Levensloopregeling Technische Universiteit Delft

Vergelijkbare documenten
Levensloopreglement TiU

KENMERK: CVB 2006/1657. LEVENSLOOPREGELING TU/e

LEVENSLOOPREGELING RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

LEVENSLOOPREGLEMENT Stichting Samenwerking Voortgezet Onderwijs in de regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld ( SVO Wolvega/Steenwijk)

Levensloopreglement Stichting OSG Hengelo

PREAMBULE LEVENSLOOPREGLEMENT CVO

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

Stichting Scholengroep Spinoza. LEVENSLOOPREGLEMENT (Goedgekeurd door de GMR ) Artikel 1 Definities. In deze regeling wordt verstaan onder:

BIJLAGE 3B. LEVENSLOOPREGELING STICHTING SROL

Levensloopreglement. NUOVO, Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Utrecht. Inleiding

CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst voor het Primair Onderwijs (PO)

Levensloopregeling HBO

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

Levensloopverzekering

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET)

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

Formulier 4: Melding opnemen levenslooptegoed (artikel 6a:9 CAR/UWO)

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

Artikel 1 Definities 1. Bronnen: door werkgever geselecteerde arbeidsvoorwaarden die de Deelnemer ten behoeve van het Levenslooptegoed kan inzetten.

Levensloopregeling zoals opgenomen in de arbeidsvoorwaardenregeling t/m 30 september 2015

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Overwegende dat de provincie Utrecht de afspraken voortvloeiende uit de CAO 2005/2007 overneemt;

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/75

Deel 3: overgangsrecht

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

MARZ/CvA/U Lbr 06/86

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/12

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2013/51

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

De Levensloopregeling

Levensloopregeling provincies

Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden Informatie voor werknemers

Voorbeeldreglement levensloop

PROVINCIAAL BLAD. Nr Levensloopregeling provincies. Hoofdstuk 1 Algemeen

Zundertse Regelgeving

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

De levensloopregeling, een lust of een last? Inleiding

Verordening spaarloonregeling

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

Aanvullende TiU-regeling Bijzonder Verlof

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

nummer 24 van 2008 Gedragsregels Overgangsregeling werktijdvermindering

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

Gelezen de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 22 november 2018, nr. TAZ/U

Regeling Menukaart arbeidsvoorwaarden 2006

Centraal Beheer Levensloop Totaalpakket. Reglement voor werkgevers

SRA-Praktijkhandreiking

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Wijziging van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 en de. In de Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Regeling Cafetariamodel

vast te stellen de 4e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

: aan medewerkers die 72 maanden of minder voor het behalen van hun AOW leeftijd zijn

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Reglement Seniorenregeling Dierhouderij 2018

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent levensloop Levensloopregeling provincies

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 NR: 017

VERSTREKKINGENREGLEMENT REGELING MINDER WERKEN VOOR OUDERE WERKNEMERS IN DE SECTOR OPEN TEELTEN 2018

PROVINCIAAL BLAD. B. Artikel D.17 wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het vierde lid wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

REGELING KEUZEMODEL ARBEIDSVOORWAARDEN UNIVERSITEIT MAASTRICHT

Provinciaal blad van Noord-Brabant

CONCEPT 01 juni 2017 Generieke LVO-regeling. 1. Inleiding. 2. Begripsbepalingen

Van de T salarisschalen T22 t/m T33 vervalt de garantie-lijn. Hiervoor in de plaats komt één bedrag

Vragen en antwoorden over het Generatiepact Metalektro

Circulaire Wijzigingen op de Levensloopregeling rijkspersoneel

Generatiepact voor de branche Woondiensten

De levensloopregeling: nieuwe spaarvorm voor werknemer?

Uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Deze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen.

Werkgever : Oasen N.V., gevestigd te Gouda, aan de Nieuwe Gouwe O.Z., postcode 2801 SB.

AANVRAAGFORMULIER VOOR DEELNAME AAN DE LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Achternaam:. Voorletters:.. Geboortedatum: Sofi-nummer:...Telefoon werk:.

REGLEMENT. Toeslagregeling per

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies en diverse uitvoeringsregelingen Provincie Groningen

Generatiepact Enschede

Ouderschapsverlof. 1 Officieel is de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof voor de werkgever per 1 januari

CVDR. Nr. CVDR19688_5

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008

Levensloopregeling rijkspersoneel

In deze ledenbrief treft u een aantal wijzigingen aan van de CAR-UWO met als doel redactionele onvolkomenheden in de CAR-UWO te herstellen.

