BOVENBOUW VMBO KGT. Biologie interactief. Docentenhandleiding



Vergelijkbare documenten
BOVENBOUW VMBO B. Biologie interactief. Docentenhandleiding

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Begeleide interne stage

Paddenstoelen kweken in de klas

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Wet van Ohm. J. Kuiper. Transfer Database

Schematisch en natuurgetrouw

PRACTICUM: CYTOLOGIE. LeerlingenHANDLEIDING CYTOLOGIE Versie 1.0 6/10/2017 Datum 6 oktober 2017 Auteur Bart J. van Zweeden

Werkblad. LES 7: Hygiëne. GROEP 5-6. Namen groepje:

Stenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON

landbouw en natuurlijke omgeving verwerking agrarische producten CSPE KB

Micro-organismen kweken en bekijken. Zelf bacteriën kweken. Benodigdheden. Werkwijze. Ziek van virussen?

Stenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden

Spelend leren, leren spelen

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees?

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Stroom. J. Kuiper. Transfer Database

De traditionele microscopen onderscheiden we de gewone of biologische microscoop en de stereo microscope.

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Bacteriën als hulpje. Yoghurt maken. Benodigdheden. Werkwijze

REKENEN METEN EN MEETKUNDE Inhoud. voor 1F

Het rijk van de schimmels

gist luchtige schimmels

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Spanning. J. Kuiper. Transfer Database

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Getsie...bedorven! Bederf. Micro-organismen en hygiëne. Kies de juiste namen bij de tekeningen

Les 7 Doen: Windows Live Mail

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Zoete wortels

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek

Lesbrief: Het belang van hygiëne Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Training. Coachend begeleiden

Ik en de maatschappij. Uiterlijke verzorging

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

Bi B o i l o og o ie i Inlage

REKENEN METEN EN MEETKUNDE. Meetkunde voor 1F Deel 1 van 2

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

Cellen aan de basis.

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

4. Een vervolgopleiding kiezen

probiotica vol nuttige bacteriën

Actief leren voor een beroep


Het houden van een spreekbeurt

Training. Begeleiden

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word

Training. Zakelijk communiceren

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Begeleide externe stage

_voorw :47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko

Ik en de maatschappij. Online

osmose-onderzoek practicumhandleiding

Ik en de maatschappij. Planten en dieren thuis

Energie in je lichaam

Organisatie van werkzaamheden

Cursus. Kinderziektes en medicatie

Grafieken en tabellen

Sociale en recreatieve activiteiten

Sectorwerkstuk

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

REKENEN VERHOUDINGEN Verhoudingen voor1f

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

h a n d l e i d i n g

Training. Methodisch verzamelen van informatie

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

Wondverzorging. Let op: het is belangrijk om precies deze schrijfwijze aan te houden, dus met tussenstreepjes.

Sectorwerkstuk

Biotechnologie vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Praktische opdracht Biologie Cellen

Nicolien van Halem Inge Müller. Handboek studievaardigheden voor het hbo

Keuzevak Milieu, hergebruik en duurzaamheid. Duurzaam consumeren en produceren

ONTDEK HET ZELF...EN LAAT JE NIETS WIJSMAKEN!

Wa W rm r t m e Inlage

Werken aan natuur en milieu

Een onderzoekende houding

LES 10 MICRO-ORGANISMEN C: SCHIMMELS EN GISTEN / Borrelballetjes maken

Docentenhandleiding bij Elektrotechnisch tekenen Basiskennis

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Ontwikkel je eigen ijsje!

Cursus. Ontwikkelingspsychologie 1: algemeen, baby, dreumes

Cursus. Verdieping doelgroepen

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Weerstand. J. Kuiper. Transfer Database

project: Kunst en cultuur

1 Inleiding. Inleiding. Dit boek gaat over natuur- en scheikunde. Maar wat is natuur-kunde? Wat is schei-kunde? Een voorbeeld uit de

Werken binnen commercieel groen

Bloed Geven en Krijgen vmbo-kgt okt 2013

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

landbouw en natuurlijke omgeving verwerking agrarische producten CSPE KB

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

i n s t a p h a n d l e i d i n g

Onderzoeksformulier KRENTEN

Kaas maken. Handleiding leskist

Cursus. Onderwijs VVE 2 activerende leeromgeving

Transcriptie:

BOVENBOUW VMBO KGT Biologie interactief Docentenhandleiding

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs. Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: www.thiememeulenhoff.nl of via onze klantenservice (088) 800 20 15 ISBN 978 90 425 3806 1 NUR 121 Eerste druk, eerste oplage ThiemeMeulenhoff, Baarn/Utrecht/Zutphen, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.cedar.nl/pro). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. www.biologieinteractief.nl Samenstellers: Bert van den Berg, Lene Bijsterveld, Ilse Gmelig Josefien von Frijtag Drabbe Künzel, Jeroen van der Horst Claudia Konert, Mirelle de Ronde. Redactie ABC Redactie, Culemborg Opmaak Ivonne Hermens, Eindhoven Tekeningen Hans Brik, Callantsoog Lansys, Groningen Fotografie istock International

K4 Cellen staan aan de basis Leerstijlen In het volgende schema vindt u bij elke leerstijl de opdrachten die daar het beste bij passen. Bezinner Denker Beslisser Doener Kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Waarnemen en overdenken ( watching ) Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken. Is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Analyseren en abstract denken ( thinking ) Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen. Plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Concreet ervaren ( sensing/feeling ) Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren. Houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Actief experimenteren ( doing ) Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak. Opdracht 3, 15 Extra opdracht 3 Opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7, 10, 14, 15 Extra opdracht 6 Opdracht 4, 5, 8, 9, 12, 13 Extra opdracht 1, 4 Opdracht 11, 12 Extra opdracht 2, 5 Vaardigheden In het volgende schema vindt u per vaardigheid de opdrachten waarbij deze aan de orde komen. NB De vaardigheden Omgaan met informatie, formuleren en Nederlandse taal functioneel gebruiken zijn natuurlijk bij alle opdrachten nodig! KGT K4 1 Begrijpend lezen; feiten en meningen onderscheiden Extra opdracht 3 Foldermateriaal Studieboeken Naslagwerken Cd-rom/internet Bijsluiters Kranten/tijdschriften Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 3

