RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC HORIZON COLLEGE. Opleiding Verkoopspecialist

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ROC HORIZON COLLEGE Opleiding Verkoopspecialist Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op: Hoorn 25PT oktober december februari 2012 Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld , H /14 pagina 1/9

2 pagina 2/9

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 31 oktober 2011 een onderzoek uitgevoerd op ROC Horizon College bij de opleiding Verkoopspecialist (crebocode 90383), locatie Hoorn, naar de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd voor het jaarlijks gesprek in 2010 kwam naar voren dat de opbrengsten over meerdere jaren mogelijk onvoldoende waren. Op basis daarvan werd op 4 oktober 2010 een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De kwaliteit van het onderwijs van de opleiding Verkoopspecialist bleek bij dit onderzoek zwak vanwege onvoldoende opbrengsten. Het onderwijsproces als geheel was voldoende. Drie indicatoren van het onderwijsproces waren onvoldoende: de voorzieningen, de begeleiding in de instelling en de bejegening. In dit kader is de volgende opleiding onderzocht: Crebocode 90383, Verkoopspecialist, niveau 3. Onderzoeksopzet De inspectie heeft zich in dit onderzoek voornamelijk gericht op het opnieuw beoordelen van de criteria die onvoldoende waren tijdens het eerdere onderzoek in Daarbij is nagegaan in hoeverre de tekortkomingen die toen zijn geconstateerd, zijn opgeheven. Dit onderzoek is met name gericht op de volgende criteria: voorzieningen, begeleiding in de instelling en bejegening. Deze rapportage is gebaseerd op: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en opleiding die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van de zelfevaluatie, in- en externe audits en voortgangsrapportages. Onderzoek op locatie, waarbij schooldocumenten zijn bestudeerd; de onderwijspraktijk is geobserveerd; gesprekken zijn gehouden met studenten, docenten, teammanagement, directie, en met het college van bestuur. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 3: jaarresultaat 65,3 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve Deze zijn te vinden op pagina 3/9

4 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. pagina 4/9

5 2. BEVINDINGEN 2.1 Bevindingen opleiding Verkoopspecialist Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleiding: Crebocode 90383, Verkoopspecialist, niveau Naleving Wettelijke vereisten Naleving Wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen /2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma Samenhang Maatwerk Programmatijd Voorzieningen 3.2 Leerproces Leertijd Didactisch handelen Begeleiding in de instelling Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding Intake Studieloopbaanbegeleiding Zorg studenten specifieke behoeften Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid Bejegening/omgang Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg Systematische Kwaliteitszorg Beoordeling pagina 5/9

6 2.1.2 Beschouwing Algemeen beeld De opleiding Verkoopspecialist is zwak vanwege onvoldoende opbrengsten. Het onderwijsproces is voldoende. Dankzij effectieve verbetermaatregelen zijn de begeleiding in de instelling en de voorzieningen die bij het vorige onderzoek onvoldoende waren, nu voldoende. De leertijd is nu onvoldoende. De kwaliteitszorg en de beoordeling van de onderwijskwaliteit zijn evenals bij het vorige onderzoek voldoende. Hieronder licht de inspectie de bevindingen toe. Wettelijke vereisten De naleving van de wettelijke vereisten is niet onderzocht. De inspectie heeft geen aanwijzingen die ertoe leiden dat niet wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Op basis daarvan oordeelt de inspectie dat hieraan wordt voldaan. Over de wettelijke vereisten met betrekking tot de meldingsplicht ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten vindt separaat rapportage plaats. Opbrengsten De opbrengsten van de opleiding Verkoopspecialist, crebocode 90383, niveau 3, zijn met een jaarresultaat van 61 procent en een diplomaresultaat van 47 procent onvoldoende. Programma De samenhang was bij het vorige onderzoek voldoende. Wel werd bij de taalvakken een hinderlijke overlap ervaren met voorafgaand genoten onderwijs. Deze overlap is nog niet geheel weggenomen. Niettemin is er voldoende samenhang, ook omdat de opbouw van het programma voor de studenten helder is en er samenhang is tussen binnen- en buitenschools leren. Het maatwerk was bij het vorige onderzoek voldoende. Ook nu is maatwerk voldoende. Er zijn meerdere examenmomenten en de opleiding kan in een kortere tijd dan in de reguliere twee jaar worden afgerond. Zo nodig kan er ook langer over de opleiding worden gedaan. Bij de algemene vakken zijn er zo nodig bijlessen. De programmatijd was bij het vorige onderzoek voldoende. Dat is ook nu het geval. Er is geen lesuitval en er zijn geen tussenuren. Hoewel bbl-studenten de schooldag als lang ervaren is de studiebelasting over het geheel genomen evenwichtig verdeeld. De voorzieningen waren bij het vorige onderzoek onvoldoende. Sommige lokalen waren open ruimten en dat veroorzaakte veel geluidsoverlast van andere groepen wat de concentratie van studenten om zelfstandig te leren bemoeilijkte. Dit probleem is opgelost. De grote open lokalen zijn verkleind. Over de informatievoorziening over de opleiding, zoals roosters en lokalen en dergelijke waren studenten niet tevreden. Nu zijn hierover geen klachten meer te horen. pagina 6/9

