Stads- en Regiomonitor Amsterdam

Vergelijkbare documenten
Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, (procenten)

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Bijstand in Amsterdam: weinig concentraties, relatief grote spreiding

Bijlage I Methode Staat van de Stad enquête

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Fact sheet. Autochtonen in Amsterdam. Helft Amsterdammers is autochtoon. nummer 2 maart 2007

Citation for published version (APA): Deurloo, R., & Dignum, K. (2002). Stadsmonitor Amsterdam en ruimtelijke plannen. Rooilijn, 35(10),

Fact sheet. Bevolkingsprognose. Jaarlijks Amsterdammers erbij. Amsterdam blijft groeien. nummer 4 mei 2014

Fact sheet. Dienst Ruimtelijke Ordening. Demografische ontwikkelingen in 2006: bevolkingsgroei stagneert, wel meer vestiging van jongeren

Homoseksuelen in Amsterdam

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten:

Ondernemersdagvergunning

Bevolkingsprognose van Amersfoort Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Bevolking, woningmarkt en woonmilieus

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

In Amsterdam wonen veel mensen met een minimuminkomen én veel mensen met een relatief hoog inkomen. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Fact sheet. Demografische ontwikkelingen: aantal jonge ouderen gaat sterk toenemen in Amsterdam. nummer 6 november 2004

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Feiten over Zoetermeer IN VERGELIJKING MET ANDERE STEDEN

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Fact sheet. Horeca in Amsterdam: minder cafés, meer restaurants. Amsterdam grootste horecacentrum van Nederland. nummer 2 maart 2005

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Samenvatting. 1 Inleiding. Verval en herstel Beleidsreacties op veranderingen in na-oorlogse woongebieden

Woningmarktonderzoek IJsselstein. 24 november 2015 Johan van Iersel en Marlies van der Vlugt

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

Werkloosheid 50-plussers

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Demografische gegevens ouderen

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

De ongedeelde stad onder druk

Verkoop door woningcorporaties

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Wordt de positie van steden sterker of zwakker? Hoe zit dat met Amsterdam?

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

De Amsterdamse Burgermonitor 2005

KARTOGRAFISCHE OVERWEGINGEN BIJ DE STADSMONITOR AMSTERDAM

Studenten aan lerarenopleidingen

Werkloosheid Amsterdam

FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner

Politieke participatie

Project: 8216 In opdracht van Platform Amsterdam Samen

Veranderingen in het geo-informatie landschap: de rol van de burger

Bevolkingsprognose Schiedam Schiedam, juli 2004

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015

Slachtoffers van woninginbraak

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Draagvlakmeting vernieuwingsoperatie Parkstad

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Dynamiek door de regio

WijkWijzer Deel 1: de problemen

De Staat van de Wijk III

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Resultaten andere onderwerpen bewonerspanel Oud-West 2005

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Kernprofiel Zuiddorpe

Binnenstadsmonitor. Appendix Factsheets. De staat van de Rotterdamse binnenstad. Rotterdam.nl/onderzoek stadswinkel

Kernprofiel Zuiddorpe

PEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose voor provincies

Verhuizingen en residentiële segregatie in Amsterdam Henk Laloli Amsterdam

Wijkanalyses. Rapport wijkanalyses Nieuwegein 2012

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Kanskaart voor Lunetten. de wijkproblematiek in kaart gebracht

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Politieke participatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Factsheet Schiedam 2014

Transcriptie:

Stads- en Regiomonitor Amsterdam

2 Woord vooraf Kartografische overwegingen bij de Stadsmonitor Amsterdam 3 De Stadsmonitor Amsterdam en de Regiomonitor Amsterdam zijn computerapplicaties om stad en regio in sociaal opzicht te monitoren en ruimtelijke ontwikkelingen door de tijd heen gedetailleerd te volgen. Het zijn geografische informatiesystemen die tal van ongekende analytische mogelijkheden bieden voor onderzoekers en beleidsmakers die geïnteresseerd zijn in demografie, volkshuisvesting, maatschappelijke participatie en integratie. De Stadsmonitor Amsterdam is een samenwerkingsproductie van de Universiteit van Amsterdam, afdeling Geografie en Planologie, en de Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S) van de gemeente Amsterdam. Het is tevens de naam van het geografische informatiesysteem (GIS) dat deze samenwerking oplevert. Voor de Regiomonitor Amsterdam bestaat een samenwerkingsverband tussen de UvA en de gemeenten Almere, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad. In deze brochure willen wij u kennis laten maken met de mogelijkheden die de monitoren bieden voor onderzoekers en beleidsmakers. Dit gebeurt door een aantal praktijkvoorbeelden te geven van toepassingen, voorafgegaan door een introductie over de achtergrond van de monitoren. Wanneer u naar aanleiding hiervan vragen heeft kunt u contact opnemen met: O+S, Postbus 658, 1000 AR Amsterdam, Telefoon 020 527 9527 Rinus Deurloo Voormalig universitair hoofddocent en coördinator van het GIS-centrum van de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam U hebt er misschien nog nooit van gehoord, maar het gaat goed met de Stadsmonitor Amsterdam. De monitor houdt nauwkeurig bij (op een niveau van circa 18.000 zespositie postcodes) hoe het in sociaal-ruimtelijk opzicht op uiteenlopende terreinen, zoals werk, onderwijs en cultuur gesteld is met de participatie van Amsterdammers in hun stad. Van de ruimtelijke spreiding van die verschijnselen kunnen heel precieze kaartbeelden op het computerscherm worden opgevraagd. Op termijn moet de monitor een probleemsignalerende functie krijgen. Nu al wordt ze ingezet voor diverse gemeentelijke rapportages, waaronder die in het kader van het Sociaal Structuurplan Amsterdam. Aan de basis van het systeem staan gegevens op het niveau van zespositie (vier cijfers en twee letters) postcodes. Amsterdam telt ongeveer 18.000 bewoonde postcodes en via verschillende registraties en tellingen beschikt de gemeente over allerlei bevolkingskenmerken voor die postcodes. Dat geeft zeer gedetailleerde informatie want gemiddeld wonen er in de hoofdstad in een postcodegebiedje maar net iets meer dan 40 mensen. De Dienst Onderzoek en Statistiek werkt intensief samen met de afdeling Geografie en Planologie van de Universiteit van Amsterdam om een standaardarchief van gegevens aan te leggen op dit zeer gedetailleerde postcodeniveau. Naast thema s als etniciteit, leeftijd en werkloosheid gaat het om andere demografische gegevens en werkgelegenheidsindicatoren, en verder nog om een welgekozen gegevensverzameling op het gebied van leefbaarheid (voorzieningen/criminaliteit), onderwijs en opleiding, politiek (gemeenteraad) en cultuurparticipatie. Kortom, een scala aan gegevens om de mate van sociale integratie en maatschappelijke participatie van allerlei bevolkingsgroepen in de stad en de dynamiek daarin door de tijd heen gedetailleerd in kaart te brengen. Men beoogt met deze informatiebron een probleemsignalerende monitor voor de stad te ontwikkelen en langzamerhand begint het daar op te lijken. Het kaartvlak vullen Het is niet vanzelfsprekend hoe een relevant kaartbeeld van een verschijnsel gemaakt moet worden vanuit gegevens op een zo gedetailleerd niveau als zespositie postcodes. Want, op zichzelf

4 5 Het constructieproces van concentratiegebieden 1 2 3 4 genomen, zijn zespositie postcodes veel te kleine en te ongelijksoortige, en daarom irrelevante eenheden, om er bijvoorbeeld segregatieverschijnselen uit af te lezen. Voor de kaarten van de monitor zijn om die reden niet de postcodes zelf als ruimtelijke eenheden gebruikt, maar zijn er nieuwe ruimtelijke eenheden ontworpen: concentratiegebieden, relevante aggregaten van postcodes. Wat relevant is hangt uiteraard af van de omstandigheden; dat betekent dat voor elke kaartlaag apart nieuwe concentratiegebieden zijn gemaakt. Het combineren van postcodes en de bewerking tot nieuwe gebiedseenheden, zoals dat op deze manier voor de Stadsmonitor wordt gedaan, heeft veel voordelen. De nieuwe concentratiegebieden zijn altijd allemaal relevant voor het thema dat in kaart moet worden gebracht. Wie in zo n gebied gaat rondlopen ziet gegarandeerd het betreffende verschijnsel om zich heen. Het beeld is niet meer afhankelijk van de schaal waarop de kaart wordt weergegeven. Al naar gelang het precieze doel waarvoor een kaart nodig is kunnen eenvoudig verdere selecties uit de nieuwe concentratiegebieden worden gemaakt. Cumulatie Een interessante optie in de monitor is ook de mogelijkheid om twee kaarten te combineren. Niet alleen kan men twee kaarten over elkaar heen laten afbeelden, waarbij de gebieden van de bovenste kaartlaag tijdelijk transparant worden weergegeven zodat men er de onderste laag doorheen kan zien. Men kan ook echt geografisch combineren door in het invulscherm op te geven dat men alleen gebieden wil hebben die overlappen of juist niet overlappen met de gebieden van de vorige kaart. Dat biedt talloze nieuwe mogelijkheden, bijvoorbeeld om de mate waarin en de plekken waar zich confrontatie tussen twee bevolkingscategorieën voordoet, vast de stellen. Bron: M.C. Deurloo, 2002, Kartografische overwegingen bij de Stadsmonitor Amsterdam Kartografisch Tijdschrift, XXVIII-I: 23-31.

