Doel van de cursus. wft consumptief krediet cursusdag 1. opleiding. trainer.

Vergelijkbare documenten
Programma. wft consumptief krediet cursusdag 2. opleiding. trainer. Dag 2.

SALARISSPECIFICATIE. Bijlage 1: Salarisspecificatie. Medewerker: Periode: Xx Datum van: Xx Datum t/m: xx RIA - AGN. Mostlaan VD ALBERG

SALARISSPECIFICATIE. Bijlage 1: Salarisspecificatie. Medewerker: Periode: Xx Datum van: Xx Datum t/m: xx RIA - AGN. Mostlaan VD ALBERG

PE Plus Consumptief Krediet oefenexamen

Bijlage 1: Annuïteitentabel bij betaling maandelijks achteraf

Wft Consumptief krediet oefenexamen

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

De VFN leden nemen jaarlijks deel aan een self assessment waarin de naleving van de code wordt getoetst.

Gedragscode VFN (Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland)

De VFN leden nemen jaarlijks deel aan een self assessment waarin de naleving van de code wordt getoetst.

Consumptief krediet (met hypothecaire zekerheid in tweede rang) (2H/CK)

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

VFN Gedragscode per (vervangt de VFN Gedragscode )

PE Plus Consumptief Krediet oefenexamen

Consumptief krediet (met hypothecaire zekerheid in tweede rang) (2H/CK)

Algemene informatie hypotheken (starter)

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

Kader schrijnende situaties voor

1 Inleiding 1. 2 Bepaling netto woonlasten Inleiding Werkelijke bruto woonlasten Annuïtaire netto woonlasten 4

Hierna zal de berekening van de compensatie overkreditering worden toegelicht.

Inventarisatieformulier Hypotheken

PE Plus Hypothecair Krediet oefenexamen

Hoe zit het met op al bestaande hypotheken vanaf ?

Basishuur: Het gedeelte van de rekenhuur dat volgens de Wet op de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft

Prospectus. Persoonlijke Lening. Santander Consumer Finance Benelux B.V.

Kwaliteitscheck. Heeft de adviseur jou van tevoren uitgelegd welke stappen je moet doorlopen om een hypotheek af te sluiten?

Basishuur: Het gedeelte van de rekenhuur dat volgens de Wet op de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft

Inventarisatieformulier

Klantgegevens naam: te Dienstverleningsdocument [] uitgereikt: d.d. [] g d d.d.

Proces Acceptatiebeleid

Wft Hypothecair Krediet oefenexamen

Basishuur: Het gedeelte van de rekenhuur dat volgens de Wet op de huurtoeslag voor rekening van de huurder blijft

Toelichting bij de VFN Gedragscode per 1 mei 2019

Adviesburo van Oppen Pelzer Simons & Partners. Klantprofiel

Klantprofiel Hypotheken

Inventarisatieformulier Hypotheken

Prospectus Doorlopend Krediet

Zodat u kunt leven zoals u wilt. Uw lening onze specialiteit

Prospectus. Doorlopend krediet. Santander Consumer Finance Benelux B.V.

Kies voor een krediet dat bij u past. Altijd een lening op maat

adres Opleiding HBO/Universiteit/MBO afgerong met diploma: 0 ja 0 nee Partner. Nationaliteit Roker 0 ja 0 nee BSN Geslacht 0 Man 0 Vrouw

Kies voor een krediet dat bij u past. Altijd een lening op maat

KLANTPROFIEL RELATIENUMMER: PERSOONLIJKE GEGEVENS KLANT EN PARTNER. Naam klant : Voorletters : Voornaam : Titel : Adres : Postcode : Woonplaats :

Zodat u kunt rijden zoals u wilt. uw lening onze specialiteit

Prospectus Doorlopend Krediet

Welke informatie moet worden ingewonnen is afhankelijk van de complexiteit van het product. Er zijn diverse manieren om die informatie op te vragen:

De Persoonlijke Lening

Prospectus Doorlopend Krediet

Prospectus Persoonlijke Lening

r Onbepaalde tijd :r Ja r Nee r Samenwonend, zonder samenlevingscontract raileenstaand :r Fulltime r Parttime,

Hypotheekrecht en - vormen

Afbetaling Aflossing Aflossingsvrije lening Beleggingskrediet BKR of Bureau Kredietregistratie Consumptief krediet Creditcard

Proces Acceptatiebeleid

Wijzigingen NHG en Kredietbeleid Florius per 1 januari 2013

B. BEZITTINGEN Heeft u een eigen woning: ja/nee Beschikt u over spaargelden: ja/nee Globale omvang: Welk rendement rekent u hierover: %

Binnenkort heb je een afspraak met één van onze adviseurs. Om je goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van je nodig.

Prospectus Doorlopend Krediet

PE Plus Basis oefenexamen

KLANTPROFIELFORMULIER INZAKE CONSUMPTIEF KREDIET CLIENT

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

O geregistreerd partner O samenwonend O gescheiden O weduwe O alleenstaand. Kinderen Naam Geboortedatum Geboortedatum

FD (i) Leningen


Bankspaarhypotheek: interessant voor elke klant, bij elke rentestand Advieskaart ING Intermediair

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Lenen binnen de familie voor de financiering van de woning

1 mei 2017 TELECOMKREDIETCODE

Inventarisatieformulier

De Persoonlijke Lening

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (R.J. Paris, voorzitter en mr. T.W. Schrijver, secretaris)

Klantprofiel Kredieten

Financiële deskundigheid Examennummer: Datum: 26 maart 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Prospectus Internet Voordeel Krediet

Budget Analyse Formulier

Uitgangspunten en adviessamenvatting

DE ERKEND HYPOTHECAIR PLANNER INFORMEERT U GRAAG OVER: Lenen binnen de familie voor de financiering van de woning

Klantprofiel. Naam klant : Voorletters : Voornaam : Titel : Postcode : Woonplaats : Geboortedatum : Geboorteplaats. Naam partner : Voorletters :

KLANTPROFIEL ALGEMENE GEGEVENS: Voorletter(s): M / V M / V. Naam (volledig): Woonadres: Postcode: Woonplaats: Telefoonnummer privé: Mobielnummer:

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig.

Aard van de dienstverlening (bijv. het verlenen van financiële diensten inverband met de levensverzekeringen en hypotheken)

KLANTPROFIEL. Naam klant : Voorletters: Voornaam : Titel : Adres. Postcode : Woonplaats: Voornaam : Titel:

Hypotheek? Wij zijn uw bank.

Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

Wft Basis oefenexamen

Inventarisatielijst. Personalia Naam. Adres. Postcode en woonplaats. Telefoonnummer thuis. Telefoonnummer werk. Telefoonnummer mobiel.

Aflevering 5 - Advies over oversluiten

CITROËN FINANCIAL SERVICES. Autofinanciering CITROËN AANTREKKELIJKE FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN LEKKER RIJDEN, RIJDEN ZONDER ZORGEN

PEUGEOT AUTOFINANCIERING AANTREKKELIJKE FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN

DEFAM. Uw heldere keuze.