2 Informatie verwerven, selecteren, verwerken en bewerken Tabellenboek/gegevensbank/gebruiksaanwijzing Tekeningen, schema s, diagrammen, beelden Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 14, 15 Extra opdracht 1, 2, 4 3 Eigen gedachten schriftelijk en mondeling formuleren Vaktaal functioneel gebruiken Opdracht 7, 14, 15 Extra opdracht 3 Relaties leggen tussen begrippen en contexten Opdracht 7, 12, 14, 15 Extra opdracht 3 Feiten en meningen presenteren en formuleren Beroepsoriëntatie Folder/brochure maken, of poster 4 Basisrekenvaardigheden Schatten en afronden Opdracht 4 Extra opdracht 1, 3 Efficiënt rekenen Opdracht 4 Extra opdracht 1, 3 Rekenregels gebruiken/verhoudingstabellen/breuken en percentages Opdracht 4 Extra opdracht 1, 3 5 Rekenen met eenheden en grootheden Eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven Opdracht 12, 13 6 Veilig kunnen omgaan met stoffen/materialen enzovoort 7 Begripskennis opbouwen Onjuiste denkbeelden bijstellen Verbanden leggen Opdracht 2, 3, 4, 6, 7, 12, 13, 14, 15 Extra opdracht 1, 2, 3, 5 Leren door doen Opdracht 3, 4, 6, 8, 11, 12, 13, 14 Extra opdracht 2, 3, 4, 5, 6 Leren door ontdekken Opdracht 6, 8, 11, 12, 13, 14 Extra opdracht 1, 4, 5 Multicausale verbanden herkennen Opdracht 12 Verschillende organisatieniveaus (cel, weefsel, orgaan enzovoort) Opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 12, 13, 14, 15 Extra opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6 Eenvoudige product- en procesevaluatie maken en conclusies daaruit Opdracht 8, 12 trekken 8 Hulpmiddelen gebruiken (loep/microscoop/indicatoren/determineertabel) Opdracht 8, 11 Extra opdracht 5 9 Eenvoudige opdrachten/onderzoek Zelfwerkzaam, voorbereiden, uitvoeren vastleggen en evalueren Opdracht 8, 11, 12, 13 School- of veldpracticum Opdracht 11, 12, 13 Extra opdracht 5 Probleemstelling herkennen en specificeren Opdracht 12, 13 Probleem herleiden tot onderzoeksvraag Opdracht 12, 13 Verwachtingen formuleren Opdracht 12, 13 Relevante waarnemingen doen/gegevens verzamelen Opdracht 11, 12, 13 Extra opdracht 2 Conclusies trekken Opdracht 12, 13 Oplossing, onderzoek en conclusies evalueren Opdracht 12, 13 Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 4

10 Gegevens verwerken in verslag van bezoek aan instelling 11 Studie van zelf gekozen onderwerp uitvoeren en verslagleggen Opdracht 11 12 ICT-hulpmiddelen en software gebruiken Schrijven Rekenen Informatie verzamelen, bewerken Opdracht 6, 9, 14 Extra opdracht 1, 2, 3, 4 Presentaties Extra opdracht 4 Toetsen Planning NB De extra opdrachten zijn niet in de planning opgenomen. U maakt daar zelf een keuze uit. Voorstel: Les 1: Startopdracht, Wat weet je al?, Zo zit dat! en opdracht 1 en 2 Les 2: Opdracht 3 t/m 5 (het begin van 5) Les 3: Opdracht 5 t/m 7 Les 4: Opdracht 8 Les 5: Opdracht 9 t/m 11 Les 6: Opdracht 12 Les 7: Opdracht 13 en 14 Les 8: Alles op een rij en Zelftoets Les 9: Eindtoets Materialenlijst per opdracht Extra opdracht 3: Transplantaties computer met internetaansluiting Opdracht 6: Organen werken samen computer met internetaansluiting Opdracht 8: Toets je partner microscoop; pincet; prepareernaald; voorwerpglas; dekglaasje; druppelflesje; doekje (keukenrolpapier); plastic koffielepeltje; sterretjesmos en/of waterpest; een schimmel (groeit op bedorven vruchten of brood); methyleenblauw; potlood. Opdracht 9: Hoeveel groter/kleiner? computer met internetaansluiting Extra opdracht 4: Een digitale gallery van cellen en weefsels computer met internetaansluiting En eventueel: microscoop; objectglaasjes; dekglaasjes; prepareernaald; scheermesje (om plakjes voor je preparaat mee te maken); druppelflesje; (delen van) planten of dieren waarvan je een preparaat wilt maken; digitale camera (misschien heeft je school er wel eentje die ingebouwd kan worden in de microscoop). Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 5

Opdracht 11: Rode uien en vacuolen Extra opdracht 5: Waar komt linnen vandaan? Opdracht 12: Waar haal je de energie vandaan? Opdracht 13: Levende zonnecellen; werkblad bij practicum vraag e. Opdracht 13: Levende zonnecellen; werkblad bij extra practicum fotosynthese microscoop; pincet; prepareernaald; voorwerpglas; dekglaasje; druppelflesje; mesje; paars of rood kleurpotlood; doekje (keukenrolpapier); rode ui; eventueel druppelflesje met een zoutoplossing (bv 10% KNO 3 ). brandnetel; grove kam (liefst met metalen tanden); eventueel een paar handschoenen tegen het prikken; microscoop; objectglas; dekglas; bekerglas; water; druppelpipet; pincet. horloge waarop je de seconden kunt aflezen blad van een geranium; aluminiumfolie; brander; driepoot met gaasje; bekerglas met water; pincet; reageerbuis; alcohol; reageerbuishouder; deksel van een petrischaaltje; jodium. takje waterpest of Cabomba; bekerglas; trechter; doorzichtige plastic buis; doorboorde kurk; stukje rubber slang; slangklemmetje; grote injectiespuit; statief; water; Spa rood; afgekoeld gekookt water; ijsblokjes; grote kartonnen koker (zelf maken van zwart karton); liniaal; watervaste stift. Startopdracht Om te starten zijn er verschillende mogelijkheden: 1 Torsoquiz Neem aan de hand van een torso zoveel mogelijk organen en orgaansystemen door en benoem ook steeds de functies van elk systeem. Daarbij moeten ook de levenskenmerken aan de orde komen. Dit kan eventueel in de vorm van een soort quiz. 2 Wat moet jij doen om in leven te blijven? In tweetallen levenskenmerken laten noemen en deze verzamelen. Per tweetal een kenmerk laten uitwerken. Dit kan door te tekenen of plaatjes uit tijdschriften te verzamelen waarop het Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 6

betreffende kenmerk wordt uitgebeeld. Vervolgens voorbeelden van verschillende andere organismen noemen waarbij ze dit kenmerk ook herkennen. Gezamenlijk bespreken en aanvullen. 3 Bouwpuzzel U toont verschillende kaartjes (wel zelf van tevoren even maken). Op de kaartjes is het volgende afgebeeld: Mens Plant Paddenstoel Orgaanstelsel Paddenstoelhoed Wortel en stengel Los orgaan Vaten van een plant Schimmeldraad Weefsel van het orgaan Weefsel van een vat Plantencel Schimmelcel Dierlijke cel De leerlingen leggen in groepjes van vier de juiste afbeeldingen bij elkaar in de volgorde van groot naar klein. Ook moeten ze proberen uit te leggen waarom ze bepaalde afbeeldingen bij elkaar hebben gelegd. Afsluitend een klassikale bespreking. In plaats hiervan kunt u natuurlijk ook extra opdracht 1 doen! Aan de slag! Opdracht 1 Katten zijn net narcissen Duur: vijftien minuten Het gaat erom dat de leerlingen de levenskenmerken bij zowel dieren als planten kunnen herkennen en benoemen. Verder geen bijzonderheden. Opdracht 2 Heen en weer Duur: tien minuten Het gaat er bij deze opdracht om dat de leerlingen leren heen en weer te schakelen tussen de verschillende organisatieniveaus. En dat ze ontdekken dat de levensverschijnselen die zich op het ene organisatieniveau afspelen, gevolgen hebben voor de andere niveaus. Verder geen bijzonderheden. Extra opdracht 1 Machten van 10 Duur: twintig tot dertig minuten U kunt filmpje het beste eerst downloaden en dan klassikaal laten zien (bijvoorbeeld via een digibord). Daarbij laat u het eerste deel (waarbij je steeds verder het heelal in gaat) weg. De commentaren zijn namelijk in het Engels en u kunt dan beter toelichten waar het over gaat. U vindt het filmpje op de volgende site: micro.magnet.fsu.edu/primer/flash/powersof10/index.html. Er is een handleiding in Engels bij. Aan het einde van het filmpje kun je vooruit/achteruit klikken in een soort diashow. Er bestaan meer varianten van dit filmpje. Wij raden de variant met de boom aan, omdat de cellen daarvan duidelijker te zien zijn en omdat de variant met de mens ingewikkelder is. Maar als u dat Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 7