Stedelijke context en onveiligheid: 6 gelegenheid en criminaliteit 7 Sako Musterd, Wim Ostendorf en Rinus Deurloo Afdeling Geografie en Planologie Universiteit van Amsterdam Concentraties van diefstal van fietsen, 2002 Analyses van de spreidingspatronen van objectieve sociale onveiligheid enerzijds en kenmerken van de omgeving in fysieke, sociale en etnische zin, maken duidelijk dat allerlei theoretische denkbeelden over dergelijke relaties met de nodige argwaan moeten worden bekeken. De veronderstelde samenhang tussen criminaliteit die verband houdt met de woonbevolking en de sociale en fysieke structuur blijkt voor de situatie in Amsterdam niet op te gaan. Dit geldt zowel ten aanzien van de sociaal-economische status van de woonbevolking als ten aanzien van de etniciteit. Evenmin is er een dominante invloed merkbaar van de gebouwde omgeving op de objectieve sociale onveiligheid of criminaliteit. Opvallend is de sterke concentratie van onveiligheid in de centrale stadsdelen, waar relatief weinig mensen wonen. Derhalve lijkt juist de aanwezigheid van veel verblijfsbevolking van belang: horeca, winkels, uitgaansgelegenheden en toeristische attracties brengen veel mensen op centrale locaties samen en dergelijke situaties creëren kansen of gelegenheden, opportunities ; zowel potentiële slachtoffers als daders. Dit lijkt ook voor andere stedelijke centra te kunnen gelden, maar wellicht is het beeld in Amsterdam extra scherp door het grote volume aan bezoekers. Het gezegde de gelegenheid maakt de dief blijkt dus geldigheid te bezitten. En deze gelegenheid doet zich vaak vooral voor op drukke plaatsen en in stadscentra. Evenementen staan al lang bekend om de kans op ordeverstoring. Maar dit inzicht is nog niet in de theorieën door gedrongen. Dit heeft ook implicaties voor de organisatie van het politiewerk. Als men meer blauw op straat wil brengen, moet dit vooral in stadscentra, bij evenementen, en verder op per type criminaliteit verschillende hot spots. Bron: Musterd, S., Ostendorf, W. en R. Deurloo, Stedelijke context en onveiligheid gelegenheid en criminaliteit, 2004.

8 O+S Publicatie 9 Gecombineerde concentraties van bijstandscliënten en werkloosheid, 2002 De Staat van de Stad Amsterdam II Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek, gemeente Amsterdam Woonmilieus stadsvernieuwing e.a. tranisitie modaal voor- en naoorlogs Met behulp van de Stadsmonitor kunnen gegevens uit diverse bronnen worden gecombineerd. In de figuur is een beeld geschetst van de cumulatie van participatieachterstanden op twee primaire participatiedomeinen: arbeid en welvaart. Zichtbaar gemaakt zijn die gebieden waar zowel een hoge concentratie van bijstandsgerechtigden als een hoge werkloosheid bestaat. Daar is het welzijnsniveau in het algemeen laag. De grotere gecombineerde concentraties liggen in de Bijlmermeer en Indische Buurt. Maar ook in Amsterdam-Noord en de Westelijke Tuinsteden vinden we gecombineerde concentratiegebieden. Als ondergrond voor de kaart fungeren de woonmilieus die de Dienst Wonen onderscheidt. Hier zijn de drie woonmilieus zichtbaar gemaakt die volgens Amsterdammers het minst aantrekkelijk zijn. Het resulterende kaartbeeld maakt duidelijk dat alle concentraties van kansarmoede (werkloosheid en bijstandsafhankelijkheid) binnen de minst gewaardeerde woonmilieus te vinden zijn. Bron: Stadsmonitor Amsterdam in: De Staat van de Stad Amsterdam II. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie, DMO en O+S, 2003.