Bijlage WFt Opleidingen

Financieel Analyse Rapport Alle cijfers op een rij.

Klantprofiel. Naam relatie Naam partner Adres Postcode en plaats Geboortedatum relatie Geboortedatum partner

PE Plus Hypothecair Krediet oefenexamen

Uw auto financieren? Dat doet u bij Alpha Credit Nederland

Uitgangspunten en adviessamenvatting

Checklist. Uitvoeringsregeling verwijdering asbestdaken Drenthe particuliere hypothecaire lening. Aanvraagformulier VIA

Transcriptie:

opleiding wft consumptief krediet cursusdag 1 trainer docententeam@lindenhaeghe.nl Doel van de cursus 1

Examen Examen Examen via erkend exameninstituut: www.lindenhaeghe.nl Aantal examenvragen: 32; Verdeling 15 K/B, 15 V/C en 2 PG = 49 punten Soorten vragen: multiple choice, multiple select, juiste volgorde en berekeningen Examenduur: 90 minuten Slagingsgrens: 68% = 33,32 punten Toetsmatrijs Inhoudscluster Algemene kennis en vaardigheden/professioneel gedrag Aandeel in examen Taxonomie Aandeel in cluster 20% KB/V/C 15/85/0% Taak 1: Inventariseren 10% KB/V/C 35/65/0% Taak 2: Analyseren 20% KB/V/C 65/0/35% Taak 3: Adviseren 35% KB/V/C 20/40/40% Taak 4: Beheren 15% KB/V/C 20/35/45% 2

Studiemateriaal Digitaal studiemateriaal Schriftelijk studiemateriaal e-learningomgeving Oefenvragen Docententeam Leesvaardigheid Wie besteedt er veel tijd aan lezen? Wie herleest vaak? Wie raakt gefrustreerd, als je na herlezen het nog steeds niet begrijpt? Gevolg: Minder tijd voor kerntaken Informatie missen Oplossing Snellezen Met minder inspanning Met meer tekstbegrip In korte tijd aan te leren Aan de hand van bewezen methode 3

e-training het nieuw lezen Kosten: 249,- Inschrijven via: www.lindenhaeghe.nl/thuisstudie Cursistenkorting: 50,- Kortingcode: ET13SL Opzet opleiding Voorbereiding (kennis & begrip) Zelfwerkzaamheid is must 2 cursusdagen (toepassing) Herhalen (bestuderen & oefenvragen) Vragen: Inhoudelijk: docententeam@lindenhaeghe.nl Administratief: support@lindenhaeghe.nl Introductie en werkafspraken 4

Programma Dag 1 Kennismeting Wet- en regelgeving Inventariseren en analyseren Dag 2 Kennismeting Adviseren tot en met beheer Zekerheden Schulden Kennismeting 10 vragen 30 seconden per vraag Gebruik het antwoordformulier Antwoorden einde dag Vraag 1 Een krediet met een looptijd van 2 maanden: a) valt niet onder de WCK b) valt alleen onder de WCK als de kredietsom groter is dan 1.000 c) valt alleen onder de WCK als de kredietsom groter is dan 500 5

Vraag 2 Om onder de reikwijdte van de WCK te vallen, dient een krediet een minimale looptijd te hebben. Wat is deze looptijd? a) Minimaal 12 maanden b) Minimaal 6 maanden c) Minimaal 3 maanden Vraag 3 De leencapaciteit van een aanvrager wordt mede beoordeeld op basis van: a) bruto inkomsten minus bruto vaste lasten b) netto inkomsten c) netto inkomsten minus netto vaste lasten Vraag 4 Wat is voor consumptieve kredietverstrekkers niet toegestaan in reclame-uitingen? a) De consument aansporen snel te beslissen bij een kredietvoorstel b) Aangeven of het om een doorlopend krediet of niet-doorlopend krediet gaat c) Aangeven of er verplichte mee te verbinden verzekeringen/zekerheden zijn 6

Vraag 5 Bij een aflopend krediet met een theoretische looptijd van 60 maanden wil de schuldenaar na 15 maanden het krediet volledig aflossen. Hoeveel kosten mogen er in het kader van de Wft in principe in rekening gebracht worden? a) 3% b) 1% c) 2% Vraag 6 Voor kredietovereenkomsten die onder de Wft vallen geldt een aktevereiste. Welke kredieten zijn uitgezonderd van deze verplichting? a) Kredieten boven 1.000 b) Kredieten met een looptijd korter dan drie maanden c) Aflopende kredieten Vraag 7 Als een kredietverstrekker een onderpand voor een krediet wenst en de kredietnemer mag het onderpand zelf blijven gebruiken, dan is er sprake van: a) Een vuistpand b) Een eigendomsvoorbehoud c) Een bezitloos pand 7

Vraag 8 Een krediet is niet aangewend voor de aanschaf, verbetering of het onderhoud van een eerste eigen woning. In welke box wordt het krediet dan fiscaal belast? a) Box 3 b) Box 1 c) Box 1 of 3 naar keuze van de belastingplichtige Vraag 9 Een slottermijn kan van toepassing zijn op: a) een salariskrediet b) een persoonlijke lening c) een doorlopend krediet Vraag 10 Bij het vaststellen van het contractbedrag van een doorlopend krediet: a) wordt helemaal niet naar de looptijd gekeken b) wordt uitgegaan van de theoretische looptijd c) wordt uitgegaan van de daadwerkelijke looptijd 8

Einde kennismeting Hoeveel heb je er goed? Inleveren antwoordformulier Antwoorden einde dag Wet- en Regelgeving Wet op het financieel toezicht (Wft) Wet op het consumentenkrediet (WCK) Consumer Credit Directive (CCD) Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) Wet- en Regelgeving - Groepsopdracht Inleiding Doel Bereiken doel Binnen reikwijdte Buiten reikwijdte Bronnen 9

Wet- en Regelgeving - Wft Inleiding Doel Bereiken doel Binnen reikwijdte Buiten reikwijdte Bronnen Oefenvraag 1 Janine is werkzaam als zelfstandige zonder personeel en heeft twee financieringen. Een krediet voor een particuliere aankoop, het andere krediet is bestemd voor een zakelijke financiering. Op welk(e) krediet(en) is de Wft van toepassing? a) Zakelijk krediet b) Particulier krediet c) Beide kredieten Antwoord oefenvraag 1 Janine is werkzaam als zelfstandige zonder personeel en heeft twee financieringen. Een krediet voor een particuliere aankoop, het andere krediet is bestemd voor een zakelijke financiering. Op welk(e) krediet(en) is de Wft van toepassing? a) Zakelijk krediet b) Particulier krediet c) Beide kredieten 10