toch wilt, kunt u kijken op de volgende sites: http://www.powersof10.com/(eerst registreren met emailadres, met Engels commentaar) of http://www.youtube.com/watch?v=muupedjvl68 (zonder commentaar). Daar dringt de camera door de huid heen, via bindweefsel en dan in een bloedvat naar een witte bloedcel. Het is de vraag of de leerlingen dit zomaar kunnen volgen. In het antwoordenboek staan alleen de antwoorden voor de variant met de boom. De antwoorden voor de versie met de hand zijn: a Afstand/grootte Meters in machten van 10 Wat zie je? 100.000 km 10 8 Aarde en maan 10.000 km 10 7 Aarde Biosfeer Hier zitten allerlei stappen tussen Organisatieniveau 100 m 10 2 Mens in park Ecosysteem 10 m 10 Mens Organisme 1 m 1 Mens/huid Organisme/ orgaanstelsel 10 cm 10 1 Hand Orgaan 1 cm 10 2 Huid Weefsel 1 mm 10 3 Huid Weefsel 100 micron/micrometer 10 4 Bindweefsel in wand haarvat Weefsel 10 micron 10 5 Witte bloedcel in bloedvat 1 micron 10 6 Kern Organel 0.1 micron/1000 angstroms 10 7 Chromosoom 100 angstroms 10 8 DNA-molecuul Molecuul Cel e Bij de mens zie je bij 10 5 meter iets meer dan een hele witte bloedcel (er zouden er ongeveer 1,2 in beeld passen), dus liggen er ongeveer 1,2 x 10.000 = 12.000 naast elkaar. Opdracht 3 Reis door een plant Duur: tien minuten Het gaat erom dat de leerlingen de plant/boom als één geheel van samenwerkende delen gaan zien. Verder geen bijzonderheden. Opdracht 4 Tomtom voor je lijf Duur: circa 15 minuten Het gaat erom dat de leerlingen het menselijk lichaam als één geheel van samenwerkende delen gaan zien. Verder geen bijzonderheden. Extra opdracht 2 Ontleden, maar niet echt Duur: circa tien minuten zonder en vijftig minuten met enquête Als u ervoor kiest om een enquête te laten doen, kost de opdracht veel meer tijd. Het heeft de voorkeur om de leerlingen zelf de vragen te laten opstellen, maar als u minder tijd beschikbaar heeft, kunt u ook de voorbeeldenquête gebruiken. Tips voor het opstellen, uitvoeren en verwerken van de enquête: Controleer de vragen die de leerlingen hebben gemaakt voordat ze de enquête uitvoeren. Laat ze niet teveel vragen stellen (maximaal vijf) en zorg ervoor dat allerlei verschillende aspecten van het wel of niet snijden in dieren aan de orde komen. Denk bijvoorbeeld aan Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 8

vragen als: vind je het snijden in dieren eng/zielig?; zou het wel of niet verboden zou moeten worden en (eventueel) om welke redenen? Zorg ervoor dat de vragen gesloten zijn. Het handigste werkt het met ja/nee vragen, meerkeuzevragen of matrixvragen. Op deze manier kunnen de antwoorden snel verwerkt worden. Kies een niet al te grote groep deelnemers van de enquête. Dat kan de klas zelf zijn, maar eventueel ook een klas uit een ander leerjaar of een aantal docenten/ouders. Het is misschien aardig om twee verschillende groepen te enquêteren en de resultaten te vergelijken. Als u dat via een Elektronische Leeromgeving doet, verwerkt deze de resultaten meteen en zo kost dat geen extra tijd. Laat de leerlingen (al dan niet op de computer, Excel) staafdiagrammen of cirkeldiagrammen per vraag maken. Bespreek de resultaten in de klas of laat de resultaten presenteren. Voorbeeldenquête Hallo, wij willen graag weten hoe je denkt over het ontleden van dieren op school. Wil je steeds de juiste letter of het juiste getal omcirkelen? 1 Heb je wel eens zelf een dier (of een deel daarvan) op school moeten/mogen ontleden? A Ja B Nee Geef bij de stellingen 2 t/m 4 door omcirkelen aan of je het er wel of niet mee eens bent. Een 1 betekent: heel erg mee oneens, een 2: redelijk mee oneens, een 3: weet ik niet of beetje mee oneens en beetje mee eens, een 4: redelijk mee eens en een 5: heel erg mee eens. oneens eens 2 Ik vind het eng/vies om in dieren te snijden 1 2 3 4 5 3 Zelf snijden zorgt ervoor dat ik er beter bij betrokken ben 1 2 3 4 5 4 Dieren mogen niet speciaal voor snijpractica gedood worden 1 2 3 4 5 5 Waarvan leer je volgens jou het meest? A Het zelf ontleden van een dood dier B Het zelf werken met een model (bijvoorbeeld een torso) C Het kijken naar filmpjes over ontleden D Het zelf virtueel ontleden van een dier/mens op de computer Opdracht 5 Organenmemory: wat hoort bij elkaar? Duur: circa vijftien tot dertig minuten Materiaal karton; schaar; geodriehoek; viltstiften of kleurpotloden. Werkwijze Verdeel de klas in groepen van vier leerlingen. Geef iedere groep een verschillend orgaanstelsel op en laat de leerlingen binnen elke groep vier organen kiezen die ze uit willen werken. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 9

Elk groepslid neemt één orgaan voor zijn/haar rekening en maakt één kaartje met een tekening van het betreffende orgaan en één kaartje met informatie over dat orgaan (naam, orgaanstelsel en enkele bijzonderheden). Neem de kaartjes in en ga met de klas of in een kleiner groepje het memoryspel spelen. Na het memoryspel, waarbij het alleen om de paren (plaatje plus tekst) gaat, is het misschien aardig om te gaan kwartetten met de behaalde paren. De organen van hetzelfde orgaanstelsel horen natuurlijk bij elkaar. Daarbij kunt u zelfs vragen hoe de vier gekozen organen samenwerken in het betreffende orgaanstelsel. Verdere tips/mogelijkheden U kunt er ook een triviantspel van maken. Combineer deze opdracht eventueel met extra opdracht 3 over transplantaties. Het is ook aardig om dit digitaal te doen op een digibord! Extra opdracht 3 Transplantaties Duur: circa veertig tot vijftig minuten c en d Voor het maken van een cirkeldiagram in Excel staat er op www.biologieinteractief.nl een handleiding. g Een leuke manier om dit stellingenspel te doen, is via de werkvorm Graffiti (uitleg hierna). Op de site van donorvoorlichting (http://www.donorvoorlichting.nl) staan onder het kopje discussie diverse stellingen die u hier kunt gebruiken, bijvoorbeeld: Het is logisch dat je een donororgaan in het buitenland gaat kopen, als je in Nederland zo lang moet wachten. Onwetendheid en misverstanden zorgen ervoor dat mensen zich niet registreren als donor. Ook criminelen hebben recht op een donororgaan. Levende donoren zouden betaald moeten worden voor het doneren van een nier. Iedereen zou verplicht donor moeten zijn. Nabestaanden moeten beslissen of de organen/weefsels van de overledene gebruikt mogen worden. Werkwijze Graffiti 1 Verdeel de klas in groepen. 2 Geef elke groep een stelling, vraag of onderwerp, geschreven op een groot vel papier. 3 Laat de groepsleden individueel zoveel mogelijk reacties, oplossingen of ideeën op het vel erbij schrijven. In stilte, dus zonder overleg! 4 Laat de groepen opstaan en doorschuiven naar het volgende vel papier. Ook hier weer in stilte individueel reacties opschrijven. 5 Net zo vaak doordraaien totdat iedere groep weer bij het eigen vel papier is gekomen. 6 Laat de groep samen alle reacties ordenen en een conclusie bedenken. 7 Bespreek alle conclusies klassikaal. Opdracht 6 Organen werken samen Duur: circa twintig minuten Geen bijzonderheden. Opdracht 7 Weefsels vormen samen organen Duur: circa twintig minuten Geen bijzonderheden. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 10