10 Woondynamiek in concentratiewijken 11 Sako Musterd en Sjoerd de Vos Afdeling Geografie en Planologie Universiteit van Amsterdam Concentraties van Marokkaanse Amsterdammers, 1994 Als reactie op de al dan niet vermeende ontwikkeling van omvangrijke etnische concentraties of zelfs etnische getto s, worden allerlei beleidsmaatregelen getroffen om de bevolking op buurtniveau zo gemengd mogelijk te maken. Maar is er werkelijk sprake van toenemende segregatie, of van toenemende ruimtelijke concentratie van belangrijke etnische categorieën? Segregatie en concentratie zijn met elkaar verbonden begrippen, maar ze zijn niet synoniem aan elkaar. Er is sprake van segregatie als de relatieve verdeling van een bepaalde bevolkingscategorie over de deelgebieden in de stad verschilt van de verdeling van de rest van de bevolking. Een ruimtelijke concentratie moet aan twee voorwaarden voldoen: de betreffende bevolkingscategorie moet er duidelijk zijn oververtegenwoordigd én het absolute aandeel van die bevolkingscategorie moet groot genoeg zijn. De gebieden die aan beide eisen voldoen worden clusters genoemd. De clusters worden bepaald met de Stadsmonitor Amsterdam. De ontwikkelingen van drie clustertypen uit 1994 zijn onderzocht over de periode 1994-2004; Marokkaanse, Turkse en Surinaamse clusters. Opvallend is dat elk van de drie clustertypen over de afgelopen tien jaar een vertrekoverschot laat zien van de bevolkingscategorie die het cluster haar naam geeft. Dat wil zeggen dat er meer Marokkanen uit Marokkaanse clusters vertrekken dan dat er zich vestigen en er zijn evenmin aanwijzingen dat de onderzochte Marokkaanse Amsterdammers zich systematisch terugtrekken in eigen kring. Hetzelfde geldt voor Turken in de Turkse clusters en Surinamers in de Surinaamse clusters. Vooralsnog geven de uitkomsten geen aanleiding te veronderstellen dat er althans op gebied van het wonen sprake is van een systematische opbouw van een bepaalde etnische wereld binnen de Amsterdamse wereld. Van absolute tweedeling of van vastgeklonken etnische concentraties van één groep, laat staan van gettovorming, is hier geen sprake. Bron: Musterd, S. en S. de Vos, 2005, Woondynamiek in concentratiewijken in: Onderscheid in wonen: het sociale van binnen en buiten, 123-138. Boekaflevering bij het tijdschrift Mens & Maatschappij.