Wet- en Regelgeving - WCK Inleiding Doel Bereiken doel Binnen reikwijdte Buiten reikwijdte Bronnen Oefenvraag 2 Daniël komt op een zonnige middag uw kantoor binnen. Hij wil graag advies over een financiering voor een auto. Hij ziet af van de voorgestelde lening en besluit een krediet te sluiten van 1.800 met een looptijd van twee maanden. Hij kan nu een scooter kopen om naar het station te kunnen rijden. Valt deze lening binnen de reikwijdte van de WCK? a) Nee, de lening is te laag b) Nee, de looptijd is te kort c) Ja, alle leningen vallen onder de WCK d) Ja, mits de lening hoger is dan 1.000 en langer dan 3 maanden loopt Antwoord oefenvraag 2 Daniël komt op een zonnige middag uw kantoor binnen. Hij wil graag advies over een financiering voor een auto. Hij ziet af van de voorgestelde lening en besluit een krediet te sluiten van 1.800 met een looptijd van twee maanden. Hij kan nu een scooter kopen om naar het station te kunnen rijden. Valt deze lening binnen de reikwijdte van de WCK? a) Nee, de lening is te laag b) Nee, de looptijd is te kort c) Ja, alle leningen vallen onder de WCK d) Ja, mits de lening hoger is dan 1.000 en langer dan 3 maanden loopt 11

Wet- en Regelgeving - CCD Inleiding Doel Bereiken doel Binnen reikwijdte Buiten reikwijdte Bronnen Oefenvraag 3 Sepp woont in Duitsland en wil een tweedehands auto kopen. Voor het aanschaffen van de auto wil hij een krediet afsluiten. Sepp bezoekt daarvoor een kredietadviseur in een dorpje net over de grens in Nederland. Wat is juist? a) CCD is in de Wft opgenomen b) Wft valt binnen de CCD c) CCD of Wft is van toepassing Antwoord oefenvraag 3 Sepp woont in Duitsland en wil een tweedehands auto kopen. Voor het aanschaffen van de auto wil hij een krediet afsluiten. Sepp bezoekt daarvoor een kredietadviseur in een dorpje net over de grens in Nederland. Wat is juist? a) CCD is in de Wft opgenomen b) Wft valt binnen de CCD c) CCD of Wft is van toepassing 12

ESIC Begrippen reclame-uitingen Kredietsom : 7.793,25 Termijnbedrag : 117,02 Betalingstermijn : per maand Looptijd : 36 maanden Contractbedrag : 9.408,22 ( 117,02 x 36 + 5.195,50) Wet- en Regelgeving - VFN Inleiding Doel Bereiken doel Binnen reikwijdte Buiten reikwijdte Bronnen Oefenvraag 4 Pieter en Amy wonen in Groningen. Pieter is geboren op Terschelling en woonde altijd dicht bij zee. Omdat hij het liefst zo dicht mogelijk aan het water woont, kopen Pieter en Amy een woonboot. In de vrije tijd gaan ze graag weekendjes weg en kopen daarvoor een camper. In welke situatie(s) is de VFN Gedragscode van toepassing? 1. Bij de financiering van een woonboot die gebruikt wordt als eigen woning 2. Bij de financiering van een camper a) 1 is juist b) 2 is juist c) 1 en 2 zijn juist 13

Antwoord oefenvraag 4 Pieter en Amy wonen in Groningen. Pieter is geboren op Terschelling en woonde altijd dicht bij zee. Omdat hij het liefst zo dicht mogelijk aan het water woont, kopen Pieter en Amy een woonboot. In de vrije tijd gaan ze graag weekendjes weg en kopen daarvoor een camper. In welke situatie(s) is de VFN Gedragscode van toepassing? 1. Bij de financiering van een woonboot die gebruikt wordt als eigen woning 2. Bij de financiering van een camper a) 1 is juist b) 2 is juist c) 1 en 2 zijn juist Oefenvraag 5 Op een dag heeft de adviseur Consumptief Krediet met Wilma een afspraak over een lening. De adviseur Consumptief Krediet is gebonden aan de VFN en NVB. Wilma is onlangs gescheiden en er is geld nodig voor het aanschaffen van nieuwe meubelen. Op haar huidige lening heeft Wilma diverse aflossingen gedaan. Wat is juist? a) Wilma is alleenstaand en mag daardoor geen creditcard aangeboden krijgen b) Het bestaande krediet mag alleen worden overgesloten als de rente van het nieuwe krediet lager is c) Wilma moet het verband uitgelegd krijgen tussen de theoretische looptijd van het krediet en de economische looptijd van het product Antwoord oefenvraag 5 Op een dag heeft de adviseur Consumptief Krediet met Wilma een afspraak over een lening. De adviseur Consumptief Krediet is gebonden aan de VFN en NVB. Wilma is onlangs gescheiden en er is geld nodig voor het aanschaffen van nieuwe meubelen. Op haar huidige lening heeft Wilma diverse aflossingen gedaan. Wat is juist? a) Wilma is alleenstaand en mag daardoor geen creditcard aangeboden krijgen b) Het bestaande krediet mag alleen worden overgesloten als de rente van het nieuwe krediet lager is c) Wilma moet het verband uitgelegd krijgen tussen de theoretische looptijd van het krediet en de economische looptijd van het product 14

Leencapaciteit VFN/NVB Oefenvraag 6 Freek heeft 110.000 inkomen. Het modale inkomen is vastgesteld op 35.000. Hoe worden de fictieve netto woonlasten volgens de VFN gehanteerd? a) Fictieve bruto woonlasten 25% b) Fictieve bruto woonlasten 30% c) Werkelijke bruto woonlasten 30% d) Werkelijke bruto woonlasten 25% Antwoord oefenvraag 6 Freek heeft 110.000 inkomen. Het modale inkomen is vastgesteld op 35.000. Hoe worden de fictieve netto woonlasten volgens de VFN gehanteerd? a) Fictieve bruto woonlasten 25% b) Fictieve bruto woonlasten 30% c) Werkelijke bruto woonlasten 30% d) Werkelijke bruto woonlasten 25% 15

CHF-/GHF-norm stappenplan 1. Bepalen toetsinkomen (hoogste + 1/3 lagere inkomen) 2. Vaststellen toetsrente (CHF/GHF of werkelijke rente > 10 jaar) 3. Bepalen woonquote (percentage) 4. Bereken maandlast ([inkomen x woonquote] : 12) 5. Vaststellen annuïteitenfactor 6. Bereken maximale lening Leencapaciteit VFN/NVB Indien niet gegeven Netto maandinkomen * Basisnorm ** Norm woonlast ** - X 15% + Basisnorm = Fictieve netto woonlast Annuïtaire netto woonlast Netto huurlast Formule leencapaciteit: Netto maandinkomen * Leennorm Netto woonlast 2% kredietlimiet lopende lening - Afloscapaciteit x 50 = leencapaciteit * Gezamenlijk ** Wordt altijd gegeven Berekeningen netto woonlast Fictieve netto woonlast: Bruto maandrente Premie spaarsegment polis (ORV niet!!) + Bruto maandlast - 25% (of 30%) = Fictieve netto woonlast Annuïtaire netto woonlast: Hypotheek / annuïteitenfactor (tabel: rente / 12) = bruto rente Bruto maandrente Werkelijke belastingvoordeel - Annuïtaire netto woonlast Netto huurlast: Bruto maandhuur Huurtoeslag - Netto maandhuur 16

