Zoetermeer, februari 2012 Werkgroep Infra Onderwijs Mbo, Bouwend Nederland, OBN, Vesin Ondersteund door de Vereniging van Waterbouwers, Cumela

Vergelijkbare documenten
DOELMATIGHEIDS-ATLAS. Doelmatig opleiden in de Motorvoertuigen- en Tweewielerbranche 2015

Arbeidsmarktmonitor 2012-Q1

Arbeidsmarktmonitor 2011-Q4

Voortijdige schoolverlaters MBO

Arbeidsmarktmonitor 2015-Q1

Sector Handel en ondernemerschap

Arbeidsmarktmonitor 2013-Q4

CMHF is een van die Centrales en deze vertegenwoordigt de FvOv-verenigingen in het IGO.

Kwalitatief hoogwaardig Infra-onderwijs nu, en in de toekomst

Voortijdige schoolverlaters MBO

Arbeidsmarktmonitor 2014-Q2

Voortijdige schoolverlaters MBO

Leerlingcijfers 2014/2015

SCHOONMAAK EN GLAZENWASSEN. Leerlingcijfers. Sector Schoonmaak en Glazenwassen. Datum: 16 februari 2015 Auteur: Savantis

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

ROC Albeda College ten opzichte van sectorgemiddelden

Jaarverslag adviescommissie examinering SH&M 2012

MEER MEISJES IN MBO TECHNIEK MONITOR

A fbouw. Ontwikkeling aantal leerlingen Afbouw 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1. Datum: januari 2014 Auteur: Sanne Saalbrink

ROC Albeda College ten opzichte van de sector

Voortijdige schoolverlaters MBO

thema 1 Nederland en het water topografie

Samenvatting effecten en resultaten Masterplan CGO Zuid-Holland

Jaarlijkse urenomvang van het beweeg- en sportaanbod per mbo-instelling

Voortijdige schoolverlaters MBO

Jaarverslag 2014 De weg banen voor kwaliteit en groei

RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE. Gediplomeerden 2013/2014. Sector Reclame Presentatie en Communicatie. Datum: maart 2015 Auteur: Savantis

Voortijdige schoolverlaters MBO

Samenwerkingsovereenkomst ROCKO

Voortijdige schoolverlaters MBO

Toelichting bij de onderwijs- en arbeidsmarktgegevens Doktersassistent

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LANDSTEDE. HARDERWIJK A HANDEL NIVEAU 2 en ICT NIVEAU 3, HARDERWIJK B TOERISME

Bedrijventevredenheidsonderzoek 2017

Voortijdige schoolverlaters MBO

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Leerlingaantallen. Studiejaar

Welkom in TECHNUM! KwaliteitsKring Zeeland

Voortijdige schoolverlaters MBO

Aanval op schooluitval

Opleidingen hout en meubel Een selectie van data van DUO

De chemie tussen onderwijs en bedrijfsleven; een natuurlijk bondgenootschap

Focus op standaarden in examinering Deelproject 1: Analyse kwaliteit examinering Analyse bestanden inspectie

Advies Escalatie. 2. Kader geschillencommissie

Bijlage 1. Concept convenant leerlingbouwplaatsen.

IN hoofdlijnen Jaarverslag 2012

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

ONDERZOEKSBERICHT. Mbo-studenten in Kenteq-kwalificaties (globale analyse)

Ouderavond 4 e klas schooljaar

Uitslag Enquête Kwalificatiedossiers, Keuzedelen en Examinering mbo

Samenwerken aan technisch vmbo in Flevoland

Ontwikkeling aantal leerlingen Reclame, Presentatie en Communicatie 2013/2014 Statistisch jaaroverzicht deel 1

Leerlingcijfers 2014/2015

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Ontwikkeling aantal leerlingen en gediplomeerden Reclame, Presentatie en Communicatie 2014 RECLAME, PRESENTATIE EN COMMUNICATIE

Bijdragen aan een krachtige leeromgeving voor leerlingen in de bouw en infra. Bouw aan vakmanschap. Word erkend leerbedrijf!

RIF. 7 Zuidwest. 2 Noordvleugel. Regionaal investeringsfonds mbo Factsheet toekenningen Heel Nederland. Noord. Oost.

Vakantiegroet vanuit. Fijne Vakantie

OP WEG NAAR VERANDERING

& Wonen. De wereld van Bouwen

Ouderavond klas 4BK. 18 oktober 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum: 2 april 2015 Onderwerp: beleidskader regionale doorlopende leerlijn plus doelen 2015 kerngroep Toptechniek in Bedrijf Noordoost-Brabant

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. ROC van Amsterdam. ROC op Maat entree opleidingen (ROC op Maat West en ROC op Maat Zuidoost)

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Statistisch jaaroverzicht Schoonmaak en Glazenwassen 2011/2012

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT

Ontwikkeling leerlingaantallen

Doel Doel van het programma VvW:

Mijn resultaat medewerkerstevredenheid ten opzichte van sectorgemiddelden

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok)

REGLEMENT TEGEMOETKOMINGEN Instroom vanaf 1 augustus 2012 tot 1 september 2015

Instructie en informatie voor de begeleider

SAMENWERKINGSARRANGEMENT LANDSDEEL NOORD PLATFORM BÈTA TECHNIEK

Instructie en informatie voor de begeleider installatie

04NZ SOMA College. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014

Instructie en informatie voor de begeleider metaal en precisie

Deelnemers in de bouwopleidingen 2013

04NZ SOMA College. MBO Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: november 2015

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Omgaan met krimp in het mbo

HET FLORIJN COLLEGE. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Definitief rapport

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC WEST-BRABANT FLORIJN COLLEGE. Opleidingen Commercieel medewerker

KWALITEITSONDERZOEKEN MBO. Roc van Twente te Hengelo

Arbeidsmarktmonitor 2014-Q3

Keuzedelen een plus op het mbo-diploma. Innovatie in de regio en kansen op de arbeidsmarkt

Afsprakenkader. Partners in Leren en Werken in. Zorg en Welzijn Zeeland. Vastgesteld in de FluenZ Adviesraad. ViaZorg

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Autotechniek (Eerste autotechnicus)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ZADKINE. AFDELING MODE (TECHNIEK) ROTTERDAM Opleidingen niveau 2 en 3

