De Alfabetcode blauwdruk voor een andere dyslexie-aanpak

Vergelijkbare documenten
De Alfabetcode. blauwdruk voor een andere dyslexie-aanpak. 32 Tijdschrift Taal, jaargang 5, nummer 8

De alfabetcode Erik Moonen

Zouden we die jongeren die ellende niet kunnen besparen? Zouden we er niet kunnen voor zorgen dat ze allemaal gewoon vlot leren lezen?

Stichting Rijdendeschool. Collectieve ambitie Rijdende School

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

Voorwoord. Letters uitspreken zoals de leerkracht dat doet.

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

Rijmwoorden richt zich op het leren herkennen van eindrijm en beginrijm (alliteratie) en het manipuleren met klanken.

betekenis van het woord vastgesteld.

VCLB De Wissel - Antwerpen

lezen Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak eu/ui/ou-probleem veilig leren Woorden met tweetekenklanken Juist verklanken

Flitsend Spellen en Lezen 1

Klassikale opstelling:

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Neem er even de tijd voor!

Spellingonderwijs: Hoe maak ik het effectief?

Flitsend Spellen en Lezen 1

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

DEEL 1: ALLES WAT U MOET WETEN OM ELK KIND EEN VLOTTE LEZER TE HELPEN WORDEN.

De kinderen gebruiken het woorddoeboek op twee manieren: om woorden te lezen (ze plakken het juiste plaatje naast het woord);

Pilot Dyslexie Noordenveld (PDN) Scholingsbijeenkomst 2 januari 2018

VEILIG LEREN LEZEN. Elke keer wanneer er met een nieuwe kern wordt begonnen kunt u hieronder lezen waar we die periode aan werken in de groep.

Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.

Technisch lezen. Wat is technisch lezen?

Schrift 3290 SCHRIFT 1

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Flitsend Spellen en Lezen 1

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Dyslexie. Een grote tegenvaller. Een vervelend probleem

Alles over. Code26. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Het trainen van leesvloeiendheid. Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Het programma Leesstart richt zich op het leren herkennen van eind- en beginrijm, het manipuleren en samenvoegen van klanken en op letterkennis.

Veilig leren lezen Kern 1: ik - maan - roos vis

Kern 5: reus-jas-riem-bijl

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

LEERLINGEN HELPEN EFFECTIEF ANDERE LEERLINGEN

Als je op de school in Heeten dyslexie hebt kun je kiezen voor begeleiding door Obalo.

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Na de herhaling volgt het aanbieden van een nieuwe letter. De nieuwe letter staat in de taalles centraal.

Protocol Nakijken van leerlingenwerk

Leesproblemen en dyslexie 3

Basisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling

THERAPIEPLAN Logopedie

Nieuwsbrief groep 3 december 2014

Met spelling aan de slag: Juf, hoe schrijf je hangbuikzwijn?

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Steekkaart: nummer 1Ne

Dit jaar zit uw kind in groep 3. Een spannend jaar, waarin de nadruk ligt op het leren lezen, ook wel aanvankelijk lezen genoemd.

LEZEN EN DYSLEXIE Nicole Verkerk

Wat is Digi-Spelling?

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

Wat maakt mijn kind allemaal mee op De Fontein. in groep 3?

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8

Een lijn in (begrijpend) luisteren en lezen voor de ganse basisschool

Nieuwsbrief groep 3 december 2016

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Gerichte instructie in lezen en spellen voorkomt lees- en spellingproblemen bij (vrijwel) alle leerlingen op Het Kofschip

Spellen op de Kandelaar. Foto klankgebaren groep 3 Foto letterbord Foto papier klankvoeten

LESSTOF. Rijmwoorden

Begrijpend Lezen APPRIS

Taalonderwijs waar ook dyslectische studenten optimaal van profiteren. Nationale Dyslexie Conferentie Cindy Teunissen 3 april 2013

Flitsend Spellen en Lezen 2

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 8

Dyslexie Onderzoek vergoed vanuit de Jeugdwet INFORMATIE VOOR OUDERS

Workshop Dyslexie. Opbouw. Dyslexie- wat is dyslexie en hoe signaleer je het? Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Toeleiding naar vergoede zorg.

