Les 6 Disco ELO-opdrachten Bestudeer eerst het boek pag

Vergelijkbare documenten
ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

De magische deur van KASTEEL013

ELO opdrachten les 13

Z I N S O N T L E D I N G

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

Samenvatting Nederlands NL Blok

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Zoals beloofd eerst nog een herhaling van de theorie van de lijdende en de bedrijvende vorm:

Hieronder volgt een gedeelte uit mijn boek voor een eerste indruk. Het leerboek telt 64 pagina s, het antwoordenboek 47 pagina s

instapkaarten taal verkennen

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

instapkaarten taal verkennen

Boekverslag Nederlands Beemdgras door Judith Herzberg

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Het leesspel Voorbereiding: Doel van het spel: Het spel:

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

HET WERKWOORD : DE TIJDEN

- Wie wat waar: kaartjes Sinterklaas. - Wie wat waar: grabbelzakjes. - Kopieerblad. - Kopieerblad. Horoscopen Les 5: Horoscoop schrijven

2 hv. 1

Werkwoordspelling. Tegenwoordige tijd persoonsvorm

Lesbrief bij Romeo is op Julia en Layla op Majnun

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 9

instapkaarten taal verkennen

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Een verhaal voor kleuters aanpassen (vereenvoudigen of verrijken)

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Toets grammaticale termen met sleutel

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

STIJLFIGUREN. Otto Wijnen Otto Wijnen Speaker & Coach Versie 1, juli 2016 Bijlage bij de basisgids Help! Ik moet spreken

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Krabbie Krab wordt Kapper

Lesoverzicht. 1. Bidden p De Kerk p De priester p Vergeving p De Bijbel p Delen p Het offer p.

De eekhoorn kon niet slapen. Hij liep van zijn deur om zijn tafel heen naar zijn kast, bleef daar even staan, aarzelde of hij de kast zou opendoen,

Werkwoordspelling op maat

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Logboek bacteriën-onderzoek. Namen:...

Benodigde voorkennis spelling groep 5

Boeli van Leeuwen, toen de dood op zijn schouder tikte

Grammaticablad Latijn

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

In de ene hand draagt hij een koffer, in de andere een kistje. Bok is de nieuwe buurman van Kip. Hij is een professor, zegt Kat. Iemand die heel veel

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

Het bijvoeglijk naamwoord

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

b. bij i-/medeklinkerstammen staat er -a- of -e- voor de uitgang. ELO-opdrachten week 49/50

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Het olifantenboekje. het eigenwijze Fantje. C.A. Leembruggen. Zie voor verantwoording:

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2

JAARGANG 9 / NUMMER 1 SEPTEMBER Mede mogelijk dankzij:

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

1

Examen VWO. Latijn. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur. Vragenboekje

Gemeente van Jezus Christus,

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3

Thema 2. Rennen voor geld

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

6

Handleiding basiswoordenschat.

Met hulp: Signaalwoorden en verbanden in de tekst begrijpen


Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

Lesbrief: Wijs online Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

oefenbundel voor het zesde leerjaar

LYRICS EP1 BEGRIJP ME NIET VERKEERD

Wegwijs in de werkwoordspelling

Francine Oomen, Hoe overleef ik mezelf? Van Holkema & Warendorf, a. De tekst hierboven is het begin van een roman (leesboek). Wat valt je op?

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren

Thema 10. We ruilen van plek

Transcriptie:

Les 6 Disco ELO-opdrachten Bestudeer eerst het boek pag. 44-47 1. Op herhaling: praesens Plaats onderstaande persoonsuitgangen van het praesens achter het juiste persoonlijk voornaamwoord. -nt, -o, -mus, -s, -tis, -t ev. ik. mv wij.. jij.. jullie.. hij.. zij.. 2. Perfectumuitgangen Zet de volgende persoonsuitgangen van het perfectum achter het juiste persoonlijk voornaamwoord. -imus, -i, -isti, -erunt, -istis, -it ev. ik. mv wij.. jij.. jullie.. hij.. zij.. 3. Perfectumstam? Het is van belang een perfectumstam te kunnen herkennen. Bijvoorbeeld: praesensstam vocatimeduc- perfectumstam vocavtimudux- a. Omcirkel onderstaande reeksen de stam van de werkwoordsvormen af, bijv.: dux/imus 1. dubito lacrimavit dicere parcimus audivisse mittunt timuerunt 2. amatis doluistis desino rogavi petiverunt dormiunt amavisse audimus b. Hoeveel vormen zijn er in reeks 2 perfectum? 4. Eén lettertje verschil Bij sommige werkwoorden is het verschil tussen de praesens-stam en de perfectum-stam heel klein! Vertaal de volgende vormen. Let op! Vertaal in losse werkwoordsvormen het perfectum altijd met een voltooid tegenwoordige tijd (=vtt; dus met gebruik van het hulpwerkwoord hebben: ik heb geroepen en soms met het hulpwerkwoord zijn: ik ben gekomen).