7 Leerproces De leertijd was bij het vorige onderzoek voldoende. Nu is de leertijd onvoldoende. De reden is dat de ongeoorloofde afwezigheid groot is. Voorts komen studenten nogal eens te laat en gaan te vroeg weg. Ook doen zich te vaak situaties voor waarin studenten door onderling gepraat van anderen, zich onvoldoende kunnen concentreren. De interne regels over het te laat komen worden door docenten wel consistent toegepast. Het didactisch handelen was bij het vorige onderzoek voldoende. Ook nu is het voldoende. De werkvormen zijn gevarieerd. Niettemin zouden studenten attractiever onderwijs willen. Soms vinden studenten de frontale uitleg te lang en te weinig boeiend of de opdrachten niet uitdagend. Een meer eenduidige didactische aanpak is nog in ontwikkeling. De begeleiding in de instelling was bij het vorige onderzoek onvoldoende. Studenten vonden het zelfstandig leren erg moeilijk. Bovendien is de kwaliteit van de begeleiding van de studievoortgang door POP-gesprekken erg afhankelijk van de individuele docent. Bij sommige docenten was deze vrijblijvend en bij anderen werden duidelijke afspraken gemaakt over de voortgang. De begeleiding in de instelling is nu voldoende. Dat vindt vanuit de school proactief plaats. Bij de bolopleiding gebeurt dit door ingeroosterde periodieke individuele gesprekken en bij de bbl-opleiding door het actief aanspreken tijdens het zelfstandig werken. De POPgesprekken gaan nu onder een andere naam veel meer over de leerhouding en de vorderingen van de student, waarbij gebruik wordt gemaakt van geregistreerde prestaties. Een eenduidige aanpak is geborgd door een nieuwe handleiding en training van de mentoren. De beroepspraktijkvorming was bij het vorige onderzoek voldoende. Deze is nu weer voldoende omdat er geen aanwijzingen zijn die tot een ander oordeel aanleiding geven. Trajectbegeleiding De intake was bij het vorige onderzoek voldoende. Deze is verder verbeterd, onder meer door het hanteren van de AMN-test, en is nu weer voldoende. Bij onduidelijkheid over de beroeps- of opleidingskeuze wordt de tweede lijn binnen de instelling ingeschakeld voor een tweede gesprek of het afnemen van een beroepskeuzetest. De studieloopbaanbegeleiding was bij het vorige onderzoek voldoende. Er zijn geen aanwijzingen die aanleiding geven om nu tot een ander oordeel te komen. Daarom is ook nu de studieloopbaanbegeleiding voldoende. Ook de zorg voor studenten met specifieke behoeften en de samenwerking in de keten waren bij het vorige onderzoek voldoende. Er zijn geen aanwijzingen die aanleiding geven om nu tot een ander oordeel te komen. Daarom zijn ook nu de zorg voor studenten met specifieke behoeften en de samenwerking in de keten voldoende. pagina 7/9

8 Omgang en veiligheid De bejegening was bij het vorige onderzoek onvoldoende. Er was niet altijd sprake van een respectvolle omgang tussen studenten en docenten en daar werd te weinig op ingegrepen. De bejegening en de veiligheid zijn nu voldoende. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg en de boordeling van de onderwijskwaliteit waren bij het vorige onderzoek voldoende. Ook nu zijn deze voldoende. De onderwijskwaliteit wordt gemonitord met periodieke onderzoeken onder deelnemers en bedrijven en wordt beoordeeld, aan de hand van normen. Ook zijn er periodieke in- en externe audits. Verbeterplannen bevatten concrete doelen en de realisatie ervan wordt gerapporteerd. Bij de beoordeling van de onderwijskwaliteit wordt een onafhankelijke extern deskundige betrokken. pagina 8/9

9 3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleiding vertoont tekortkomingen en is als zwak beoordeeld: Crebocode 90383, Verkoopspecialist, niveau 3. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleiding een aangepast arrangement toe. De opleiding valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in oktober 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in oktober 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. pagina 9/9