. Slechts een klein deel denkt dat de eigen organisatie (6%) en de gemeentes (1%) hier klaar voor zijn. Hoewel de eigen organisaties er op dit moment nog niet klaar voor zijn, denkt de helft van de leden dat hun eigen organisatie in januari 2015 wel klaar zal zijn voor de transitie (47%). Ruim een derde denkt echter dat hun eigen organisatie ook in januari 2015 nog niet klaar zal zijn voor de transitie (38%). De gemeentes staan er minder goed voor, hierbij geeft een grote meerderheid (79%) van de leden aan dat januari 2015 te snel komt. Medewerkers van een bureau van jeugdzorg (86%) denken vaker dan medewerkers van een organisatie voor jeugd- en opvoedhulp (72%) dat januari 2015 voor gemeenten te kort dag is voor de transitie. 43% (vs. 33%) geeft aan dat de transitie voor hun eigen organisatie te kort dag is. Denk je dat de gemeenten en de organisatie waar jij werkt, klaar zijn voor de transitie? Basis: Iedereen (n=1.217) De organisatie waar jij werkt 38% 47% 6% 8% De gemeenten 79% 9% 12% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Nee, januari 2015 is te snel Ja, zij zijn er al klaar voor Nog niet, maar in januari 2015 wel Weet ik niet Resultaten de transitie pag. 12

Aanpassing lokale omstandigheden meest positieve punt van transitie De transitie zal positieve en negatieve gevolgen hebben. 86% van de leden verwacht één of meerdere positieve gevolgen naar aanleiding van de transitie. 42% geeft hierbij aan het positief te vinden dat de organisatie van de jeugdzorg beter aangepast wordt op lokale omstandigheden. Ook het feit dat cliënten en hun ouders met minder instellingen te maken krijgen (37%) wordt relatief vaak als positief gevolg gezien. Medewerkers van 55 jaar en ouder zijn hier het meest positief over (42%). Slechts een klein deel van de leden denkt dat de transitie zal leiden tot een betere zorg voor de jeugd (4%) en/of een duidelijker organisatie van de jeugdzorg (9%). Welke positieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transitie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) De organisatie van de jeugdzorg wordt (beter) aangepast op lokale omstandigheden Cliënten en hun ouders krijgen met minder verschillende instellingen te maken Door aanbesteding houden jeugdzorgorganisaties elkaar scherp De lijnen tussen overheid en jeugdzorg worden korter De zorg wordt goedkoper De financiering van de jeugdzorg wordt duidelijker De organisatie van de jeugdzorg wordt duidelijker De jeugd zal betere zorg krijgen Anders Geen 4% 9% 18% 17% 15% 14% 30% 29% 37% 42% - Jeugdzorg wordt laagdrempeliger/ toegankelijker - Zorg dichtbij - Betere samenwerking tussen organisatie 86% Medewerkers van bureaus voor jeugdzorg noemen relatief dat de aanbestedingen jeugdzorgorganisaties scherp houden. Zij zijn wel beter op de hoogte van het aanbesteden dan medewerkers bij organisaties van J&O, wellicht zien zij hierdoor ook meer nadelen hieraan. Leden met een (bijna) volledige kennis (40%) denken vaker dan leden met een beperkte kennis (30%) dat cliënten en hun ouders met minder verschillende instellingen te maken krijgen en dat de organisatie van de jeugdzorg aangepast wordt op lokale omstandigheden (47% vs. 26%). 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten de transitie pag. 13

Kwaliteitsverschil en banenverlies belangrijkste negatieve gevolgen Alle werknemers zien een of meerdere algemene nadelen bij de invoer van de transitie. Door de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeenten te leggen, is 89% van de werknemers bang dat dit een kwaliteitsverschil tussen gemeentes zal opleveren. Werknemers die een (bijna) volledige kennis over de transitie hebben geven dit nog vaker aan (92%). Ook denkt 88% dat de transitie zal leiden tot het verdwijnen van banen. De transitie betekent ook dat gemeentes vrijheid krijgen in de financiering van jeugdzorg, ze mogen ook aanbesteden. 86% denkt dat hierdoor vooral gekeken zal worden naar de prijs van de zorg en niet naar andere aspecten. Welke negatieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transitie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) 100% De kwaliteit van de zorg gaat verschillen tussen gemeenten Er zullen banen verdwijnen Er zal vooral gekeken worden naar prijs van de zorg Specialistische kennis gaat verloren De kwaliteit van de zorg wordt minder goed Meer bureaucratie Jeugdzorgorganisaties zullen meer bezig zijn met administratie De financiering van de jeugdzorg wordt onoverzichtelijker Anders Geen 0% 47% 47% 47% 44% 63% 79% 89% 88% 86% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Medewerkers van bureaus voor jeugdzorg geven vaker dan medewerkers van organisaties voor jeugd en opvoedhulp aan dat zij verwachten dat de transitie een negatief effect zal hebben op de kwaliteit. Medewerkers van organisaties voor J&O geven daarentegen weer vaker aan meer bezig zullen zijn met administratie. Cliënten worden de dupe ; cliënten krijgen met meer organisaties te maken ; versnippering; gemeenten hebben te weinig kennis Resultaten de transitie pag. 14