Opdracht 8 Toets je partner Duur: circa vijftig minuten U kunt deze opdracht ook combineren met andere practica uit dit katern, bijvoorbeeld met extra opdracht 4 en 5 of met opdracht 11. Extra werkblad om eventueel aan leerlingen uit te delen of om te bewerken: Waar moet je op letten? Een preparaat maken 1 Ligt het dekglaasje mooi vlak op het preparaat? 1 2 Preparaat zonder luchtbellen? 2 3 Preparaat mooi droog buiten de rand van het dekglaasje? De microscoop gebruiken 4 Gebruikt bij microscoop eerst de kleinste vergroting om scherp te stellen 5 Gebruikt eerst de grote schroef om scherp te stellen 2 6 Draait tijdens scherpstellen de grote schroef alleen omhoog 7 Gebruikt daarna de kleine schroef en krijgt daarmee een scherp beeld (de beoordelaar controleert of dit ook scherp is!) 8 Schakelt daarna over op grotere vergroting, en herhaalt daarmee stap 7 (de beoordelaar controleert opnieuw of dit ook scherp is!) Tekenen volgens de tekenregels 9 Tekening is groot genoeg (cel is minimaal 3 cm groot getekend) 10 De tekening lijkt op het preparaat (de beoordelaar controleert dit!) 11 Tekent duidelijk (niet schetsen, maar duidelijke lijnen) 12 Er staat een titel boven de tekening, en de gebruikte vergroting 13 De onderdelen zijn benoemd en de verwijslijntjes zijn correct getekend (horizontaal, eindigen gelijk) Opruimen 14 Lens van microscoop omhoog gedraaid en op kleine vergroting gedraaid 15 Pas daarna preparaat van microscoop weggehaald en opgeruimd 16 Microscoop en preparaat op juiste plek opgeruimd 2 Totaal aantal punten 30 Maximum te behalen punten 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 Behaalde punten Opdracht 9 Hoeveel groter/kleiner? Duur: circa vijftien minuten Geen bijzonderheden. Extra opdracht 4 Een digitale gallery van cellen en weefsels Duur: benodigde tijd is afhankelijk van de keuze van de docent/leerlingen. Uitgaande van de bestaande plaatjes kan het vrij vlot, circa dertig minuten. Misschien twee maal zo lang als je zelf foto s van eigen preparaten maakt. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 11

Een slideshow is een automatisch lopende diashow, die op internet gezet kan worden. Dat is vrij eenvoudig te doen. De hierna aangegeven bronnen zijn nog maar een begin van de mogelijkheden. In plaats van slideshows kunt u ook een (Youtube) videofilmpje laten maken. Werkwijze Elk groepje (tweetal) leerlingen krijgt een onderwerp en alle slideshows worden na afloop gedeeld/gepresenteerd. Werk met verschillende categorieën. U kunt desnoods zelfs bronnen geven waar de leerlingen plaatjes vandaan kunnen halen. Stel van tevoren eisen op waaraan de slideshow moet voldoen: Hoeveel dia s? Welke informatie moet erbij? Alleen de namen, of nog meer? Bronnen voor slideshowmakers (er zijn er veel meer): http://www.computeridee.nl/downloads.jsp?rubriek=1620616&id=1878236 flash slidehowmaker http://www.codeplex.com/slideshow http://www.slide.com/ Voorbeelden van bronnen: http://www.washington.uwc.edu/about/faculty/schaefer_w/tissuespage.htm menselijk lichaam http://www.lima.ohio-state.edu/biology/archive/celltype.html plantencellen en weefsels http://www.bacteriamuseum.org/niches/features/morphology.shtml http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=3 bacteriën http://www.mycology.adelaide.edu.au/gallery/photos/ fotogallery schimmels (medisch) http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=5 idem http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=13 virussen Opdracht 10 Wat zit er in mijn cellen? Duur: circa twintig minuten Geen bijzonderheden. Opdracht 11 Rode uien en vacuolen Duur: circa dertig minuten Geen bijzonderheden. Extra opdracht 5 Waar komt linnen vandaan? Duur: circa dertig tot vijftig minuten Geen bijzonderheden. Opdracht 12 Waar haal je de energie vandaan? Duur: circa dertig tot vijftig minuten Geen bijzonderheden. Extra opdracht 6 Stofwisseling Duur: circa tien minuten Geen bijzonderheden. Opdracht 13 Levende zonnecellen Duur: zonder werkbladen twintig minuten, met werkbladen twintig tot vijftig minuten extra Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 12

Werkblad voor practicum bij opdracht 13e Zoals je weet, wordt er in de bladeren en stengel van een plant glucose (suiker) gemaakt. De glucose wordt daar direct omgezet in zetmeel. Of er inderdaad zetmeel in een blad zit, ga je met deze proef onderzoeken. Materiaal blad van een geranium; aluminiumfolie; brander; driepoot met gaasje; bekerglas met water; pincet; reageerbuis; alcohol; reageerbuishouder; deksel van een petrischaaltje; jodium. Werkwijze Knip uit het midden van een stukje aluminiumfolie een eenvoudig figuurtje. De rechthoek van de afbeelding uit het werkboek stelt het folie voor dat je gebruikt hebt. Teken hierin het figuurtje dat je eruit hebt geknipt. Vouw de folie om een geraniumblad. Laat de plant 24 uur in het licht staan. Breng daarna het water in het bekerglas aan de kook. Draai de vlam zo laag dat het water net blijft koken. Pluk het blad van de plant, pak het vast met de pincet en dompel het vijf seconden in het water. Draai daarna de brander uit. Duw het blad voorzichtig onder in een reageerbuis. Giet alcohol in de buis. Zet de reageerbuis in het hete water en laat vijf minuten staan. De alcohol gaat koken en het bladgroen lost erin op. Als het blad lichtgroen of wit geworden is, haal je het uit de buis. Leg het in de petrischaal. Spoel de alcohol met koud water uit het blad. Druppel met een pipet jodium op het blad. Laat de jodium een minuut intrekken. Spoel nu de jodium met koud water voorzichtig weg. Teken het blad het resultaat van de proef. Extra practicum werkblad: Maakt een plant meer of minder zuurstof als er in zijn omgeving iets verandert? In deze proef ga je onderzoeken of een plant meer of minder zuurstof aanmaakt als er in zijn omgeving iets verandert. Let op wat er gebeurt als de plant veel koolstofdioxide krijgt, de temperatuur van het water verandert of als de plant in het licht of donker staat. Je moet dus een paar proefopstellingen maken. Elke proefopstelling ziet er in principe uit als de afbeelding in het werkboek op blz. 43. Materiaal per opstelling takje waterpest of Cabomba; bekerglas; trechter; doorzichtige plastic buis; doorboorde kurk; Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 13