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

10 speerpunten onderwijs VHG

Statistisch jaaroverzicht Reclame, Presentatie en Communicatie 2011/2012

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom

Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan

Transcriptie:

Zoetermeer, februari 2012 Werkgroep Infra Onderwijs Mbo, Bouwend Nederland, OBN, Vesin Ondersteund door de Vereniging van Waterbouwers, Cumela Nederland en Vereniging Verticaal Transport 1

Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Kwaliteit 4 2.1 Inleiding 4 ` 2.2 Belangen 4 2.3 Wettelijke kwaliteitseisen 5 2.4 Aanvullende kwaliteitseisen 6 3 Analyse huidige situatie 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Instroom 9 3.3 Verschillen per opleiding 9 4 Aanbeveling, stand van zaken en conclusie 11 4.1 Keuzes maken 11 4.2 Proces in ontwikkeling: stand van zaken 11 4.3 Conclusie 14 5 Bijlagen 15 2

1 Inleiding Vanwege de teruglopende deelnemersaantallen en de kostendruk bij zowel onderwijsinstellingen als werkgevers raakt de kwaliteit van het infra-onderwijs onder druk. Verschillende instellingen overwegen (delen van) infra-opleidingen te sluiten. Andere instellingen hebben zo weinig deelnemers dat dit gevolgen heeft of zou kunnen gaan krijgen voor de kwaliteit van de opleidingen. Het bedrijfsleven is gebaat bij een kwalitatief goed infra-onderwijsaanbod, dusdanig regionaal gespreid dat het onderwijsaanbod zoveel mogelijk wordt geconcentreerd in gebieden met een groot deelnemersaanbod en/of een groot werkaanbod. Vertegenwoordigers vanuit de werkgeversorganisaties Bouwend Nederland, de Ondernemersvereniging Bestratingbedrijven Nederland (OBN), de VESIN (vereniging van opleidingsbedrijven infra), en SOMA, het landelijke ROC voor infra-opleidingen, hebben een werkgroep gevormd waarin zij een visie ontwikkeld hebben op het infra onderwijs op het mbo. Het resultaat hiervan is deze notitie. De oorzaak van de dalende instroom kunnen wij hier niet oplossen. Wel willen wij in deze notitie een aantal aanbevelingen doen om de kwaliteit van het infra-onderwijs op peil te houden. Doel van deze notitie Doel van deze notitie is te komen tot een contourschets van de huidige situatie alsmede een gezamenlijke werkgeversvisie over de invulling van het infra-onderwijs in Nederland. Deze dient als basis om een dialoog met het onderwijs op te starten. Wij richten ons in deze notitie op het mbo, en dan met name op de bbl. Het onderwijs is zelfstandig bevoegd keuzes te maken inzake spreiding en concentratie. Als bedrijfsleven willen wij echter zoveel mogelijk invloed uitoefenen op de keuzes die gemaakt worden. De onvermijdelijke consequenties van keuzes die gemaakt moeten worden, zouden niet haaks mogen staan op de belangen van het bedrijfsleven. Onderwijs en bedrijfsleven hebben elkaar, als het gaat om de opleidingen voor vakmensen, zeker in deze tijd, hard nodig. Werkgevers in de infra hebben voor wat betreft een aantal opleidingen een sterke voorkeur voor opleiden via de landelijke vakopleiding Soma, door de aannemers uit de infra zelf opgericht. Daarnaast hebben zij een sterke voorkeur voor ROC s die kwalitatief goed opleiden. Criteria hiervoor zijn uitgewerkt in hoofdstuk 1 van deze notitie. Als sector vinden wij kwaliteit belangrijker dan kwantiteit. Dus liever goede opleidingen op minder locaties dan minder goede opleidingen op veel locaties. Uitgangspunten hierbij zijn: De deelnemer is wat ons bindt met het onderwijs (de opleiding en beroepsvorming van de deelnemer is het gezamenlijk doel). Kwaliteit van het onderwijs staat voorop. Wij kijken naar de wettelijke eisen en een drietal aanvullende eisen: de organisatie van het onderwijs, de mate waarin het onderwijs innovatief is en de wijze waarop het onderwijs samenwerkt met het bedrijfsleven. Dit is uitgewerkt in hoofdstuk 2. Partijen maken zo effectief mogelijk gebruik van de OC&W bekostiging. Partijen handelen met respect voor elkaars rollen en verantwoordelijkheden (uitgaande van de WEB) en hebben heldere en realistische verwachtingen (ook financieel) t.a.v. elkaar. 3

Deze notitie krijgt behalve van de genoemde partijen die vertegenwoordigd zijn in de werkgroep, brede steun. Gezien de raakvlakken met de infra zijn ook de Vereniging van Waterbouwers (VvW), Cumela Nederland en de Vereniging Verticaal Transport (VVT) geconsulteerd bij het tot stand komen van de notitie. De VvW staat geheel achter de notitie en heeft bij de stand van zaken in hoofdstuk 4 een eigen stuk toegevoegd. Cumela Nederland heeft eveneens aangegeven deze notitie van harte te ondersteunen. De notitie krijgt ook de instemming van de VVT, die zelf ook bezig is met spreiding en concentratie van de eigen opleidingen. 2. Kwaliteit 2.1 Inleiding Het infra-onderwijs moet aan zekere kwaliteitscriteria voldoen. Door de inspectie van het onderwijs is een toezichtkader vastgesteld waaraan alle opleidingen vallend onder het ministerie van OC en W moeten voldoen. Dit kader geldt voor het van overheidswege bekostigd onderwijs en deels ook voor het niet van overheidswege bekostigd onderwijs. Naast het inspectiekader zijn er andere eisen die vanuit de aanbieder, het bedrijfsleven of de deelnemer worden gesteld. In dit hoofdstuk wordt getracht deze verschillende kaders bijeen te brengen. 2.2 Belangen Zo goed mogelijk en betrouwbaa r onderwijs! Bedrijfsleven Deelnemer Zo goed mogelijk onderwijs! Tevredenheid Doelmatig! Voldoen aan eisen! Kostenbaten! Opleider Maatschappij Value for money! Goede besteding gemeenschaps- Bovenstaand schema geeft de verschillende belangen weer. Voor alle partijen geldt dat er zo goed mogelijk onderwijs gegeven moet worden. De betekenis van zo goed mogelijk onderwijs heeft echter voor iedere belanghebbende een andere nuance. a. Bedrijfsleven Het bedrijfsleven heeft belang bij goed opgeleid mensen en bij voorkeur just in time goed opgeleide mensen. Dit wil zeggen dat de juist opgeleide mensen op het juiste moment beschikbaar zijn. Daarnaast heeft het bedrijfsleven een bedrijfseconomisch belang wanneer het gaat om de opleiding zelf. Bij voorkeur worden mensen opgeleid in voor het bedrijf 4