Oefenvraag 7 Gert (35) en Klara (38) hebben samen vier kinderen (12, 10, 7 en 5 jaar). Klara heeft een afspraak gemaakt met de kredietadviseur. Zij is op zoek naar een nieuwe auto. Van de adviseur wil zij graag weten wat haar mogelijkheden zijn, hoeveel zij kan lenen en welk krediet een verstandige keuze is. Uit de inventarisatie zijn de volgende gegevens naar voren gekomen: Netto inkomens: 2.000 Gert (ZZP er) 1.000 Klara (vast dienstverband) Woonsituatie: 800 netto huur per maand Nutsvoorzieningen: 250 per maand Recreatiewoning: 120.000 verkoopwaarde WOZ-waarde: 90.000 Wat is de leencapaciteit? Rond uw uitkomst af op een geheel getal. Ga in de berekening uit van: 1.172 basisnorm en 227 norm woonlast. Antwoord oefenvraag 7 Gert (35) en Klara (38) hebben samen vier kinderen (12, 10, 7 en 5 jaar). Klara heeft een afspraak gemaakt met de kredietadviseur. Zij is op zoek naar een nieuwe auto. Van de adviseur wil zij graag weten wat haar mogelijkheden zijn, hoeveel zij kan lenen en welk krediet een verstandige keuze is. Uit de inventarisatie zijn de volgende gegevens naar voren gekomen: Netto inkomens: 2.000 Gert (ZZP er) 1.000 Klara (vast dienstverband) Woonsituatie: 800 netto huur per maand Nutsvoorzieningen: 250 per maand Recreatiewoning: 120.000 verkoopwaarde WOZ-waarde: 90.000 Wat is de leencapaciteit? 39.392,00 Rond uw uitkomst af op een geheel getal. Ga in de berekening uit van: 1.172 basisnorm en 227 norm woonlast. Uitwerking oefenvraag 7 Netto inkomen 2000 + 1000 = 3000 Basisnorm 1172 Norm woonlast 227 - X 15% + 1172 basisnorm = leennorm 1412,15 Netto inkomen 3000 Leennorm (niet gegeven, dus berekenen) 1412,15 Woonlasten (gegeven, dus niet berekenen) 800 2% kredietlimiet bestaande lening 0 - Aflossingscapaciteit 787,85 x 50 = leencapaciteit 39.392,00 17

Oefenvraag 8 Hans heeft een netto maandinkomen van 3.000 en een koopwoning. Bij de aankoop heeft hij een bankspaarhypotheek van 250.000 met een rente van 5% voor tien jaar rentevast afgesloten. Voor de bankspaarrekening moet hij 225 per maand inleggen. De WOZ-waarde van de woning bedraagt 242.000. Aan belastingteruggave ontvangt hij 380 per maand. Wat is de afloscapaciteit bij een netto fictieve berekening? Ga bij de berekening uit van 1.480 leennorm en 186,2816 annuïteitenfactor. Antwoord oefenvraag 8 Hans heeft een netto maandinkomen van 3.000 en een koopwoning. Bij de aankoop heeft hij een bankspaarhypotheek van 250.000 met een rente van 5% voor tien jaar rentevast afgesloten. Voor de bankspaarrekening moet hij 225 per maand inleggen. De WOZ-waarde van de woning bedraagt 242.000. Aan belastingteruggave ontvangt hij 380 per maand. Wat is de afloscapaciteit bij een netto fictieve berekening? 570,00 Ga bij de berekening uit van 1.480 leennorm en 186,2816 annuïteitenfactor. Uitwerking oefenvraag 8 Bruto rente per maand: 1.041,67 Inleg per maand: 225,00 + Bruto maandlast: 1.266,67 Netto fictieve maandlast: ( 1.266,67 25%) 950,00 Afloscapaciteit Netto maandinkomen 3.000,00 Leennorm (= gegeven dus niet berekenen) 1.480,00 Netto fictieve maandlast 950,00 - Afloscapaciteit 570,00 18

Oefenvraag 9 Hans heeft een netto maandinkomen van 3.000 en een koopwoning. Bij de aankoop heeft hij een bankspaarhypotheek van 250.000 met een rente van 5% voor tien jaar rentevast afgesloten. Voor de bankspaarrekening moet hij 225 per maand inleggen. De WOZ-waarde van de woning bedraagt 242.000. Aan belastingteruggave ontvangt hij 380 per maand. Wat is de afloscapaciteit bij een netto annuïtaire berekening? Ga bij de berekening uit van 1.480 leennorm en 186,2816 annuïteitenfactor. Antwoord oefenvraag 9 Hans heeft een netto maandinkomen van 3.000 en een koopwoning. Bij de aankoop heeft hij een bankspaarhypotheek van 250.000 met een rente van 5% voor tien jaar rentevast afgesloten. Voor de bankspaarrekening moet hij 225 per maand inleggen. De WOZ-waarde van de woning bedraagt 242.000. Aan belastingteruggave ontvangt hij 380 per maand. Wat is de afloscapaciteit bij een netto annuïtaire berekening? 557,95 Ga bij de berekening uit van 1.480 leennorm en 186,2816 annuïteitenfactor. Uitwerking oefenvraag 9 Bruto annuïteit per maand: 1.342,05 ( 250.000 / 186,2816) Belastingteruggave per maand: 380,00 - Netto annuïtaire maandlast 962,05 Afloscapaciteit Netto maandinkomen 3.000,00 Leennorm (= gegeven dus niet berekenen) 1.480,00 Netto annuïtaire maandlast 962,05 - Afloscapaciteit 557,95 19

Oefenvraag 10 Peter heeft een netto maandinkomen van 2.700 en een koopwoning. Bij de aankoop heeft hij een bankspaarhypotheek van 225.000 met een rente van 6% voor tien jaar rentevast afgesloten. Voor de bankspaarrekening moet hij 245 per maand inleggen. De WOZ-waarde van de woning bedraagt 235.000. Aan belastingteruggave ontvangt hij 390 per maand. Wat is de afloscapaciteit? Ga bij de berekening uit van 1.480 leennorm en 950 fictieve netto maandlasten. Antwoord oefenvraag 10 Peter heeft een netto maandinkomen van 2.700 en een koopwoning. Bij de aankoop heeft hij een bankspaarhypotheek van 225.000 met een rente van 6% voor tien jaar rentevast afgesloten. Voor de bankspaarrekening moet hij 245 per maand inleggen. De WOZ-waarde van de woning bedraagt 235.000. Aan belastingteruggave ontvangt hij 390 per maand. Wat is de afloscapaciteit? 270,00 Ga bij de berekening uit van 1.480 leennorm en 950 fictieve netto maandlasten. Uitwerking oefenvraag 10 Netto maandinkomen 2.700,00 Leennorm (= gegeven dus niet berekenen) 1.480,00 Netto fictieve maandlast (= gegeven dus niet berekenen) 950,00 - Afloscapaciteit 270,00 20