stukje rubber slang; slangklemmetje; grote injectiespuit; statief. Wat heb je verder nodig? water; Spa rood; afgekoeld gekookt water; ijsblokjes; grote kartonnen koker (zelf maken van zwart karton); liniaal; watervaste stift. Werkwijze Nummer de bekerglazen 1 t/m 5. Vul de bekerglazen 1 en 5 met water. Doe in bekerglas 2 Spa rood. Giet in bekerglas 3 afgekoeld gekookt water. Doe in bekerglas 4 water met ijsblokjes. Zet over bekerglas 5 de kartonnen koker. Wat verwacht je dat er gebeurt? a In welke buis zal de meeste zuurstof worden opgevangen? In welke buis het minst? Leg je antwoord uit. De meeste zuurstof wordt gemaakt in de buis van bekerglas, omdat De minste zuurstof wordt gemaakt in de buis van bekerglas, omdat b Welk verschil verwacht je tussen de buizen van bekerglazen 1 en 3? c Welk verschil verwacht je tussen de buizen van bekerglazen 1 en 4? Wat neem je waar? d Meet met de liniaal hoeveel cm zuurstof bovenaan in elke buis is gevormd. Vul de gevonden resultaten in de tabel in. Buis nummer 1 2 3 4 5 Cm zuurstof Wat heb je van deze proef geleerd? e Welke conclusies kun je uit deze proef trekken? 1 De plant maakt veel zuurstof als hij 2 De plant maakt weinig zuurstof als hij Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 14

Opdracht 14 Maak de cirkel rond Duur: dertig minuten Geen bijzonderheden. Opdracht 15 Alles bij elkaar Duur: tien tot twintig minuten Geen bijzonderheden. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 15

K5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk Leerstijlen In het volgende schema vindt u bij elke leerstijl de opdrachten die daar het meeste bij passen. Bezinner Denker Beslisser Doener Kijkt hoe anderen een probleem aanpakken en denkt eerst na voordat hij iets doet. Hij ziet veel oplossingen, omdat hij een probleem vanuit veel standpunten kan bekijken. Daardoor neemt hij beslissingen soms traag. Waarnemen en overdenken ( watching ) Maak vooraf een plan. Neem de tijd voor lastige beslissingen. Neem de tijd om je ervaringen te overdenken. Is goed in logisch denken en redeneren. Hij probeert algemene regels te ontdekken en leert het liefst uit boeken. Het is belangrijker dat ideeën logisch zijn, dan dat ze praktisch uitvoerbaar zijn. Analyseren en abstract denken ( thinking ) Zoek goed gestructureerde leermiddelen. Zoek verbanden met kennis die je al hebt. Zoek intellectuele uitdagingen. Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen. Plant een taak en voert die uit. Hij is niet zo geïnteresseerd in theorieën. Hij doet het goed in conventionele intelligentietesten. Houdt zich liever bezig met technische problemen dan met mensen. Concreet ervaren ( sensing/feeling ) Zoek naar verbanden tussen de leerstof en je werk. Richt je op praktische zaken. Zoek iemand die je iets kan demonstreren. Houdt van experimenteren en lost problemen op door iets uit te proberen. Hij past zich goed aan aan nieuwe situaties. Soms kan een doener drammerig overkomen in zijn dadendrang. Actief experimenteren ( doing ) Ga een directe ervaring opdoen. Los een probleem op. Spring in het diepe met een uitdagende taak. Opdracht 27, 30 Extra opdracht 1, 2, 5 Opdracht 1, 2, 8, 14, 17, 19, 23, 24, 28, 29 Opdracht 3, 4, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 18, 20, 22 Extra opdracht 3, 4 Opdracht 5, 6, 7, 16, 21, 25, 26 Extra opdracht 6, 7, 8 Vaardigheden In het volgende schema vindt u per vaardigheid de opdrachten waarbij deze aan de orde komen. KGT 1 Begrijpend lezen, feiten en meningen onderscheiden Foldermateriaal Studieboeken Naslagwerken Cd-rom/internet Opdracht 10 Bijsluiters Kranten/tijdschriften 2 Informatie verwerven, selecteren, verwerken en bewerken Tabellenboek/gegevensbank/gebruiksaanwijzing Opdracht 1 Extra opdracht 2 Tekeningen, schema s, diagrammen, beelden Opdracht 1, 2, 4b, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 21 K5 Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 16

3 Eigen gedachten schriftelijk en mondeling formuleren Vaktaal functioneel gebruiken Opdracht 27, 29 Extra opdracht 3 Relaties leggen tussen begrippen en contexten Opdracht 1, 9, 10, 20, 27, 29 Extra opdracht 3 Feiten en meningen presenteren en formuleren Opdracht 30 Beroepsoriëntatie Extra opdracht 2, 3 Folder/brochure maken of poster Extra opdracht 3 4 Basisrekenvaardigheden Schatten en afronden Opdracht 3 Efficiënt rekenen Rekenregels gebruiken/verhoudingstabellen/breuken en percentages 5 Rekenen met eenheden en grootheden Opdracht 3, 4c Eenheid bij gemeten of berekende grootheid aangeven Opdracht 3 6 Veilig kunnen omgaan met stoffen/materialen enzovoort Opdracht 27 Extra opdracht 4 7 Begripskennis opbouwen Onjuiste denkbeelden bijstellen Opdracht 30 Verbanden leggen Opdracht 2, 4a, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 22, 23,24,29 Leren door doen Opdracht 25, 26 Leren door ontdekken Multicausale verbanden herkennen Verschillende organisatieniveaus (cel, weefsel orgaan enzovoort) Eenvoudige product- en procesevaluatie maken en conclusies daaruit Opdracht 27 trekken 8 Hulpmiddelen gebruiken (loep/microscoop/indicatoren/determineertabel) Opdracht 5, 6, 7 9 Eenvoudige opdrachten/onderzoek: zelfwerkzaam, voorbereiden, uitvoeren vastleggen en evalueren School- of veldpracticum Opdracht 5, 6, 7, 21, 25, 26, 27 Extra opdracht 6, 7, 8 Probleemstelling herkennen en specificeren Probleem herleiden tot onderzoeksvraag Verwachtingen formuleren Opdracht 5, 16, 21 Relevante waarnemingen doen/gegevens verzamelen Opdracht 5, 6, 7, 21, 25, 26 Extra opdracht 6, 7 Conclusies trekken Opdracht 5, 6, 21, 25, 26 Oplossing, onderzoek en conclusies evalueren 10 Gegevens verwerken in verslag van bezoek aan instelling Extra opdracht 8 11 Studie van zelf gekozen onderwerp uitvoeren en verslagleggen Extra opdracht 1, 5, 8 12 ICT-hulpmiddelen en software gebruiken Schrijven Extra opdracht 5 Rekenen Informatie verzamelen, bewerken Opdracht 4, 10, 27 Extra opdracht 1, 2, 5 Presentaties Extra opdracht 1, 3, 4, 5, 8 Toetsen Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 17