gunstige periodes. Een ander belangrijk kwaliteitsaspect voor het bedrijfsleven is de actualiteit van de opleiding. In hoeverre worden innovaties in de opleiding meegenomen? b. Deelnemer De deelnemer wil zo goed mogelijk onderwijs. Dit betekent dat hij een diploma wil ontvangen dat waarde heeft op de arbeidsmarkt (arbeidsmarktrelevantie). Daarnaast stelt hij eisen aan de opleiding zelf. Uit de landelijke JOB-monitor blijkt dat deelnemers vooral waarde hechten aan de volgende zaken: - Voldoende lessen - Tijdige beschikbaarheid van informatie - Gebruik van boeken en studiemateriaal - Beschikbaarheid van computers - Goede examenorganisatie c. Opleider Voor de opleider geldt dat het bieden van een opleiding kostendekkend moet zijn. Dit betreft zowel de relatie bekostiging en kosten maar ook welke kosten moeten gemaakt worden om een opleiding vorm te geven die voldoet aan de wensen van de klant. Hieronder vallen ook de kosten om deze wensen te integreren in een opleiding die voldoet aan de wettelijke eisen. Daarnaast moet de opleiding passen in de strategische doelen van de organisatie. d. Maatschappij Wordt er goed omgegaan met ons gemeenschapsgeld oftewel voldoet de opleiding aan alle wettelijke eisen. Worden er opleidingen verzorgd die ook arbeidsmarktrelevantie hebben. 2.3 Wettelijke kwaliteitseisen Als nadrukkelijke voorwaarde voor iedere opleiding geldt dat deze moet voldoen aan het wettelijk kader. Dit kader wordt zowel in de wet geregeld als in het toezichtkader van de onderwijsinspectie. Dit toezichtkader omvat zowel de wettelijke vereisten als de politieke wensen die soms wat incident gestuurd lijken te zijn. Het is met name aan de scholen om te zorgen dat zij aan deze wettelijke kaders voldoen. Voor het gesprek tussen onderwijs en bedrijfsleven is het van belang dat het bedrijfsleven op de hoogte is van deze wettelijke kaders. Samengevat komen de wettelijke kaders op het volgende neer: a. Rechtmatigheid bekostiging - Juistheid inschrijvingen per 1 oktober - Juistheid verstrekte diploma s tussen 1 oktober en 30 september - Voldoen aan 300/850 urennorm b. Opbrengsten - Jaarresultaat - Diploma, resultaat - De opbrengsten worden gerelateerd aan een landelijke norm c. Programmering - Het aangeboden programma is samenhangend en afgestemd op het kwalificatiedossier - Het programma biedt voldoende keuzemogelijkheden voor deelnemers (maatwerk) - Het programma is doelmatig en wordt ondersteund door adequate voorzieningen d. Leerproces - Leertijd. Deelnemers zijn voldoende aanwezig en aan het leren - Didactisch handelen is stimulerend 5

- Begeleiding in de instelling is effectief en stimulerend Beroepspraktijkvorming is effectief en stimulerend e. Trajectbegeleiding is zorgvuldig - Intake - Loopbaanbegeleiding f. Omgang en veiligheid - Bejegening - Veiligheid Daarnaast zijn de volgende kaders zodanig essentieel dat zij apart onderzocht worden en een eigen waarderingskader hebben. a. Systematische kwaliteitszorg b. Examinering De examinering, zoals die nu is vastgesteld, kent 7 standaarden waarvan er tenminste 5 voldoende moeten zijn en in ieder geval standaard 3, 4, 5 en 7. De 7 standaarden zijn: 1. Het beroepenveld heeft vertrouwen in de examenkwaliteit 2. De deskundigheid van betrokkenen is geborgd 3. Het exameninstrumentarium voldoet aan de uitstroomeisen 4. Het exameninstrumentarium voldoet aan de toetstechnische eisen 5. De examenprocessen van afname, beoordeling en diplomering zijn deugdelijk 6. De examenkwaliteit is voldoende geborgd 7. De instelling voldoet aan de wettelijke eisen rondom examinering 2.3 Aanvullende kwaliteitseisen Ervan uitgaande dat iedere opleider de verplichting heeft aan bovenstaande eisen te voldoen, is er een aantal aanvullende eisen te benoemen die de kwaliteit van de opleiding en het vertrouwen van het bedrijfsleven in de opleiding verhogen. Om te komen tot een selectie van scholen die opleidingen verzorgen die een kwalitatieve meerwaarde hebben voor het bedrijfsleven is het van belang deze aanvullende eisen in kaart te brengen. In grote lijnen komen deze aanvullende eisen neer op vier categorieën: de organisatie van het onderwijs, innovaties uit het vakgebied, de samenwerking tussen school & bedrijfsleven en een doorlopende leerlijn. a. Organisatie van het onderwijs De school is in staat het onderwijs zodanig te organiseren dat dit past in de bedrijfsvoering van het bedrijf. Wanneer dit vanuit de bedrijfsvoering van de school niet mogelijk is, wordt er in overleg met de klant gekeken wat de next best oplossing is. Van het bedrijf wordt verwacht dat dit rekening houdt met de wettelijke eisen. Daarnaast moet een school in staat zijn de continuïteit te waarborgen voor een aantal jaren. Dit betekent dat er voldoende goed gekwalificeerd en bevoegd personeel moet zijn om de lessen te verzorgen. b. Innovatie Innovaties binnen vakgebieden gaan soms sneller dan het kwalificatiedossier kan bijhouden. Het is dus zaak het onderwerp innovaties zodanig te formuleren in het kwalificatiedossier dat het kwalificatiedossier voldoende ruimte geeft om nieuwe ontwikkelingen snel een plek te geven in het onderwijsprogramma. De school komt met de bedrijfstak overeen welke innovaties in ieder geval deel uit moeten maken van de opleiding. Deze kunnen als aanvullend pakket in de opleiding opgenomen worden. De bedrijfstak speelt een belangrijke rol in dit deel van de opleiding door gastdocenten te leveren en waar nodig middelen en materialen. 6