Inventariseren Oefenvraag 11 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. Wanneer moet de adviseur Consumptief Krediet een klantprofiel opstellen? a) Als Martijn een lening van ten minste 500 wil afsluiten b) Als Martijn een lening van ten minste 1.000 wil afsluiten c) Als Martijn een lening van ten minste 1.500 wil afsluiten Antwoord oefenvraag 11 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. Wanneer moet de adviseur Consumptief Krediet een klantprofiel opstellen? a) Als Martijn een lening van ten minste 500 wil afsluiten b) Als Martijn een lening van ten minste 1.000 wil afsluiten c) Als Martijn een lening van ten minste 1.500 wil afsluiten 21

Oefenvraag 12 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. Welke gegevens neemt de adviseur Consumptief Krediet op in het klantprofiel? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn. a) Burgerlijke staat b) Risicobereidheid c) BSN-nummer d) Financiële positie e) Adresgegevens f) Doelstelling g) Kennis en ervaring Antwoord oefenvraag 12 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. Welke gegevens neemt de adviseur Consumptief Krediet op in het klantprofiel? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn. a) Burgerlijke staat b) Risicobereidheid c) BSN-nummer d) Financiële positie e) Adresgegevens f) Doelstelling g) Kennis en ervaring Oefenvraag 13 Guusje (35) heeft een kleine eengezinswoning met een hypothecair krediet ter grootte van 180.000. Haar inkomen bedraagt 45.000. Zij heeft 21.000 op haar spaarrekening. Guusje houdt graag spaargeld over voor onvoorziene uitgaven. Zij wil nu een doorlopend krediet van 25.000 om een serre van te bouwen. Wat gaat de adviseur CK doen? a) De spaargelden meenemen in de analyse b) De wens van Guusje voorop stellen en het spaargeld niet gebruiken c) Guusje vertellen dat zij beter haar spaargeld kan gebruiken, want de rente op de lening is niet aftrekbaar 22

Antwoord oefenvraag 13 Guusje (35) heeft een kleine eengezinswoning met een hypothecair krediet ter grootte van 180.000. Haar inkomen bedraagt 45.000. Zij heeft 21.000 op haar spaarrekening. Guusje houdt graag spaargeld over voor onvoorziene uitgaven. Zij wil nu een doorlopend krediet van 25.000 om een serre van te bouwen. Wat gaat de adviseur CK doen? a) De spaargelden meenemen in de analyse b) De wens van Guusje voorop stellen en het spaargeld niet gebruiken c) Guusje vertellen dat zij beter haar spaargeld kan gebruiken, want de rente op de lening is niet aftrekbaar Oefenvraag 14 Om een klant nauwkeurig te kunnen adviseren is de adviseur CK veel antwoorden nodig op een aantal vraagstukken. Welke vragen vallen onder de kennis en ervaring? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn. a) Hoe hoog is uw inkomen? b) Als u boventallig wordt verklaard, hoe gaat u dan uw lening betalen? c) Heeft u al eerder een krediet gehad? d) Waar wilt u het krediet voor gebruiken? e) Hoelang denkt u gebruik te gaan maken van uw aankoop? f) Heeft u dure hobby s? g) Moet uw lening afgelost worden als u overlijdt? Antwoord oefenvraag 14 Om een klant nauwkeurig te kunnen adviseren is de adviseur CK veel antwoorden nodig op een aantal vraagstukken. Welke vragen vallen onder de kennis en ervaring? Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn. a) Hoe hoog is uw inkomen? b) Als u boventallig wordt verklaard, hoe gaat u dan uw lening betalen? c) Heeft u al eerder een krediet gehad? d) Waar wilt u het krediet voor gebruiken? e) Hoelang denkt u gebruik te gaan maken van uw aankoop? f) Heeft u dure hobby s? g) Moet uw lening afgelost worden als u overlijdt? 23

Oefenvraag 15 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. De adviseur Consumptief Krediet wil de financiële situatie van Martijn in kaart brengen. Om een goed financieel inzicht in de financiën van een consument te krijgen, heb je het meeste aan? a) Een salarisstrook b) Een werkgeversverklaring c) Het laatste UPO d) Een overeenkomst waarin het ouderschapsverlof geregeld is Antwoord oefenvraag 15 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. De adviseur Consumptief Krediet wil de financiële situatie van Martijn in kaart brengen. Om een goed financieel inzicht in de financiën van een consument te krijgen, heb je het meeste aan? a) Een salarisstrook b) Een werkgeversverklaring c) Het laatste UPO d) Een overeenkomst waarin het ouderschapsverlof geregeld is Oefenvraag 16 De auto van Frank is aan vervanging toe. Om zijn nieuwe auto aan te schaffen, heeft hij een afspraak gemaakt bij zijn bank voor het sluiten van een lening. Tijdens het inventariseren wil de CK-adviseur meer informatie omtrent het inkomen van Frank. Welke inkomstenbronnen nemen banken in het algemeen aan voor het berekenen van het nettoinkomen? a) Bestendig karakter b) Vaste arbeidsovereenkomst c) Vaste arbeidsovereenkomst in combinatie met een werkgeversverklaring 24

Antwoord oefenvraag 16 De auto van Frank is aan vervanging toe. Om zijn nieuwe auto aan te schaffen, heeft hij een afspraak gemaakt bij zijn bank voor het sluiten van een lening. Tijdens het inventariseren wil de CK-adviseur meer informatie omtrent het inkomen van Frank. Welke inkomstenbronnen nemen banken in het algemeen aan voor het berekenen van het nettoinkomen? a) Bestendig karakter b) Vaste arbeidsovereenkomst c) Vaste arbeidsovereenkomst in combinatie met een werkgeversverklaring Oefenvraag 17 De auto van Frank is aan vervanging toe. Om zijn nieuwe auto aan te schaffen, heeft hij een afspraak gemaakt bij zijn bank voor het sluiten van een lening. Tijdens het inventariseren wil de CK-adviseur meer informatie omtrent het inkomen van Frank. Hoe kan het inkomen van een klant het meest nauwkeurig worden vastgesteld? a) Bankafschriften van de laatste 3 maanden b) Salarisstrook waarin ook het vakantiegeld is opgenomen c) Werkgeversverklaring Antwoord oefenvraag 17 De auto van Frank is aan vervanging toe. Om zijn nieuwe auto aan te schaffen, heeft hij een afspraak gemaakt bij zijn bank voor het sluiten van een lening. Tijdens het inventariseren wil de CK-adviseur meer informatie omtrent het inkomen van Frank. Hoe kan het inkomen van een klant het meest nauwkeurig worden vastgesteld? a) Bankafschriften van de laatste 3 maanden b) Salarisstrook waarin ook het vakantiegeld is opgenomen c) Werkgeversverklaring 25