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2006/31

REGLEMENT. per 1 januari Stichting VUT fonds ECI

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Concept Regeling Generatiepact MGR

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen?

B&W- Aanbiedingsformulier

Transcriptie:

Levensloopregeling Technische Universiteit Delft HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Overwegende dat op basis van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling een levensloopregeling dient te worden vastgesteld; Gelet op artikel 4.16b van de CAO Nederlandse Universiteiten; Gehoord de Ondernemingsraad (overlegvergadering van 22 februari 2006); Met instemming van de werknemersorganisaties, met uitzondering van artikel 8, in het lokaal overleg (vergadering van 1 mei 2006); BESLUIT: Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. werkgever: het College van Bestuur van de Technische Universiteit Delft; b. werknemer: degene die een dienstverband heeft met de werkgever; c. deelnemer: de werknemer die overeenkomstig artikel 3 deelneemt aan de levensloopregeling; d. bronnen: de bronnen als bedoeld in het Individueel Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden TU Delft; e. levensloopvoorziening: de voorziening ingevolge de levensloopregeling als bedoeld in artikel 2; f. levensloopinstelling: de door de werknemer aan te wijzen instelling waarbij de levensloopvoorziening wordt aangehouden en die voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 19g van de Wet op de Loonbelasting 1964; g. levenslooprekening: een bij de levensloopinstelling ten name van de deelnemer geopende geblokkeerde levenslooprekening, waarop het ingehouden loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt gestort; h. levensloopverzekering: een bij de levensloopinstelling ten name van de deelnemer afgesloten levensloopverzekering, waarop het ingehouden loon wordt gestort; i. levenslooploon: het ingehouden loon vermeerderd met de daarop gekweekte inkomsten en de daarmee behaalde rendementen bij een levenslooprekening onderscheidenlijk de waarde van de polis bij een levensloopverzekering; j. levenslooptegoed: het tegoed op een levenslooprekening onderscheidenlijk het verzekerd kapitaal. 1

Artikel 2 Doel Deze levensloopregeling heeft ten doel het treffen van een voorziening voor het sparen van geld uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof binnen de in artikel 19g van de Wet op de Loonbelasting gestelde voorwaarden. Artikel 3 Deelname 1. Iedere werknemer heeft elk jaar het recht deel te nemen aan de levensloopregeling. 2. De deelname geschiedt door invulling en ondertekening van het aanmeldingsformulier. 3. Op het aanmeldingsformulier geeft de werknemer aan welke inleg door middel van inzet van de bronnen op de levenslooprekening of levensloopverzekering moet worden gestort. Voor zover is voldaan aan het gestelde in artikel 4 en 5 van deze regeling, willigt de werkgever het verzoek in uiterlijk met ingang van de aanvang van de derde kalendermaand na de indiening ervan. 4. De deelnemer kan de in het derde lid bedoelde inhouding doen stopzetten. Een verzoek tot stopzetting dient ten minste twee maanden voor de gewenste ingangsdatum schriftelijk te worden gedaan. Hervatting is mogelijk. Daarbij is het bepaalde in het derde lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 4 Voorwaarden deelname 1. De deelnemer verklaart zich door de ondertekening van het aanmeldingsformulier akkoord met de bepalingen van deze regeling. 2. De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier bij welke levensloopinstelling de levensloopvoorziening wordt aangehouden en dat hij uitsluitend spaart ten behoeve van het opnemen van een periode van onbetaald verlof. 3. De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier of hij aanspraken ingevolge een levensloopregeling heeft bij een of meer vorige werkgevers. Indien de deelnemer aanspraken heeft bij een of meer vorige werkgevers verklaart hij jaarlijks in januari schriftelijk aan de werkgever wat de omvang daarvan op 1 januari van het betreffende kalenderjaar is en hoeveel jaren hij deelgenomen heeft. 4. De deelnemer verklaart op het aanmeldingsformulier dat hij in het kalenderjaar waarin hij bij de werkgever of een andere werkgever loon spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964, geen voorziening ingevolge een levensloopregeling opbouwt. 5. Het is de deelnemer niet toegestaan gelden rechtstreeks op zijn levenslooprekening of levensloopverzekering te storten of te doen storten. 6. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 kunnen de aanspraken ingevolge de levensloopregeling niet worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden anders dan ten behoeve van de in artikel 61k Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 bedoelde verpanding bij een aangewezen buitenlandse aanbieder. 2

