Zuiderkerk te Enkhuizen. conceptrapport. De restauratie van de gewelfschilderingen

Vergelijkbare documenten
Verslag Van de restauratie Van het naämanvak Van de Zuiderkerk in enkhuizen. haakma Wagenaar en Van den Brink

Fotobijlage. bij het eindverslag van de restauratie van de gewelfschilderingen in de Laurenskerk van Alkmaar

PIETERSKERK c maart architektenburo Veldman + Rietbroek, Leiden (071)

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0227 Dakruiter Beuckenswijkstraat GN Sondel

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Omschrijving van de stenen grafkist uit de St. Annakerk te Aldeneik

Verslag restauratie kerstgroep Johannes den Doperkerk te Mijdrecht 2016

INSPECTIERAPPORT HOUTEN KAPCONSTRUCTIE

Ver s l a g va n he t k o o r h e k in. Haa k m a Wa g e n a a r & v a n de n Br i n k re s tau r at i e

Zuiderkerk Enkhuizen

Restauratie-Atelier Nabuurs

Slecht/matig/redelijk/goed


INSPECTIERAPPORT 2015 Objectnummer 0363 Klokkenstoel Kleasterwei NM Nes

INSPECTIERAPPORT 2015 Objectnummer 2781 Mausoleum Achter Ljouwerterdyk GC Akkrum

ChromArt. Conservatie & Restauratie / Onderzoek & Behandeling van gepolychromeerde objecten. Restauratie:

Een reconstructie van de vakken op Zeeburgs Nieuwe Veld ( )

Gebruikershandleiding. Telescoopladder

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen

door Pieter van der Werff geschilderd in 1710 (80 x 60 cm)

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

RESTAURATIEPLAN REMONSTRANTSE KERK

Het kasteel begin 19e eeuw. Naar een gouache van J.A. Knip. RHCe, fotocollectie nr

Kuyperschool Ridderkerk Bouwkundige opname 15 augustus Bouwkundige opname. Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk

Undo (ongedaan maken) in Picasa

Wagenschot restauratie in de Grote- of Sint Laurenskerk van Alkmaar. Edwin van den Brink

Lager gelegen dak zijn planken vervangen. Dak afdekken en latten structuur. Ter controle dat de afmetingen correct zijn

Handleiding. Opbouw en gebruik kamersteiger Alumexx FS 75 basic. Versie: 1.1 Datum: Deze handleiding is samengesteld door: Alumexx BV

Gebruikshandleiding. Telescoopladder

46 verslagen. van de restauratiewerkzaamheden van de gewelfschilderingen in de Laurenskerk van Alkmaar

Applicatiemethoden voor Avery zelfklevende films uitgebracht: 20/09/2001

HERBESTEMMINGSPLAN MULTIFUNCTIONEEL CENTRUM KABZEEL TE APPINGEDAM

ARCHITECTS & PLANNERS BEHEERSPLAN 21 februari 2017 BIJLAGEN BIJLAGE 1: PERIMETER. Plan met afbakening voorwerp beheersplan

Restauratieverslag van een 17e eeuwse Hollandse eiken kast, aanwezig in het Provinciehuis te Middelburg

TeamvanMeer! Openluchtmuseum Bokrijk - Genk. bergschuur Zuienkerke - Duiventil Eppegem - schans met woonhuis Beverlo

Opdrachtomschrijving: dakrenovatie oude woning, bestaande uit meerdere klussen.

WERKBOEK REFLECTIE Middeleeuwen Gotiek-3 Powerpoint: KG03_2_GOTIEK_BOEK_3.ppt REFLECTIE_WB_KG03_2_GOTIEK_BOEK_3_ppt.doc; v1: 0307

Onderzoek van de drakenfiguur

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

Restauratie Dorpskerk Woubrugge januari october 2014

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Hoofdstuk 14: De romaanse en gotische kunst

Over de kerk van Marum

Bennebroekerlaan 10. Bouwjaar : Circa 1890 Architect : : Neorenaissance-trant met invloed van de Chaletstijl Oorspronkelijke functie : Woonhuis

Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge

Gepubliceerd op 19 mei 2011 Auteur: Rob Nijman

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.

Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak. Patrick van Gils

Gijselaarsbank, Leiden beschrijving en gebrekenopname

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

De weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel

MONTAGE HANDLEIDING ALUMINUM KOZIJNEN

De aanzetsteentjes van de toren van de Dorpskerk van IJsselmuiden door Gerard Bastiaan

De bouwonderdelen bij dit nummer

Grond-, weg- en waterwerken (GWW)-clausule

Korte geschiedenis van de parochie

BIJLAGE 1 PERIMETER VAN HET GEBIED WAARVOOR HET BEHEERSPLAN WORDT OPGEMAAKT

Historisch beeldmateriaal Vanaf het jaar van de oudste weergave van de ruimte (tekening 1768) is het vertrek in hoofdopzet onveranderd gebleven.

h e t we s t p o r ta a l

1. Inmeten. Tevens heeft u ruimte om het kozijn waterpas te stellen door middel van vulplaatjes.

RESTAURATIEVERSLAG. Datum: 31 mei 2016 Opdrachtgever: Museum Het Schip t.a.v. Ton Heijdra Oostzaanstraat WN Amsterdam.

INSPECTIERAPPORT 2010 objectnummer 0363 Klokkenstoel Kleasterwei 8490 AA Nes

Onderdelen lijst SPEELHUIS TIJGER

Gemeente Den Haag. Gevelonderhoud en -reiniging

Kleurenonderzoek naar de historie van het schilderwerk.

kunststof Montage handleiding 1. Algemeen 2. ontvangst 3. Opslag 4. Plaatsing 5. Afwerking

Restauratie-Atelier Nabuurs

Archief van Walter Kramer

De restauratie van het schilderij Torenstraat María J. Diez

ModelTrein-Support: Workshop AIRBRUSH

Deuren schilderen met watergedragen lak

INSPECTIERAPPORT 2015 objectnummer 1050 Klokkenstoel Leeuwarderweg 2, 8505 AA Snikzwaag

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0235 Toren Tsjerkewei KB Elahuizen

Restauratie noordzijde Oude Ursulakerk Warmenhuizen:

Montage Handleiding van SignWorld

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Servicevoorschrift Pagina 1 van 6 NL S019-FLN S 6 DN eco Uitgave 08/2008 NEN 2559

Binnenkijken ALLES OF NIETS

Bewonersbrief Wijziging start uitvoering voor werkzaamheden in uw buurt

PROMAPAINT -SC3 en PROMAPAINT -SC4 Vezelvrije brandwerende verven

INSPECTIERAPPORT 2017 Objectnummer 0707 Klokkenstoel It Noard 21 te Broek O N D E R H O U D S C H E C K S P R A K T I S C H E A D V I E Z E N

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

HVR-Jaarboek 2012 Metamorfose apsis Bonifatiuskerk

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

Nieuwsbrief molen De Nachtegaal nr. 2, november 2011

1 ste OPDRACHT - Maquette

Memo Inleiding Conclusie Inspectiemethodiek Situatie op locatie

1.Carrosserie en lak. Krassen die langer zijn dan 10 cm en niet meer te polijsten zijn. Beschadigingen groter dan 24mm (1 euro muntstuk) Krassen

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Ver s l a g va n he t on d e r z o e k

Rapportnummer : Onderwerp : Middeleeuws voorhuis, tussenlid en vrijstaand achterhuis Adres : Brugstraat 13 Kad. nr.

Geschiedenis en restauratie van het gewelfbeschot van het noordertransept van de Grote Kerk in Alkmaar

Hij moet avond aan avond bezig zijn geweest

PLAATSEN VAN VLOERVERWARMING. 5.1 Plaatsen van vloerverwarming 43

Mato onderhoud 1/9. Wat is er mooier om een raak schot beloond te krijgen met een mooi geluid? Hoe kan je je mato laten klinken als een taiko?

Koker. Shute. Stortkanalen in muren Shutes in walls

Toelichting aanvraag schetsplan Restauratie, verbouwing en uitbreiding Rijnsburgerweg 152 Leiden. Programma

Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016.