dicit duximus respondet laedit movet videmus dixit ducimus respondit laesit movit vidimus 5. Vragen bij tekst 6a a. Citeer de Latijnse woorden waaruit blijkt dat Pyramus vindt dat hij schuldig is aan de dood van Thisbe. b. Wat speelt de belangrijkste rol in het misverstand? c. Welk bijvoeglijk naamwoord is hierbij van wezenlijk belang? 6. Wat hoort bij wat? Vul achter de Latijnse woorden in kolom 1 de juiste betekenis in uit a-h. De eerste hebben we al ingevuld als voorbeeld. 1. accidere f a. achterlaten 2. ad-ire.. b. afwachten 3. relinquere.. c. gaan naar 4. dare.. d. gehoorzamen 5. exspectare.. e. hierheen 6. huc.. f. gebeuren 7. parere.. g. geven 8. tollere.. h. optillen 7. Herken en vertaal! a. Waaraan kun je een imperfectum altijd herkennen? Stam +..+ persoonsuitgang. b. Welke vormen uit de reeks hieronder staan in het perfectum? potuimus petebas eramus nocuisti appropinquabam fuerunt poterant reliqui dabat c. Vertaal van de reeks hieronder alleen de vormen die een imperfectum zijn. adiit parebamus poteratis sustulerunt vocabam accedisse complebant fuisti erant 8. Vragen bij tekst 6b In Tekst 6 B (boek, pagina 42) komt tweemaal de directe rede voor (zie vertaaltip 4.2, boek, pag. 31): a. in regel.. t/m en in regel t/m b. Waarop moet je letten bij de directe reden?

c. Tot wie richt Thisbe zich de eerste keer? d. Tot wie richt zij zich de tweede keer? In deze tekst komen drie tijden voor: praesens, imperfectum en perfectum. e. In regel 1 wordt het imperfectum gebruikt, in regel 2 het perfectum. Leg uit waarom. f. Uit regel 6 blijkt dat Thisbe weet dat Pyramus dood is. Toch stelt ze hem nog vragen. Geef hiervoor een verklaring. 9. Algemene vragen over Pyramus en Thisbe a. Waarom doodt Pyramus zichzelf? b. Waarom doodt Thisbe zichzelf? c. Welke moraal kun je aan dit verhaal verbinden? 10. Noteer waar of niet waar. a. Het Perfectum en imperfectum zijn beide verleden tijden. b. Het imperfectum is een voltooid verleden tijd. c. De hoofdgebeurtenissen in een verhaal staan in het perfectum. 11. Gebruik imperfectum Het imperfectum is een onvoltooid verleden tijd, de gebeurtenis wordt niet als afgesloten of voltooid meegedeeld: iets was in het verleden aan de gang. Bijvoorbeeld: Gisteren fietste ik naar school, toen er plotseling een enorme hond op me afkwam. In het Latijn zou voor ik fietste het imperfectum gebruikt worden, want het betekent ik was aan het fietsen. Het imperfectum kan uitdrukken dat een gebeurtenis of handeling: *voortduurde: ik was aan het fietsen. *herhaald werd: ik fietste telkens. *of dat een poging werd ondernomen: ik probeerde te fietsen, maar. Bekijk Tekst 6.B. Wat drukt het imperfectum uit (duur, herhaling of poging)? a. In regel 1? b. In regel 9? 12. Op herhaling met woorden Vul de tegenstelling van de volgende werkwoorden in en vertaal beide. 1. quaerere (=zoeken) invenire (=vinden) 2. iacere (= ). = 3. respondere (= ). = 4. aperire (= ). = 5. gaudere (= ). = 6. ridere (= ). =

Lees eerst onderstaande informatie en beantwoord daarna de vragen. Schrijvers willen een lezer graag boeien. Daarom versieren ze de taal met stilistische middelen, bewust toegepaste manieren om de schrijfwijze (stijl) minder alledaags te laten zijn en een mededeling te benadrukken of de aandacht van de lezer te trekken. Hieronder zij er enkele opgenomen. a. Alliteratie: herhaling van een medeklinker aan het begin van een woord. Ik ben geboren uit zonnegloren En een zucht van de ziedende zee. (J.perk, Iris) b. Anafoor: herhaling Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen. Wat is het jammer achteraf van al die knopen. Dat er door mij zoveel te laat zijn doorgehakt. Dat er door mij zoveel zo slecht is afgelopen. Dat er door mij zoveel verkeerd is aangepakt. (Kees Torn) c. Asyndeton: niet verbonden Woorden, woordgroepen of zinnen worden zonder verbindingswoord achter elkaar geplaatst. Veni, vidi, vici (Caesar) d. Chiamse: kruisstelling De bruidegom was de lentezon A B en Holland was de bruid (Jan Prins) B A e. Metafoor: beeldspraak/ figuurlijk taalgebruik/ overdracht van betekenis. Met haar ragebol veegt de huisvrouw in de oksel van het plafond (Karel Soudijn) χ f. Retorische vraag: een nadrukkelijke bewering in de vorm van een vraag. De bedoeling van een retorische vraag in niet een antwoord te krijgen, maar om verbazing, boosheid, of twijfel uit te drukken. Hoe kan die man dat nou beweren?