Artikel 5 Minimale en maximale inhouding op brutoloon 1. De inhouding per kalenderjaar ingevolge de levensloopregeling bedraagt minimaal 180,-. 2. De inleg per kalenderjaar ingevolge de levensloopregeling bedraagt maximaal 12% van het bruto loon. Het totale levenslooptegoed (inclusief rendement) mag aan het begin van het kalenderjaar maximaal 210% van het bruto jaarloon van het voorgaande kalenderjaar bedragen. 3. Voor deelnemers geboren tussen 1 januari 1950 en 1 januari 1955 geldt het in de vorige lid genoemde percentage niet. Zij mogen per kalenderjaar meer dan 12% van het loon inleggen 4. Voor de werknemer die vooruitlopend op zijn pensioen, in deeltijd gaat werken of een functie met een lager salaris accepteert, mag bij de bepaling van het maximum in lid 2 worden uitgegaan van zijn eerdere hogere loon, mits hij voor ten minste 50% van de voorafgaande arbeidsduur blijft werken en de loonsverlaging in verband met deeltijd of demotie plaats vindt binnen 10 jaar voorafgaand aan de pensionering bij het bereiken van 65 jaar. 5. Het bepaalde in de leden 2,3 en 4 volgt de terzake geldende wettelijke bepalingen. Artikel 6 Opname van tegoed voor verlof De deelnemer kan het levenslooploon benutten voor de volgende onbetaalde verlofdoeleinden: a. Langdurig (deeltijd) verlof ten behoeve van loopbaanonderbreking. De deelnemer kan met de werkgever schriftelijk overeenkomen dat hij onbetaald (deeltijd) verlof opneemt ten behoeve van een loopbaanonderbreking. De duur van dit onbetaald (deeltijd) verlof bedraagt minimaal 3 maanden en maximaal 18 maanden. Het onbetaalde verlof kan, gecombineerd met andere vormen van betaald verlof, worden opgenomen. Indien daarvan sprake is geldt ook daarvoor in totaal de maximale termijn van 18 maanden. b. Vervroegde uittreding De werknemer kan met de werkgever schriftelijk overeenkomen dat hij voordat hij met pensioen gaat (deels) vervroegd uittreedt door middel van het opnemen van (deeltijd) verlof. De duur van de vervroegde uittreding is onderwerp van overleg en overeenstemming tussen de werkgever en de werknemer. Indien de aanvraag tot vervroegde uittreding tenminste 2 jaar van te voren schriftelijk bij de werkgever wordt gedaan, gaat de werkgever akkoord met de vervroegde uittreding. De datum van uittreding is bindend voor werkgever en werknemer. c. Overige verlof De werknemer kan met de werkgever schriftelijk overeenkomen dat het levenslooptegoed wordt gebruikt ter aanvulling van wettelijke en in de CAO vastgelegde (gedeeltelijk) onbetaalde verlofvormen. De aanvulling kan tot maximaal 100% van het geldende maandsalaris plaatsvinden. 3

