RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ZADKINE. AFDELING MODE (TECHNIEK) ROTTERDAM Opleidingen niveau 2 en 3

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ZADKINE AFDELING MODE (TECHNIEK) ROTTERDAM Opleidingen niveau 2 en 3 Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op: Rotterdam 25LP januari maart april 2011 Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld , /9 pagina 1/9

2 pagina 2/9

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 31 januari 2011 een onderzoek uitgevoerd bij Zadkine, afdeling Mode (Techniek) te Rotterdam naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. Tijdens het bestuursgesprek van 15 november 2010 is geconstateerd dat de opbrengsten van de niveau 2- en 3- opleidingen een risico vormden voor de kwaliteit van het onderwijs. Met het college van bestuur is toen afgesproken om bij de niveau 2- en 3-opleidingen Medewerker mode/maatkleding een kwaliteitsonderzoek uit te voeren. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: mode/maatkleding); mode/maatkleding). Onderzoeksopzet De inspectie heeft een standaard kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Dit betekent dat het gehele waarderingskader is toegepast. Voorts is in het kader van controle op naleving wettelijke vereisten in het bijzonder aandacht besteed aan onderwijstijd en VSV. Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en de opleidingen die bij de inspectie aanwezig zijn. Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten waaronder de studiegidsen en beroepspraktijkvormingshandboek en overige materialen zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken met de directie, teamleider, docenten, functionarissen zorg en bpv, deelnemers en met het college van bestuur zijn gehouden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar met de erbij behorende onderstaande normen: Niveau 2: jaarresultaat 56,5 en diplomaresultaat 45,2 procent; Niveau 3: jaarresultaat 65,3 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve Deze zijn te vinden op pagina 3/9

4 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. pagina 4/9

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Bevindingen opleidingen Mode (Techniek) te Rotterdam Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie per opleiding of cluster van opleidingen tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleidingen: mode/maatkleding); mode/maatkleding). 1.1 Naleving Wettelijke vereisten Naleving Wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen /2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma Samenhang Maatwerk Programmatijd Voorzieningen 3.2 Leerproces Leertijd Didactisch handelen Begeleiding in de instelling Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding Intake Studieloopbaanbegeleiding Zorg deelnemers specifieke behoeften Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid Bejegening/omgang Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg Systematische Kwaliteitszorg Beoordeling pagina 5/9

6 2.1.2 Beschouwing Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs van de opleidingen Basismedewerker - en Allround medewerker mode/maatkleding, niveaus 2 en 3 is zwak omdat de opbrengsten onvoldoende zijn. Het onderwijsproces is als voldoende beoordeeld, maar er zijn wel enkele belangrijke tekortkomingen geconstateerd. Dit betreft in het bijzonder het programma, waarin de samenhang en voorzieningen onvoldoende zijn. De begeleiding in de instelling en de plaatsing op basis van de intake van deelnemers vertonen eveneens tekortkomingen en zijn daardoor onvoldoende. De deelnemers ondervinden vaak problemen door gebrek aan structuur en duidelijkheid. Het team dat de betreffende opleidingen verzorgt, bevindt zich in een transitiefase. Er zijn door de nieuwe leiding weliswaar verscheidene verbeteringen geëntameerd maar die zijn niet verankerd in de systematische kwaliteitszorg. Er is sprake van te weinig gezamenlijkheid en er ontbreken uniforme werkwijzen. Wettelijke vereisten De opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten met uitzondering van de praktijkovereenkomsten. Gebleken is dat die niet altijd binnen de door de wet bepaalde tijd worden afgesloten. Voorts wordt over het onderzoek naar onderwijstijd separaat gerapporteerd. Opbrengsten Bij het beoordelen van de opbrengsten zijn de volgende opleidingen met het daarbij behorende oordeel betrokken: mode/maatkleding). Het jaarresultaat van de opleiding is 41 procent en het diplomaresultaat is 22 procent en is daarmee onvoldoende. mode/maatkleding). Het jaarresultaat van de opleiding is 9 procent en het diplomaresultaat is 26 procent en is daarmee onvoldoende. Programma De samenhang voldoet niet omdat er te weinig sprake is van een inhoudelijk en didactisch samenhangend programma dat de deelnemers voldoende structuur biedt. De projecten bieden de deelnemers realistische, aan het beroep gerelateerde opdrachten, maar binnen de opleiding zijn nauwelijks verbanden gelegd tussen de beroepsgerichte en de ondersteunende vakken, zoals Nederlands en rekenen. Indien wel verbanden worden gelegd, dan gebeurt dit ad hoc op initiatief van vakdocenten. Bovendien wordt te weinig een relatie gelegd tussen de lessen op school en wat deelnemers moeten leren en ervaren in de beroepspraktijk. Het maatwerk is voldoende. Er is sprake van een variatie in de leerstof die aansluit bij de leerwensen en leermogelijkheden van de deelnemers. Het hoofdprogramma wordt dikwijls aangevuld met specifieke opdrachten. Er zijn faciliteiten voor extra pagina 6/9