Planning NB De extra opdrachten zijn niet in de planning opgenomen. U maakt daar zelf een keuze uit. Voorstel: Les 1: Startopdracht, Wat weet je al? Zo zit dat! en inzetten opdracht 5 en 7 Les 2: Opdracht 1 t/m 4 Les 3: Opdracht 5 t/m 7 (practicum; wellicht handig om in circuit te doen) Les 4: Opdracht 8 t/m 11 (u bepaalt bij opdracht 10 welke variant de leerlingen uitvoeren) Les 5: Opdracht 11 t/m 15 (eventueel kan opdracht 14 worden overgeslagen) Les 6: Opdracht 16 t/m 19 (eventueel kan opdracht 16 worden overgeslagen) Les 7: Opdracht 20 en 21 (inzetten proef opdracht 21 aan het begin van de les) Les 8: Opdracht 21 en 22 (uitslag opdracht 21 bekijken en verwerken) Les 9: Opdracht 23 t/m 26 en start opdracht 27(eventueel opdracht 25 en 26 als demonstratieproef) Les 10: Opdracht 27 (in de les laten voorbereiden en werkbladen doen) Les 11: Opdracht 28 t/m 30 (eventueel ook tijd voor laatste voorbereidingen presentaties opdracht 27) Les 12: Presentaties opdracht 27 Les 13: Alles op een rij en Zelftoets Les 14: Eindtoets Materialenlijst per opdracht Opdracht 4 Er komen er steeds meer eventueel een computer met internetaansluiting. Opdracht 5 Bacteriën kweken en bekijken steriele petrischaal met voedingsbodem; watervaste viltstift; geodriehoek; plakband; sticker met je naam of groep erop; keukenpapier. Opdracht 6 Gist kweken en bekijken stukje verse bakkersgist of gistkorrels; warm suikerwater (van ongeveer 30 C); reageerbuisrekje; reageerbuis; microscoop; druppelpipet; voorwerpglaasje; dekglaasje; doekje of stukje keukenpapier. Opdracht 7 Een schimmeltuintje opkweken schimmels op brood, fruit en/of maïs; microscoop; voorwerpglaasje; dekglaasje; druppelflesje met water; doekje of stukje keukenpapier. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 18

Opdracht 10 Rioolwaterzuivering computer met internetaansluiting. Opdracht 11 Welke stoffen zijn afbreekbaar? computer met internetaansluiting. Opdracht 13 Hoe worden ziekteverwekkers verspreid? computer met internetaansluiting. Opdracht 21 Wat doodt de bacteriën het beste? steriele voedingsbodem (agarplaat); glazen spatel; oplossing met gekweekte bacteriën; filtreerpapier rondjes; eventueel een perforator; pincet; watervaste viltstift; plakband; eventueel een broedstoof; verschillende bekerglaasjes met ontsmettende middelen, bijvoorbeeld: chloor; alcohol; sanisept; betadine; sterilon; antibioticum; dettol. Opdracht 25 Hoe werkt gist? appelsap; stukje verse gist of gistkorrels; kalkwater; (gedestilleerd) water; twee erlenmeyers; maatcilinder van 10 cm3; maatcilinder van 100 cm3; rubber kurk met één gat; rubber kurk met twee gaten; twee gebogen glazen buisjes; rubber verbindingsslang. Opdracht 26 Koolstofdioxide heeft kracht! stukje verse bakkersgist of gistkorrels; suikerwater van ongeveer 30 C; reageerbuisje; reageerbuisrekje; ballonnetje: dit moet soepel zijn, blaas het daarom eerst een paar keer op. Opdracht 27 Biotechproducten 1 Pizza(deeg) maken grote kom; 150 gr tarwebloem; 1 eetlepel olijfolie; Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 19

8 cl lauw water; halve theelepel zout; ± 12 gr bakkersgist; schone, droge theedoek. Eventueel verder nog: deegroller; bakplaat; olie of boter om de bakplaat in te vetten; pizzasaus; kaas; andere dingen die je lekker vindt op een pizza; oven. 2 Wijn maken twee (of meer) grote flessen van minimaal vijf liter; flessenborstel; stop; waterslot; hevel met kraantje (of plastic slangetje met wasknijper); vruchtenpers; hydrometer en ph-meter; wijnflessen; kurken. 3 Yoghurt maken schoon bekerglas; 250 ml (1/4 liter) volle melk; twee eetlepels naturel yoghurt; eetlepel; brander, driepoot en gaasje; thermometer; schone thermoskan; maatbeker; aluminiumfolie. 4 Zelf kaas maken bekerglas van 1000 ml (1 liter); twee bekerglazen van 500 ml; maatcilinder van 250 of 500 ml; brander, driepoot en gaasje; bak met koud water; garde; 500 ml (halve liter) volle melk; halve citroen; zout, half teentje knoflook, peterselie; theezeefje; knoflookpers; schaar; lepel; mes en toastjes; plastic bakje met deksel (te koop bij een vishandel of snackbar). Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 20

5 Zelf zuurkool maken Keulse pot; ronde grenenhouten plank/deksel; zware steen of zwaar gewicht; sticker; schone doek; drie witte kolen; vier savooiekolen; mes; 120 gram zout; 18 peperkorrels; 18 jeneverbessen. Extra opdracht 8 Doe de was groot bekerglas; zes witte lapjes katoen waarop een vlek zit van bijvoorbeeld: koffie, balpen-inkt, chocola, gras, smeerolie, mayonaise, babyvoeding, spaghetti, thee, appelsap, cola, enzovoort; watervaste stift; biologisch wasmiddel (met enzymen); maatcilinder; brander; driepoot; roerstaafje; thermometer; tang; spatel; gootsteen met een koudwaterkraan; eventueel een veiligheidsbril. Extra opdracht 9 Wanneer gist gist het best? bakkersgist (wel uitzoeken hoeveel je nodig hebt); oplossing van glucose of suiker (wel zelf uitzoeken welke concentratie je nodig hebt); de rest van het lijstje stel je zelf samen. Startopdracht Er zijn twee mogelijkheden: 1 Om een idee te krijgen van hoe snel bacteriën zich exponentieel vermeerderen en om te oefenen met schatten (hoe klein een bacterie is en hoeveel er in een kolonie kunnen zitten) kunt u starten met een glazen pot vol bonen. Laat de leerlingen raden hoeveel bonen er in de pot zitten. Kijk dan hoe je een goede schatting kunt maken: meet hoe groot de pot is en hoe groot een boon is. Maak dan de link van bonen naar bacteriën: Hoeveel maal groter is een boon dan een bacterie (een bacterie is gemiddeld 0,001 mm groot). Kun je één bacterie zien? Hoe snel vermeerderen bacteriën zich? Leeg de pot en doe er eerst één boon in (= één bacterie), dan twee (de bacterie is gedeeld), dan vier enzovoort. De leerlingen zien hoe de pot zich steeds sneller vult, bij elke deling een verdubbeling. Vanaf hoeveel delingen kun je de bacteriën wel zien? Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 21

