Vrijetijdsbeleving van kinderen in armoede: de 5 B s als referentiekader Griet Roets Vakgroep Sociale Agogiek, Universiteit Gent Donderdag 18 oktober 2012
Aanleiding Opdrachtgever: Vlaamse Gemeenschap, Vlaams Ministerie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor jeugd en volwassenen, Afdeling Jeugd Verkavelde bevoegdheid van 4 Ministers: Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Pascal Smet, Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege, Vlaams minister van Sport Philippe Muyters, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding Ingrid Lieten
Onderzoeksequipe Onderzoeksteam: Vakgroep Sociale Agogiek, Universiteit Gent Onderzoekers: Filip Coussée en Griet Roets Promotor: Prof. Dr. Maria Bouverne-De Bie Co-promotor: Prof. Dr. Nicole Vettenburg Looptijd: begin april 2010-eind december 2010
Armoedebeleid Europees beleid m.b.t. kinderarmoede een hardnekkig maatschappelijk en intergenerationeel probleem in internationale kringen boven op de beleidsagenda van de Europese Unie en de Europese lidstaten zoals België in navolging van de Raad van Europa in Lissabon in 2000 (zie NAPIncl, 2008-2010): Lissabonstrategie (2000-2010) met Europees Jaar ter Bestrijding van Armoede en Sociale Uitsluiting in 2010 en post-lissabonstrategie EU2020 (2010-2020)
Armoede en vrije tijd Ook in Vlaanderen: mensen in armoede hebben het recht op vrijetijdsparticipatie (sociale en culturele ontplooiing) benadrukt voor hun kinderen als een strategie van armoedebestrijding (AVA, 1994)
Participatiedecreet Participatiedecreet hernieuwd op 18 januari 2008: stipuleert dat lokale netwerken gestimuleerd moeten worden in het belang van specifieke kansengroepen, zoals onder meer personen in armoede, en maakt melding van een ondersteuningsspoor waarbij men kansengroepen wil toeleiden naar jeugdwerk en culturele of sportieve activiteiten Beleidskader: decentralisering
Participatiedecreet lokale netwerken in gemeentes krijgen de mogelijkheid om via een afsprakennota vrijetijdsparticipatie (zie Participatiedecreet 2008, art. 22) te werken aan een plaatselijk en structureel samenwerkingsverband om participatiedrempels voor personen in armoede te verlagen samenwerking tussen (1) gemeentelijke dienst(en) bevoegd voor vrije tijd (bijvoorbeeld de lokale jeugddienst), (2) OCMW en (3) vertegenwoordigers van personen in armoede wordt voorop gesteld.
Onderzoeksopdracht en - methodologie 1. Inzicht krijgen in het bestaande vrijetijdsaanbod voor kinderen in armoede (6-12 jaar) in Leuven, Oostende en Ronse via cartografie van probleemdefiniëringen op basis van interviews met sleutelactoren 2. Inzicht krijgen in de beleving van kinderen in armoede van hun vrije tijd via belevingsonderzoek bij gebruikers en nietgebruikers (kinderen en ouders) om een beeld te krijgen op hun ervaringen van participatiedrempels ten opzichte van het bestaande aanbod.
Onderzoekscontext cartografie Jeugddienst, jeugd werk- en welzijnswerk, buurtwerk, buitenschoolse kinderopvang, OOC en thuisbegeleidingsdienst bijzondere jeugdzorg, CAW, beleid Stad, inloopteam, buurtsport, OCMW, sportclubs, CKG, huiswerkklas- en begeleiding, sociale dienst voor vreemdelingen, samenlevingsopbouw, speelpleinwerking,
Onderzoekscontext kinderen en ouders Voormalige vakantiekolonie/speelpleinwerking Duin en Zee (Oostende) Buitenschoolse kinderopvang Fabota (Leuven) Buurtsport (Ronse)
Probleemstelling jeugd(werk)-, sport- en cultuurbeleid legt sterk de nadruk op de toegankelijkheid van het reguliere aanbod toeleiding van non-participanten naar het bestaande vrijetijdsaanbod Strategieën: toegankelijkheid verhogen van het reguliere aanbod en toeleiden van bijzondere naar reguliere
Analysekader: 5 B s Dienstverlening waartoe de gemeenschap gebonden is: finaliteit ligt in het realiseren van hefbomen naar maatschappelijke verandering, zodat er een grotere gelijkheid ontstaat in de mogelijkheden om een menswaardig bestaan te realiseren (Bouverne-De Bie, 2007) Van toegankelijkheid naar bruikbaarheid op basis van een collectief draagvlak van voorzieningen en verenigingen: 5 B s
5 B s Gekende participatiedrempels Betaalbaarheid Bereikbaarheid Onderbelichte participatiedrempels Beschikbaarheid Begrijpbaarheid Bruikbaarheid
Betaalbaarheid Gekende participatiedrempels (1) Betaalbaarheid: lidgeld, uniform, kampmateriaal en verlaagde prijzen voor zomerkampen, uitstappen, vrijetijdspas,
Cartografie van vrijetijdsbeleving Nancy snuift. Dan moeten wij maar huismoeder zijn zeker? Maar met al die kinderen thuis is ook geen werk, in zo n klein kot. Daarom zou ik wel eens willen horen wat De Wegwijzer heeft van aanbod in de vakantie, maar wat staat er eigenlijk op die papieren? Dat is niet duidelijk Ook de andere moeders willen weten welk vrijetijdsaanbod er is de komende week en hoeveel hen dat zal kosten, er is korting voor gezinnen die het moeilijk hebben maar het is niet duidelijk hoeveel precies.