c. Samenwerking De school is bereid op zoveel mogelijk terreinen samen te werken met de bedrijfstak. De samenwerking gaat in ieder geval op voor de examinering en de leerstofontwikkeling. Dit betekent dat het bedrijfsleven betrokken moet worden bij de examencommissie, de proeven van bekwaamheid, een beroepenveldcommissie, de leerstofontwikkeling. De verwachting is dat hier op een termijn van 1-3 jaar landelijke, bindende kaders voor komen, die ontwikkeld zullen worden onder verantwoordelijkheid van de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). d. Doorlopende leerlijn Een doorlopende leerlijn via het beroepsonderwijs, van vmbo tot en met hoger onderwijs, is voor de bedrijfstak van groot belang. Deelnemers én beroepsbeoefenaars kunnen zich op deze manier blijvend ontwikkelen, en zo groeien binnen hun beroep, binnen hun bedrijf en/of binnen dan wel buiten de bedrijfstak. De school dient met name voor deelnemers op niveau 4 te zorgen dat deelnemers succesvol kunnen doorstromen naar het hbo. Organisatie Planning Continuiteit Innovatie innovaties aanvullend op regulier pakket rol van bedrijfsleven hierin Samenwerking examinering ontwikkeling lesmateriaal Doorlopende leerlijn vmbo-mbo mbo-hoger onderwijs Wanneer scholen hebben laten zien aan de wettelijke eisen te voldoen en in staat zijn de aanvullende eisen te realiseren, dan zou hiermee de kwaliteit gewaarborgd (moeten) zijn. 7

3 Analyse huidige situatie 3.1 Inleiding Kenmerkend voor het infra-onderwijs is dat het veel opleidingen kent met relatief weinig deelnemers. Een eenvoudige rekensom laat zien dat landelijk 21 opleidingen voor in totaal 3494 deelnemers (inclusief de deelnemers van het SOMA) in 2010, betekent dat gemiddeld iedere opleiding rond de 166 deelnemers bevat. Nu zijn er grote en extreem kleine opleidingen (de kleinste heeft slechts 1 deelnemer, de grootste heeft 327 deelnemers), dus een gemiddelde zegt niet per definitie iets. Toch is het een feit dat zowel werkgevers als onderwijsinstellingen zich zorgen maken om het infra onderwijs. ROC s overwegen (delen van) kleine infra-opleidingen te sluiten. Of zij houden een studierichting in stand voor een gering aantal deelnemers, terwijl voor het ROC bedrijfseconomisch nauwelijks verantwoord is. Veel van onze bedrijven hebben moeite goed gekwalificeerd personeel te vinden. Deze bedrijven hebben er belang bij dat er op scooterafstand passende onderwijsmogelijkheden zijn; dat biedt hen de mogelijkheid de medewerkers zelf (al dan niet in samenwerking met een opleidingsbedrijf) op te leiden. Wanneer beide partijen, het onderwijs en de bedrijven uit onze sector, in vertrouwen met elkaar samenwerken, zouden zij in gezamenlijkheid kunnen zorgen voor een kwalitatief en kwantitatief hoogwaardig aanbod van infra-opleidingen. Het is, zoals in het vorige hoofdstuk al benoemd, de deelnemer die ons bindt. Het ministerie van OCW, dat recent het MBO-plan Focus op Vakmanschap naar buiten heeft gebracht, wil overleg over doelmatigheid van opleidingen tussen sectoren en onderwijs en tussen de verschillende ROC s stimuleren. Op termijn zullen ten aanzien van macrodoelmatigheid ook bindende criteria worden ontwikkeld door de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. In de aanloop daartoe is op verzoek van sectorale werkgeversorganisaties per kenniscentrum een overzicht van feiten en cijfers over het aanbod van middelbare beroepsopleidingen voor de branche ontwikkeld, dat in bijlage 7 aan deze notitie is toegevoegd. Voor ons een reden te meer om de situatie van het deelnemersaantal op het ROC nader te bekijken. De cijfers die wij gebruikt hebben zijn gebaseerd op die van Fundeon. Daarbij moet worden meegenomen dat deze cijfers een momentopname weergeven. Deelnemersaantallen kunnen per maand wisselen. Dit neemt niet weg dat we op basis van deze cijfers, wel een ontwikkeling kunnen waarnemen. 3.2 Instroom Bijlage 1 laat de instroom van deelnemers zien per provincie. Stijging van het aantal deelnemers is slechts te zien in de provincies Friesland en Drenthe. Daling is sterk in de provincies Flevoland, Utrecht, Noord Holland en Limburg. De overige provincies tonen een min of meer stabiele instroom. In het geheel genomen lijkt de instroom van 2007 tot en met 2010 redelijk stabiel, met een aantal uitzonderingen zoals hiervoor genoemd, naar boven en naar beneden. Toch moet er op basis van pure cijfers niet een te rooskleurig beeld ontstaan. Een mogelijke oorzaak van de nog redelijk stabiele instroom is dat tegemoetkomingsgelden ervoor hebben gezorgd dat de instroom kunstmatig hoog is. De tegemoetkomingsgelden zijn per 2011 naar beneden bijgesteld en de gevolgen hiervan zijn in deze gegevens nog niet te zien. Verder merken wij op dat het Infra College Groningen/Assen/Drachten een ROC is dat nauw met het bedrijfsleven samenwerkt, maar in tegenstelling tot de andere ROC s niet door OCW wordt bekostigd. En bij de instroomcijfers van de provincie Gelderland moet worden opgemerkt dat ook de deelnemers van het SOMA College zijn meegerekend, terwijl dit een landelijk opererende onderwijsinstelling is. Hetzelfde geldt voor Noord Brabant, waar de deelnemers Civiele Betonbouw meegerekend zijn. De opleiding Civiele Betonbouw heeft, net als SOMA, deelnemers uit het hele land. 8