Minder dan de helft van leden verwacht positieve gevolgen naar aanleiding van transitie Slechts 46% van de leden verwacht één of meerdere positieve gevolgen voor zijn/haar eigen situatie naar aanleiding van de transitie. De meest genoemde positieve gevolgen zijn het betere beeld van de jeugdzorg (13%) en dat men minder ver hoeft te reizen (11%). Een kwart noemt nog andere gevolgen. Hierbij benoemt men onder andere de voordelen dat men dichter bij de cliënt komt te staan en dat er kortere lijnen zullen komen. Daarnaast denkt men dat het werk gevarieerder wordt. Welke positieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transitie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) 46% Het beeld van de jeugdzorg wordt beter Ik zal minder ver hoeven reizen doordat de zorg per gemeente geregeld wordt Ik kan betere zorg leveren Mijn werk wordt leuker Anders 13% 11% 6% 4% 26% - Dichter bij de cliënt - Kortere lijnen, meer en betere samenwerking tussen collega's en andere organisaties - Het werk wordt gevarieerder, dynamischer Geen 54% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten de transitie pag. 15

Driekwart van werknemers denkt dat baan minder zeker is door transitie Bij de algemene aspecten gaf een grote meerderheid al aan dat de transitie volgens hen tot banenverlies zou leiden. 75% denkt dan ook aan dat zijn/haar eigen baan minder zeker wordt. 40% geeft zelfs aan dat zijn/haar baan zal verdwijnen. Ook ziet men negatieve veranderingen in de werkzaamheden. 40% denkt minder tijd te krijgen voor zijn/haar werkzaamheden, 33% denkt meer tijd bezig te zijn met administratie. Een kwart van de medewerkers denkt dat zijn/haar baan minder leuk wordt. Leden met een beperkte kennis over de transitie geven relatief vaak aan dat ze meer bezig zullen zijn met de administratie (49%). Van de leden met een (bijna) volledige kennis geeft slechts 28% dit aan. 98% Welke negatieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transitie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) Medewerkers van bureaus voor jeugdzorg geven vaker aan dat hun baan door de transitie zal verdwijnen (49%) dan medewerkers van organisaties voor Jeugd- en opvoedhulp (30%). Mijn baan wordt minder zeker 75% Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden 40% Mijn baan zal verdwijnen 40% Ik zal meer bezig zijn met administratie 33% Ik moet meer op de kosten gaan letten 32% Mijn werk wordt minder leuk 26% Anders 35% Geen 2% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Medewerkers J&O zien daarentegen meer nadelen in hun werkzaamheden. Zij geven vaker aan meer op de kosten te moeten gaan letten, minder tijd voor hun werkzaamheden te krijgen en meer bezig te zijn met administratie. - Er is nog veel onduidelijk over eigen situatie, onzekerheid, onrust op de werkvloer, concurrentie tussen collega s om banen te behouden - Men verwacht minder kwaliteit te kunnen leveren - De specialistische kennis van mensen verdwijnt Resultaten de transitie pag. 16

Resultaten De transformatie Ook de manier van werken zal veranderen per 2015. De formele verandering is dat het recht op jeugdzorg verdwijnt: het gevolg is dat mensen zorg niet meer automatisch aangereikt krijgen. Dat houdt in dat zij zelf de zorg kunnen / moeten aanvragen, die zij willen ontvangen. Dit wordt de transformatie van de jeugdzorg genoemd.