Oefenvraag 18 Aanleiding voor gesprek met adviseur Consumptief Krediet Janneke (41) wil haar auto gaan verkopen en bij een autodealer een andere auto aanschaffen. Voor haar huidige auto heeft ze ongeveer drie jaar geleden een persoonlijke lening tegen een maandelijkse rente van 0,698% afgesloten. Met een resterende looptijd van 11 maanden is de uitstaande schuld op deze lening nu 3.250. Doelstellingen De aan te kopen auto is twee jaar oud en kost 14.500. De inruilwaarde van haar huidige auto is 4.500. Janneke kan via haar autodealer een driejarige lening krijgen van 9.000 met 0% rente. Zij krijgt dan 4.000 terug voor haar huidige auto, in plaats van 4.500. Janneke wil de nog aan te kopen auto zolang mogelijk houden. Ze verwacht dat ze in deze auto vijf jaar kan rijden en dat ze dan 4.000 à 6.000 inruilwaarde zal hebben. Janneke wil zo min mogelijk lenen. Daarnaast wil ze het geleende bedrag zo snel mogelijk aflossen. De maandelijkse lasten wil Janneke zo laag mogelijk hebben en moeten periodiek gelijkmatig dalen. Door de daling verwacht ze geen extra hoge aflossing te doen. Ook vindt Janneke het niet belangrijk dat zij het afgeloste geld in geval van nood weer kan opnemen. Oefenvraag 18 Inkomensontwikkelingen (salarisstrook: zie bijlage 1) Janneke schat in dat haar inkomen de inflatie zal volgen. Zij verwacht verder geen salarisverhogingen. Janneke is een alleenstaande moeder van een vijfjarige dochter. Ze ontvangt geen alimentatie. Als Janneke moet werken vangt haar ex-man hun dochter op. Janneke heeft nog 1 maand ouderschapsverlof. Met haar werkgever heeft ze afgesproken dat zij na de ouderschapsverlofperiode het aantal uren weer gaat werken waarop haar ouderschapsverlofkorting is gebaseerd. Vermogen Janneke heeft geen vermogen en woont in een huurwoning. De maandelijkse huur bedraagt 421. Iedere maand krijgt ze 173 aan huurtoeslag. Naast de lening voor de auto heeft Janneke een creditcardschuld van 3.000. De jaarlijkse rente op dit krediet is 13%. Kennis en ervaring Ondanks de aanwezigheid van twee kredieten heeft Janneke weinig ervaring met kredieten. Haar ex-man regelde de financiële administratie en Janneke heeft zich daardoor nooit goed in kredieten verdiept. 26

Oefenvraag 18 De adviseur wil berekenen wat Janneke maximaal kan lenen volgens de VFN-gedragscode. Hij is hiervoor het bruto inkomen van Janneke nodig om vervolgens uit een tabel het netto inkomen vast te stellen. Welk bruto inkomen per maand zal de adviseur dan hanteren bij het uitvoeren van deze berekening? Toelichting bij het antwoord: Komt u uit op een geheel bedrag: vul twee nullen achter de komma in. Komt u niet uit op een geheel bedrag: vul twee cijfers achter de komma in. Antwoord oefenvraag 18 De adviseur wil berekenen wat Janneke maximaal kan lenen volgens de VFN-gedragscode. Hij is hiervoor het bruto inkomen van Janneke nodig om vervolgens uit een tabel het netto inkomen vast te stellen. Welk bruto inkomen per maand zal de adviseur dan hanteren bij het uitvoeren van deze berekening? 3.549,00 Toelichting bij het antwoord: Komt u uit op een geheel bedrag: vul twee nullen achter de komma in. Komt u niet uit op een geheel bedrag: vul twee cijfers achter de komma in. Oefenvraag 19 Voor de aanschaf van een nieuwe multimedia-set heeft Pieter een aanvraag voor een krediet ingediend. Daaruit blijkt onder andere dat de rechter handlichting heeft verleend. Na ontvangst van het aanvraagformulier beoordeelt de bank de aanvraag en komt de medewerker tot de ontdekking dat Pieter 17 jaar oud is. Wat zegt de medewerker in beginsel tegen Pieter? a) U heeft goedkeuring nodig van uw ouders b) U kunt een krediet krijgen als uw inkomen klopt c) Graag ontvangen wij van u de aangiften van de afgelopen 3 jaar 27

Handelingsbekwaamheid Antwoord oefenvraag 19 Voor de aanschaf van een nieuwe multimedia-set heeft Pieter een aanvraag voor een krediet ingediend. Daaruit blijkt onder andere dat de rechter handlichting heeft verleend. Na ontvangst van het aanvraagformulier beoordeelt de bank de aanvraag en komt de medewerker tot de ontdekking dat Pieter 17 jaar oud is. Wat zegt de medewerker in beginsel tegen Pieter? a) U heeft goedkeuring nodig van uw ouders b) U kunt een krediet krijgen als uw inkomen klopt c) Graag ontvangen wij van u de aangiften van de afgelopen 3 jaar Handelingsbekwaamheid Handelingsonbekwaam: Minderjarigen, tenzij gehuwd, gehuwd geweest en handlichting (zakelijk) Ondercuratelegestelden Rechtshandelingen vernietigbaar Handelingsonbevoegd: Onbevoegde (rechts)personen Onderbewindgestelden Rechtshandelingen nietig 28

Oefenvraag 20 De burgerlijke staat van een klant is op het gebied van kredietverstrekking voor verschillende aspecten van belang. In de wet is geregeld dat voor een aantal handelingen toestemming van de partner vereist is als er sprake is van een huwelijk/geregistreerd partnerschap (ongeacht het huwelijksgoederenregime/de partnerschapsvoorwaarden), het zogenoemde toestemmingsvereiste. Het Burgerlijk Wetboek geeft aan dat het toestemmingsvereiste geldt voor de volgende rechtshandelingen: Er zijn drie antwoorden juist. a) Bovenmatige giften b) Borgstelling c) Vervreemden van de eigen woning d) Aankoop van een woning e) Afsluiten doorlopend krediet Toestemmingsvereiste Antwoord oefenvraag 20 De burgerlijke staat van een klant is op het gebied van kredietverstrekking voor verschillende aspecten van belang. In de wet is geregeld dat voor een aantal handelingen toestemming van de partner vereist is als er sprake is van een huwelijk/geregistreerd partnerschap (ongeacht het huwelijksgoederenregime/de partnerschapsvoorwaarden), het zogenoemde toestemmingsvereiste. Het Burgerlijk Wetboek geeft aan dat het toestemmingsvereiste geldt voor de volgende rechtshandelingen: Er zijn drie antwoorden juist. a) Bovenmatige giften b) Borgstelling c) Vervreemden van de eigen woning d) Aankoop van een woning e) Afsluiten doorlopend krediet 29

Toestemmingsvereiste Ongeacht huwelijksregime (1:88 BW) Gehuwden en geregistreerde partners koop op afbetaling en huurkoop bezwaren van de eigen woning verkoop en verhuur van de eigen woning geven persoonlijke zekerheden doen van bovenmatige giften Dus niet bij samenwoners Fiscale positie van de klant box 1: inkomen uit werk en woning box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang box 3: inkomen uit sparen en beleggen Belastingtarieven Box 1 2016 Schijf Belastbaar inkomen uit werk en woning Totaaltarief < AOW > AOW 1 0 tot 19.922 36,50% 18,65% 2 19.922 tot 33.715 40,40% 22,5% 3 33.715 tot 66.421 40,40% 4 Vanaf 66.421 52,00% 30