Wat is een dyslecticus? Dyslexie zal altijd wel hebben bestaan. Een oogafwijking?

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 5 en 6 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Tips voor aanvankelijk technisch lezen (groep 3)

Spellingonderwijs: Hoe maak ik het effectief

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

Woord vooraf Directe systeemmethodiek vanaf DSM in recente leesmethodes 20

Door RALFI gaan zwakke lezers met sprongen vooruit 1

Opbrengstgericht werken en spelling

Effectief leesonderwijs

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

Taal We kunnen nu al echte verhalen schrijven. Daar zien we dan ook echte leuke verhalen van de kinderen.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Voordoen (modelen, hardop denken)

Visuele aandachtspanne. Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam

Technisch Leren Lezen ResearchED Amsterdam l Amstelveen l

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

MMSE. F. Visuo-constructief vermogen TOTAAL MMSE:../ 30

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Klank & kleur maken lezen leuk

Spelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven.

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk.

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Samenvatting (Dutch summary)

Transcriptie:

De Alfabetcode blauwdruk voor een andere dyslexie-aanpak In een gewone klas van het reguliere basisonderwijs zitten gemiddeld één of twee kinderen die lezen en spellen lastig blijven vinden en verder één kind dat nooit vlot met letters lijkt te zullen worden. Gewoonlijk noemen we die kinderen dyslectisch. Wat dat precies is, is uitvoerig onderzocht, maar het aantal moeizaam lezende kinderen is helaas niet teruggelopen. Dat kan twee dingen betekenen. Eén: er is meer onderzoek nodig. Twee: misschien hebben we iets over het hoofd gezien en is er vooral ander onderzoek nodig. In Vlaanderen heeft de tweede optie een methodiek opgeleverd die op bescheiden schaal, maar met hoopgevend resultaat in de praktijk is gebracht: de Alfabetcode. Als kinderen niet goed leren lezen, vragen we ons spontaan af wat er met ze scheelt. Maar: noch breinonderzoek noch genetica heeft een instrument opgeleverd waarmee kan worden uitgemaakt welk kind dyslectisch is en welk niet. Daarom zijn specialisten dyslexie steeds meer als een zone in een continuüm van leesvaardigheid gaan situeren. Zo n continuüm impliceert wel dat dyslectici niet fundamenteel anders zijn dan andere zwakke lezers, ze zijn hooguit nóg zwakker. Wat ze nodig hebben is dus wat alle kinderen nodig hebben: kwaliteitsvol onderwijs. Laten we dus maar eens kijken of kinderen dat ook krijgen. Het begin is altijd weer hetzelfde: kinderen leren lettertekens van elkaar onderscheiden en verklanken. En zodra het verklanken goed gaat, kunnen ze het letterteken ook leren schrijven. Omdat schrijven moeilijker is dan lezen, lijkt die leerweg voor de hand te liggen.