Meerderheid is niet heel goed op de hoogte van de transformatie Slechts een vijfde van de medewerkers (21%) is (bijna) volledig op de hoogte van de transformatie. Een groter deel is hier voorzichtiger in; 45% waardeert hun kennis met een 6 t/m 8. Een derde is slechts beperkt op de hoogte van de transformatie. Hiervan geeft 5% aan helemaal niet op de hoogte te zijn van de transformatie. Net als bij de transitie, speelt ook bij de kennis over de transformatie de leeftijd van de medewerkers een rol. Medewerkers van 55 jaar en ouder zijn vaker (27%) dan medewerkers van 34 jaar en jonger (17%) (bijna) volledig op de hoogte. De werkgever is een belangrijke informatiebron met betrekking tot de transformatie (77%). Daarnaast zijn ook de media (40%) en collega's (35%) bronnen om informatie te krijgen over de transformatie. 16% geeft aan een andere bron gebruikt te hebben. Zij zijn bijvoorbeeld door de OR of gemeente geïnformeerd. Ook heeft men zelf op internet naar informatie gezocht. De vakbond is voor oudere werknemers (34% 55+ ers vaker een bron voor informatie dan voor jongere werknemers (18% van -34 jaar). Hoeveel weet je van de transformatie? 1=niets ; 11 = volledig op de hoogte Basis= iedereen (n=1.217) 6,1 Van mijn werkgever Van familie / vrienden 3% 34% 45% 21% 1 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 11-34 35-44 45-54 55+ 1 t/m 5 34% 35% 37% 31% 6 t/m 8 50% 46% 42% 43% 9 t/m 11 17% 19% 21% 27% Hoe heb je informatie verkregen over de transformatie? Basis: (enigszins) bekend met transformatie (n=1.161) Meerdere antwoorden mogelijk 77% Uit de media Van collega s Van mijn vakbond Anders, namelijk: 16% 26% 35% 40% BJZ: 23% J&O:30% OR, gemeente, internet (zelf gezocht) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten de transformatie pag. 18

Matige bekendheid van aspecten transformatie Van de genoemde aspecten is men het best op de hoogte van de ingangsdatum (73%). Voor de helft van de leden is het bekend dat mensen zelf zorg kunnen/moeten aanvragen. Het minst bekend is het feit dat het recht op jeugdzorg zal verdwijnen (41%). Dit aspect is bij medewerkers van een bureau voor jeugdzorg beter bekend (48%) dan bij medewerkers van een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp. Voor 14% waren alle genoemde aspecten nog onbekend, hoewel zij wel aangaven enigszins op de hoogte te zijn van de transformatie. De aspecten zijn met name onbekend voor leden die aangaven over een beperkte kennis te beschikken (32%). Welke van deze aspecten van de transformatie waren je vóór deze enquête al bekend? Basis: (enigszins) bekend met transformatie (n=1.161) Dat de transformatie plaatsvindt per 1 januari 2015 Meerdere antwoorden mogelijk 73% Dat mensen zélf de zorg kunnen / moeten aanvragen, die zij willen ontvangen Dat mensen zorg niet meer automatisch aangereikt krijgen Dat het recht op jeugdzorg zal verdwijnen 44% 41% 50% BJZ: 48% J&O:35% Geen van bovenstaande 14% 0% 50% 100% Resultaten de transformatie pag. 19

Jeugdzorg wordt voor cliënt en ouder overzichtelijker 78% van de leden ziet één of meerdere positieve gevolgen naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg. De twee meest positieve gevolgen hebben te maken met een duidelijker, overzichtelijkere inrichting van de jeugdzorg. 42% van de leden vindt het positief dat cliënten en hun ouders met minder instellingen te maken krijgen, daarnaast geeft 34% aan het positief te vinden dat men minder doorverwijzingen nodig heeft. Slechts een klein deel verwacht minder bureaucratie (12%) of minder administratie (%) als gevolg van de transformatie. De twee meest genoemde gevolgen worden extra benadrukt door leden met een (bijna) volledige kennis. Zij Welke positieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar geven vaker dan leden met een aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk beperkte kennis aan dat cliënten met minder instellingen (48% vs. 34% Cliënten en hun ouders krijgen met minder verschillende instellingen te maken 42% beperkte kennis) en met minder 78% doorverwijzingen (48% vs. 28% Minder doorverwijzingen 34% beperkte kennis) te maken krijgen. Dat de zorg goedkoper kan De wachtlijsten worden korter Zoeken: Cliënten krijgen sneller de zorg die ze zoeken Nodig: Cliënten krijgen sneller de zorg die ze nodig hebben Minder bureaucratie Minder administratie Anders Geen 6% 7% 14% 12% 19% 18% 26% 22% BJZ: 15% J&O: 24% BJZ: 11% J&O: 19% 0% 20% 40% 60% 80% 100% - Meer gebruik van eigen netwerk en eigen kracht van mensen - Betere afstemming op de hulpvraag - Betere motivatie van cliënten Het gevolg over de wachtlijsten wordt door mensen met (bijna) volledige kennis juist minder gesteund. Slechts 16% denkt dat de wachtlijsten korter zullen worden (v2. 23% beperkte kennis). Resultaten de transformatie pag. 20

