Van de Voorzitter Beste Vrienden van het Bier, De tijd van het bokbier ligt al weer bijna achter ons, de flessen zijn al bijna niet meer in het schap te vinden. Toch ga ik er nog weer even over beginnen. Tijdens de clubavond van oktober hebben we ons verdiept in een aantal bokbieren. Ik had een redelijke verzameling ingekocht om de verschillende soorten en smaken eens goed naast elkaar te zetten en had de volgende volgorde bedacht. red) (Heineken Tarwebok; Christoffel Bok; Hertog Jan Bockbier; Amstel Bok; Weihenstepham Korbinian; Brand Dubbelbock; Urthel Parlus Magnificum Ik moet erbij zeggen dat de Urthel Parlus Magnificum aan het rijtje was toegevoegd om te illustreren hoe smal de marge tussen een bokbier en een dubbel kan zijn. Achteraf gezien bleek ik de onhandigheid te hebben begaan door een zoet bier (Heineken Tarwebok) als eerste te laten proeven. Niet zo handig, want daarna smaken de meer droge bieren namelijk extra dun. De conclusie van de avond was dan ook dat de kwaliteit van de geproefde bokbieren een beetje aan de matige kant was. Dat de werkelijkheid toch
anders in elkaar kan steken, merkte ik op het Bokbier Festival in Amsterdam en op een proeverij die Coos Kuindersma voor zijn vrienden organiseerde. Op de laatst genoemde gelegenheid moest ik toch erkennen dat het met de kwaliteit van de meeste bieren wel snor zat. Een paar dingen vielen echter wel op, bijvoorbeeld dat de bok van Jopen een tikje aan de dunne kant was en dat de bok van La Chouffe rook naar een verbrande krant. Opmerkelijk op deze bijeenkomst was dat een aantal van de aanwezigen de Amstel Bock als het beste bier aanwezen. Helemaal goed, want dit bier was als eerste geëindigd bij de keuring op het Bokbier Festival in Amsterdam. Dit bier heeft werkelijk alle smaak componenten die een bokbier moet hebben. Als je nog een paar flesjes hebt, ga er dan nog eens goed voor zitten. Dit bier verdient het. Het past ook een beetje in mijn veronderstelling dat grote brouwerijen de beste bokbieren maken en dat sommige brouwers nog steeds te veel gebrande mout blijven gebruiken (verveelt erg snel). Overigens werd ik aangenaam verrast door de rauchbok van Mommerite, een ons zeer bekende brouwerij. Werkelijk een bier dat erg goed in balans was met een perfecte dosering rookmout. (Statler en Waldorf in aktie tijdens de clubavond van oktober) Maar genoeg over bokbier, recent was ik in de geheel vernieuwde brouwerij van De Prael in Amsterdam. Dit in het kader van de jaarlijkse studiedag van het BKG. Het was weer even wennen om
rond te lopen in het Amsterdamse centrum. De brouwerij heeft zichzelf goed verstopt op de Oudezijds Voorburgwal en terwijl ik zoekend rond liep, werd ik lieftallig toegezwaaid door dames die gezien de winterse temperaturen verrassend schaars gekleed leken. We bezochten deze brouwerij tijdens een club studiedag eerder op de oude locatie, maar sinds kort is de brouwerij verhuisd naar een nieuwe locatie in het centrum van Amsterdam. Bij deze gelegenheid is de installatie geheel vernieuwd en ziet er dan ook een stuk professioneler uit dan de vorige. Brouwer Fer Kok gaf een rondleiding door de brouwerij en wist smakelijk te vertellen over de problemen die men tegenkwam bij het vestigen van een brouwerij in een krap bemeten stadscentrum. Opmerkelijk was dat hij zich vooral ziet als verpleegkundige en pas in de tweede plaats als brouwer. De brouwerij is tenslotte een werkvoorziening voor mensen met een psychiatrisch verleden. Mocht je de brouwerij willen bezoeken, doe dat dan vooral per trein. Het ligt namelijk op nog geen 5 minuten lopen van het Centraal Station. De brouwerij heeft een aangenaam ingericht proeflokaal waar je de Mary s, Johnny s en Tante Leen s van de tap kunt proeven. Overigens doen ze niet moeilijk over de recepten, die hangen gewoon aan de muur van de brouwerij ingelijst en al. Het recept van Tante Leen meet: 183 kg Pilsmout, 20 kg Tarwemout, 31 kg Munchenermout, 2 kg Caramout 50 EBC, 10 kg Caramout 120 EBC.
Als je op de site even opzoekt hoe zwaar het bier is, moet het niet moeilijk zijn terug te rekenen naar amateur hoeveelheden. Nog even over de voorbije clubavond. We hebben ons daar gebogen over de diverse stijlen tarwebieren (Duits en Belgisch). Ik had een aantal wit- en weizenbieren meegenomen ter illustratie, Gerrit Admiraal had nog twee Altsjerker Wite varianten meegenomen die ieder met een andere gist gemaakt waren. Dit in het kader van het Klasse E bier voor het komend ONK. De collega s van de Roerstok hebben daarvoor namelijk de Witte Trappist gekozen. Jos Verlaak had het een en ander goed voorbereid en wegens afwezigheid aan mij de eer gelaten het te presenteren. Probleem hierbij was alleen dat ik het bier nergens kon krijgen. Al proevende en hardop nadenkend, kwamen we tot de conclusie dat een wit- of weizenbier nu niet bepaald een grote uitdaging vormt om te brouwen. Uiteindelijk werd besloten de Witte Trappist te laten voor wat hij was en te vervangen voor een bier van het type Sterke Blonde. Denk hierbij aan Duvel, Piraat, Judas en dergelijke. De opgave zal zijn de droogste sterke blonde te brouwen. Het recept, brouwwijze en gistkeuze zijn geheel vrij, als het maar een droge sterke blonde oplevert. Kijk eens www.hobbybrouwen.nl en zoek naar het klonen van een Duvel. Brengt mij ter afronding van dit epistel op de komende clubavond. De clubwedstrijd categorie C en D bieren (sterker dan 6 %, lichter of donkerder dan een Palm). Neem mee wat je nog in voorraad hebt en kijk nog eens goed naar een paar oude verdwaalde flessen. Hein Bruining won ooit met een verouderde barley-wine waar een prachtige porto smaak aan zat. Zo zie je maar, niet weggooien maar inzenden. Tot ziens op de clubvond op 12 december. Groet, HansW