Anatomie / fysiologie. Circulatie. Verdeling lichaamsvloeistoffen. Cxx53 3 en 4 Bloed Afweer/immuniteit

Vergelijkbare documenten
Les 3 Bloed en Temperatuur. Scheikunde of chemie. Bloed en functies bloed 1. Bloed, stolling, temperatuurregulatie, koude rilling

Bloed, Afweer en Infectieziekten

Voor voortgangtoets 3.1

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

Werkstuk Biologie Bloed

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Bloed vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

Begrippenlijst bloed, bloedsomloop en lymfe AB0-systeem Bloedgroepenstelsel, waarbij het menselijk bloed is ingedeeld in vier typen bloed: A, B, AB

Bloed vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Les 11 Infectie. Zomaar wat begrippen. Begrippen 2

Module 2. Wondgenezing

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving

Fysiologie / hart en bloedsomloop

Bloed - CCG AH2. Dianne Gijsbertsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Anatomie / fysiologie. Team anatomie/fysiologie AFI1. Anatomie / fysiologie / pathologie. Cxx53 1 en 2. Milieu interieur Uitwisseling van stoffen

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

Programma. Plasmafiltra/e. Indica/es Plasmaferese. Ziektebeelden. Samenstelling bloed. Func/e plasma- eiwizen Bloed

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming

Nederlandse samenvatting

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

Bloedmorfologie. Klassieke bloedmorfologie. Erythrocyten of rode bloedcellen (RBC)

Bescherming Evenwicht

Module 1. De anatomie

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming

Trainingseffecten aerobe training op cel nivo: meer mitochondria, meer enzymen voor aerobe glycolyse

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

Uitscheiding en afweer

Bloedtransfusie. Informatiebrochure

Vragenles Deel 1. Vraagje. Infrastructuur menselijk lichaam. Matthieu Berenbroek

Chapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

Bloed en lymfe systeem. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed. Bloedplasma

naast natuurlijke immuniteit ook techniek van kunstmatige immuniteit

Samenvatting Biologie Transport

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Jehovah s getuigen en bloed

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

Sepsis en MOF. Powerpointpresentatie gemaakt door Rob Zeegers

> Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

Patiënteninformatiedossier (PID) (Non) Hodgkin. onderdeel BLOED EN BLOEDWAARDEN. (NON) HODGKIN Bloed(waarden)

Bloedcellen van de mens

Nederlandse samenvatting

biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en

Nederlandse samenvatting

Examen Voorbereiding Transport

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Het hematologisch bloedonderzoek. Het hematologisch bloedonderzoek. is het onderzoek naar de bloedcellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 15, Het bloed kruipt waar het gaan kan

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4

BLOEDSOMLOOP. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bloedsomloop. Hans heijkoop; Petra Buist. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

AANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015

Samenvatting Biologie H7 Bescherming

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Bloed. Presentatie: Peter Elgersma

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed?

Bloed en Afweer. Naslagwerk

Bloedcellen i.c.m de bloedsamenstelling

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

De GPS behandeling. Figuur: Container waarin het bloed wordt gecentrifugeerd en de bloedplaatjes worden gescheiden van het bloedplasma.

Samenvatting Biologie H12 Transport

De onderdelen van het bloed.

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Paragraaf 6.1 en Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN

Afweer en Immuniteit

Bijlagenboekje examen VMBO-GL en TL 2003

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

- Bloed - Samenstelling en functie - Bloedgroepen en resusfactor

Stolling en antistolling. Prof.dr. Karina Meijer Afdeling Hematologie UMCG Transmuraal Trombose Expertisecentrum Groningen

BLOED GEVEN EN KRIJGEN

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19

Samenvatting Biologie Hoofdstuk

Informatie over een bloedtransfusie

Stamcelaferese Radboud universitair medisch centrum

Trombof iliescreening

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Practicum Laboratoriumgeneeskunde. Dr. Pieter Vermeersch Prof. Norbert Blanckaert

Verpleegkundige aspecten bij Hematologische aandoeningen en Stamceltransplantaties

Eindexamen biologie vmbo gl/tl I

Werkstuk Biologie Thema 5 t/m 7

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18.

Bloedwaarden. Wat zeggen ze en wat kunnen we er mee? Landelijke contactdag Stichting Hematon 11 oktober door Joost Lips

Basofiele granulocyt (baso)

Erythrocytes and Von Willebrand Factor in Venous Thrombosis M.W.J. Smeets

Transcriptie:

Anatomie / fysiologie Cxx53 3 en 4 Bloed Afweer/immuniteit FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Circulatie Verdeling lichaamsvloeistoffen Bloed algemeen Bloedplasma Rode bloedcellen / erytrocyten Witte bloedcellen / leucocyten Bloedplaatjes / trombocyten Bloedstolling Afweerfuncties FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 2 Verdeling lichaamsvloeistoffen FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 3