Door transformatie zal vooral gekeken naar de prijs van de zorg Bijna alle leden zien één of meerdere negatieve gevolgen naar aanleiding van de transformatie. 78% denkt dat door de transformatie vooral gekeken zal worden naar de prijs van de zorg, ook denkt driekwart dat er banen zullen verdwijnen. Leden die (bijna) volledig geïnformeerd zijn geven dit nog vaker aan (82% vs. 69% beperkte kennis). Daarnaast geeft een meerderheid (67%) aan dat mensen die zorg nodig hebben, niet meer bij jeugdzorg terecht komen. Dit wordt nog extra ondersteund in de anders, namelijk. Hier benoemen veel leden dat er binnen de jeugdzorg groepen mensen zijn die niet zelf aankloppen, vaak zijn dit juist de gezinnen waar wel hulp nodig is. Dit gevolg wordt door leden met een beperkte kennis over de transformatie vaker genoemd (72%) dan leden met een (bijna) volledig kennis (63%). Welke negatieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk Er zal vooral gekeken worden naar prijs van de zorg Er zullen banen verdwijnen Mensen die zorg nodig hebben, komen helemaal niet meer bij jeugdzorg terecht Cliënten en hun ouders weten niet meer waar ze kunnen aankloppen Cliënten krijgen niet de zorg die ze nodig hebben De kwaliteit van de zorg wordt minder goed Jeugdzorgorganisaties zullen meer bezig zijn met administratie Meer bureaucratie Anders Geen 2% 17% 36% 36% 58% 56% 56% 67% 78% 75% BJZ: 60% J&O: 52% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 98% - Zorgmijders kloppen niet aan, terwijl dit juist de kwetsbare groep is - Cliënten weten niet wat het aanbod is, wat er mogelijk is De mindere kwaliteit staat relatief laag in de lijst met negatieve gevolgen. Onder leden met een (bijna) volledige kennis staat dit gevolg echter op derde positie, 65% van hen geeft dit aan (vs. 50% beperkte kennis). Ook leden die werkzaam zijn bij een bureau voor jeugdzorg geven vaak aan dat de kwaliteit van de zorg minder wordt. Resultaten de transformatie pag. 21

Positiever beeld jeugdzorg 40% van de leden verwacht één of meerdere positieve gevolgen voor zijn/haar eigen situatie naar aanleiding van de transformatie. 15% verwacht dat het beeld van de jeugdzorg beter wordt, 11% verwacht meer tijd aan de cliënten te kunnen besteden. 15% noemt een ander gevolg. Hierbij verwacht een groot deel dat de cliënten gemotiveerder zijn, hierdoor kan het werk leuker, makkelijker of sneller gaan. Voor een gedeelte is het nog niet helemaal duidelijk wat de positieve gevolgen zijn. Leden met een (bijna) volledige kennis over de transformatie zijn positiever over de gevolgen dan leden met een beperkte kennis. Van de leden met een (bijna) volledige kennis ziet 49% één of meerdere positieve gevolgen, van de leden met een beperkte kennis is dit slechts 37%. Welke positieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk Het beeld van de jeugdzorg wordt beter Ik kan meer tijd besteden aan mijn cliënten Ik zal minder bezig zijn met administratie Ik kan betere zorg leveren Mijn werk wordt leuker Anders 5% 5% 4% 15% 11% 15% - Cliënten zijn gemotiveerder, dat maakt het werk leuker en makkelijker - Nog niet duidelijk 40% Ook de jongere leden zijn positiever. Van de leden onder de 34 jaar ziet 45% positieve gevolgen, van de 45-54-jarigen is dit slechts 35%. Tussen de leeftijdsgroepen zit met name verschil in de verwachte tijdsbesteding. 16% van de leden van 34 of jonger en 13% van de 35-44-jarigen verwachten dat zij door de transformatie meer tijd kunnen besteden aan de cliënten. Van de oudere leden is dit slechts 8%. Geen 60% 0% 50% 100% Resultaten de transformatie pag. 22

Transformatie zorgt voor onzekerheid baan, met name bij bureau voor jeugdzorg 94% van de leden verwacht naar aanleiding van de transformatie één of meerdere negatieve gevolgen voor zijn of haar eigen situatie. 68% verwacht dat zijn of haar baan minder zeker wordt, 39% denkt of weet zelfs dat zijn/haar baan zal verdwijnen. Leden die (bijna) volledig geïnformeerd zijn over de transformatie zijn hier nog negatiever over (respectievelijk 73% minder zeker; 46% baan verdwijnen). De overige gevolgen worden juist minder vaak genoemd door leden met een (bijna) volledige kennis, leden met een middelmatige kennis geven het vaakst deze gevolgen op. Zo denkt slechts 34% dat hij/zij minder tijd krijgt voor zijn/haar werkzaamheden (vs. 43% middelmatige kennis). Welke negatieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk 94% Mijn baan wordt minder zeker Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden Mijn baan zal verdwijnen Ik moet meer op de kosten gaan letten 40% 39% 36% BJZ: 35% J&O: 45% 68% Leden die werkzaam zijn bij een bureau voor jeugdzorg verwachten vaker dat hun baan zal verdwijnen dan medewerkers bij een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp. De overige gevolgen worden juist vaker benoemd door medewerkers bij een organisatie voor J&O. Ik zal meer bezig zijn met administratie Mijn werk wordt minder leuk 27% 32% Anders 15% Geen 6% 0% 20% 40% 60% 80% Resultaten de transformatie pag. 23