Oefenvraag 21 Door de verkoop van zijn recreatiewoning heeft Hans 110.000 spaarsaldo. Omdat Hans het volledige bedrag aan spaarsaldo in de toekomst weer wil benutten voor een nieuwe recreatiewoning, leent hij 8.000 in box 3 voor de aanschaf van een auto. Hoeveel inkomstenbelasting is Hans nu minder verschuldigd in box 3? a) 1,2% over de box 3-rente b) 1,2% over de box 3-schuld c) 30% over de box 3-rente d) 30% over de box 3-schuld Antwoord oefenvraag 21 Door de verkoop van zijn recreatiewoning heeft Hans 110.000 spaarsaldo. Omdat Hans het volledige bedrag aan spaarsaldo in de toekomst weer wil benutten voor een nieuwe recreatiewoning, leent hij 8.000 in box 3 voor de aanschaf van een auto. Hoeveel inkomstenbelasting is Hans nu minder verschuldigd in box 3? a) 1,2% over de box 3-rente b) 1,2% over de box 3-schuld c) 30% over de box 3-rente d) 30% over de box 3-schuld Stappenplan belasting Box 3 2016 Bezittingen (schulden -/- doelmatigheidsdrempel) -/- vermogensvrijstelling (zie onder) Grondslag sparen en beleggen (Fictief) forfaitair rendement (4%) Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Belasting box 3 (30%) Heffingvrijstelling Doelmatigheidsdrempel 2016 24.437 3.000 31

Oefenvraag 22 Nora (32) en Hans (31) hebben door de crisis vorig jaar hun woning moeten verkopen en wonen sindsdien in een huurhuis. Ze hebben geen kinderen, geen samenlevingsovereenkomst en geen pensioenregeling. Zijn Nora en Hans fiscale partners voor de IB? a) Alleen als zij een samengesteld gezin zijn b) Ja c) Nee Fiscaal partnerschap Antwoord oefenvraag 22 Nora (32) en Hans (31) hebben door de crisis vorig jaar hun woning moeten verkopen en wonen sindsdien in een huurhuis. Ze hebben geen kinderen, geen samenlevingsovereenkomst en geen pensioenregeling. Zijn Nora en Hans fiscale partners voor de IB? a) Alleen als zij een samengesteld gezin zijn b) Ja c) Nee 32

Analysefase Oefenvraag 23 Aanleiding voor gesprek met adviseur Consumptief Krediet Hans en Meino willen de tuin graag aanpakken en hebben daar 5.000 voor nodig. Daarnaast willen ze graag een nieuw bankstel t.w.v. 1.500, een nieuwe kast t.w.v. 500 en een multimediaset t.w.v. 3.000 aanschaffen. Om dit te kunnen financieren, willen Hans en Meino een lening afsluiten. Doelstellingen Voor deze uitgaven willen ze circa 130 maandelijks betalen. Hans en Meino willen het geleende bedrag over 5 jaar aflossen. Ze vinden het belangrijk af en toe extra aflossingen te kunnen doen. Meino zegt daarover: Bij een extra aflossing willen wij geen boete betalen, zoals bij een persoonlijke lening. Hans bevestigt dat hij het daarmee volledig eens is. Oefenvraag 23 Inkomensontwikkelingen Hans verdient 2.100 netto per maand. Meino werkt parttime en verdient 1.020. Zowel Hans en Meino ontvangen daarnaast 8% vakantiegeld en schatten in dat het inkomen de inflatie zal volgen. Zij verwacht verder geen salarisverhogingen. Vermogen Hans en Meino hebben 600 spaarsaldo op de spaarrekening en wonen in een koopwoning. Het spaarsaldo willen ze achter de hand houden voor de onvoorziene uitgaven. De WOZ-waarde is vastgesteld op 205.000. De hypothecaire schuld is net als de notariële inschrijving 190.000. De hypotheekrente is 4,5%. De rentevaste periode eindigt over tien jaar. Aan de hypotheek is een spaarpolis verpand. Deze spaarpolis kent een 30-jarige looptijd. De maandelijkse premie bedraagt 160. Kennis en ervaring Hans en Meino hebben alleen een hypothecair krediet. Andere kredieten hebben ze nooit gehad. Hierdoor zijn Hans en Meino onervaren op het gebied van kredieten. 33

Oefenvraag 23 Hans en Meino geven antwoord op alle vragen. Daarnaast stellen ze de adviseur CK alle benodigde documenten beschikbaar. De adviseur CK kan hierdoor een uitstekende analyse maken. Welke tegenstrijdigheid stelt u vast aan de hand van de geïnventariseerde gegevens? a) De hoogte van de maandlast en de duur van het krediet b) De opmerking over de boete en de hoogte van het krediet c) De hoogte van de notariële inschrijving ten opzichte van de hypothecaire schuld d) De maandelijkse premie van de spaarpolis ten opzichte van de hypotheek Antwoord oefenvraag 23 Hans en Meino geven antwoord op alle vragen. Daarnaast stellen ze de adviseur CK alle benodigde documenten beschikbaar. De adviseur CK kan hierdoor een uitstekende analyse maken. Welke tegenstrijdigheid stelt u vast aan de hand van de geïnventariseerde gegevens? a) De hoogte van de maandlast en de duur van het krediet b) De opmerking over de boete en de hoogte van het krediet c) De hoogte van de notariële inschrijving ten opzichte van de hypothecaire schuld d) De maandelijkse premie van de spaarpolis ten opzichte van de hypotheek Oefenvraag 24 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. De adviseur Consumptief Krediet wil de financiële situatie van Martijn in kaart brengen. Welk inkomen en welke uitgave is van belang om de maximale leencapaciteit te kunnen berekenen? a) Het bedrag van de te betalen huur en het netto inkomen van de partner b) Het bedrag voor de maandelijkse boodschappen en de ontvangen zorgtoeslag c) Het bedrag voor de reservering van het onderhoud van de woning en de ontvangen kinderbijslag 34

Antwoord oefenvraag 24 Voor de aanschaf van een recreatiewoning overweegt Martijn een lening af te sluiten. Om de aanschaf mogelijk te maken, wil hij geadviseerd worden over consumptief lenen en heeft daarover een afspraak met zijn adviseur Consumptief Krediet. De adviseur Consumptief Krediet wil de financiële situatie van Martijn in kaart brengen. Welk inkomen en welke uitgave is van belang om de maximale leencapaciteit te kunnen berekenen? a) Het bedrag van de te betalen huur en het netto inkomen van de partner b) Het bedrag voor de maandelijkse boodschappen en de ontvangen zorgtoeslag c) Het bedrag voor de reservering van het onderhoud van de woning en de ontvangen kinderbijslag Oefenvraag 25 Guusje (35) heeft een kleine eengezinswoning met een hypothecair krediet ter grootte van 180.000. Haar inkomen bedraagt 45.000. Hoeveel betaalt Guusje netto in het eerste jaar voor de persoonlijke lening? Rond het bedrag af met twee cijfers achter de komma Voor aanbouw van de serre kiest zij voor een persoonlijke lening van 25.000. De maandtermijn is 209,11 en na twaalf maanden is de hoogte van de restantlening nog 24.471,58 Antwoord oefenvraag 25 Guusje (35) heeft een kleine eengezinswoning met een hypothecair krediet ter grootte van 180.000. Haar inkomen bedraagt 45.000. Hoeveel betaalt Guusje netto in het eerste jaar voor de persoonlijke lening? Rond het bedrag af met twee cijfers achter de komma Voor aanbouw van de serre kiest zij voor een persoonlijke lening van 25.000. 1.677,00 De maandtermijn is 209,11 en na twaalf maanden is de hoogte van de restantlening nog 24.471,58 35