Bereikbaarheid Gekende participatiedrempels (2) Bereikbaarheid: op eigen kracht of collectieve vervoersregelingen, dicht of ver van huis, opvang, reservaties,
Cartografie van vrijetijdsbeleving Ik kan hem dan afhalen, met de tram dan. Dat is ook een voordeel dat het met de tram is. Voor ons is dat eigenlijk ook het voordeel dat het ideaal gelegen is. Dat we niet door het stad moeten. Vroeger moesten we dan om drie uur vertrekken om hem om vier uur op te halen. Eigenlijk om te zorgen dat we voor het verkeer waren. Vroeger was dat toch altijd een probleem, dat vervoer daar naartoe. En nu is het toch veel gemakkelijker (vader van Jan, 8 jaar)
Cartografie van vrijetijdsbeleving Ik mag nog niet naar het stad alleen van mijn mama en ook niet met vrienden. Maar wel met mijn mama of mijn papa of mijn zus of broer. Maar met mijn fiets mag ik gaan. De woensdag mag altijd met de fiets (buurtsport). Er is daar een pleintje en er spelen daar nog kinderen. Als ik niet laat thuis kom, mag ik echt. Met vrienden mag ik, maar het mag niet te ver zijn. (Tom, 7 jaar)
Beschikbaarheid Onderbelichte participatiedrempel (3) Beschikbaarheid: mogelijkheid beroep te doen op een aanbod zonder voorwaardelijke toelatingsvereisten mogelijkheid een stabiele relatie met de begeleiding uit te bouwen -
Cartografie van vrijetijdsbeleving Die prijs is zeker haalbaar. En het is niet dat je je moet inschrijven. Het is niet dat je op een wachtlijst staat. En ze hebben nog warm eten ook. Ze eten het wel niet graag, maar ze hebben toch eten. En als hij het niet wil eten, eet hij al de desserts op. Hij heeft een truc met de poetsvrouw: als hij helpt afruimen, krijgt hij de overschot van de desserts, en heeft hij ook zijn buik vol hé! (moeder van Ward, 12 jaar)
Cartografie van vrijetijdsbeleving Als ik daar de woensdag ben, dan zijn er ook Marokkanen die mij uitmaken. Die ene begint altijd zo te zeggen: Tomaat En aap. Maar Frank is dan daar van 2u tot 3.30u en ik weet het van buiten dat hij daar dan komt en ik zeg dan: Ik ben geen aap, want ik klim niet in de bomen. Ik ga wel als Frank daar is. Frank (buurtsport) komt dan met ballen, met diabolo s, met basketballen, met touwen, met krijt En meestal spelen wij voetbal of met de diabolo s. Altijd de woensdagnamiddag niet ver waar ik woon, om twee uur. (Tom, 7 jaar)
Cartografie van vrijetijdsbeleving Dat is voor mij echt belangrijk bij wie ik hem wel of niet achterlaat van mensen, zelfs kinderen. Hoe ik dat weet? Ik praat er mee en dan zie ik het soms op hun gezicht. Dat ze mij eens bellen, ik vraag er wel om hé. Hier zijn ze er goed mee bezig, als er iets is vertellen ze het. Dat is elke dag dat ze mij iets zeggen. Belangrijk is dat hé, want ik heb de tijd niet omdat ik zoveel moet werken, maar ik moet er wel mee verder boeren.