Resultaten Professionaliseringstraject Er komt een tweede nieuwe wet die regelt dat de gedwongen jeugdzorginstellingen (jeugdbescherming en jeugdreclassering) verplicht worden om met geregistreerde professionals te werken. Doorlopende bij- en nascholing is een voorwaarde voor jeugdzorgwerkers om geregistreerd te blijven. Dit wordt het professionaliseringstraject genoemd.

Meerderheid op de hoogte van professionaliseringstraject Een meerderheid is goed op de hoogte van het professionaliseringstraject. 21% bezit slechts beperkte kennis. 42% heeft een middelmatige kennis en 38% geeft aan (bijna) volledig op de hoogte te zijn van het professionaliseringstraject. 88% heeft via zijn of haar werkgever informatie verkregen over het professionaliseringstraject. Ook collega's (40%) hebben hier een rol in gespeeld. De vakbond en media zijn voor een kwart een informatiebron geweest. Oudere werknemers zijn het beste op de hoogte. Werknemers van 55 jaar en ouder scoren op kennis gemiddeld 7,5 punt terwijl jongere werknemers een 7,1 scoren. Wellicht speelt informatievoorziening een rol. Werknemers van 55 jaar en ouder geven vaker dan andere werknemers aan via de vakbond (30%) geïnformeerd te zijn over het professionaliseringstraject (overige groepen 20-23%). Medewerkers bij een bureau voor jeugdzorg zijn ook goed (gemiddeld 7,5) op de hoogte. Medewerkers van een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp geven aan een gemiddelde kennis te hebben met score 6,9. Bij deze twee groepen is ook een verschil in informatievoorziening te zien. Werknemers bij een bureau voor jeugdzorg hebben bijna allemaal (93%) informatie van hun werkgever ontvangen, van de werknemers bij een organisatie voor Jeugd en opvoedhulp is dit slechts 82%. Hoe heb je informatie verkregen over het professionaliseringstraject? Basis: (enigszins) bekend met professionaliseringstraject (n=1.188) Meerdere antwoorden mogelijk 88% Van mijn werkgever Van collega s Van mijn vakbond Uit de media Van familie / vrienden Anders, namelijk: 7,2 Hoeveel weet je van het professionaliseringstraject? 1=niets ; 11 = volledig op de hoogte Basis= iedereen (n=1.217) 3% 11% 21% 42% 38% 1 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 11-34 35-44 45-54 55+ 1 t/m 5 20% 22% 22% 19% 6 t/m 8 44% 46% 41% 40% 9 t/m 11 35% 33% 37% 43% 24% 24% 40% Beroepsvereniging, Jeugdzorg Nederland, OR 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten - professionalisering pag. 25

Inhoud professionaliseringstraject goed bekend Meer dan 8 op de 10 leden is bekend met de twee genoemde aspecten binnen het professionaliseringstraject. Hierbij is de doorlopende bij- en nascholing het best bekend (86%). Slechts 7% was van geen van beide aspecten op de hoogte. Medewerkers van een bureau voor jeugdzorg gaven eerder al aan beter op de hoogte te zijn dan medewerkers bij een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp. Dit is ook zichtbaar in de kennis van onderstaande aspecten. Welke van deze aspecten van het professionaliseringstraject waren je vóór deze enquête al bekend? Basis: (enigszins) bekend met professionaliseringstraject (n=1.188) Dat doorlopende bij- en nascholing noodzakelijk is om geregistreerd te blijven Meerdere antwoorden mogelijk 86% BJZ: 92% J&O: 78% Dat gedwongen jeugdzorginstellingen met geregistreerde professionals moeten gaan werken 83% BJZ: 92% J&O: 72% Geen van bovenstaande 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten - professionalisering pag. 26