In haar boek Why Our Children Can t Read And What We Can Do About It. A Scientific Revolution In Reading bepleit de Amerikaanse cognitief psychologe Diane McGuinness (1997) een andere aanpak. Kinderen moeten niet eerst letters leren onderscheiden en die verklanken, ze moeten de klanken in de woorden leren herkennen en voor elke klank het juiste teken leren opschrijven. Die aanpak is leerpsychologisch verstandiger omdat hij aansluit bij wat de kinderen al kennen (klanken), hij levert ook een enorme tijdswinst op. Als je kinderen leert schrijven, leer je ze in één klap lezen. Alles wat je kunt schrijven, kun je immers ook lezen. Wie leert coderen, krijgt het decoderen er gratis bij. Leren lezen doe je dus door te leren schrijven. Dat is het basisprincipe van de Alfabetcode (Moonen 2012). Geen enkele in het Nederlandse taalgebied gebruikelijke methode pakt aanvankelijk lezen zo aan. Alle dyslectici hebben dus leesonderwijs gekregen dat de aansluiting met de kennis die ze al hadden mogelijk heeft gemist. Leren lezen door te leren schrijven lukt echter alleen met een goede voorbereiding. Die houdt twee dingen in. Kinderen moeten de afzonderlijke klanken in woorden leren herkennen en isoleren én ze moeten schrijfmateriaal leren hanteren. Wat technischer gezegd: ze moeten foneembewustzijn ontwikkelen en grafisch bewustzijn. Een deficit in het foneembewustzijn is de enige goed onderbouwde hypothese voor de oorzaak van dyslexie. Het probleem met foneembewustzijn is echter dat het zich niet vanzelf ontwikkelt. Het kan echter wel bij elk kind worden aangeleerd, op voorwaarde dat dat expliciet en correct gebeurt (McGuinness 2004). Dat betekent onder meer dat kinderen moeten leren nadenken over de sound bits die er in een alfabetisch schrift toe doen: afzonderlijke klanken dus en niet gehelen die hetzelfde moeten zijn om woorden tot rijmwoorden te maken.

Verder moeten kinderen niet in de war worden gebracht met foute vragen als: Hoeveel letters hoor je in bak? In bak zijn drie klanken te horen, net als in boek, ook al schrijf je dat met vier letters. Ook grafisch bewustzijn moet worden aangeleerd. Houding, pengreep en techniek zijn de onderdelen van een goede grafische gewoonte en die krijgen kinderen niet omdat ze een schrijfmotoriek ontwikkelen, maar omdat een leerkracht hen uitlegt wat goed is en waarom, omdat een leerkracht consequent voordoet hoe het moet en consequent bijstuurt als het nodig is (Hamerling & Scholten 2012). Maar de kinderen moeten ook een eerlijke kans krijgen. Daarom moeten we ze fijn schrijfmateriaal geven. Altijd. Na het voorbereidende werk kunnen we echt aan de slag. In de eerste fase leren we de kinderen een beperkte basiscode aan: 42 koppelingen tussen klank en teken. Dat teken kan een letter of lettercombinatie zijn, maar het is wel voor elke klank de statistisch meest waarschijnlijke spelling. Dat wil zeggen: voor de klank /ij/ leren de kinderen voorlopig alleen ij, voor /ou/ alleen ou, omdat de manier waarop we deze klanken schrijven in woorden als geit, saus, mouw en pauw gewoon minder frequent is. Op de toonloze /e/ na is de basiscode ondubbelzinnig: elke klank wordt op maar één manier geschreven en elk teken staat voor één klank. Een onschuldig lijkend zinnetje als oom ligt in bed schrijven de kinderen dus voorlopig niet: /ch/ wordt er immers als g geschreven en /t/ als d. Anderzijds zijn woorden als duisternis, goochelaar, ouderwets en sinterklaas basiscodewoorden. Die basiskoppelingen leren de kinderen schrijvend, met de hand. Foneembewustzijn slijpt zich het best in wanneer het wordt gekoppeld aan letters die goed worden geschreven. Stempels, letterkaartjes en computerprogramma s zijn veel minder effectief dan schrijven (McGuinness 2005).