7 ondersteuning van de deelnemers en men benut tempodifferentiatie als instrument om maatwerk te bieden. De programmatijd is voldoende. De onderwijsprogrammering levert een redelijke en voldoende gespreide studiebelasting op. De voorzieningen zijn onvoldoende. De informatievoorziening en facilitering worden door de deelnemers als gebrekkig ervaren. Ook de organisatie van het onderwijs met veel lesuitval en roosterwijzingen is voor verbetering vatbaar. Daarnaast zijn problemen geconstateerd met het opbergen van werkstukken; die raken nog al eens kwijt. Leerproces De leertijd is voldoende. De deelnemers zijn voldoende actief en doelgericht in de lessen bezig. Hoewel het verzuimbeleid recent is aangescherpt en de absentie zorgvuldig wordt bijgehouden, is het aantal deelnemers dat lessen verzuimt tamelijk groot. Dat is een punt van aandacht. Het didactisch handelen is voldoende. Door de relatief kleine schaal is sprake van een informele cultuur. Dit heeft als voordeel dat de deelnemers direct worden aangesproken en dat het didactisch handelen van de docenten is afgestemd op de individuele deelnemers. Door de informele cultuur wordt echter te weinig aandacht besteed aan de eenheid van handelen van de docenten. Ook dit is een aandachtspunt. De begeleiding binnen de instelling is onvoldoende. Het team heeft over dit onderwerp weliswaar afspraken gemaakt maar die zijn niet geborgd. In de praktijk pakken de individuele docenten de begeleiding naar eigen inzicht aan. De verschillen in aanpak en de gerichtheid op de studievoortgang van de deelnemers zijn tamelijk groot. Verder wordt te weinig aandacht besteed aan de vastlegging van gegevens en de onderlinge afstemming tussen de docenten. De beroepspraktijkvorming is voldoende. De voorbereiding en de begeleiding van deelnemers wordt effectief uitgevoerd; er zijn voldoende contactmomenten tussen de instelling en de stagebieders. Daardoor heeft de bpv-coördinator voldoende zicht op de leervorderingen van de deelnemers. Trajectbegeleiding Binnen de trajectbegeleiding is de intake een verbeterpunt. De gehanteerde intakeprocedure draagt onvoldoende bij aan een zorgvuldige afweging of de deelnemer met de gekozen opleiding wel op de juiste plek is. Het ontbreekt de intakers op het gebied van het bepalen van de motivatie voor de opleiding aan eenduidige criteria voor toetreding, verlengde intake of doorverwijzing. In de praktijk worden alle deelnemers, die wettelijk gezien geplaatst kunnen worden, na een (positief) intakegesprek toegelaten tot de opleiding. Hoewel er een intakewijzer op Zadkine-niveau is opgesteld, wordt die niet structureel bij de onderzochte opleiding ingezet. Verder ontbreekt een ketenbenadering waarbij de intakegegevens als basis dienen voor de plaatsing en een op maat toegesneden benadering. De studieloopbaanbegeleiding, zorg voor studenten met specifieke behoeften en samenwerking zijn voldoende. De inspectie merkt op dat de preventieve benadering van de zorg kan worden verbeterd. pagina 7/9

8 Omgang en veiligheid De bejegening en veiligheid zijn voldoende. Kwaliteitszorg De interne kwaliteitszorg is onvoldoende. Het onderwijsleerproces (en zijn onderdelen) wordt niet systematisch geëvalueerd om na te gaan in hoeverre bestaande werkwijzen voldoende eenduidig en effectief zijn. Er is geen sprake van gezamenlijkheid, een uniforme manier van werken, en een doelgerichte benadering. Het stellen van prioriteiten, het systematisch evalueren en het borgen van de ontwikkelde werkwijzen verkeren in een pril stadium van ontwikkeling. Ook de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs is onvoldoende. De instelling maakt op dit gebied geen systematisch gebruik van onafhankelijke deskundigen. pagina 8/9

9 3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont tekortkomingen in de opbrengsten en is als zwak beoordeeld. mode/maatkleding); mode/maatkleding). Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe. De opleidingen vallen onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in maart 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in maart 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Er is een tekortkoming in de naleving van de wettelijke voorschriften, namelijk dat veel van de praktijkovereenkomsten niet op tijd, in principe voor aanvang van de beroepspraktijkvorming, door alle partijen zijn ondertekend. Het gaat hierbij om de volgende opleidingen: mode/maatkleding); mode/maatkleding). Om deze reden zijn de volgende afspraken gemaakt met bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften op te heffen. Uiterlijk juni 2011 voert de Inspectie van het Onderwijs een onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Over de uitkomsten van het onderzoek naar onderwijstijd wordt separaat gerapporteerd. Voor het vervolgtoezicht wordt naar deze rapportage verwezen. pagina 9/9