Minder verschil in kwaliteit door professionalisering Naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg verwacht 86% van de leden positieve gevolgen. 55% denkt dat de verplichte registratie en bijbehorende bij- en nascholing zal leiden tot minder verschil in kwaliteit tussen de jeugdzorgwerkers. Daarnaast geeft 46% aan dat het beeld van de jeugdzorg beter wordt. Leden die (bijna) volledig geïnformeerd zijn over de professionalisering van de jeugdzorg verwachten vaker dan leden met minder kennis de drie genoemde positieve gevolgen. Ook jongeren zijn positief. Leden van 34 jaar of jonger geven verwachten alle drie de positieve gevolgen vaker dan andere leeftijdsgroepen. Zo geeft 62% aan dat de professionalisering leidt tot minder verschil in kwaliteit tussen jeugdzorgwerkers. Tussen medewerkers voor een bureau voor jeugdzorg en een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp is geen verschil. Welke positieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n= 1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk 86% Het beeld van de jeugdzorg wordt beter 46% Minder verschil in kwaliteit tussen jeugdzorgwerkers 55% De zorg wordt beter 36% Anders 17% - Meer (mogelijkheden Geen 14% voor) ontwikkeling - Kennis op orde - Professionaliteit 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten - professionalisering pag. 27

Driekwart van leden ziet negatieve gevolgen naar aanleiding van professionalisering 77% van de leden ziet één of meerdere negatieve gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. Net iets minder dan de helft (45%) geeft aan dat er banen zullen verdwijnen; 42% denkt dat jeugdzorgorganisaties meer bezig zullen zijn met administratie. Een derde geeft nog een ander gevolg op. Veel genoemd worden de kosten die de bijscholing met zich mee gaat brengen. Leden vragen zich af wie dit in deze tijden van bezuinigingen gaat betalen. Daarnaast zorgt scholing voor minder tijd voor het daadwerkelijke werk. Verder lichten enkelen nog toe dat er bepaalde banen gaan verdwijnen. Zij zijn vooral bang voor het verdwijnen van banen van mensen die goed in hun werk zijn, maar geen juiste papieren hebben en mensen met een MBO-opleiding. Leden die een (bijna) volledige kennis hebben zijn positiever dan leden met een beperkte kennis van de professionalisering. Slechts 73% van de leden met een (bijna) volledige kennis geeft aan negatieve gevolgen te verwachten, tegenover 80% van de mensen met een beperkte kennis. Welke negatieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n= 1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk 77% Er zullen banen verdwijnen Jeugdzorgorganisaties zullen meer bezig zijn met administratie 45% 42% BJZ: 36% J&O: 46% Leden met beperkte kennis geven dan ook vaker dan leden met een bijna volledige kennis aan dat er banen zullen verdwijnen (50% vs. 41% volledige kennis) en dat jeugdzorgorganisaties meer bezig zullen zijn met administratie (45% vs. 36% volledige kennis). Anders Geen 23% 33% - Hogere kosten - Door scholing minder tijd voor cliënten - MBO ers moeten plaatsmaken voor HBO ers - Mensen zonder papieren maar met goede kwaliteiten raken hun baan kwijt - Registratie staat niet gelijk aan kwaliteit op de werkvloer 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten - professionalisering pag. 28

Bijscholing voor meerderheid positief gevolg van professionalisering Voor 81% van de leden brengt de professionalisering van de jeugdzorg positieve gevolgen met zich mee. Het meest genoemde gevolg is het volgen van bijscholing en/of nascholing. Daarnaast verwacht 59% dat zijn/haar vak meer erkenning krijgt. Leden met (bijna) volledige kennis geven vaker (85%) dan leden met een beperkte kennis (75%) aan positieve gevolgen te zien. Met alle genoemde gevolgen zijn zij het vaker eens. Welke positieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk Ik moet bijscholing / nascholing gaan volgen. Mijn vak krijgt meer erkenning Ik kan betere zorg leveren Mijn werk wordt leuker 11% 26% 61% 59% 81% Ook leden van 34 jaar en jonger zijn positief, 91% ziet positieve gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. Alle positieve gevolgen worden door hen vaker genoemd dan andere leeftijdsgroepen. Zo geeft 76%aan bijscholing/nascholing een positief gevolg te vinden. Ook 35-44-jarigen noemen dit nog relatief vaak (66%). Daarnaast noemen leden van 34 jaar en jonger relatief vaak dat hun vak meer erkenning krijgt (73%). Anders 9% Geen 19% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten - professionalisering pag. 29