Rapportage opname ten behoeve MJOP

Transcriptie:

Zuiderkerk te Enkhuizen conceptrapport De restauratie van de gewelfschilderingen Dit rapport is samengesteld door Haakma Wagenaar en van den Brink vof 12 december 2006, Utrecht Aangepast 14 december 2006, Utrecht

Het ontstaan van de schilderingen en hun overschildering vastgelegd. Hun daaraan te danken behoud In 1484, toen de zuidbeuk van de Sint Pancraskerk was voltooid en in beide beuken de kap aan binnenzijde met gewelfbeschot was afgedicht, werden alle gewelfvakken voorzien van Bijbelse voorstellingen. Deze voorstellingen bleven onaangetast nadat de stad in 1572 naar de Reformatie was overgegaan en de Sint Pancraskerk omgedoopt werd tot Zuiderkerk. Pas in 1608 werden de voorstellingen met een laag gele verf aan het oog onttrokken. Gelukkig heeft de 17 e -eeuwse Remonstrantse predikant Gerard Brandt deze feiten in zijn historische beschrijving van Enkhuizen vermeld zodat kerkvoogd Lakenman in 1903 kon voorstellen een onderzoek te laten instellen naar de aanwezigheid van de door Brandt vermelde schilderingen. Dit onderzoek is uitgevoerd, waarna alle schilderingen in de jaren 1908-1918 door de schilder Vijselaar voorzichtig weer tevoorschijn zijn gebracht. Daarmee is voorkomen dat van de in ons land bewaard gebleven figurale gewelfschilderingen het grootste en ook oudste ensemble ongemerkt bij herstelwerk zou kunnen verdwijnen. De kenmerken van de schilderingen De schilderingen bestaan uit taferelen uit het Nieuwe Testament, met steeds aan zuidzijde ertegenover een voorafbeelding uit het Oude Testament. In de noordbeuk zijn de onderwerpen bepaald door het leven van Christus, met in de veelzijdige sluiting de uitbeelding van zijn stamboom; de Boom van Jesse. In de zuidbeuk zijn taferelen van het Lijden tot en met de Hemelvaart uitgebeeld, ook weer met typologische parallellen uit het Oude testament ertegenover. Het laatste Oordeel sluit de serie hier aan oostzijde af. De voorstellingen lijken inderdaad in één campagne te zijn aangebracht, overeenkomstig het bericht van Brandt. Zij zijn stilistisch verwant aan de miniaturen uit het midden van de 15 e eeuw en de daarop gebaseerde houtsneden van latere datum. Zoals al direct na hun herverschijning werd opgemerkt, is in hun typologische opzet en vormgeving de invloed te herkennen van de met houtsneden geïllustreerde edities van de Biblia Pauperum en de Spiegel onser Behoudenisse. De mankementen en hun oorzaken De eerste aanslag op de gewelfschildering dateert van 1518 toen de dwars op de noordbeuk opgerichte tweebeukige Kruiskamer in verbinding werd gebracht met de noordbeuk. De tongewelven van deze dwarsbeuken werden daarbij als steekkappen met de noorbeuk verbonden waarbij de voorstellingen van de Verzoeking in de woestijn, het Huwelijk van Maria en de Verkondiging verzaagd werden en de restanten deels in de steekkappen werden opgenomen. Nu zijn alle voorstellingen en de omgevende decoraties door hun leeftijd, maar vooral door de overschildering met olieverf en het tevoorschijn-krabben, hoe voorzichtig ook uitgevoerd, veranderd en onduidelijker geworden. De vaardig getekende en eenvoudig ingekleurde voorstellingen hebben er hun oorspronkelijke frisheid door verloren. Ook de bouwkundige mankementen hebben de herkenbaarheid van de schilderingen verminderd. Vanaf het begin heeft het gebouw gewankeld op een instabiele ondergrond. Het is te zien aan de stand van de kolommen, hun vrijwel onder de vloer verdwenen basementen en de op-en neergang van de kapvoeten. Gelukkig is de fundering tijdens de jongste bouwkundige restauratie eindelijk afdoende gestabiliseerd. De kap heeft alle door de instabiliteit veroorzaakte bewegingen van het opgaande werk moeten volgen. Daarbij kwam het gewelfbeschot onder spanning te staan. Als een gewelfvak aan één kant zakte, gingen de planken mee en verschoven over elkaar. De verticale lijnen in de schildering werden bij die verschuiving per plank geknikt. Was de verzakking sterk, dan kwamen de planken onder spanning en raakten vervormd. De vervorming is vooral daar ontstaan waar tegelijkertijd ook het leiendak werd verstoord