Artikel 7 Arbeidsvoorwaarden tijdens het verlof 1. Gedurende de opname van levensloopverlof geldt met ingang van 1 januari 2006, danwel met ingang van de datum van indiensttreding daarna, éénmaal per acht kalenderjaren gedurende een periode van maximaal 9 maanden de reguliere verdeling tussen werkgever en werknemer bij de afdracht van de pensioenpremies OP/ANW/VUT/IP. 2. De werknemer is gedurende de verlofperiode van maximaal 18 maanden verzekerd voor werknemersverzekeringen (ZW, WW, WIA) krachtens de Wet onbetaald verlof (Stb. 412, 1998). 3. Betaling van onkostenvergoedingen, incidentele toelagen en andere loongerelateerde afspraken worden tijdens de verlofperiode naar evenredigheid gestopt. 4. Gedurende de voltijds verlofperiode bestaat geen recht op werkgeversbijdrage voor kinderopvang. 5. Wanneer de duur van het levensloopverlof meer bedraagt dan drie maanden wordt, indien en voor zover de deelnemer het maximumsalaris voor de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, de periodiekdatum van de deelnemer opgeschort met het aantal volledige maanden dat het levensloopverlof langer duurt dan drie maanden. 6. Indien de verlofperiode een kalenderjaar betreft kan voor dat kalenderjaar niet worden deelgenomen aan het Individueel Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden. 7. Tijdens de verlofperiode stopt de opbouw van vakantiedagen en vakantietoeslag. 8. Het bepaalde in lid 1, 5 en 7 is niet van toepassing bij opname van levensloopverlof ten behoeve van ouderschapsverlof danwel zorgverlof zoals bedoeld in de Wet arbeid en zorg. Artikel 8 Ziek tijdens verlof 1. Indien de deelnemer gedurende de voltijd verlofperiode ziek wordt, loopt het verlof gewoon door en blijft hij zijn opgenomen levenslooptegoed als inkomen genieten. 2. Indien de deelnemer gedurende de deeltijd verlofperiode ziek wordt, loopt het verlof gewoon door, blijft hij zijn opgenomen levenslooptegoed als inkomsten genieten en bestaat recht op doorbetaling van zijn deeltijdsalaris krachtens de CAO Nederlandse Universiteiten. Als de deelnemer na afloop van de overeengekomen verlofperiode nog steeds ziek is, heeft de deelnemer vanaf dat moment weer recht op doorbetaling van zijn salaris, zoals dat gold voor ingang van het verlof. Artikel 9 Aanvraagprocedure verlof 1. Het voornemen om langdurig (deeltijd)verlof als bedoeld in artikel 6 sub a op te nemen dient tenminste 4 maanden van tevoren schriftelijk bij de werkgever kenbaar te worden gemaakt. Deze termijn is niet van toepassing wanneer er sprake is van aanwending van het verlof voor zorgdoeleinden en als het moment van aanvang van het verlof in redelijkheid niet kon worden voorzien. Het voornemen ouderschapsverlof te nemen dient de werknemer tenminste 2 maanden voor de gewenste ingangsdatum te melden aan de werkgever. 4

2. De werkgever stemt in met het opnemen van levenslooptegoed, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich tegen het voorgestelde tijdstip en/of de vorm van het verlof verzetten. Onder zwaarwegende bedrijfsbelangen worden onder andere verstaan ernstige problemen: a. voor de bedrijfsvoering bij de personele bezetting c.q. herbezetting; b. van roostertechnische aard; c. op het gebied van de veiligheid. 3. Ingeval de werkgever niet instemt met de verlofaanvraag, deelt de werkgever dat schriftelijk en gemotiveerd binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee. Er wordt dan in onderling overleg naar een alternatief gezocht. 4. De werkgever stelt geen eisen aan de invulling van het verlof. De Regeling Nevenwerkzaamheden TU Delft is van toepassing. Artikel 10 Opname levenslooptegoed 1. De deelnemer kan het levenslooptegoed opnemen vanaf een jaar na indiensttreding bij werkgever. 2. Over het levenslooptegoed mag tijdens het bestaan van de dienstbetrekking worden beschikt ten behoeve van loon gedurende een periode van extra onbetaald verlof. 3. Voor het opnemen van levenslooptegoed zoals bedoeld in lid 1 doen de deelnemer en de werkgever een gezamenlijk schriftelijk verzoek aan de levensloopinstelling waar het levenslooptegoed wordt aangehouden middels het formulier Opname levenslooptegoed. 4. De levensloopinstelling zal het tegoed overboeken naar de werkgever, die het levenslooptegoed onder inhouding van de verschuldigde belastingen en de bijdrage Zorgverzekeringswet doorstort op de betaalrekening van werknemer. 5. Het loon gedurende de periode van extra verlof bedraagt, tezamen met het mogelijk daarnaast van de werkgever genoten loon, niet meer dan het laatstgenoten loon van de deelnemer. 6. De werknemer keert na afloop van het levensloopverlof in principe terug in de oude functie, tenzij het bedrijfsbelang zich hiertegen verzet of er andere afspraken worden gemaakt. Wanneer het levensloopverlof langer dan 12 maanden duurt, worden afspraken over terugkeer voorafgaand aan de opname van de periode van verlof vastgelegd. 7. De opname van levenslooptegoed heeft opschortende werking ten aanzien van de herplaatsingstermijn in het kader van een reorganisatie. 8. Wanneer er tijdens het levensloopverlof van de deelnemer een reorganisatie plaatsvindt waarbij de (voormalige) werkplek van de deelnemer betrokken is, wordt de deelnemer op gelijke wijze behandeld als de andere bij de reorganisatie betrokken werknemers. Artikel 11 Einde deelname 1. Indien de deelname eindigt wegens beëindiging van het dienstverband tussen de werkgever en de deelnemer, zal ter keuze van de deelnemer: a. de levenslooprekening of -verzekering worden aangehouden, ofwel; b. indien de levensloopinstelling hiertoe de mogelijkheid biedt: het levenslooptegoed worden ingebracht in de levensloopregeling van de nieuwe werkgever, ofwel; c. indien de levensloopinstelling hiertoe de mogelijkheid biedt: het levenslooptegoed worden afgekocht, waardoor het gehele tegoed in één keer in de belastingheffing wordt betrokken als loon uit vroegere dienstbetrekking. 5

