Bescherming Evenwicht

Vergelijkbare documenten
biologie voor jouw ; klas 5 havo ; hoofdstuk 7 bescherming en evenwicht Hoofdstuk 7 paragraaf 1 de huid beschermd tegen invloeden van buitenaf en

1 De huid en bescherming Waar beschermt onze huid ons eigenlijk allemaal tegen?

Samenvatting Biologie Thema 7, Bescherming

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 Bescherming

Samenvatting Biologie H7 Bescherming

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Samenvatting Biologie H

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

5 HAVO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Bloed, Afweer en Infectieziekten

6 VWO. biologie voor jou BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW

Nederlandse samenvatting

Uitscheiding en afweer

[IMMUNOLOGIE PORTFOLIO]

Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 t/m 7

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

Afweer en Immuniteit

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 2064 woorden 18 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 9 9.1

OEFENEN EXAMENVRAGEN AFWEER VWO

Paragraaf 6.1 en Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Werkstuk Biologie Thema 5 t/m 7

Antigenen en antistoffen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Nederlandse Samenvatting

De samenstelling van het interne milieu wordt ook constant gehouden d.m.v. stoffen opslaan, uitscheiden of opnemen.

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Bij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het

Afweer en Samenwerking over samenwerkende afweercellen en problemen met het afweersysteem

Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog

Samenvatting Biologie voor Jou 4b Opslag, uitscheiding en bescherming VMBO

HOEK 1: RODE BLOEDLICHAAMPJES

Bloedtransfusie ALGEMEEN. Toedienen van bloedproducten

naast natuurlijke immuniteit ook techniek van kunstmatige immuniteit

Samenvatting Biologie Hoofdstuk

Naslagwerk VMBO. bloed en afweer

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 en 5

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek

Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving

Het HLA-systeem De relatie tussen HLA en bloedtransfusie

Nederlandse samenvatting

Bloed en Afweer. Naslagwerk

afweerstoornissen bij kinderen

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Virussen en bacteriën 10 - Het afweersysteem 14 - Ziektebeelden 19

Bloedvergiftiging (sepsis)

DONOR IN HART EN NIEREN

bloedtransfusie

PATIËNTEN INFORMATIE. Bloedvergiftiging. of sepsis

4. Bereiden 49 - Rekenen 50 - Bereiden Persoonlijke groei 81 - Feedback 82

Nederlandse samenvatting

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

DOELSTELLING 1 Je moet van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken kunnen noemen.

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Interne Geneeskunde Nefrologie. Informatie over afstoting na niertransplantatie

BIOLOGIE Pag 1. Examenreader Afweer

Infobrochure. Bloedtransfusie

Nederlandse samenvatting, Dankwoord, Curriculum Vitae, List of publications

Voor voortgangtoets 3.1

Werkstuk Biologie Bloed

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

Vaccineren, zin of onzin?

Praktische opdracht Biologie Transplantatie

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 17

HOMEOSTASE. Biologie Havo. Docent: A. Sewsahai HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL]

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11 Gezondheid

Wat is een allergie? Afweersysteem

Extra: Afweersysteem hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

Bloedtransfusie. Informatiebrochure

Vaccinatie. Achtergrondinformatie over werking, veiligheid en waarde van vaccinatie

De onderdelen van het bloed.

Bloedtransfusie bij zuigelingen

Bijlagenboekje examen VMBO-GL en TL 2003

Samenvatting. Samenvatting

7,4. Samenvatting door Madelief 2314 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie 10.1 goed geregeld. Wat gebeurt er in je lichaam?

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

H Bloedvergiftiging (Sepsis)

Nederlandse samenvatting

Bloedtransfusie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Nederlandse samenvatting

Bloedtransfusie bij zuigelingen

6,9. Werkstuk door een scholier 1909 woorden 27 juni keer beoordeeld. Wat is Aids?

Examen Voorbereiding Cellen

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

Bloedtransfusie. Klinisch Chemisch Laboratorium

Bloedtransfusie Informatie voor patiënten

Eindexamen biologie vmbo gl/tl I

Infliximab (Remicade ) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Informatie over een bloedtransfusie

Infobrochure. Bloedtransfusie. mensen zorgen voor mensen

Bijlage VMBO-GL en TL

7,8. Praktische-opdracht door een scholier 3335 woorden 19 februari keer beoordeeld. Inleiding

Transcriptie:

Examen Voorbereiding Bescherming Evenwicht Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016