2 Laat de leerlingen brainstormen over de functies van bacteriën en schimmels. Dat kan bijvoorbeeld zo: verdeel de klas in twee groepen. De ene groep moet straks zoveel mogelijk positieve functies van bacteriën inschrijven en de andere moet dan zoveel mogelijk negatieve aspecten van bacteriën en schimmels noteren. Eerst een rondje individueel (ongeveer één minuut, in stilte), daarna in de groep de gegevens verzamelen en in een lijst zetten (maximaal twee minuten geven). Daarna de lijsten klassikaal bespreken. Aan de slag! Extra opdracht 1 Een slideshow maken Het doel van deze opdracht is dat de leerlingen een overzicht krijgen van de diversiteit van bacteriën en schimmels. En zich hopelijk verwonderen over de schoonheid van het kleine en onzichtbare. Een slideshow is een automatisch lopende diashow, die op internet gezet kan worden. Het is vrij eenvoudig te doen. De hierna aangegeven bronnen zijn nog maar een begin van de mogelijkheden. In plaats van slideshows kunt u ook een (Youtube-)videofilmpje laten maken Werkwijze Elk groepje (tweetal) leerlingen krijgt een verschillend onderwerp en alle slideshows worden na afloop gedeeld/gepresenteerd. Werk met verschillende categorieën: virussen, schimmels, ziekteverwekkende bacteriën, bacteriën in je lichaam (gebit, darmen, huid) enzovoort. U kunt desnoods zelfs bronnen geven waar de leerlingen plaatjes vandaan kunnen halen. Stel van tevoren eisen op waaraan de slideshow moet voldoen: Hoeveel dia s? Welke informatie moet erbij? Alleen de namen, of nog meer? Bronnen voor slideshowmakers (er zijn er veel meer): http://www.computeridee.nl/downloads.jsp?rubriek=1620616&id=1878236 flash slidehowmaker http://www.codeplex.com/slideshow http://www.slide.com/ Bronnen voor plaatjes: http://www.bacteriamuseum.org/niches/features/morphology.shtml http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=3 bacteriën http://www.mycology.adelaide.edu.au/gallery/photos/ fotogallery schimmels (medisch) http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=5 idem http://www.denniskunkel.com/index.php?cpath=13 virussen Opdracht 4 Er komen er steeds meer Op de methodesite is een applet te zien over de vermeerdering van bacteriën. U kunt bij deze opdracht ook de startopdracht (zie het begin van deze docentenhandleiding) gebruiken, of ernaar terugverwijzen. Opdracht 5 Bacteriën kweken en bekijken Misschien vindt u het handig om meteen een koppeling te maken met opdracht 20: Wat doodt de bacteriën het beste? U zou de proeven tegelijkertijd in kunnen zetten. Een aardige applet over het werken met bacteriën en het isoleren van een reincultuur: http://www.sumanasinc.com/webcontent/animations/content/streakplate.html Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 22

Opdracht 7 Een schimmeltuintje opkweken NB In verband met de ontwikkeling van schimmelsporen is het wel handig om van tevoren te informeren of er leerlingen zijn die hier allergisch voor zijn. Probeer de verspreiding van de sporen zoveel mogelijk te voorkomen door de schimmels in afgesloten bakjes te laten ontwikkelen. En voer ze op tijd af. Extra opdracht 2 Werken met of tegen micro-organismen Voorbeelden van nuttige internetlinks zijn: Schoonheidsspecialist: http://www.leren.nl/rubriek/loopbaan/beroepen/schoonheidsspecialiste/ vaak gecombineerd met pedicure en/of manicure Tandartsassistente http://www.leren.nl/artikelen/2004/tandartsassistente.html Biologische laboratoriumtechniek http://www.studiekeuze.nl/study.aspx?studyid=20176 Microbiologisch analist/laborant: http://www.werksite.nl/branche/beroepskeuze/9/werkervaringen/149 http://www.leijgraaf.nl/roc/goto.aspx?tabid=915 http://www.roc.nl/default.php?fr=details&id=3965&showvideo=1#video Operatieassistent: http://www.werken-op-de-ok.nl/opleiding%20chirurgie.htm http://www.assistentensite.nl/?nav=operatie Opdracht 9 Bacteriën en schimmels in de kringloop Tip: Misschien zijn er leerlingen die thuis een aquarium hebben of is er op school iemand die een aquarium verzorgt. U zou dan kunnen vragen of die persoon iets over het biologisch evenwicht in het aquarium (en dan met name toegespitst op de rol van bacteriën daarin) kan vertellen en demonstreren. Opdracht 10 Rioolwaterzuivering Deze opdracht gaat iets minder ver dan extra opdracht 3. In deze opdracht komen alleen mechanische en biologische zuivering aan de orde, terwijl in extra opdracht 3 ook allerlei desinfecterende maatregelen aan de orde komen. De keuze is aan u. Extra opdracht 3 De waterfabriek in Dierenpark Emmen Deze opdracht gaat iets verder dan opdracht 10. In deze opdracht komen naast de mechanische en biologische zuivering ook allerlei desinfecterende maatregelen aan de orde. De keuze is aan u. Opdracht 11 Welke stoffen zijn afbreekbaar? U kunt deze proef ook door de leerlingen zelf laten uitvoeren. Zet dan wel alles ruim van tevoren in, want de afbraak kost wel tijd. En u kunt natuurlijk ook de resultaten op de methodesite bekijken. Extra opdracht 4 Compost maken U kunt de leerlingen natuurlijk ook zelf compost laten maken, maar ook hier weer geldt: het zelf doen kost veel tijd. Stel van tevoren eisen op ten aanzien van de poster of de videoclip: Hoeveel stappen? Hoeveel tekst? Hoe lang moet de clip zijn? Hoe wordt de poster/clip beoordeeld? Tip: Laat de leerling eventueel een bezoek aan een composteringsbedrijf (bijvoorbeeld de VAM) of laat ze de filmpjes van schooltv (vanaf groep 7 basisschool, maar toch leuk) bekijken. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 23

Bronnen voor leerlingen: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_compost03 http://www.zelfcompostmaken.blogspot.com http://www.encyclopedoe.nl/index.php?onderwerp_id=374&alfabet_letter=c Bronnen voor uzelf (Engelstalig!): http://www.gardenorganic.org.uk/schools_organic_network/tz_comp.htm http://www.gardenorganic.org.uk/organicgardening/compost_pf.php http://www.bbc.co.uk/gardening/gardening_with_children/homegrownprojects_compost.shtml Opdracht 13 Hoe worden ziekteverwekkers verspreid? Deze opdracht kan ook (interactiever) op www.biologieinteractief.nl worden gedaan. Opdracht 16 Hoe houd je gehakt goed? U kunt deze proef eventueel door de leerlingen zelf laten uitvoeren, en daarvan een proefverslag laten maken. Extra opdracht 5 Postbus 51 spotje Tip: Laat de leerlingen niet te lang zelf informatie bij elkaar zoeken. Ze kunnen het bronnenboek gebruiken of bijvoorbeeld de site van het voedingscentrum: www.voedingscentrum.nl. Het is belangrijk van tevoren aan te geven welke eisen u stelt aan dit spotje: Wat is de doelgroep? (Bijvoorbeeld dezelfde leeftijdsgroep als de leerlingen.) Hoe lang moet het duren? (Maximaal twee minuten.) Hoeveel tips moeten er in zitten? (Niet teveel: beter één aansprekende tip dan veel tips achter elkaar; bovendien kunt u dan eventueel verschillende groepjes verschillende tips laten uitwerken.) In welke vorm wordt de opdracht uitgevoerd? (Denk aan video-opname, animatie of gewoon uitspelen als toneelstukje in de klas.) Wordt de opdracht beoordeeld, en zo ja, volgens welke criteria? (Denk aan correctheid van de tip, duidelijkheid, aansprekend voor de doelgroep.) Extra opdracht 6 Zet je virus op de computer! Het is bij deze opdracht de bedoeling dat verschillende groepjes leerlingen met elkaar een kleine medische encyclopedie in elkaar zetten. Verdeel verschillende besmettelijke ziekten (bijvoorbeeld die uit opdracht 19, eventueel aangevuld met cholera en met de kinderziekten waartegen de leerlingen zijn gevaccineerd) over de groepen. Mogelijke informatiebronnen zijn medische encyclopedieën en het internet. Laat voor iedere ziekte kijken naar de volgende aspecten: Wat is de veroorzaker? Hoe word je besmet? Preventie (Hoe voorkom je dat je wordt besmet?) Wat zijn de symptomen? Behandeling (Hoe zorg jij of de dokter dat je beter wordt?) Elk groepje plaatst de gevonden informatie op een eigen pagina op de wiki, die u zelf eerst hebt aangemaakt. Een wiki is een website waarop bezoekers zelf op een eenvoudige manier informatie kunnen toevoegen of aanpassen. Daarvoor is geen toestemming of toegangscode nodig (bij sommige wiki s moet je je wel eerst registreren). De bekendste wiki is de Wikipedia. Verdere informatie over wiki s en het werken daarmee vindt u op de volgende site: http://www.leren.nl/artikelen/2004/wiki.html. Op die site vindt u ook links naar diverse wiki s. Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 24