3.3 Verschillen per opleiding De tabel in bijlage 2 laat zien welke opleidingen de ROC s in de verschillende provincies aanbieden. Ook laat de tabel zien hoeveel deelnemers per opleiding ingeschreven staan. De opleidingen met minder dan 17 deelnemers zijn rood gemarkeerd. Het Hoofd Bedrijfschap Ambachten (HBA) hanteert in haar onderzoek naar kleine, specialistische opleidingen een ondergrens van 17 deelnemers. Wanneer minder deelnemers een studierichting volgen heeft dit hoe dan ook gevolgen voor de kwaliteit. Uitgaande van ditzelfde criterium kunnen we aan de hand van het aantal deelnemers per provincie per ROC per opleiding bekijken waar de probleemgebieden zich bevinden. Wij zien drie patronen: a. Opleidingen zijn overal klein: minder dan 17 deelnemers b. Opleidingen hebben één of twee plaats(en) met veel deelnemers en sommigen een aantal kleine c. Er zijn grote opleidingen, met veel deelnemers, en kleine opleidingen, met weinig deelnemers a. Opleidingen zijn overal klein De volgende opleidingen hebben op alle ROC s minder dan 17 deelnemers: Infratechniek Opmerking: deze opleiding heeft een relatief grote groep van 11 resp. 16 deelnemers aan het Koning Willem 1 College Den Bosch en ROC Zadkine in Rotterdam. Machinist Funderingswerk Opmerking: deze opleiding heeft in 2010 slechts 3 deelnemers, die allen aan het Deltion College te Zwolle hun opleiding volgen. Middenkaderfunctionaris Infra Opmerking: deze opleiding heeft een relatief grote groep van 10 resp. 15 deelnemers aan het Koning Willem 1 College Den Bosch en het Radius College Breda. Monteur Data/Electra Opmerking: Deze opleiding heeft een relatief grote groep van 13 resp. 9 deelnemers aan het Deltion College te Zwolle en het ROC Zadkine in Rotterdam. Monteur Mobiele werktuigen Opmerking: Dit is een niveau 2 opleiding. De opleiding Monteur Allround Mobiele werktuigen is niveau 3 en kent twee concentraties met resp. 57 en 20 deelnemers in SOMA Harderwijk en Koning Willem 1 in Den Bosch. Waterbouwer Allround Opmerking: Dit is een niveau 3 opleiding. De opleiding Waterbouwer op niveau 2 wordt aangeboden aan de Friesche Poort te Drachten (22 deelnemers) en aan het Infra College te Groningen (62 deelnemers). b. Opleidingen met één concentratie en enkele kleine groepen Deze opleidingen hebben één of twee plaats(en) met veel deelnemers en een aantal kleine De volgende opleidingen hebben een of twee concentratie(s). Daarnaast is er een aantal kleine groepjes deelnemers (dus minder dan 17 per opleiding). Balkman Betontimmerkracht Allround Civiele betonbouw Betontimmerman Primair Civiele betonbouw Opmerking: De drie bovengenoemde opleidingen zijn geconcentreerd op één plek. De opleiding Balkman wordt alleen gegeven op het Regiocollege Afd. Infra Heerhugowaard en de twee opleidingen civiele betonbouw alleen aan ROC Ter Aa in Helmond. Machinist Hijswerk Opmerking: één concentratie: SOMA 78 deelnemers. 4 plaatsen met 6 deelnemers of minder. 9

Machinist Wegenbouw Opmerking: één concentratie: Regio College Heerhugowaard 22, daarnaast 5 plaatsen met 8 of minder deelnemers. Monteur Allround Gas/Water/Warmte Opmerking: 2 concentraties: Deltion Zwolle, 25 deelnemers en Zadkine Rotterdam, 19 deelnemers. Monteur Allround Mobiele Werktuigen Opmerking: concentratie SOMA Harderwijk 57 deelnemers en Koning Willem 1 Den Bosch 20 deelnemers. Daarnaast 4 kleine groepjes. Waterbouwer Opmerking: Twee concentraties: Friesche Poort Drachten 22 deelnemers en Infra College Groningen 62 deelnemers. Daarnaast 6 kleine groepjes. c. Grote en kleine opleidingen Deze groep bevat opleidingen met veel deelnemers, en kleine opleidingen, met weinig deelnemers. De volgende opleidingen hebben verschillende grote en verschillende kleine opleidingen: Machinist Grondverzet Monteur Gas/Water/Warmte Straatmaker Straatmaker Allround Vakman GWW Vakman GWW Allround Opmerking: Deze opleidingen hebben genoeg deelnemers op verschillende plaatsen in het land. Juist in deze categorie zullen keuzes gemaakt moeten worden. Juist in deze groep zal het bedrijfsleven moeten aangeven met welke ROC s zij kunnen en willen samenwerken. Daarbij zullen zowel spreiding (waar mogelijk over alle provincies) als concentratie (binnen de provincies) moeten plaatsvinden. Bij deze analyse dient te worden opgemerkt dat dit een beeld geeft van de bbl-opleidingen. Het SOMA College biedt echter ook een brede bol-opleiding aan voor machinisten en monteurs met een jaarlijkse instroom van 140 deelnemers. Daarnaast is het zo dat er tussen de verschillende opleidingen in het bouw- en infra domein een zekere samenhang bestaat. Door optimaal gebruik te maken van die samenhang kunnen er efficiencyvoordelen behaald worden. De zogenaamde combinatieopleidingen worden soms al toegepast, bijvoorbeeld bij machinisten- en de monteuropleidingen, waardoor ook een kleine groep monteurs kan worden opgeleid. Zo kan het voor ROC s toch bedrijfseconomisch verantwoord zijn om een aantal kleine opleidingen in stand te houden. Dit is in deze notitie niet verder uitgediept; het gaat hier immers om de bedrijfsvoering van het scholenveld en daar hebben wij als werkgevers onvoldoende expertise van en inzicht in. 10