12 Grenzeloze dynamiek in stad en regio 13 Karin Pfeffer, Willy Bosveld en Tineke Bouchier Universiteit van Amsterdam, gemeente Haarlemmermeer, gemeente Purmerend Concentraties gezinnen in de RSA regio (Almere, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Haarlem, Haarlemmermeer, Purmerend en Zaanstad) waarbij n > 40; percentage < 69%, 2004 De monitoren voor stad en regio helpen informatie toegankelijk te maken. Door heel specifiek in te zoomen op bepaalde gebieden kunnen ontwikkelingen goed gevolgd worden. Aangezien het ruimtelijke schaalniveau en het instellen van selectiecriteria een belangrijke invloed heeft op de informatie die door de monitoren wordt getoond, is het de taak van de onderzoekers en beleidsmakers om die informatie te interpreteren en te verklaren. Beleidsmakers en planners hebben inzicht nodig in de ontwikkelingen van de gemeente, stad of regio op diverse terreinen van sociale integratie en maatschappelijke participatie van de bevolking. Het gaat daarbij niet alleen om het sociale verschijnsel, zoals bijvoorbeeld onderwijsdeelname of arbeidsmarktparticipatie, maar ook hoe dergelijke verschijnselen verschillen per locatie. Makkelijk toegang tot kleinschalige informatie over opvallende fenomenen zou ondersteunend zijn in het beslechten van dit soort beleidsvragen en het maken van plannen. In de praktijk is het geavanceerde gebruik van geografische informatiesystemen (GIS) nog steeds het terrein van een kleine groep specialisten en is de beleidsmaker of planner zonder ervaring met GIS aangewezen op de door de deskundige aangereikte informatie. Dit zou eigenlijk tot het verleden moeten behoren want tegenwoordig bieden GIS samen met aanvullende software tools ontzettend veel mogelijkheden die de toegang tot interactieve kaarten vergemakkelijken. De Regiomonitor en de Stadsmonitoren voor de RSA regio zijn voorbeelden van zo n gebruikersvriendelijke computerapplicatie die voor een breed publiek via het internet of intranet toegankelijk gemaakt kan worden. In deze monitoren streeft men naar een compromis voor het in kaart brengen van maatschappelijke verschijnselen tussen het aggregatieniveau van bestuurlijke eenheden en puntlocaties. Het gaat dan in dit geval om postcodeclusters die ruimtelijke concentraties van sociale of demografische verschijnselen laten zien, waarbij clustervorming door de onderliggende thematische gegevens wordt bepaald. Deze clusters wijken af van, en overschrijden, de gebruikelijke bestuurlijke grenzen. Ter illustratie een kaart van concentraties gezinnen in de RSA regio. De kaart toont hoe sterk huishoudenstypen over de regio zijn uitgesorteerd. Het regionale niveau geeft tegelijkertijd de positie van de diverse gemeenten in de regio weer. Bron: Pfeffer, K., Bosveld, W. en T. Bouchier, 2005, Grenzeloze dynamiek in stad en regio Rooilijn, 9: 436-443.

Concentraties niet-westerse allochtonen, 2000 en 2004 14 O+S Publicatie De Staat van de Stad Amsterdam III Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam Dienst Onderzoek en Statistiek, gemeente Amsterdam In de Staat van de Stad schetst O+S tweejaarlijks de belangrijkste ontwikkeling in de maatschappelijke participatie en de leefsituatie van Amsterdammers. Demografische ontwikkelingen en veranderingen op de woningmarkt krijgen daarbij ruime aandacht. 2004 (concentratiegraad > 48,8%) 2000 (concentratiegraad > 45,6%) Concentraties westerse allochtonen, 2000 en 2004 Door migratie en natuurlijke aanwas is de samenstelling van de bevolking in Amsterdam in de loop der jaren veranderd. Met behulp van de Stadsmonitor kan een beeld geschetst worden van de ruimtelijke spreiding van groepen in de stad. Waar wonen vooral ouderen en waar zijn vooral gezinnen te vinden? Ook de (veranderende) spreiding van verschillende migranten groepen kan in beeld worden gebracht. De bovenste figuur laat de concentraties van niet-westerse allochtonen in Amsterdam op twee tijdstippen zien: 2000 en 2004. In deze periode is het aantal concentraties vrijwel stabiel gebleven, wel is in sommige gebieden het aandeel Amsterdammers van niet-westerse herkomst toegenomen. De westerse allochtonen laten een heel ander spreidingspatroon zien, zoals blijkt uit de onderste figuur. Deze categorie, is sterk op de centrale delen van Amsterdam georiënteerd, zoals de Jordaan, de Vondelbuurt en delen van Oud Zuid. 2004 (concentratiegraad > 23,9%) 2000 (concentratiegraad > 23,2%) Bron: Stadsmonitor Amsterdam in: De Staat van de Stad Amsterdam III. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie, DMO en O+S, 2005. 15