3 vocht compartimenten Voedingsstoffen Water Zuurstof Afvalstoffen Water Koolzuur Circulatiesnelheid gem. 5 L/min = 300L/h = 7200L/24 h PLASMA 3,5 L INTERCELLULAIR 9,5 L INTRA CELLULAIR 28 L FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 4 Bloedcirculatiesnelheid Bloedvolume = 5 6 liter Gemiddeld in rust 5 l/min 300 l/uur 7200 l/dag Bij inspanning oplopend tot 20 tot 25 l/min Bij topsporters 35 tot 40 l/min FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 5 Functie circulatie: homeostase constante samenstelling van het interne milieu 1 venule 2 capillair 3 interstiële ruimte 4 arteriool 5 lymfevat 6 cellen 7 cellen a Afgifte stoffen aan weefselvocht b opname afvalstoffen vanuit cellen via interstitium FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 6

Het bloed algemeen Hoeveelheid bij mannen 7,5% van het lichaamsgewicht Bij vrouwen 6,5% van het lichaamsgewicht Dus mannen 7,5% van 80 kg = circa 6 liter bloed Vrouwen 6,5% van 60 kg = circa 4 liter bloed Gemiddeld dus 5 liter bloed FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 7 Het bloed - functies transport voeding en afvalstoffen gassen hormonen warmteregulatie >36,4 en <37,5 homeostase constant houden ph (= zuurgraad > 7,35 en < 7,45) constant houden osmolariteit bescherming tegen ziektekiemen bloedverlies FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 8 Het bloed samenstelling bloed Bloedplasma 60% Bloedcellen 40% FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 9

Samenstelling bloedplasma bloedplasma water eiwitten elektrolyten gassen stoffen transport Plasma of bloedvloeistof Bloed zonder bloedlichaampjes of bloedcellen Niet stolbaar dus FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 10 Bloedplasma eiwitten bloedplasma eiwitten albumine globuline fibrinogeen FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 11 Het bloedplasma bloedplasma elektrolyten kationen Natrium, Kalium, Calcium anionen Chloor, Bicarbonaat FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 12

Bloedgassen Bloed(plasma) gassen Zuurstof (O 2 ) Koolstofdioxide (CO 2 ) Stikstof (N 2 ) FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 13 Het bloedplasma bloedplasma stoffen transport voedingsstoffen, b.v. glucose afvalstoffen, b.v. ureum hormonen FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 14 Erytrocyten (120 dagen) of rode bloedlichaampjes Zuurstof en koolstofdioxidetransport gebonden aan het hemoglobine Globine = eiwit Haem = component of onderdeel die ijzer bevat Vitamine B12 = nodig voor bouw van hemoglobine Oxyhemoglobine = geoxygeneerd hemoglobine (helderrood) Hemoglobine = zuurstofarm hemoglobine = donkerrood, door de huid kleurt dat paars/blauw Koolstofdioxidetransport Voor het merendeel via bicarbonaat (HCO 3 - ) H + + HCO 3 - H 2 CO 3 H 2 O + CO 2 FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 15

Leukocyten Bloedcellen Leukocyten afweer Granulocyten fagocytose Monocyten fagocytose celresten Lymfocyten productie van antistoffen FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 16 Fagocytose = opnemen door insluiting Capillairwand Leukocyt Bacteriën Diapedese Leukocyten via diapedese met behulp van fagocytose opruimen bacteriën FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 17 Bloedcellen - trombocyten Bloedcellen Trombocyten stolling Worden aangemaakt in het beenmerg Levensduur 7-11 dagen Afgebroken in de milt Spelen centrale rol in bloedstolling Dekken vaatwand af, indien daar een laesie ontstaat en voorkomen daardoor bloedverlies Definitieve reparatie vindt plaats met stollingsfactoren FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 18

Bloeding en bloedstelping Capillaire bloeding schaafwond, snij wondje weinig, helderrood bloed stopt spontaan Veneuze bloeding donkerrood, stromend bloed stopt spontaan Arteriële bloeding helderrood, pulserend, spuitend bloed stopt alleen door medisch ingrijpen, shock gevaar! FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 19 Stollingsmechanisme Complex systeem, waarbij vaatwand, bloedplaatjes en stollingsfactoren betrokken zijn Trombo s of bloedplaatjes adhesie = bloedplaatjes kunnen vastplakken aan een vreemd oppervlak aggregatie = bloedplaatjes aan elkaar hechten samentrekken (als een spier) stoffen uitscheiden (invloed op vaatwand, stollingsproces en wondgenezing) FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 20 Stollingsmechanisme Stollingsfactoren zijn in bloed opgeloste eiwitten, met onderling samenhangende functies eiwitten voor fibrineaanmaak (vezels) eiwitten die fibrineaanmaak remmen eiwitten die fibrine oplossen Vaatwand vasoconstrictie (vaatvernauwing) om gat te verkleinen vasodilatatie (vaatverwijding) van de vaten omgeving wond (wondgenezing) FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 21