en een tijdlang bleef lekken. Behalve vervorming dreigden in deze situatie ook aantasting door schimmel en de daarop volgende aantasting door insecten. In de periode dat de schilderingen bedekt waren, zijn bij herstellingen aan de kap hier en daar planken vernieuwd. Dit kwam aan het licht bij het tevoorschijnbrengen van de schilderingen in de jaren 1910-1918. Opmerkelijk is dat door de daarbij betrokken deskundigen werd besloten de schildering ter plaatse van zulke reparaties onaangevuld te laten. Tijdens de in 1961 voltooide naoorlogse restauratie werden de lege plekken alsnog op gedachteloze wijze bijgewerkt. Tegelijkertijd werd de schildering daaromheen volkomen onnodig met grove vegen geretoucheerd. In de omgeving van dergelijke verstoorde partijen zijn delen van de schildering niet geheel van bedekkende verf bevrijd, bijvoorbeeld ter plaatse van de banderollen in de voorstelling van de doop van Christus in het meest westelijke vak van de noordbeuk aan noordzijde (vak N 11n). Hun teksten zijn daardoor onleesbaar. Op plaatsen waar de geschabloneerde randversiering ontbrak, werd die in 1960 met dotten verf nagebootst, zonder mal, soms tot over de muurplaat, terwijl die oorspronkelijk, net als de ribben, was voorzien van een keperband. De eerste herstellingen tijdens de in de jaren negentig begonnen restauratie van het gebouw Als onderdeel van de in de jaren negentig onder leiding van architectenbureau Hangelbroek Gouwetor uitgevoerde restauratie, werden de onderste planken uit het gewelf in de koorsluitingen losgemaakt om de door lekkage ontstane gebreken in de kapvoet te kunnen verhelpen. Ook de uitgenomen planken bleken sterk aangetast door schimmel, houtrot en insecten zodat zij zonder uitstel voor een consolidatie werden overgebracht naar het atelier van Bruys in Amsterdam dat toen geheel was ingericht voor de restauratie van het beschilderde gewelfbeschot uit Warmenhuizen. De aldaar en na terugkeer ter plaatse uitgevoerde werkzaamheden zijn toegelicht in een schriftelijke verantwoording aan de architect van 13 januari 1997. Op basis van de bij deze operatie opgedane ervaring zijn in 2001-2002 de onderste planken in beide beuken en de Kruiskamer gedemonteerd en behandeld in tijdelijke werkplaatsen onder de kap. Tijdens deze en de voorgaande werkzaamheden was er gelegenheid de schilderingen en het beschot en de daarin aanwezige mankementen van nabij te beschouwen. Als voorbereiding op de algehele restauratie van de gewelfschilderigen, is in de jaren 2005-2006 vak N 11z met de voorstelling van Naäman genezen van zijn melaatsheid uitgenomen, geconsolideerd en gerestaureerd (noordbeuk, meest westelijk vak aan zuidzijde). De keuze voor dit vak was door practische overwegingen ingegeven. Het vak eindigt tegen het strijkspant waarvan de zuidelijke helft door lekkages en daarop volgende aantastingen was verzwakt. Alleen demontage van het gehele gewelfvak maakte de herstelling van het strijkspant mogelijk. De bevindingen tijdens de proefrestauratie van vak N 11z met Naäman s genezing Buiten de door schimmel aangetaste plaatsen, verkeert het gewelf van wagenschot nog steeds in een verbazend goede conditie, ondanks zijn leeftijd en blootstelling aan weer en wind. Naast elke spijker waarmee het beschot was bevestigd zat een tweede exemplaar. Dit moet samenhangen met nazetting van het gebouw; ofwel het losspringen van planken, ofwel het opnieuw bevestigen van de planken na herstel van door zetting opgetreden schade in de kap. Alle planken waren desondanks ten opzichte van elkaar horizontaal verschoven. Verticale lijnen waren daardoor hinderlijk versprongen. Doordat linker- en rechterplanken niet met een haakse stuiknaad tegenelkaar passen maar met afgeschuinde kanten over elkaar zijn gespijkerd, zijn deze kwetsbare tapse einden bij de tweede spijkering gespleten zodat er stukjes van zijn losgeraakt. De glanzende materie op de schildering bleek niet alleen te bestaan uit de in de jaren zestig opgebrachte kunsthars maar ook uit een laag was die waarschijnlijk na het tevoorschijnbrengen in de jaren 1910-1918 zal zijn opgebracht.