Minder tijd voor eigen werkzaamheden door professionalisering Driekwart van de leden verwacht negatieve gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. Ruim een derde (37%) geeft aan minder tijd voor zijn werkzaamheden te krijgen, 34% geeft aan dat zijn baan minder zeker wordt. Eerder gaf 61% al aan het een positief gevolg te vinden dat men bijscholing/nascholing moet gaan volgen. 17% geeft echter aan dit juist een negatief gevolg te vinden. 19% noemt nog een ander negatief gevolg. Hier worden veelal de kosten genoemd. Men verwacht dat men zelf de kosten van de bijscholing en/of registratie moet gaan betalen. Daarnaast geven enkelen aan dat er MBO-beroepen geen registratie mogelijk is, dit terwijl de betreffende mensen wel een HBO-opleiding hebben gevolgd (bijvoorbeeld pedagogisch medewerkers). Welke negatieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden 37% 75% Leden die een (bijna) volledige kennis hebben van de professionalisering, geven veel minder vaak (26%) aan dat hun baan minder zeker wordt dan mensen die slechts beperkte kennis hebben (42%). Ook geven ze minder vaak aan dat hun werk minder leuk wordt (8% vs. 14% beperkte kennis). Mijn baan wordt minder zeker Ik zal meer bezig zijn met administratie Ik moet bijscholing / nascholing gaan volgen.. Mijn werk wordt minder leuk Anders Geen 9% 17% 19% 25% 34% 31% - Kosten van de bijscholing en registratie - Geen registratie mogelijk door MBOfunctie (maar wel HBO-diploma) 0% 20% 40% 60% 80% 100% Eerder werd al duidelijk dat jongere leden positief zijn over de professionalisering. Wel geven zij relatief vaak aan dat zij meer bezig zullen zijn met de administratie (39%). Ze geven echter sporadisch aan dat hun werk minder leuk wordt (5%) en slechts een kwart geeft aan dat hun baan minder zeker wordt. Dit in tegenstelling tot leden van 55 jaar of ouder; hiervan geeft 43% aan dat hun baan minder zeker wordt. Resultaten - professionalisering pag. 30

Werkgevers verantwoordelijk voor kosten bij- en nascholing Eerder gaven leden al aan dat zij de kosten van de registratie en/of bij- en nascholing een nadelig effect vinden van de professionalisering. Men is bang dat men zelf (gedeeltelijk) de kosten moet vergoeden. Voor de bijscholing en nascholing geeft een meerderheid aan dat de werkgever de kosten zou moeten dragen. Ook wordt door 3 op de 10 leden aangegeven dat de overheid deze kosten moet gaan dragen. Met betrekking tot de registratie zijn de meningen nog meer verdeeld. Hierbij geeft bijna de helft van de leden aan dat de overheid deze kosten moet gaan dragen; 39% geeft aan dat de werkgever hier verantwoordelijk voor is. De registratie en de na- en bijscholing zullen kosten met zich meebrengen. Wie moeten deze kosten volgens jou gaan dragen? Basis: iedereen (n=1.217) Bijscholing 64% 8% 28% Nascholing 60% 11% 30% De registratie 39% 12% 49% 0% 20% 40% 60% 80% 100% De werkgever De werknemer De overheid Resultaten - professionalisering pag. 31

Resultaten Algemeen

Media heeft negatieve invloed op beeldvorming Het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben, wordt volgens een meerderheid heel erg beïnvloed door de media (84%). Slechts 3% geeft aan dat het beeld niet beïnvloed wordt door de media. Deze invloed van de media is negatief. Dit negatieve beeld heeft voor de helft van de leden (47%) invloed op hoezeer zij zichzelf gewaardeerd voelen als jeugdzorgmedewerker. Voor een vijfde heeft dit invloed op de mate van het genieten van een werk. Voor ruim een derde (36%) heeft het beeld van andere mensen op de jeugdzorg geen invloed op zijn of haar werk. Denk je dat het beeld dat mensen hebben van de jeugdzorg beïnvloed is / wordt door berichtgeving in de media? Basis: iedereen (n=1.217) 1% 1% 2% 10% 84% 94%: Negatieve invloed In hoeverre heeft het beeld dat mensen hebben van de jeugdzorg invloed op jou of je werk? Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk Het heeft invloed op hoezeer ik mij gewaardeerd voel als jeugdzorgmedewerker Dit heeft geen invloed op mij of mijn werk Het heeft invloed op de mate waarin ik kan genieten van mijn werk Het heeft invloed op mijn toekomstplannen / carrièreplannen 11% 20% 36% 47% Weet niet / geen mening 5% Nee, helemaal niet Nee, nauwelijks Neutraal Ja, een beetje Ja, heel erg Weet niet / geen mening 0% 10% 20% 30% 40% 50% Resultaten - algemeen pag. 33