Thema 7 Bescherming en Evenwicht Begrippenlijst: Begrip Melanocyt Temperatuurregulatie Pathogenen Infectie Lichaamsvreemd Mechanische afweer Chemische afweer Aspecifieke afweer Specifieke afweer Fagocyten Lymfocyten Granulocyt Macrofaag Koorts Antibiotica Antigeen APC Cellulaire afweer Verklaring Pigmentvormende cellen in de kiemlaag van de huid. Vormen het donkere pigment melanine wat de delende cellen in de kiemlaag beschermt tegen Uv-straling. Doormiddel van warmte productie (door dissimilatie) of warmte afgifte (zweten, verwijding van bloedvaten) wordt de lichaamstemperatuur gelijk gehouden. Wordt gereguleerd door het temperatuurcentrum in de hypothalamus. Ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Het binnendringen van het lichaam door pathogenen. Stoffen of cellen die niet in het lichaam thuis horen. Worden door je lichaam als zodanig herkend door antigenen op het celmembraan. Afweer doormiddel van oogvocht, speeksel en slijm (in het ademhalings-, verterings- en voortplantingsstelsel) Afweer doormiddel van chemische stoffen als HCl in het maagsap of het zweet van de huid. Afweer gericht tegen vele verschillende type ziekteverwekkers. Afweer gericht tegen één type ziekteverwekker. Type witte bloedcellen; de granulocyten en macrofagen Type witte bloedcellen; de B- en T-cellen Een fagocyt die doormiddel van fagocytose ziekteverwekkers dood en verteerd. Gaat hierbij zelf ten gronde waardoor pus/etter ontstaat. (aspecifieke afweer) Een grote fagocyt die ziekteverwekkers fagocyteert. Kan daarnaast de antigenen van een ziekteverwekker op zijn receptoreiwitten presenteren waardoor het een APC wordt. Verhoging van de lichaamstemperatuur veroorzaakt door de macrofagen. Zorgt ervoor dat de ziekteverwekker zich minder goed kan ontwikkelen en versnelt de afweerreacties van het lichaam. Medicijn dat werkzaam is tegen bacteriële infecties (en dus niet tegen infecties door virussen). Molecuul dat in staat is een reactie van het afweersysteem op te wekken waarbij antistoffen worden aangemaakt. Antigenen bevinden zich op het celmembraan van lichaamsvreemde stoffen of cellen. Antigeen-presenterende cel. Een macrofaag die een lichaamsvreemd antigeen op het celmembraan presenteert (gekoppeld aan een receptoreiwit) Afweer door T-cellen. De geactiveerde T-cellen zijn specifiek voor één typte ziekteverwekker. Ze herkennen de geïnfecteerde cellen in het lichaam en vernietigen deze zodat de ziekteverwekker zich 2

Humorale afweer Antistoffen Geheugencellen Incubatietijd Natuurlijke immuniteit Kunstmatige immuniteit Passieve immunisatie Transplantatie ABO-systeem Resusfactor Hemolyse Resuskindje niet kan delen. Afweer door B-cellen. De geactiveerde B-cellen produceren antistoffen (specifiek voor één type ziekteverwekker). Eiwitten die zich binden aan de antigenen van een ziekteverwekker waardoor deze zich niet kan delen of zelfs ten gronde gaat. Wanneer T- en B-cellen geactiveerd worden maakt het lichaam ook geheugencellen aan. Deze zorgen voor immuniteit. Tijd tussen de infectie en het optreden van de eerste ziekteverschijnselen. Wanneer iemand een keer ziek is geworden door een ziekteverwekker zorgen de geheugencellen er voor dat bij een tweede infectie direct de afweerreactie gestart wordt waardoor er geen ziekteverschijnselen optreden. Immunisatie Door het toedienen van een vaccin (dode of verzwakte ziekteverwekkers) maakt het lichaam antistoffen aan en ontstaan geheugencellen waardoor immuniteit ontstaat. Kunstmatige immuniteit waarbij een serum met antistoffen wordt toegediend. Er worden geen geheugencellen aangemaakt en dus verdwijnt de immuniteit na korte tijd. Het overbrengen van een orgaan van een donor naar een acceptor (patiënt) Systeem dat uitgaat van twee type antigenen op de rode bloedcellen; antigeen A en antigeen B. Vanaf de geboorte hebben mensen antistoffen tegen lichaamsvreemde antigenen uit het ABO-systeem in hun plasma. Antigeen op de rode bloedcellen. Deel van deze mensen heeft deze. Wanneer je dit antigeen niet heeft zijn er nog geen antistoffen (antiresus) in het bloed aanwezig. Deze worden pas aangemaakt als er bloedcellen in het bloed terecht komen met de resusfactor. Het ten gronde gaan van rode bloedcellen waardoor hemoglobine in het bloed vrijkomt. Dit kan leiden tot hersen- en nier beschadigingen en is vaak dodelijk. Een kind waarbij hemolyse optreedt doordat het de resusfactor heeft terwijl de moeder resusnegatief is en antiresus heeft aangemaakt wat via de placenta in het bloed van de baby terecht is gekomen. 3