Daarom leren Alfabetcode-kinderen schrijven met een heldere grafo-cognitieve methode (Schrift), en niet met een aanpak die beweert de ontwikkeling van de goede psychomotorische processen te begeleiden. Als we Nederlandse klanken altijd op dezelfde manier zouden schrijven, hadden we op dit punt het moeilijkste achter de rug. Maar dat doen is niet zo. Hoe leren we kinderen uit de beschikbare spellingsalternatieven de goede schrijfwijze te pikken? Vrijwel alle methodes leren de kinderen woorden in categorieën in te delen: er zijn hoorwoorden, regelwoorden en onthoudwoorden. Het principe is steeds hetzelfde: als een kind weet in welke categorie een woord thuishoort, weet het welke strategie het moet toepassen om het woord goed te spellen. Er is echter geen enkele manier om uit te vissen in welke categorie een woord thuishoort. Om dat te weten moet je weten hoe je een woord spelt. De strategie die kinderen leren hanteren is dus niet meer dan een vicieuze cirkel. Maar is er een alternatief? Alfabetcode-kinderen leren alle afwijkingen van de basiscode van klank naar teken, door codeerpatronen in te oefenen. Codeerpatronen zijn gelijkaardige lettercombinaties in vergelijkbare omgevingen. Wat dat betekent valt het makkelijkst te illustreren met een voorbeeld: de medeklinkerverdubbeling. Die wordt klank per klank aangepakt, de frequentste eerst, de minder frequente later. Als je een klankcombinatie hoort uit het rijtje /akke, ekke, ikke, okke, ukke/, dan schrijf je de klank /k/ als kk. Dat codeerpatroon wordt schrijvend ingeoefend, met de hand. Tot het een gewoonte wordt, waar kinderen zich altijd aan houden. Hetzelfde doen we, één na één, met de andere medeklinkerverdubbelingen.

Nog vóór alle medeklinkers zijn behandeld, hebben de kinderen genoeg aan de aankondiging dat ze vandaag iets over pakweg l leren om te weten dat het rijtje /alle, elle, ille, olle, ulle/ aan de orde is. Op dat moment zijn medeklinkerverdubbelingen een voorspelbare aangelegenheid geworden. Alles wat kinderen op de basisschool aan spelling moeten leren zit in de Alfabetcode in 57 van die codeerpatronen die in 152 kleine leerstappen worden aangeboden. Intussen moeten kinderen steeds vlotter leren lezen. Vlot lezen is immers, samen met woordenschat, de belangrijkste voorspeller voor begrijpend lezen. Maar vlot lezen moet worden getraind. En het enige recept voor succes is hardop lezen en herlezen tot een afgesproken snelheid is bereikt, waarna de doelsnelheid een beetje wordt verhoogd (Hattie 2009). Het einddoel is vier à vijf lettergrepen per seconde, de gemiddelde spreeksnelheid van een Nederlandstalige. Waaruit blijkt dat de training in vlotheid vrijwel altijd veel te vroeg ophoudt. Maar wat van dit alles is speculatie, en wat is aangetoond? Het langstlopende Alfabetcode-experiment is de TintelTuin, een jonge freinetschool in het Vlaams-Brabantse Zoutleeuw die sinds de oprichting kinderen met de Alfabetcode leert schrijven en lezen. Balans: alle kinderen die er in het zesde leerjaar (groep acht) zitten, zijn vlotte lezers en goede spellers. Ook de kinderen die voordien ernstige problemen hadden. Toegegeven, dit is geen onderzoek, dit is ervaring. En bovendien: als de leesmethodes fouten bevatten, krijgen de kinderen foute instructie. En die is altijd slechter dan goede. Daarom is de Alfabetcode de beste strategie die we hebben om te vermijden dat kinderen door misleidende instructie in de war raken, een aantal foute gewoontes

ontwikkelen om zich te behelpen, daarmee vastlopen en een dyslexieverklaring krijgen. De complete Alfabetcode-methodiek vindt u in Dwaalspoor dyslexie. Achtergronden, nieuwe ontwikkelingen, downloads en info op de website www.alfabetcode.be. Contact voor info en lezingen: erik.moonen@uhasselt.be of via de website. Geraadpleegde literatuur Hamerling, B. & Scholten, A., (2012) Schriftkennis, Handschriftontwikkeling in het onderwijs, eduplaza. Hattie, J., (2009) Visible Learning. A Synthesis of over 800 Meta- Analyses Relating to Achievement, London and New York, Routledge. McGuinness, D., (1997) Why Our Children Can t Read And What We Can Do About It. A Scientific Revolution in Reading, New York, Touchstone. Moonen, E., (2012) Dwaalspoor dyslexie. Hoe elk kind een vlotte lezer wordt, Antwerpen, Standaard Uitgeverij.