4 Aanbeveling, stand van zaken en conclusie 4.1 Keuzes Uit voorgaande analyse wordt helder dat er keuzes gemaakt zullen moeten worden. Werkgevers realiseren zich hierbij dat terdege dat zij niet degenen zijn die deze keuzes kunnen of mogen maken. Dat is primair een proces van het onderwijs. Werkgevers willen echter wel graag meedenken in dit besluitvormingsproces, met respect voor ieders rollen, verantwoordelijkheden én belangen. Het geheel aan infra-opleidingen laat een divers beeld zien. In totaal zien wij een relatief hoog aantal opleidingen ten opzichte van een relatief laag aantal deelnemers. Daarnaast zien we verschillende patronen. Daar waar opleidingen klein zijn, zien we dat er in zekere zin al sprake is van concentratie. Dit is het geval bij de opleidingen Infratechniek (niveau 1), Machinist Funderingswerk, MKF Infra, Monteur Data/Electra en Monteur Gas/Water/Warmte. Bij dergelijke kleine opleidingen kunnen wij ons voorstellen dat een ROC optreedt als franchisenemer van een of meer opleidingen van een centraal ROC, dat verantwoordelijk is voor leerstofontwikkeling, docenten en toetsing/examinering. Het ROC zou, in samenwerking met het SPG of het plaatselijk bedrijfsleven, kunnen kiezen voor een combinatie van de verschillende niveaus. Daarnaast zou ook een combinatie kunnen worden gemaakt van de opleidingen die raakvlakken hebben met elkaar. Dit gebeurt bij de SPG opleidingen van GOA, bijvoorbeeld (Allround) Monteur Gas/Water/Warmte (niveau 2 en 3) en (Allround) Monteur Data/Elektra (niveau 2 en 3). Maar misschien gebeurt dit allemaal al en hebben werkgevers hier gewoon (nog) onvoldoende inzicht in. In de categorie opleidingen met een of twee concentraties met meer deelnemers en daarnaast een aantal kleine opleidingen zien we dat er dus al sprake is van concentratie. Vraag hier is of alle kleine opleidingen naast de een of twee grote hun opleiding moeten continueren. Wij kunnen ons voorstellen dat in dit geval de ROC s met de hoogste deelnemersaantallen, net als bij vorige categorie, de rol vervullen van het centrale ROC. Dit centrale ROC kan of deze centrale ROC s nemen in dat geval de verantwoordelijkheid op zich voor de leerstofontwikkeling, docenten en toetsing/examinering in samenwerking en overleg met het bedrijfsleven. Daarvan kunnen de kleine opleidingen gebruik maken. Ook is het denkbaar dat de kleine opleidingen opgaan in de grote. Bij de opleidingen Balkman en Civiele Betonbouw is de concentratie al een feit. Deze opleidingen worden slechts op een plaats aangeboden. In de gevallen concentratie op een plaats ( in twee gevallen) en op twee plaatsen ( 3 plaatsen) kan gewerkt worden volgens de eerdergenoemde formule, waarbij een of twee ROC s verantwoordelijk zijn voor alle opleidingen. Tenslotte is er een categorie met veel opleidingen met veel deelnemers en een groot aanbod van kleine opleidingen, dus met weinig deelnemers. In deze categorie is het van belang dat wij vanuit de sector aangeven met welke ROC s de beste samenwerking verwacht kan worden. 4.2 Proces in ontwikkeling: stand van zaken De werkgroep wil geen concreet voorstel om wel of niet met een bepaald ROC in zee te gaan. Wel hebben wij in deze notitie een aantal voor ons belangrijke kwaliteitscriteria beschreven. Een aantal groeperingen heeft al een duidelijke voorkeur voor specifieke ROC s uitgesproken: 11

Een voorbeeld hiervan is de OBN, de Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland. Deze vereniging heeft, gebaseerd op goede samenwerking vanuit het verleden, afspraken met een beperkt aantal ROC s, te weten: ROC Friese Poort te Leeuwarden Deltion College te Zwolle Koning Willem 1 College te s Hertogenbosch ROC West Brabant (Baronie College) te Breda ROC Zadkine te Rotterdam Regio College (Waterland) te Zaandam Soma College te Harderwijk De Vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer van Bouwend Nederland werkt op een structurele en constructieve manier, via de SPG s die aangesloten zijn bij de Vakroep, samen met een selectief aantal ROC s: SPG Zuid Holland (GOA) SPG Noord Holland (GOA) SPG Zuid Oost (GOA) SPG Noord Oost Nederland Zadkine College te Rotterdam Albeda College te Rotterdam Regio College te Heerhugowaard Horizon College te Heerhugowaard Koning Willem 1 College te s Hertogenbosch ASA College te Leusden De Friese Poort te Drachten ROC Noorderpoort te Groningen Deltion College te Zwolle ASA College te Leusden De SPG s behorend bij Bouwend Nederland en de SPG s behorend bij de VESIN, werken ook met een selectief aantal ROC s samen: SPG Noord Holland SPG Amstelland SPG Midden Nederland SPG Zuid-Holland Regio College Zaandam met dependance Heerhugowaard ROC Horizon College te Heerhugowaard ROC van Amsterdam ROC Zadkine te Rotterdam (op locatie) ROC Leiden te Leiden ROC Mondriaan te Den Haag Da Vinci College te Dordrecht ROC Zadkine te Rotterdam 12