Geef de leerlingen van tevoren duidelijke info over de omvang van de gevraagde informatie (hoeveel pagina s/woorden) en over de eventuele beoordelingscriteria (bijvoorbeeld de samenwerking: heeft ieder groepslid evenveel bijgedragen, is de info correct, is het op een aansprekende wijze gedaan, heeft iedereen zich aan de afspraken Was het op tijd? gehouden, enzovoort). Opdracht 20 De ziekenhuisbacterie Een handige bron bij deze opdracht is: http://www.allesovermrsa.nl/. Opdracht 21 Wat doodt de bacteriën het beste? De beschrijving in het werkboek geldt wanneer u de leerlingen de proef zelf wilt laten uitvoeren. U kunt er ook voor kiezen om het als een demonstratieproef uit te voeren of om de proef op www.biologieinteractief.nl laten doen. Daar moet de leerling alle stappen zelf virtueel uitvoeren en daarna de resultaten van de proef bekijken. Voorbereidingen van de proef (voor uitvoering in de klas) Laat drie dagen van tevoren wat bonen of erwten in water weken. Dit water kan vervolgens gebruikt worden om de voedingsbodems te infecteren. Ook moeten er voldoende steriele voedingsbodems met agar worden klaargemaakt. Het is ook mogelijk het petrischaaltje met de voedingsbodem een lesuur lang open te laten staan en zo bacteriën uit de lucht op te vangen. Vervolgens kunt u de in ontsmettingsmiddel gedrenkte papiertjes aan laten brengen, zoals in het werkboek beschreven. Na twee dagen in een broedstoof bij 35 C is er resultaat zichtbaar. Maar ook zonder broedstoof is de proef uit te voeren (al duurt het dan waarschijnlijk wel langer voordat er resultaat zichtbaar is). Als ontsmettende middelen kunt u denken aan: chloor; alcohol; sanisept; betadine; sterilon; antibioticum; dettol. Opdracht 22 Hygiëne in de operatiekamer Tip: Misschien vinden de leerlingen het aardig om een concreet operatieprotocol (met betrekking tot hygiëne) van een naburig ziekenhuis te bekijken/bespreken. Enkele opvallende recente zaken uit zo n protocol: De te opereren lichaamsdelen worden tegenwoordig vaak niet meer geschoren. De reden hiervoor is dat achterblijvende kleine haartjes meer infecties opleveren dan ongeschoren huid. Wonden worden tegenwoordig na de operatie dagelijks gespoeld (met de douchekop of met een fysiologische zoutoplossing) en bedekt met schone steriele gazen. Drains en hechtingen worden dagelijks geïnspecteerd en in overleg met de arts verwijderd. Enkele aardige internetsites met toepasselijke filmpjes en info zijn: https://edit.rtl.nl/programma/chirurgenwerk/video. Dit is een link naar een aflevering van Chirurgenwerk (seizoen 2006 aflevering 7; duur: 25 minuten) met onder meer een operatie van kniebanden. Er zit ook een stuk in over cosmetische chirurgie van rimpels! De stukjes over de kniebandoperatie vindt u van 15.56 tot 18.53 minuten en van 22.02 tot 24.58 minuten (na de operatie/fysio) Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 25

http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20070221_steriliseren01 http://www.werken-op-de-ok.nl/chirurgie.htm http://www.lenntech.com/uv_desinfectie.htm Opdracht 27 Biotechproducten Organisatie Let erop dat alle groepsleden een eigen taak hebben en toch aan een gezamenlijk eindproduct werken. Geef van tevoren aan wanneer de presentaties moeten plaatsvinden en bespreek de presentaties na afloop. U kunt zelf bepalen of u die wilt beoordelen voor een cijfer. Het kan handig zijn om de gistoplossingen van tevoren zelf te maken (de oplossing moet ongeveer drie kwartier van tevoren klaargemaakt worden. U kunt natuurlijk volstaan met één groot bekerglas gistoplossing voor enkele proefjes tegelijk. U kunt zelf bepalen hoeveel tijd u kwijt wilt zijn aan deze proefjes. Sommige proefjes zijn meer geschikt als demonstratieproef en andere kunnen gemakkelijk klassikaal gedaan worden. Sommige proefjes duren een aantal weken. Houd hier goed rekening mee tijdens de planning. Één mogelijkheid is om er een circuit van te maken, zodat de leerlingen niet tegelijkertijd met hetzelfde proefje bezig zijn, maar wel alles zelf moeten doen. U kunt de proefjes ook over de leerlingen verdelen en alles na afloop klassikaal bespreken. U kunt de leerlingen zelf recepten of proefbeschrijvingen laten opzoeken, maar het werkt het snelste als u ze deze recepten of proefbeschrijvingen direct geeft. U zult ze dan wel van tevoren moeten vermenigvuldigen in de juiste aantallen! Achter in deze docentenhandleiding vindt u de opdrachtenbladen voor de verschillende proefjes en recepten. U kunt ze uitdraaien en vermenigvuldigen als leerlingenmateriaal. U kunt natuurlijk ook eigen bronnen en recepten gebruiken. Hierna volgen enkele sites die u als bronnen aan de leerlingen kunt geven. Er zijn er nog wel meer te vinden. Als u tijdens de les geen beschikking hebt over internet, kunt u deze bronnen van tevoren uitprinten en tijdens de les uitdelen. Houd er rekening mee dat de leerlingen veel meer tijd kwijt zullen zijn met zoeken wanneer u ze geen bronnen aanlevert. Voorbeelden van geschikte bronnen: http://www.brood.net/default.asp?pid=geschiedenis http://www.schoolmelk.be/alg-info/info-yoghurt.htm http://www.campina.nl/default.asp?selected=camnl.zuivelweet.yoghurtmak&l=nl http://www.potjebier.nl/bier_geschiedenis.asp http://www.brouw-bier.nl/theorie/geschied.htm http://www.brouw-bier.nl/theorie/geschiedgist.htm http://www.sober.nl/general/gsober.html http://nl.wikipedia.org/wiki/bier http://nl.wikipedia.org/wiki/kaas http://www.zuivelonline.nl/?pageid=98 http://www.food-info.net/nl/national/ww-kaas.htm Extra mogelijkheid 1 U kunt natuurlijk ook iets met de recepten laten doen uit de receptenklapper. Laat bijvoorbeeld iedere leerling voor de afsluitende les een gerecht uit de klapper bereiden en serveren! Biologie interactief Bovenbouw vmbo/kgt Docentenhandleiding 26