De Amsterdamse woningmarkt en 16 de rol van woningbouwcorporaties 17 Jeroen van der Veer en Dick Schuiling Amsterdamse Federatie van Woningbouwcorporaties Concentraties (> 82%) sociale woningbouw in Amsterdam, 2003 Particuliere aanbieders van sociale huurwoningen in Nederland spelen een rol die ongekend is in Europa. Nederland kent het hoogste percentage (35%) sociale huurwoningen binnen de Europese Unie en dit percentage ligt nog hoger in de grote steden. In Amsterdam bezitten de woningbouwcorporaties ruwweg 205.000 woningen, ofwel 55% van de totale woningvoorraad. De sociale huursector in Amsterdam wordt gekenmerkt door een inkomensmix; meer dan de helft van de middeninkomens woont in sociale huurwoningen. De reden hiervoor is dat veel midden- en hoge inkomens geen passend alternatief in de stad kunnen vinden. Deze groep zal, met name wanneer er sprake is van gezinsvorming, er op den duur voor kiezen om de stad te verlaten. Volgens sommigen zou de stad hierdoor het exclusieve domein van de sociaaleconomisch zwakkeren worden. De woningmarkt in Amsterdam is sterk gereguleerd. Niet alleen de sociale huursector maar ook de particuliere huurwoningen zijn gebonden aan prijsregulerende maatregelen, waarbij locatie geen (belangrijke) rol speelt bij het vaststellen van de maximaal toegestane huurprijs. Dit terwijl locatie een van de bepalende factoren is bij de waardebepaling van onroerend goed en de marktwaarde van koopwoningen sterk beïnvloedt. Er bestaat dan ook discussie over het liberaliseren van een deel van de (sociale) huurmarkt. Bron: Veer, J. van der, en D. Schuiling, 2005, The Amsterdam housing market and the role of housing associations. Journal of Housing and the Built Environment.

Audiovisuele sector maakt 18 reclame voor de buurt 19 Rogier van der Groep en Robert Röling Onderzoekinstituut AMIDSt Universiteit van Amsterdam Concentratiegebieden reclame (omlijnd) en audiovisuele bedrijvigheid (grijs), 2003 De Fysieke Functiemonitor is een zeer geschikt hulpmiddel om de ruimtelijke dynamiek binnen een bepaalde branche inzichtelijk te maken. Hierdoor is het mogelijk om theorieën over bijvoorbeeld vestiging(sbeleid) eenvoudig te toetsen en wordt onderzoek naar ruimtelijk ingebedde relaties en machtsverhoudingen binnen een branche vergemakkelijkt. Zo is het interessant om te zien welk type bedrijvigheid binnen een sector het voortouw neemt in locatieprocessen en welk type bedrijven volgt. De monitor maakt bijvoorbeeld zichtbaar dat cultureel-creatieve bedrijven, zoals reclamebureaus en audiovisuele bedrijven, graag bij elkaar in de buurt zitten. Traditioneel vestigden zij zich in Amsterdam-Centrum en Amsterdam Oud Zuid, maar ook Amsterdam Oud- West is tegenwoordig een gewilde, opkomende vestigingslocatie. De redenen hiervoor zijn behoefte aan grotere bedrijfsruimten, afstand van de gevestigde orde en goedkopere locaties. In eerste instantie was Oud-West vooral in trek bij audiovisuele ondernemers, maar inmiddels is de plek ook populair onder reclamebureaus. Het gaat zowel om starters en kleine bedrijven die wonen en werken combineren in de Jacob van Lennepbuurt of op het WG-terrein, als om wat grotere reclamebureaus. De laatste categorie vestigt zich graag in de buurt van het Vondelpark. Om de trek naar West aan te tonen, is gebruik gemaakt van een GIS-applicatie die werkgelegenheidsconcentraties in Amsterdam zichtbaar maakt. Het bijzondere van de applicatie is dat hiermee ruimtelijke dynamiek (veranderingen in ruimte en tijd) zichtbaar kan worden gemaakt. Behalve de UvA waren dro en O+S betrokken bij de totstandkoming hiervan. Fysieke Functiemonitor In principe kan elk vraagstuk met behulp van de Stads- en Regiomonitor in beeld gebracht worden. Zo loopt er momenteel een experimentele versie waarin bedrijfsvestigingen en werkzame personen in beeld gebracht worden: de Fysieke Functiemonitor. Bron: Van der Groep, R. en R. Röling, 2005, Audiovisuele sector maakt reclame voor de buurt Rooilijn, 7: 322-327.