IZ (Zeeland) VIB (West Brabant) Stivako (Brabant overig) SPG Limburg SPG InfraVak (Gelderland en Overijssel) SPG Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) Markiezaat College (onderdeel ROC West Brabant) te Bergen op Zoom ROC Zeeland (op locatie) ROC Zadkine Rotterdam Markiezaat College te Bergen op Zoom Koning Willem 1 College te s Hertogenbosch ROC Zadkine te Rotterdam Radius College te Breda Koning Willem 1 College te s Hertogenbosch ROC Gilde Opleidingen Roermond SOMA College te Harderwijk (op locatie) ROC van Twente te Almelo Rijn IJssel College te Arnhem Deltion College te Zwolle Infra college te Groningen De Vereniging van Waterbouwers onderhoudt al jaren een Kennisinfrastructuur Waterbouw, een netwerk van onderwijsinstellingen en samenwerkingsverbanden, gericht op kennisontwikkeling (innovatie) en kennisoverdracht van de waterbouwkunde. Het netwerk bestaat uit ruim 20 onderwijsinstellingen voor beroepsonderwijs op zowel wetenschappelijk, HBO- als MBO-niveau, die opleidingen verzorgen rondom de vakgebieden waterbouwkunde (civiele techniek), werktuigbouw, survey, nautica en maritieme techniek. Om te kunnen voorzien in de personeelsbehoefte in de waterbouw is degelijk onderwijs nodig op MBO-niveau, waarbij nadrukkelijk de doorstroom richting het HBO dient te worden gefaciliteerd. In 2020 wil de Vereniging van Waterbouwers per vakgebied 1 of 2 excellente HBO-opleidingen ondersteunen, die goed verspreid zijn over het land. Per HBO-centrum zijn daarbij maximaal 2 MBO-centra aangesloten. In navolging van de ontwikkelingen op de gebieden van nautica, survey en maritieme techniek zal de Vereniging van Waterbouwers het initiatief nemen om samen met andere werkgevers op het gebied van uitvoerende waterbouw regionale centra te ontwikkelen voor de vakgebieden waterbouwkunde (civiele techniek) en werktuigbouwkunde. In 2011 zullen in overleg met partners criteria worden afgesproken die als leidraad kunnen dienen voor de selectie van HBO- en MBO-instellingen waarmee intensief zal worden samengewerkt. Vanaf 2012 zullen de samenwerkingsafspraken worden gerealiseerd. Aansluitend worden aan de hand van plannen van aanpak de realisatie en uitbouw van de centra of expertise aangepakt. De Vereniging van Waterbouwers blijft in nauwe samenwerking met het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbouw en haar leden bijdragen aan de beschikbaarheid van vakdocenten, leermiddelen en aan de ontwikkeling van lesprogramma s. Verder zijn er voldoende afstudeer- en stageplaatsen beschikbaar. Ook zullen docentenstages en praktijkexcursies worden gestimuleerd. 13

4.3. Conclusie Het infra-onderwijs staat onder druk. In deze notitie is een poging gedaan een werkgeversvisie te formuleren over de invulling van het infra-onderwijs op het middelbaar beroepsonderwijs in Nederland. Het uitgangspunt hierbij is kwaliteit boven kwantiteit. Liever een aantal opleidingen die voldoen aan de kwaliteitscriteria van de overheid en een aantal aanvullende criteria vanuit de bedrijfstak op een beperkt aantal locaties, dan minder goede opleidingen op veel locaties. In de praktijk blijkt dat het proces van het maken van keuzes, de verantwoordelijkheid van het onderwijs, al in ontwikkeling is. Een aantal (kleine) beroepsgroepen werkt vanuit het verleden al samen met een beperkt aantal ROC s. Voor anderen, bijvoorbeeld de waterbouwers, is het een proces dat in het verleden heeft plaatsgevonden maar dat zich, in samenhang met het hoger beroepsonderwijs, verder ontwikkelt. Deze contourschets wil vanuit de infra de aanzet geven tot een dialoog met het onderwijs, om gezamenlijk te komen tot een kwalitatief goed onderwijsaanbod, geconcentreerd in gebieden waar de deelnemers, met een mbo-diploma in een infra-opleiding, direct als werknemer aan de slag kunnen in de infrabedrijven. 14

Bijlage 1 Landkaart Per provincie gemiddeld aantal ingeschreven deelnemers BBL in 2010 Instroom per jaar 2007-2010 Bron: Fundeon LL in 2010:50 Instroom 07: 39 Instroom 08:49 Instroom 09:36 Instroom 10: 37 LL in 2010:385 Instroom 07: 239 Instroom 08:293 Instroom 09:243 Instroom 10: 225 LL in 2010: 423 Instroom 07: 313 Instroom 08:324 Instroom 09:311 Instroom 10:257 LL in 2010:77 Instroom 07: 44 Instroom 08:39 Instroom 09:35 Instroom 10: 22 LL in 2010:451 Instroom 07: 95 Instroom 08:209 LL in 2010:166 Instroom 09:379 Instroom 07:77 Instroom 10: 234 Instroom 08:128 Instroom 09:142 Instroom 10: 172 LL in 2010:39 Instroom 07: 34 Instroom 08:32 Instroom 09:13 LL in 2010:29 Instroom 07: 46 Instroom 08:39 Instroom 09:31 Instroom 10: 22 LL in 2010:833 Instroom 07: 473 Instroom 08:498 Instroom 09:460 Instroom 10: 467 Instroom 10: 41 LL in 2010:344 Instroom 07: 201 Instroom 08:234 Instroom 09:192 Instroom 10: 143 LL in 2010:583 Instroom 07: 271 Instroom 08:283 Instroom 09:268 Instroom 10: 262 LL in 2010:114 Instroom 07: 85 Instroom 08:87 Instroom 09:67 Instroom 10: 68 15

Bijlage 2 Aantal deelnemers per opleiding via individueel Leerbedrijf of via Opleidingsbedrijf Som van gem 2010 Werkgever Type Uitstroom Individueel Opleidingsbedrijf Totaal Asfaltafwerker 34 8 42 Balkman 18 3 21 Betontimmerkracht Allround CB 21 21 Betontimmerman Primair CB 6 73 79 Infratechniek 33 13 46 Machinist Funderingswerk 3 3 Machinist Grondverzet 700 85 785 Machinist Hijswerk 89 89 Machinist Wegenbouw 26 15 41 Middenkaderfunctionaris Infra 31 2 33 Monteur Allround Gas/Water/Warmte 16 49 65 Monteur Allround Mobiele Werktuigen 84 14 98 Monteur Data/Elektra 9 26 35 Monteur Gas/Water/Warmte 39 148 188 Monteur Mobiele Werktuigen 8 2 9 Straatmaker 376 207 583 Straatmaker Allround 107 92 199 Vakman GWW 438 368 806 Vakman GWW Allround 77 149 225 Waterbouwer 79 23 101 Waterbouwer Allround 3 14 17 Eindtotaal 2176 1312 3486 16