Begrijpbaarheid Onderbelichte participatiedrempel (4) Begrijpbaarheid: mensen moeten hun situatie niet uit handen geven omdat het aanbod ondersteunend werkt om betekenis te geven aan hun leefwereld existentiële vragen kunnen en durven stellen vanwege onbegrip en vervreemding, marginalisering en sociale uitsluiting aan zowel jeugdwerker als aan andere kinderen
Cartografie van vrijetijdsbeleving Ik moet op internaat. Waarom is dat? Ik wil dat niet! Ze zeggen omdat ik heel stout was, ook op school. Dat staat er in dat ene document, die andere mevrouw van het CLB. Die haat ik. Eerst vijf weken op internaat, dan drie maanden, en nu binnenkort moet ik weer voor een paar maanden. Anders was het Jeugdrechtbank, ofwel was het vijf weken op internaat. Dan moet ik voor mijn gedrag om wat te beteren weer op internaat. Anders moet ik zeven jaar op internaat, en dat wil ik niet. Ik heb wel een goeie band met mijn mama, maar dat zien ze niet. Als we stout zijn, moeten we op internaat. Gewoon dat ik soms niet luister omdat ik geen zin heb. Dan maak ik mijn huiswerk niet, en dan maak ik dat rap in de bus. Mijn mama wilt dat ook niet, maar het moet wel. (Rob, 12 jaar)
Bruikbaarheid Onderbelichte participatiedrempel (5) Bruikbaarheid: participatie aan het aanbod verandert iets concreet dat als betekenisvol gezien wordt ruimte voor betekenisverlening impliceert voor kinderen dat ze zich bewust kunnen worden van hun maatschappelijke positie, maar ook dat toekomstdromen en verlangens gerealiseerd kunnen worden
Cartografie van vrijetijdsbeleving Ik krijg morgen mijn eigen nieuwe fiets van mijn papa! Ik woon hier kortbij. Met mijn fiets ga ik buiten fietsen of met papa naar het provinciaal domein gaan fietsen, maar ik kan ook zonder papa met mijn vrienden naar school fietsen of naar hier (kinderwerking). Zelfs samen met mijn vrienden van het tweede leerjaar, ik ben blijven zitten in het eerste. Ik wil politie worden later, maar nog liever postbode. Dan moet ik alleen alles in brievenbussen steken en dat is niet veel werk, dan moet ik niet veel lezen, alleen adressen, want ik kan dat toch niet. En een fiets heb ik nu al! (Zeger, 7 jaar)
Cartografie van vrijetijdsbeleving Ik zit hier in de voetbalclub, en soms gaan we naar Brussel met de club en blijven we overnachten. Ik doe liefst voetballen! Ik sta spits, ik ben een topspeler! Mijn mama en papa zijn gescheiden, mijn papa woont in Ghana. Mijn mama kuist huizen. Later wil ik in Duitsland wonen, dat ik voetballer kan worden en geld verdienen voor mijn ma! Die voetbalclub kost ook wel veel, dat kost elk jaar meer. (Georg, 10 jaar)
Cartografie van vrijetijdsbeleving Ik ben 9 jaar. Ik heb 1 broer en twee zussen. Die zijn allemaal kleiner dan mij! Ik woon hier uit de buurt. Mijn mama komt uit Frankrijk en mijn papa uit Marokko. Ik kom elke dag naar hier, alleen niet als het offerfeest is. Hier is leuk, omdat ik heel veel vriendinnen heb en ze helpen als ik het niet begrijp. Thuis heb ik geen kamer voor huiswerk, altijd naar beneden mijn mama helpen in de keuken. Ik heb veel werk met de andere: papfles voor mijn zus, of die van 7 jaar moet ik altijd helpen; of dan als ze niets begrijpt wat 5 + 2 is 7. Ik wil later dokter worden, omdat het heel makkelijk is als mijn papa ziek is kan ik hem helpen thuis. Mijn papa werkt in de Ikea in Zaventem, met de auto; soms gaat hij naar zijn zus in Brussel- Schaarbeek. Mijn mama is poetsvrouw, en mijn klein broertje van twee jaar blijft bij die tante van mama en papa. Mijn papa heeft geen geld en mijn mama ook niet. Thuis zorg ik altijd voor de andere kinderen, als mijn mama weg gaat dan moet ik voor hen zorgen. (Charlot, 9 jaar)
Cartografie van vrijetijdsbeleving Als ik een goeie basketter ben later, krijg ik negen miljoen euro per maand. En ook nog die grappigste filmster worden. Ook heel veel geld te verdienen. Ik wil graag speciale schoenen en speciale kleren, zoals Michael Jackson. Om filmster te worden! Maar zingen dat doe ik niet, dat moet iemand anders dan maar doen. En ik ga de arme mensen mee nemen naar mijn huis! Voor komen te eten, dat is gratis. Dan ga ik eten kopen en dan eten ze en dan breng ik ze terug. Ik ga misschien in California wonen, in Amerika. Of in Italië, dan kan ik veel pizza s eten voor weinig geld. En in Rome wonen, de hoofdstad van Italië, heel dicht bij de Pizzatoren wil ik omdat ze daar veel pizza s eten. En trouwen kan ik ook, ik zou zeggen ik weet dat ik een kieken ben, dus ik vind het ongelooflijk straf dat je met mij wil trouwen (Kenny, 11 jaar)