Bloedstelping, hemostase Vaatvernauwing primair secundair Propvorming trombocyten hechten aan de wondrand en aan elkaar o.i.v. het anti hemofilie globuline AHG Stolling FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 22 Bloedstolling 2. Vaatkramp, vasoconstrictie 3. trombocyten kleven vast aan beschadigde bloedvaten 4. bloedplaatjes gaan kapot 5. er ontstaat een stof trombokinase of tromboplastine 6. reageert met protrombine (aanwezig niet actief in bloed) 7. met behulp van Ca + en AHF wordt trombine gemaakt 8. Trombine reageert met fibrinogeen (aanwezig niet actief in bloed) tot fibrine 9. Fibrine is een vezelstof die de wond dicht Animatie bloedstolling FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 23 Bloedstolling (bloedstelping) 1 wond 2 vaatwand constrictie 4 gaan kapot 3 bloedplaatjes blijven hangen vitamine K Marcoumar remt coumarinederivaat 5 tromboplastine komt vrij 7 trombine 6 pro-trombine Ca+ AHF AHF = antihemofilie factor heparine remt 8 fibrinogeen 9 fibrine draden FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 24

Bloedstolling Trombine en Ca ++ zorgen voor de omzetting van fibrinogeen (bloedeiwit) in fibrine Fibrine bestaat uit vezels, die samen met bloedcellen het stolsel vormen Deze draden trekken samen, waardoor vocht uitgestoten wordt; het stolsel wordt een korst FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 25 Bloedstolling Stolling treedt op onder andere bij weefselbeschadiging operatie vaatwandbeschadiging complicatie dotteren vertraging van de bloedstroom stil liggende patiënt verandering in de samenstelling van het bloed zwangeren pathologische afwijkingen circulatie aneurysma FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 26 Antistolling Marcoumar remt de aanmaak van protrombine in de lever Heparine Leo Heparine remt de omzetting van fibrinogeen in fibrine korte halfwaarde tijd Detail informatie over geneesmiddelen op: Farmacotherapeutisch kompas Repertorium FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 27

Heparine en bloedstolling Bijvoorbeeld bij invasieve behandeling zoals een dotter behandeling Bij dotteren beschadig of verander je de vaatwand en daardoor grote kans stolling Heparine wordt snel opgenomen dus geeft maar korte tijd ontstolling Bij open hart operatie volledige ontstolling FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 28 Afweer totale afweer uitwendige afweer -huid en slijmvliezen -productie zuren inwendige afweer niet specifieke afweer - granulocyt - monocyten macrofagen - Interferon (virussen) - complementsysteem humorale immuniteit specifieke afweer cellulaire immuniteit FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 29 afweermechanismen Afweermechanismen Niet-specifiek Specifiek mechanisch chemisch anders humoraal cellulaire immuniteit Huid en slijmvliezen Speeksel Zoutzuur Interferonen Complementsysteem Fagocytose B-lymfocyten Antilichamen T-lymfocyten Uitvoerende cel FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 30

Specifieke afweer Stamcellen uit beenmerg Thymus MPS in beenmerg T-lymfocyten cellulaire immuniteit B-lymfocyten humorale immuniteit Uitvoerende en regulerende cellen Plasmacellen vormen antistoffen B-geheugencellen FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 31 thymus M =mononucleaire P =fagocyten S =systeem MPS o.a. rode beenmerg lymfeweefsel Productieplaats van B-lymfocyten MPS = vorming bloedcellen en fagocyterende cellen B-lymfocyten = humorale immuniteit via vorming van antistoffen T-cellen of T-lymfocyten = Cellulaire immuniteit T-lymfocyt uitvoerende lymfocyten plasma cellen B-lymfocyt De uitvoerende T-lymfocyten vertonen een directe relatie met het antigeen. RES = reticulo-endotheliaal systeem Nieuwe term = MPS FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 32 Cellulaire immuniteit 1 FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 33

Cellulaire immuniteit FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 34 Humorale immuniteit FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 35 Afweer/immuniteit Bij aanwezigheid van antistoffen die gericht zijn tegen een bepaald antigeen, spreekt men van immuniteit, onvatbaarheid tegen dit bepaalde antigeen Oftewel niet vatbaar voor de ziekte FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 36

Afweer/immuniteit Veel antistoffen blijven levenslang in het bloed aanwezig of worden snel aangemaakt bij hernieuwd contact met het antigeen dankzij de geheugencellen Immuniteit kan actief en passief ontstaan, natuurlijk of kunstmatig zijn FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 37 Immuniteit schema Humorale immuniteit natuurlijk kunstmatig Actief Passief Actief Passief Ziekte doormaken moedermelk vaccin serum FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 38 Nut van vaccinaties Nationaal vaccinatieprogramma 90 % wordt preventief ingeënt met verzwakt virus Keuzevrijheid, ja en nee! Wettelijk ja en epidemiologisch niet FHV2009 / Cxx53 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 39