Bijlage 3: Organisatiemodellen Organisatiemodellen die besproken kunnen worden met het onderwijs: 1. Regionale concentratie. De bouw- en infra opleidingen concentreren zich binnen 1 regio binnen 1 ROC. Op deze wijze wordt voorkomen dat er teveel versnippering plaatsvindt. Door versnippering kan een opleiding voor een ROC relatief te duur worden waardoor het ROC op termijn besluit de opleiding te stoppen. Voorbeeld: de recent in Groningen gemaakte afspraken. 2. Franchise model. Een ROC treedt op als franchisenemer van één op meer uitstroomrichtingen/opleidingen van een als kwalitatief goed bekend staand ROC. Op deze wijze wordt geborgd dat met name de opleidingen voor kleine beroepen toch aangeboden kunnen blijven worden zonder dat een ROC hier disproportioneel hoge ontwikkelkosten voor moet maken. Ook raakt het ROC dan niet in conflict met de onderwijsinspectie. Leerstofontwikkeling, docenten en toetsing/examinering kunnen dan door het centrale ROC ontwikkeld worden (bij voorkeur ondersteund door Fundeon) waardoor de franchisenemer ontzorgd wordt. Voorbeeld: de vakschool bestratingen i.o. 17

Bijlage 4: Wie betaalt wat? Wie draagt wat bij in de kosten van een bbl-2 deelnemer (per 2 jaar)? 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 Sectorbijdrage OCW Salaris 20.000 10.000 0 16 17 18 19 20 21 22 Wie draagt wat bij in de kosten van een bol-2 deelnemer (per 2 jaar)? 20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 16 17 18 19 20 21 22 Sectorbijdrage OCW Stagevergoeding Sectorbijdrage: tegemoetkomingsgelden voor opleidingsbedrijf OCW: vaste, diploma- en VOA vergoeding Salaris: 104 x weekloon exclusief werkgeverslasten Stagevergoeding: 24 x 0,6 x 400 euro 18

Bijlage 5: vervangingsbehoefte (bron EIB) Functie Aantallen werknemers in diverse functie (1e kwartaal 2010) Aantallen in % van de infrapopulatie Natuurlijk verloop: 3% Benodigde jaarlijkse instroom uitgaande van 60 % opleidingsrendement Wegenbouwers 2427 6,54 73 122 122 Straatmakers 3820 10,29 115 192 192 Kabelleggers 1354 3,65 41 68 68 Machinisten/monteurs 6045 16,29 181 302 302 Grondwerkers/spoorleggers 2778 7,49 83 138 138 Overig infra 2633 7,1 79 132 132 B&U beroepen 5632 15,18 169 282 Uitvoerders 3596 9,69 108 180 180 Overig leidinggevend 1911 5,15 57 95 Werkvoorbereiders 1262 3,4 38 63 63 Calculators 719 1,94 22 37 37 Overig kader 1187 3,2 36 60 60 Overig UT personeel 526 1,42 16 27 Administratief 3181 8,57 95 158 Infra totaal 37106 1856 1294 19

Bijlage 6 Aantal leerlingen per provincie per roc per uitstroom richting in 2010 (bron Fundeon) Balkman Asfaltafwerker Betontimmerkracht Allround CB Betontimmerman Primair CB Infratechniek Machinist Funderingswerk Machinist Grondverzet Machinist Hijswerk Machinist Wegenbouw Middenkaderfunctionaris Infra Monteur Data/Elektra Monteur Allround Gas/Water/Warmte Monteur Gas/Water/Warmte Monteur Allround Mobiele Werktuigen Straatmaker Straatmaker Allround Vakman GWW Monteur Mobiele Werktuigen Drenthe ROC DRENTHE COLLEGE Emmen 16 5 18 39 Flevoland ROC FLEVOLAND/ AFD FEZ Almere 5 2 15 7 29 Friesland ROC FRIESE POORT Drachten 1 13 26 10 59 32 22 3 166 Gelderland RIJN IJSSEL Arnhem 1 7 15 3 19 12 57 Gelderland SOMA COLLEGE Harderwijk 9 327 78 8 57 25 9 11 2 526 Groningen INFRA COLLEGE Groningen 3 1 88 21 201 22 62 8 406 Groningen ROC NOORDERPOORT COLLEGE Gron. 1 21 1 5 10 2 4 1 45 Limburg GILDE OPLEIDINGEN Roermond 37 1 2 1 17 7 29 20 114 Noord Brabant DA VINCI COLLEGE TECHNIEK LOCATIE BOUWSCHAKEL H'veld-Giessendam 1 4 4 13 2 24 Noord Brabant KONING WILLEM 1 COLLEGE Den Bosch 11 141 6 3 10 6 31 16 1 20 73 26 77 7 428 Noord Brabant MARKIEZAAT COLLEGE Bergen op Zoom 71 2 73 Noord Brabant RADIUS COLLEGE Breda 15 52 19 77 15 178 Noord Brabant ROC TER AA SECTOR TECHN. Helmond 21 80 1 2 16 8 2 130 REGIO COLLEGE AFD INFRA 5 52 Noord Holland Heerhugowaard 32 21 7 34 22 7 30 5 18 85 36 10 5 369 Noord Holland ROC VAN AMSTERDAM Amsterdam 1 3 23 13 9 5 54 Overijssel ROC DELTON COLLEGE ZWOLLE 3 78 1 13 68 25 28 8 9 7 1 1 242 Overijssel ROC TWENTE AF. BOUW, INFRA & INTERIEUR Almelo 3 43 9 26 20 1 102 Utrecht ROC ASA SBBO Leusden 4 4 ROC MIDDEN NED. LOCATIE Utrecht GILDEVAART Nieuwegein 32 1 17 2 20 1 73 ROC ZEELAND CLUSTER INFRA 21 Zeeland Vlissingen 19 8 2 50 MONDRIAAN ONDERWIJSGROEP Den 3 Zuid Holland Haag 21 24 Zuid Holland ROC ZADKINE TECHNIEK Rotterdam 16 16 2 6 9 38 19 6 10 44 27 69 30 1 293 Zuid Holland ROC LEIDEN TECHNIEK Leiden 5 20 5 1 31 4 2 68 Waterbouwer Vakman GWW Allround Waterbouwer Allround Totaal 3494 20

Bijlage 7 Doelmatigheid. Opleidingenaanbod mbo. Overzicht spreiding opleidingen per kwalificatie voor de branche Bouw en Infra. Zie: www.aanbodmbo.nl. opleidingenaanbod opleidingenaanbod opleidingenaanbod doelmatigheid opleidingenaanbod doelmatigheid doelmatigheid doelmatigheid mbo opleidingenaanbod opleidingenaanbod opleidingenaanbod doelmatigheid opleidingenaanbod doelmatigheid doelmatigheid doelmatigheid mbo 21