13. Wijs in tekst 6.a aan: a. alliteratie (regel 5) b. een anafoor c. een chiasme (regel 10) d. een metafoor (regel 4) e. welke toon hebben de retorische vragen in regel 7-9? verbazing/twijfel/wanhoop/irritatie/ongeduld/spijt 14. Gedicht over Pyramus en Thisbe Lees onderstaand gedicht over Pyramus en Thisbe van Kees Stip (geschreven in 1950) in de stijl van de ooit befaamde cabaretier Koos Speenhoff (1869-1945). Kees Stip formuleert een duidelijke les die je van dit verhaal kan leren. Heeft Ovidius hetzelfde doel gehad met het vertellen van dit verhaal? Beargumenteer je antwoord. it is het bloedig moordverhaal van Pyramus en Thisbe De een, een schone jongeling, wiens ouwe heer in vis dee De andere, miss Babylon, de dochter van de buurman, Bij wie hij op beperkte schaal des avonds door de muur kwam. Die muur had namelijk een spleet (het ding zat er al jaren), maar in die tijd had Babylon gebrek aan metselaren. De Aziatische idee, zo heette het, ging voor en men bouwde tegen wil en dank aan de mislukte toren. De huisbaas schreef in spijkerschrift, hetgeen een hele toer was, een lang request waarin stond dat bij hem de muur ajour (=opengewerkt) was. Maar toen het aankwam op de plaats waar zo'n request moest wezen, toen brak de spraakverwarring uit en niemand kon het lezen. Door deze spleet nu wurmde Thisbe 's avonds hare lippen en Pyramus placht dan daaraan een poze-lang te nippen. Dat was misschien wel aardig, maar hoezeer zij ook genoten, toch waren beiden er op uit hun afzet te vergroten. Dus Thisbe op een goede dag sprak in het Babylonisch, die muur is toch maar niks gedaan, hij maakt mijn hele koon vies. Je hebt gelijk sprak Pyramus, die muur dat is een vieze, vanmiddag bij het eten, zat de kalk nog in mijn kiezen. Ik heb een plan, we gaan eruit, we doen het clandestien, zus: achter het Wilhelminapark, daar ligt het graf van Ninus. Dat is een plekje waar geeneen ons kan bespioneren, ik wil nu weleens weten wat wij zonder muur presteren. En zo begaven beiden zich met uitgedachte smoezen apart naar wijlen Ninus toe om daar te rendez-vousen. Maar Thisbe die het eerste kwam werd bleek gelijk een lelie toen zij een leeuw trof, juist ontsnapt uit Barrenum en Bailey (=een circus).

Die leeuw zat daar op Ninus' graf en at wat eens een ree was en keek precies of in zijn maag nog plenty plaats voor twee was. Het arme kind wist weliswaar het ondier te ontkomen maar het kostte haar d'r mantel, die ze pas had laten stomen. Toen nu de leeuw verdwenen was kwam Pyramus haar vrijer en las op het verscheurde flard de naam van Brenninkmeijer (=C&A). Hij wist dat dit de firma was, waar Thisbe vaste klant was en snapte dus direct wat of er met haar aan de hand was. Zijn haren rezen overeind, z'n wangen werden sneeuw-wit, hij dacht het heeft er alles van dat Thisbe in een leeuw zit. Ach waren we nu nog maar thuis, zelfs met de muur er tussen want iemand binnen in een leeuw die laat zich lastig kussen. Vaarwel mijn ouders, nimmermeer keert Pyramus uw zoon thuis, ik sla nu mijn penaten op in huize Aïdoneus. (=de onderwereld) Hij trok daarop een slagersmes, hij stak het in zijn baadje (=jasje) en zonk toen rochelend ineen op Thisbe's C&A-tje. Toen Thisbe hem daar liggen vond, gij raadt het reeds, eilacie (=helaas) -De vrouw is van nature toch geneigd tot imitatie! trok zij het mes uit Pyramus en stak het in haar sinus (=borst); Toen lagen twee kadavers daar, nog afgezien van Ninus. Moraal Dit drama leert ons iets omtrent de ouderlijke plichten. Men dient de gaten in zijn huis terstond te laten dichten. Wie dit niet doet die brengt zichzelf in vele ongemakken, Dus hebt gij jonge dochters thuis; laat er dan behang op plakken! Uit: Kees Stip, Vijf variaties op een misverstand, 's Gravenhage, 1950.