Uitwerking oefenvraag 25 PL = directe aflossing = bestemd voor de eigen woning = aftrekbaar box 1 Het eigenwoningforfait (EWF) kun je buiten beschouwing laten Jaartermijn: 209,11 x 12 = 2.509,32 Aflossing: 25.000-24.471,58 = 528,42 Bruto rente: 2.509,32-528,42 = 1.980,90 Belastingteruggave: 1.980,90 x 42% = 832,00 Netto kredietlast: 2.509,32 832,00 = 1.677,32 Oefenvraag 26 Ondertussen hebt u berekend dat Hans en Meino volgens de VFNnorm 50.000 kunnen lenen. Gelijktijdig geven Hans en Meino aan maandelijks structureel 350 te pinnen voor consumptieve uitgaven. Om verder te kunnen inventariseren en analyseren, wilt u Hans en Meino een aantal vragen stellen. Welke vraag of opmerking stelt u om te toetsen of het krediet passend is bij de situatie van Hans en Meino? a) Hoe denkt u de lasten te kunnen betalen als Hans werkloos wordt? b) Hoe is uw budgetdiscipline? c) Hoe gaat u uw bestedingspatroon wijzigen bij veranderde omstandigheden? d) Wat is uw ervaring met consumptieve kredieten? Antwoord oefenvraag 26 Ondertussen hebt u berekend dat Hans en Meino volgens de VFNnorm 50.000 kunnen lenen. Gelijktijdig geven Hans en Meino aan maandelijks structureel 350 te pinnen voor consumptieve uitgaven. Om verder te kunnen inventariseren en analyseren, wilt u Hans en Meino een aantal vragen stellen. Welke vraag of opmerking stelt u om te toetsen of het krediet passend is bij de situatie van Hans en Meino? a) Hoe denkt u de lasten te kunnen betalen als Hans werkloos wordt? b) Hoe is uw budgetdiscipline? c) Hoe gaat u uw bestedingspatroon wijzigen bij veranderde omstandigheden? d) Wat is uw ervaring met consumptieve kredieten? 36

Oefenvraag 27 Aanleiding voor gesprek met adviseur Consumptief krediet Miranda (39) wil een vouwwagen aanschaffen. Voor haar huidige vouwwagen heeft zij ongeveer 8 jaar geleden een persoonlijke lening afgesloten tegen een jaarlijkse rente van 8,3%. Met een resterende looptijd van 22 maanden is de uitstaande schuld op deze lening nu 4.000. Doelstellingen De aan te kopen vouwwagen is nieuw en kost 11.000. De inruilwaarde van haar huidige vouwwagen is 2.500. Voor de onvoorziene uitgaven wil Miranda graag 2.000 achter de hand houden. Daarnaast wil Miranda graag haar maandlasten van de huidige kredieten verlagen. Miranda wil de nieuwe vouwwagen zolang mogelijk houden. Ze verwacht dat ze tien jaar met vakantie gaat met deze vouwwagen en dat de vouwwagen dan tussen de 5.000 en 7.000 inruilwaarde zal hebben. Miranda wil zo min mogelijk lenen en gelijke maandlasten. Daarnaast wil Miranda het geleende bedrag zo snel mogelijk aflossen. Ze vindt het belangrijk dat zij het afgeloste geld in geval van nood weer kan opnemen. Oefenvraag 27 Inkomensontwikkelingen Van haar huidige werkgever ontvangt Miranda maandelijks 2.900 netto per maand en ze schat in dat haar inkomen de inflatie zal volgen. Zij verwacht verder geen salarisverhogingen. Miranda is twee jaar geleden gescheiden en heeft geen kinderen. Vermogen Miranda heeft van haar oma een schenking gekregen van 1.500. Inclusief deze schenking heeft ze een vermogen van 3.500 en ze woont in een huurwoning. De maandelijkse huur bedraagt 389. Iedere maand krijgt Miranda 185 aan huurtoeslag. In het verleden heeft Miranda diverse kredieten afgesloten. Kennis en ervaring Ondanks de aanwezigheid van diverse kredieten heeft ze zich nooit verdiept in kredieten en ze heeft daar ook geen verstand van. Oefenvraag 27 Miranda wil haar bestaande leningen graag verwerken in één doorlopend krediet. Stel dat ze geïnteresseerd is in een krediet waarbij de effectieve rente 8,7% per jaar is en voor de maandelijkse rente 0,698% berekend wordt. Hoeveel bedraagt de boeterente die de bestaande kredietverstrekkers Miranda in rekening gaan brengen? Toelichting bij het antwoord: Komt u uit op een geheel bedrag: vul twee nullen achter de komma in. Komt u niet uit op een geheel bedrag: vul twee cijfers achter de komma in. 37

Oefenvraag 27 Bijlage 1: overzicht schulden Kredietsoort Openstaand saldo Effectieve rente Maandelijkse rente Maandlasten Creditcard 3500 14,00 % 1,239 % 100 Postorderkrediet 1500 11,70 % 0,875 % 100 Doorlopend krediet 10000 9,70 % 0,798 % 180 Persoonlijke lening 4000 8,30 % 0,654 % 80 Totaal 19000 460 Boeterente resterende looptijd korter dan 12 maanden: 0,5% Boeterente resterende looptijd langer dan 12 maanden: 1% Antwoord oefenvraag 27 Miranda wil haar bestaande leningen graag verwerken in één doorlopend krediet. Stel dat ze geïnteresseerd is in een krediet waarbij de effectieve rente 8,7% per jaar is en voor de maandelijkse rente 0,698% berekend wordt. Hoeveel bedraagt de boeterente die de bestaande kredietverstrekkers Miranda in rekening gaan brengen? 40,00 Toelichting bij het antwoord: Komt u uit op een geheel bedrag: vul twee nullen achter de komma in. Komt u niet uit op een geheel bedrag: vul twee cijfers achter de komma in. Uitwerking oefenvraag 27 Creditcard 3500 x 0% = 0,00 Postorderkrediet 1500 x 0% = 0,00 Doorlopend krediet 10000 x 0% = 0,00 Persoonlijke lening 4000 x 1% = 40,00 + Totaal = 40,00 38

Antwoorden kennismeting 1. A 6. B 2. C 7. C 3. C 8. A 4. A 9. B 5. B 10. B Evaluatie Wat heb ik geleerd? Wat heeft nog aandacht nodig? Hoe ga ik de komende week verder met de studie? Volgende week Nalezen H.1 t/m 4 & 8 Huiswerkopdracht Bestuderen H. 5 t/m 7, 9 & 10 39

tot de volgende keer! bedankt voor uw aandacht 40