Belangrijke feiten: Bij een infectie start altijd eerst de specifieke afweer. Fagocyten proberen de pathogenen op te ruimen doormiddel van fagocytose. Daarna start ook de specifieke afweer; een APC zet specifieke T- en B-cellen aan tot delen waarna de T-cellen de geïnfecteerde cellen opruimen en de B-cellen antistoffen aanmaken. Een antigeen-antistofcomplex is een voorbeeld van het sleutel-slot principe Immuniteit treedt op doordat bij een infectie ook geheugencellen aangemaakt worden. Deze zorgen er voor dat bij een infectie door een zelfde type ziekteverwekker direct de specifieke afweer in werking wordt gesteld en er geen ziekteverschijnselen op kunnen treden. Door het toedienen van een vaccin (verzwakte of dode ziekteverwekkers) of een serum kan immunisatie (kunstmatige immuniteit) worden opgewekt. Bij passieve immunisatie (d.m.v. een serum) is dit slechts van korte duur. Bij bloedtransfusies moet gekeken worden naar het ABO-systeem en de resusfactor omdat rode bloedcellen (die getransplanteerd worden) antigenen kunnen bevatten waarvoor de acceptor (patiënt) antistoffen in het bloedplasma heeft. 4

Belangrijke afbeeldingen: Bij een infectie neemt een macrofaag de antigenen van de pathogeen op (macrofaag wordt APC) en zorgt voor de activatie van specifieke B- en T-lymfocyten. De B-lymfocyten worden geactiveerd en vormen geheugencellen. De geactiveerde B-cellen produceren antistoffen. De T-lymfocyten worden eveneens geactiveerd en vormen geheugencellen (Tg-cellen). De geactiveerde T-cellen vernietigen geïnfecteerde lichaamscellen. Bij een tweede infectie ontstaan vanuit de geheugencellen direct geactiveerde T- en B-cellen 5

Immuniteit treedt op doordat de geheugencellen bij een tweede infectie sneller en meer antistoffen aanmaken waardoor de pathogeen al volledig vernietigd is voordat deze kan zorgen voor ziekteverschijnselen. Iemand met bloedgroep A heeft antigeen A op zijn rode bloedcellen en anti-b (antistof) in zijn bloedplasma. Een acceptor met bloedgroep A kan dus geen bloed ontvangen van een donor met bloedgroep B of AB omdat deze bloedcellen antigeen B bevatten waartegen antistoffen aanwezig zijn. Gebeurt dit wel dan leidt dat tot hemolyse (wat dodelijk kan zijn). BINAS tabellen: Tabel Informatie 74 ph waarde van lichaamsvloeistoffen 77 Virussen 79 A Bacteriën 84 I Vorming leukocyten (fagocyten en lymfocyten) 84 J Afweer per orgaan, fagocytose, chemische en mechanische afweer 84 K Antistoffen 84 L Immuniteit (humorale en cellulaire afweer) 84 N Lymfoïde organen 84 O Bloedstolling 87 A Huid 87 B Warmte regulatie 6

Tips: Doorloop altijd de verschillende stappen van de afweerreactie (zie BINAS tabel 84L) bij vragen over de specifieke afweer. Ga bij vragen over bloedtransfusies altijd uit van de antistoffen die de acceptor in het bloed zal hebben. Bedenk goed dat immuniteit slechts voor een ziekteverwekker met precies de zelfde antigenen werkt. Door mutaties kunnen ziekteverwekkers iets andere antigenen krijgen en dus niet herkend worden door het afweersysteem. Examenvragen: De bof is terug Na invoering van de Bof-Mazelen-Rodehond-vaccinatie (BMR-vaccinatie) leek de bof in Nederland zo goed als verdwenen. Maar in het voorjaar van 2010 werd een toenemend aantal gevallen van de bof gemeld, voornamelijk onder studenten. De studenten kregen het advies zich opnieuw te laten vaccineren, want een besmetting met het bofvirus kan ernstige gevolgen hebben. Besmetting vindt gemakkelijk plaats via speekseldruppeltjes. De eerste ziekteverschijnselen treden twee tot drie weken na besmetting op. Iemand die geïnfecteerd is, kan het virus al vijf dagen voordat hij ziekteverschijnselen vertoont overdragen. Het virus veroorzaakt koorts en ontsteking van een of beide oorspeekselklieren. Hierdoor ontstaan de voor de ziekte specifieke, opgezwollen wangen. Bij minder dan één procent van de patiënten kan hersenvliesontsteking optreden. Soms treedt onvruchtbaarheid op door ontsteking van de testes. 1pt De studenten die in het ziekenhuis werden opgenomen kregen geen antibiotica toegediend om de bof te bestrijden. 80. Waarom hadden antibiotica geen nut? Jos en Krijn bezoeken de Open Dag van de Hogeschool Utrecht. Na afloop horen zij dat het bofvirus ook daar voorkomt. Zij opperen een aantal ideeën over de bofuitbraak onder studenten. 1 Het bofvirus kan gemuteerd zijn, waardoor de immuniteit bij de studenten daartegen niet meer werkte. 2 Natuurlijke immuniteit voor de bof werkt levenslang, kunstmatige niet. 3 Tentamenstress kan het immuunsysteem van de studenten tijdelijk uitschakelen. 81. Welke uitspraken kunnen verklaren dat de bof voornamelijk onder studenten van de Hoge School Utrecht weer de kop heeft opgestoken? A uitspraak 1 en 2 B uitspraak 1 en 3 C uitspraak 2 en 3 7