2. Indien de deelname eindigt wegens overlijden van de werknemer, zal het levenslooptegoed nog in de aangifte van de overleden werknemer in aanmerking worden genomen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Artikel 12 Hardheidsclausule Indien de toepassing van deze regeling tot kennelijk onredelijke situaties leidt, treden werkgever en werknemer in overleg om te streven naar een oplossing hiervoor. Artikel 13 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. Artikel 14 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als Levensloopregeling TU Delft. Deze regeling wordt tot twee maanden na inwerkingtreding ter inzage gelegd bij de afdelingen P&O van de beheerseenheden. De regeling zal worden geplaatst op de website van de TU Delft. Van deze regeling, de plaatsing op de website en de ter inzage legging zal kennisgeving worden gedaan in de Delta, het Weekblad van de Technische Universiteit Delft. Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 mei 2006. Ir. G.J. van Luijk Voorzitter 6

Toelichting levensloopregeling Algemeen Wettelijke basis Bij Wet van 24 februari 2005, houdende wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en zorg en van enige andere wetten (Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling) is de basis gelegd voor de invoering van een levensloopregeling. Zo is in de Wet arbeid en zorg met ingang van 1 januari 2006 een nieuw artikel 7:2 opgenomen, op grond waarvan de werknemer het recht krijgt deel te nemen aan een levensloopregeling en zijn de fiscale kaders van de levensloopregeling opgenomen in de Wet op de loonbelasting 1964 (nieuw hoofdstuk IIC. Levensloopregeling). Bij Besluit van 1 april 2005/Nr. WDB 2005/197 M (Stcrt. 65) is in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 een nieuw hoofdstuk 5A opgenomen waarin nadere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de levensloopregeling zijn gegeven. Door middel van de vorenbedoelde wetswijzigingen wordt uitvoering gegeven aan het kabinetsbesluit om collectieve regelingen voor vervroegd uittreden en prepensioen niet langer fiscaal te faciliteren en werknemers de mogelijkheid te bieden om op individuele basis een voorziening op te bouwen om eerder te stoppen met werken of perioden van (gedeeltelijk) onbetaald verlof te financieren. Nadere invulling Tevens is door CAO-partijen een nadere invulling gegeven aan de landelijke kaders, door middel van afspraken in het principe-akkoord d.d. 13 februari 2006 en nadere afspraken d.d. 29 maart 2006. Deze afspraken betreffen onder meer de premieverdeling bij pensioenopbouw tijdens levensloopverlof. De afspraken zijn onderdeel van de CAO Nederlandse Universiteiten van 1 januari 2006 tot en met 31 augustus 2007. Tevens heeft de TU Delft bij invulling van de levensloopregeling een aantal keuzes gemaakt, bijvoorbeeld ten aanzien van de regels omtrent aanvraag en opname. artikelsgewijs artikel 2 Het doel van levensloopverlof is het sparen om een periode van onbetaald of gedeeltelijk onbetaald verlof financieel te kunnen overbruggen. Het gespaarde tegoed mag uitsluitend worden gebruikt voor een periode van (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Het gespaarde levenslooptegoed dient in die periode als loonvervanging. Artikel 4 Artikel 4 lid 4 Het is wettelijk niet toegestaan tegelijk deel te nemen aan de spaarloonregeling en de levensloopregeling. Dit geldt per werknemer en niet per dienstbetrekking; een werknemer met twee werkgevers mag niet bij de TU Delft deelnemen aan de levensloopregeling en bij de andere werkgever aan de spaarloonregeling en vice versa. 7