Aandacht nodig voor beeldvorming van de jeugdzorg 8 op de 10 leden vindt het nodig dat er aandacht wordt besteed aan het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben. Zowel de vakbond (48%) als andere organisaties (60%) moeten hier aandacht aan besteden. Leden vinden het belangrijk dat er positieve berichtgeving naar buiten wordt gebracht. Enerzijds is dit een taak van jeugdzorg, om dit proactief naar buiten te brengen. Daarnaast wordt ook de overheid veelvuldig benoemd. Politici hebben veel invloed op de media, die uiteindelijk het positieve nieuws naar buiten moeten brengen. Vind je het nodig dat er aandacht wordt besteed aan het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben? Basis: negatieve invloed (n=1.144) Ja, daar moet iemand anders / een andere organisatie aandacht aan besteden, namelijk: Ja, daar moet de vakbond aandacht aan besteden 48% 60% Jeugdzorg: Open en transparant zijn; proactief positieve dingen naar buiten brengen. Bijvoorbeeld via een documentaire. Media: Maar ook richten op positieve berichtgeving Nee, dat heeft voor mij geen prioriteit Nee, dat vind ik niet nodig Weet niet / geen mening 2% 11% 7% Overheid / gemeenten: Via overheid (met name politici) komt vaak negatieve berichtgeving in de media, zij zijn ook verantwoordelijk voor de positieve berichtgeving. Gemeenten hebben baat bij een promotie van de jeugdzorg, zij kunnen het laagdrempeliger maken. 0% 20% 40% 60% 80% 100% Resultaten - algemeen pag. 34

In verband met de reorganisaties die er aan zullen komen bij de verschillende organisaties, wordt de komende tijd veel aandacht besteed aan sociale plannen. Wat vind jij een belangrijk aandachtspunt hierbij? Baanbehoud of intensieve begeleiding naar andere baan met werkgarantie (bij 50+ meer inzetten op baanbehoud i.v.m. moeilijke herplaatsing) Van werk naar werk helpen*goede sociale voorzieningen Client moet goede en gepaste zorg blijven krijgen. Dus bij het reorganiseren veel oog voor kwalitatief goed opgeleide mensen, naast mensen die de gelegenheid moeten krijgen om in het vak in te groeien. Aandacht voor de oudere werknemer boven de 55/60 jaar Dat de rechten van en voor een ieder gelijk zijn. En dat er ook naar kwaliteit wordt gekeken. Hou de goede krachten in dienst. Tijdig op de hoogte gebracht worden van ontslag, zodat je kunt solliciteren.- Tijdig op de hoogte gebracht worden van het sociaal plan zelf.- Ruimte krijgen om te solliciteren. Duidelijkheid omtrent ontslag vergoeding (wanneer kom je wel/niet in aanmerking hiervoor, wat moet je hiervoor doen) Behoud van werkgelegenheid en hulp voor overbodig personeel bij het vinden van een nieuwe baan. Aandacht voor ervaring naast een diploma Dat de kwaliteit van het werk gehanteerd blijft en dat de werkdruk en de spanningen onderling niet omhoog gaat Aandacht voor baanbehoud en uitstroomtraject als dat niet mogelijk is. Begeleiding van werk naar werk en financiële ondersteuning Resultaten - algemeen pag. 35

Wat zou de vakbond naar jouw mening kunnen / moeten doen om aandacht te besteden aan het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben? Aandacht besteden aan het goede werk van de jeugdzorg Bij 'negatieve' berichtgeving de andere kant daar tegenover plaatsen Voorlichtingen geven op scholen, instellingen Duidelijk maken dat jeugdzorg belangrijk is en de succesverhalen meer naar voren halen. Duidelijk aken wat de jeugdzorg allemaal doet. Positieve verhalen vertellen Beroep meer in beeld brengen. Niet zozeer de calamiteiten die er plaats vinden. Maar meer vanuit de hulpverlener belicht. Campagnes en positieve aspecten in het nieuws brengen goede realistische documentaires! Informatie verstrekken en zorgaanbieders stimuleren om open dagen te organiseren en transparant te werken Resultaten - algemeen pag. 36

Samenstelling steekproef

Provincie 3% 5% 16% 4% 2% 16% 7% 10% 12% Leeftijd Jonger dan 35 jaar 270 22% 3% 16% 7% 35 44 jaar 253 21% 45 54 jaar 337 28% 55 jaar of ouder 357 29% Totaal 1217 100% Samenstelling steekproef pag. 38

Functie Pedagogisch medewerker op mbo-niveau 56 5% Pedagogisch medewerker op hbo-niveau 163 13% Medewerker pleegzorg 38 3% Jeugdbeschermer 222 18% Jeugdreclasseerder 42 3% Type organisatie Een bureau voor jeugdzorg 650 53% Een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp 489 40% Overig 78 6% Totaal 1217 100% Medewerker AMK 40 3% Gedragswetenschapper 44 4% Vertrouwensarts 2 0% Administratieve functie 107 9% Leidinggevende of managementfunctie 75 6% Anders 428 35% Totaal 1217 100% Contracttype Vast contract 1139 94% Tijdelijk contract 78 6% Totaal 1217 100% Samenstelling steekproef pag. 39