Tot 1987 belandden elk jaar tussen de 400 en 800 kinderen met de bof in het ziekenhuis. Vanaf dat jaar werden kinderen tegen de bof gevaccineerd en daarna kwam de bof nauwelijks meer voor. De zieke studenten waren zowel in hun eerste levensjaar als op hun negende gevaccineerd. Krijn is nooit tegen de bof gevaccineerd. 82. Door de activiteit van welke cellen zal hij, bij een eventuele besmetting, van de bof kunnen genezen? A alleen B-cellen B alleen T-cellen C alleen B-cellen en T-cellen D alleen geheugencellen en B-cellen E alleen geheugencellen en T-cellen F geheugencellen, B-cellen en T-cellen Ambrosia Timo heeft al vele jaren last van hooikoorts. Zodra het in het voorjaar een beetje mooi weer wordt, krijgt hij last van jeuk aan zijn ogen en achter in zijn keel en moet hij vaak niezen en snuiten. Een paar maanden later is het leed geleden. Tot vorig jaar, toen hij óók eind september weer deze verschijnselen kreeg. In een huis-aan-huisblaadje zag hij, dat de plant Ambrosia hier verantwoordelijk voor is. Met de slogan: Voorkom hooikoorts jaarrond, trek Ambrosia uit de grond! houdt de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) een voorlichtingscampagne om uitbreiding van de plant Ambrosia in Nederland een halt toe te roepen. De VWA wijst er op dat de mensen er zelf schuldig aan kunnen zijn, dat de plant ook bij hen in de buurt voorkomt. Zeker als er in de winter voer voor de vogels wordt gestrooid en vetbollen worden opgehangen. Zowel vogelvoer als vetbollen kunnen Ambrosiazaden bevatten. Maar ook kippen- of duivenvoer bevat deze zaden, waardoor de plant zich snel kan verspreiden. Ambrosia is een eenjarige plant, oorspronkelijk afkomstig uit de Zuidelijke staten van Noord-Amerika. Vanaf 1857 is de plant in Nederland af en toe waargenomen, maar de laatste jaren kan hij zich hier handhaven en neemt hij in aantal toe. Doordat Ambrosia laat bloeit, wordt het hooikoortsseizoen met twee maanden verlengd: van eind augustus tot en met eind oktober. Tijdens de bloei van Ambrosia komen grote hoeveelheden pollen vrij. Deze pollen zijn zeer sterk allergeen waardoor ze snel hooikoortsklachten kunnen veroorzaken. Hooikoorts wordt veroorzaakt door een reactie van bepaalde lichaamscellen op een antigeen, dat voor de meeste mensen een onschuldige stof is. 8

83. Tot welke groep stoffen behoren de antigenen die hooikoorts veroorzaken? A eiwitten B mineralen C nucleotiden D vetten E vitaminen De allergische reactie begint bij bepaalde daarvoor gevoelige cellen. 84. Welke cellen worden door de antigenen als eerste geactiveerd? A gespecialiseerde witte bloedcellen B gladde spiercellen in de luchtwegen C levende opperhuidcellen D traankliercellen E slijmcellen in de neusholte 9

Antwoorden van de oefenvragen Examenvragen Bescherming en Evenwicht Opdracht De bof is terug - Blz. 116+117 1pt 80. Het antwoord bevat de notie dat antibiotica niet tegen virussen werken 81. A 82. C Opdracht Ambrosia - Blz. 118 83. A 84. A 10