Doordat ter plaatse van de voorstelling enige planken bij een vroegere herstelling waren vervangen, ontbraken het hoofd van Naäman en delen van zijn metgezellen en hun paarden. Het was daardoor vrijwel onmogelijk de door de glanzende vernis verdonkerde voorstelling te herkennen. De nog aanwezige restanten van de gele verf van 1608 bleken niet anders dan mechanisch te kunnen worden verwijderd omdat de oorspronkelijke schildering bij gebruik van oplosmiddelen onmiddellijk verweekt. De behandeling van 1608 is een zuinige geweest: Alleen de voorstellingen en enkele bloemen in de decoratieve randversiering werden met gele verf bedekt. Pas in de 18 e eeuw werd het gewelf in zijn geheel overschilderd, ditmaal met blauwe verf op een witte grond. Resten van die witte grond zijn dus vooral aanwezig op de delen buiten de in 1608 overschilderde voorstellingen. De voorstellingen steken daardoor als een tapijt af tegen een lichtere omgeving. Oorspronkelijk zullen zij net als de illustraties in een getijdenboek ook los hebben gestaan van de decoratief versierde lichte omgeving. Hoe sterk de toon van het gewelf is verdonkerd, is te zien aan de kepers op de ribben die nu vrijwel geheel in het glanzend bruin van het eikenhout zijn verdronken. Het is ook af te lezen in de nog aanwezige maar nauwelijks opvallende decoraties op de balken en hun korbelen. De door genoemde lacunes verminkte figuren in de voorstelling met Naäman konden op basis van de voorstelling-zelf worden gecompleteerd. Door de aanvulling en het verwijderen van de vernis- en waslagen is het vrij zeldzame tafereel herkenbaar geworden. De gereconstrueerde aanvulling onderscheidt zich door een uitvoering in horizontale verflijnen van het originele werk. De nieuwe verlichting In het afgelopen jaar is een nieuwe TL-verlichting op de trekbalken aangebracht. Hiervan is zowel de sterkte als de kleur regelbaar. De hinderlijke glans, die op het gewelf ontstaat door het via de oostelijke vensters en het westelijke venster binnenvallende strijklicht, verdwijnt bij inschakeling van de nieuwe verlichting. Dat houdt in dat niet langer gevreesd hoeft worden voor een storend verschil in glans tussen meer of minder behandelde plekken in de schilderingen of een afwijkende glans of matheid in aan te brengen retouches. De toekomstige voortzetting van de restauratie Een restauratie zal zich in de eerste plaats moeten richten op het opzoeken en verhelpen van deels nog verborgen mankementen in het beschot en de onderdelen van de kap waaraan het verbonden is. Dat houdt in dat het beschot vaksgewijze zal worden gedemonteerd om na een eerste reiniging te worden overgebracht naar een atelier buiten de kerk voor het herstel van de mankementen in de planken en de verwijdering van vernis- en waslagen. Na het uitnemen van het beschot wordt het vak weer gedicht met een tijdelijk beschot om tocht en warmteverlies te voorkomen. Voorafgaande aan de demontage zal elk vak in tekening worden gebracht, zoals dat is gebeurd tijdens de restauratie van de gewelfschilderingen in Warmenhuizen en de negen vakken in de koorsluiting in Alkmaar. Van de tekeningen kunnen weer drukken tot legkaart worden versneden, ditmaal om na te gaan of de verstorende scheefstand van de planken ongedaan te maken is. Een apart geval vormen uiteraard de vier verzaagde vakken N 7n tm N4n, met de Verzoeking in de woestijn, het Huwelijk van Maria, en de over de smalle vakken N5n en N4n verdeelde Annunciatie. Na het opmeten en tekenen van deze planken kan met een legkaart-versie worden nagegaan hoe de verzaagde onderdelen in de nog onverstoorde kap geplaatst zijn geweest. Dit is in het belang van een iconografische reconstructie van deze twee voorstellingen en de uitzonderlijke reeks waartoe zij behoren. Nadat in de uitgenomen planken de scheuren en andere beschadigingen zijn hersteld, worden de vernis- en waslagen van de schildering verwijderd. Deze lagen veroorzaken niet alleen een hinderlijke glans maar trekken ook stof aan en nemen dat op waardoor de schilderingen steeds meer worden verduisterd. Als gezegd zijn er in enige vakken bij vroegere herstellingen planken vervangen. De