Artikel 5 Artikel 5 lid 2 De maximale inleg in de levensloopregeling is geregeld in de uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Op grond van artikel 61 e van deze uitvoeringsregeling mag inhouding op het loon plaatsvinden indien aan het begin van het kalenderjaar het bedrag van de aanspraken op dat moment minder bedraagt dan 210% van het loon op jaarbasis gerelateerd aan het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon. Dit houdt in dat inhouding in een jaar mag plaatsvinden als de werknemer op 1 januari van dat jaar onvoldoende levenslooptegoed heeft opgebouwd om 2,1 jaar volledig doorbetaald verlof te kunnen opnemen. Bepalend is de voorziening per 1 januari. Indien het maximum van 210% van het bruto jaarloon bereikt is, mag de werknemer niet meer inleggen. Het levensloopsaldo kan dan alleen nog verder groeien door rendement. Als een werknemer aan het begin van het jaar de toegestane ruimte nog niet heeft benut, mag hij in hetzelfde kalenderjaar maximaal 12% van het loon in dat jaar gebruiken voor opbouw van levenslooptegoed. Artikel 6 Het levenslooptegoed kan worden gebruikt om verschillende vormen van onbetaald of gedeeltelijk onbetaald verlof te financieren. Artikel 6 sub c Het levensloopverlof kan worden gebruikt om in de wet of in de CAO geregelde onbetaalde verlofsoorten te financieren. Dat kan bijvoorbeeld gaan om in de Wet arbeid en zorg geregelde verlofvormen, zoals kort- en langdurende zorgverlof en ouderschapsverlof. De Ouderschapsverlofsregeling TU Delft voorziet in gedeeltelijke doorbetaling van het loon tijdens ouderschapsverlof. Het levenslooptegoed kan worden gebruikt om het onbetaalde gedeelte te financieren. De aanvulling kan tot maximaal 100% van het geldende maandsalaris plaatsvinden. Artikel 7 Artikel 7 lid 1 In de Pensioenkamer is afgesproken dat bij opname van levensloopverlof de pensioenopbouw gedurende maximaal 1 jaar wordt voortgezet tegen de doorsneepremie, en dat de premieverdeling bij opname van het levenslooptegoed tussen werkgever en werknemer door CAO-partijen wordt vastgesteld. CAO-partijen hebben vervolgens afgesproken dat de werkgever tijdens levensloopverlof met ingang van 1 januari 2006 (of vanaf datum indiensttreding daarna) éénmaal per acht kalenderjaren, over een periode van maximaal negen maanden, het werkgeversdeel van de pensioenafdracht doorbetaalt. Dat wil zeggen dat voor een periode van maximaal negen maanden de reguliere verdeling tussen werkgever en werknemer geldt bij afdracht van pensioenpremies OP/ANW/VUT/IP. Het is mogelijk dat de werknemer langer dan negen maanden levensloopverlof opneemt. In de Pensioenkamer is afgesproken dat er over maximaal 12 maanden pensioen wordt opgebouwd. In dat geval komt dus de volledige pensioenpremie voor de tiende tot en met de twaalfde maand voor rekening van de werknemer. Dit geldt ook voor de werknemer die binnen acht jaar nogmaals levensloopverlof opneemt. De hiervoor genoemde afspraken gelden niet voor opname van ouderschapverlof of zorgverlof binnen de levensloopregeling, hierover worden door CAO-partijen nog nadere afspraken gemaakt. 8

Artikel 8 De in artikel 8 opgenomen bepaling dat ziekte of arbeidsongeschiktheid tijdens het levensloopverlof geen opschortende werking heeft (de vooraf afgesproken verlofperiode loopt door tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid), is afgesproken door CAO-partijen. Op 29 maart 2006 is door CAO-partijen afgesproken dat nog zal worden uitgezocht of en hoe de werkgever de werknemer kan faciliteren om voor deze situatie een verzekering af te sluiten. Artikel 9 Artikel 9 lid 4 De werknemer is in principe vrij zijn levensloopverlof in te vullen zoals hij dat wil. Tijdens de opname van het levenslooptegoed blijft de werknemer echter wel in dienst. Dit houdt in dat een aantal TU-regelingen, waaronder de Regeling Nevenwerkzaamheden TU Delft onverkort van toepassing is. Artikel 11 Artikel 11 lid 2 Dat het levenslooptegoed nog in de aangifte van de overleden werknemer in aanmerking worden genomen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking volgt uit fiscale regelgeving. 9