20 O+S Publicatie 21 Concentraties inwoners van Marokkaanse afkomst, 2004 (minimaal aantal = 160) De Staat van de Wijk: Geuzenveld-Slotermeer Dienst Onderzoek en Statistiek, gemeente Amsterdam In opdracht van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer buurt 10 31,5% buurt 7 buurt 8 31,7% Marokkanen 2004 40% tot 44% 35% tot 40% 30% tot 35% buurt 9 32,0% buurt 6 buurt 4 35,1% 32,7% 39,1% 41,0% buurt 5 33,3% 43,5% buurt 2 33,9% buurt 3 39,3% 34,4% buurt 1 De Staat van de Wijk: Geuzenveld-Slotermeer omvat een verzameling van kwantitatieve gegevens over diverse beleidsterreinen die een indicatie geven van sociale, economische en fysieke verschijnselen in het stadsdeel. Het rapport is een verbijzondering van de stedelijke trends die in de Staat van de Stad worden gerapporteerd. Met behulp van de Stadsmonitor is de ruimtelijke spreiding van onder andere inwoners van Marokkaanse afkomst in kaart gebracht. In de figuur is een concentratie gemarkeerd als minimaal 30% van de inwoners van Marokkaanse komaf is en er in totaal meer dan 160 Marokkaanse inwoners wonen. In alle buurten in Geuzenveld-Slotermeer wonen relatief veel Marokkanen, behalve in buurt 10, daar is nergens de concentratie 30% of hoger. De sterkste concentraties van inwoners van Marokkaanse afkomst vinden we in buurt 5 en buurt 2, daar is in een groot gedeelte van de buurt 40% van de inwoners van Marokkaanse afkomst. Op basis van deze en andere gegevens is het beter mogelijk de effecten van de vernieuwingsoperatie in Parkstad te volgen. Bron: Stadsmonitor Amsterdam in: De Staat van de Wijk: Geuzenveld-Slotermeer, O+S, 2005.

22 Interesse? Colofon 23 Stadsmonitor Met de Stadsmonitor kunnen over de periode vanaf 1994 tot heden gedetailleerde kaarten gemaakt worden van allerlei kenmerken van de sociaal-ruimtelijke structuur van de Amsterdamse bevolking. U kunt de Stadsmonitor vinden op intranet.stadsmonitor.amsterdam.nl of via de website van O+S www.os.amsterdam.nl. Regiomonitor De Regiomonitor is beschikbaar via mapinfoserver.fmg.uva.nl. In de Regiomonitor staan gegevens over de gemeenten Amsterdam, Haarlem, Haarlemmermeer, Zaanstad, Purmerend, Diemen, Amstelveen en Almere. Met deze monitor kunnen over de periode vanaf 2000 tot heden gedetailleerde kaarten gemaakt worden van een aantal kenmerken van de sociaal-ruimtelijke structuur van de bevolking van die gemeenten. Privacy In verband met de privacygevoeligheid van de informatie worden de allerkleinste concentratiegebieden niet zichtbaar gemaakt. Voor de vrij toegankelijke versie van de stadsmonitor op het intranet van de gemeente Amsterdam geldt op dit moment een minimum van 100 eenheden per concentratiegebied. Om kleinere concentratiegebieden te kunnen zien, of om toegang te krijgen tot de internetversie, is een toegangscode en gebruikersnaam nodig. Workshops Bij voldoende belangstelling organiseert O+S een gratis workshop over de Stadsmonitor en de Regiomonitor. Wanneer een datum bekend is, wordt dit bekend gemaakt op de website van O+S. Samenstelling en redactie Jeroen Slot, Manilde van der Oord en Petra Reudink Ontwerp en productie Colombo, Amsterdam Fotografie Edwin van Eis Kees Hoogeveen Met dank aan Willy Bosveld Tineke Bouchier Rinus Deurloo Rogier van den Groep Sako Musterd Wim Ostendorf Karin Pfeffer Robert Röling Dick Schuiling Jeroen van der Veer Sjoerd de Vos Februari 2006 Inlichtingen Indien u meer informatie wenst, gebruikersrechten wilt aanvragen of een workshop wilt volgen kunt u contact opnemen met O+S. Manilde van der Oord: telefoon 020 527 9523 of e-mail m.oord@os.amsterdam.nl Hans de Waal: telefoon 020 527 9472 of e-mail h.waal@os.amsterdam.nl

Postbus 658 1000 AR Amsterdam Bezoekadres Gebouw Metropool Weesperstraat 79 Telefoon 020 527 9527 Fax 020 527 9595 www.os.amsterdam.nl