hierop in 1960 geschilderde aanvullingen en de even ondoordachte retouches uit dezelfde tijd moeten worden verwijderd en, waar zinvol, door betere worden vervangen. Tenslotte worden de planken ter plaatse van oude spijkergaten voorzien van de al voor Warmenhuizen ontwikkelde montage-proppen waarna zij naar de kerk kunnen worden teruggebracht. Daar wordt de esthetische afwerking voltooid. Tegelijk met de vaksgewijze behandeling van het gewelf, kan de vervuilde beschildering op de balken en hun korbelen worden gereinigd en geconsolideerd zodat de latijnse tekst op de banderollen weer leesbaar wordt en de overige decoratie van lofwerk weer te herkennen is. De doorschemerende restanten van de keperbeschildering op de ribben en muurplaten kunnen eveneens herkenbaar worden gemaakt door het aanpassen van de nu storend uit de toon vallende reparaties en beschadigingen in deze onderdelen. De uitvoering van de toekomstige restauratie; ter plaatse, in het atelier, weer in de kerk Gezien de omvang van het werk, zal de restauratie in blokken van twee of vier vakken worden verdeeld. Het werk kan maar gedeeltelijk in de kerk worden uitgevoerd omdat het gebouw nog steeds als kerk in gebruik is en nog grotendeels zijn oude indeling als preekkerk met dooptuin en banken bezit. Deze indeling, de vele in reliëf uitgevoerde zerken en de aanwezigheid van de trekbalken maken een verrijdbare steiger practisch onmogelijk. Er moet daarom gebruik worden gemaakt van een gemakkelijk binnen twee trekbalken op te bouwen steiger die is voorzien van een volkomen dichte en vlakke vloer. Deze steiger verdwijnt na het opmeten, tekenen, demonteren en neerlaten van de in behandeling te nemen vakken, om pas terug te keren voor de herplaatsing van deze vakken. Voor het neerlaten van de planken en hun vervoer en opslag worden platte open kisten gemaakt. Het neerlaten en ophijsen zal gebeuren met een kleine op de steiger te bevestigen electrische lier. Het werk zal grotendeels in een atelier worden uitgevoerd en zich dus vrijwel aan de ogen van het belangstellend publiek onttrekken. Voor een project van zo lange adem lijkt dat niet goed. Dit bezwaar zou kunnen worden ondervangen door in de Kruiskamer een werkruimte af te perken waarbinnen een hoge bok kan worden opgesteld waartegen de helft van een vak kan worden bevestigd. Het publiek kan dan het bijwerken van de gerepareerde stukken en het retoucheren op de voet volgen.

De volgorde waarin de vakken worden behandeld Nu het zuidelijke vak tegen de westwand van de noordbeuk, vak N 11z, als eerste is gerestaureerd, ligt het voor de hand de restauratie ook in deze beuk voort te zetten. Voor de kerk het minst hinderlijk is de plaatsing van een steiger in de koorsluiting om de vijf sluitingsvakken met de Boom van Jesse in behandeling te nemen, of weer een steiger aan de westkant om de vakken N 10z (naast het behandelde N 11z), en de vakken N 11n en N 10n aan te pakken. Vak 10z, met de intocht van David na de overwinning op Goliath, is vooral verstoord door de scheefgezakte stand van de planken. De tegenoverliggende vakken N 11n, met de Doop van Christus, en N 10n, met de intocht van Christus op de ezel, zijn getekend door oude reparaties, lekkage en de slordige verfvegen uit 1960. Het meest gecompliceerd zijn de vakken N 7n tm N 4n die worden doorsneden door de steekkappen van de Kruiskamer. Deze vakken zouden tegelijk of twee aan twee in behandeling genomen moeten worden, maar niet samen met de tegenoverliggende vakken. Hun documentatie vergt immers extra tijd. De steiger zal hier dus langer staan voordat het beschot kan worden uitgenomen om naar het atelier te worden afgevoerd. Bovendien is de kans groot dat de kappen hier bij de kilkepers verborgen gebreken hebben die na de demontage van het beschot vanaf de steiger verholpen moeten worden. Door de steiger alleen onder de noordelijke twee of vier vakken te plaatsen hoeft het bankenblok niet te worden verplaatst zodat het voor de diensten in gebruik kan blijven. De verwachting dat kap en beschot in de buurt van de kilkepers van de steekkappen door lekkage zijn aangetast, is een argument om deze gecompliceerde vakken met voorrang in behandeling te nemen. Voor de restauratie van de andere vakken is het in de eerste plaats aan de kerk om de volgorde te kiezen. WHW 28-11- 06, verbeterd 2-12- 06