SECTOR DIENSTEN AAN PERSONEN

Vergelijkbare documenten
VDAB SECTORRAPPORT SECTOR GEZONDHEIDSZORG

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR OVERIGE INDUSTRIE

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR GRAFISCHE NIJVERHEID, PAPIER EN KARTON

SECTOR HOUT- EN MEUBELINDUSTRIE

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ONDERWIJS

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR TRANSPORT, LOGISTIEK EN POST

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ENERGIE, WATER EN AFVALVERWERKING

SECTOR INFORMATICA, MEDIA EN TELECOM

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR VERVAARDIGING VAN BOUWMATERIALEN

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR OPENBARE BESTUREN

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR HORECA & TOERISME

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR TEXTIEL, KLEDING EN SCHOEISEL

SECTOREN IN VLAANDEREN

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR CHEMIE, RUBBER & KUNSTSTOF

VDAB SECTORRAPPORT BOUWSECTOR

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR FINANCIËLE DIENSTEN

SECTOR DRANKEN, VOEDING & TABAK

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

VDAB SECTORRAPPORT PRIMAIRE SECTOR

VDAB SECTORRAPPORT METAALSECTOR

SUBREGIONALE ANALYSE VAN DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT. Departement WSE

SECTOR GROOT- EN KLEINHANDEL

nr. 337 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 9 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Activeringsmaatregelen 50-plussers - Stand van zaken

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

nr. 349 van EMMILY TALPE datum: 13 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Taalcursussen

nr. 421 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 maart 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Sociaal Interventiefonds - Hulp bij outplacement

Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)

Foto van de lokale arbeidsmarkt

NOVEMBER 2014 BAROMETER

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

In 2012 werden vacatures geannuleerd. In In 2011 waren dat er , in

Vlaamse Arbeidsrekening Definities

SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN

1. Algemene situering

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening

HERKOMSTMONITOR Arbeidsmarktpositie van personen met een buitenlandse herkomst

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Arbeidsmarkt Limburg JUNI 2018

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

Gemeentefoto. De Panne

DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT IN SECTORAAL PERSPECTIEF

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs

Vergrijzing in de. Waar is de nood aan vervanging het hoogst? Boie Neefs Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 7 februari 2013

Arbeidsmarkt Vlaams-Brabant JUNI 2018

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

BAROMETER. Taalgebruik in de Vlaamse Rand

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek

RESOC LIMBURG Streek Noord-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

RESOC ZUID-OOST-VLAANDEREN DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Werken in de social profit. Infoavond KULeuven, 19 maart 2015 Dirk Malfait

Arbeidsmarkt Oost-Vlaanderen JUNI 2018

Korte schets van de problematiek

Personenvervoer 2008

GROEPSSECTORFOTO 2012

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

Individuele beroepsopleiding (in een onderneming) (IBO) - Aanwervingen en stopzettingen tweede kwartaal 2017

Gemeentefoto. Oudenaarde

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

Vlaamse Arbeidsrekening.

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

SECTORFOTO Verhuissector 2008 DEpaRTEmEnT WERk En SOCialE ECOnOmiE

Sectoren / paritaire comités Methodologie

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Sectorrapport: Social Profit

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

Hierdoor zullen we de instroom in dit stelsel toch als een uittrede uit de arbeidsmarkt kunnen beschouwen.

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

De arbeidsmarkt in Vlaanderen: een ruimer (arbeidsmarkt)kader

1. Op welke manier wordt deze samenwerking tussen steden/gemeenten, de VDAB en de bouwsector concreet ingevuld?

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

VERSO- Cahier 3/ 2015 Arbeidsplaatsen in de social profit

De arbeidsmarkt in april 2017

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

VDAB Studiedienst Keizerslaan 11, 1000 Brussel Tel Het overnemen van gegevens uit deze studie mag mits bronvermelding.

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel

Statistieken. Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector

Arbeidsmarkt. 1 Kempense werknemers. Streekpact Cijferanalyse

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel

Transcriptie:

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR DIENSTEN AAN PERSONEN

SECTORRAPPORT DIENSTEN AAN PERSONEN VOORJAAR 2012

SECTORRAPPORT DIENSTEN AAN PERSONEN Inhoudstafel 3-4 VDAB Sectorrapporten: Inleiding 5-6 Binnenlandse werkgelegenheid: Situering van de sector 7-8 Loontrekkende werkgelegenheid: Subsector en regio 9-10 Loontrekkende werkgelegenheid: Geslacht 11-12 Loontrekkende werkgelegenheid: Leeftijd 13-14 Loontrekkende werkgelegenheid: Arbeidsregime 15-16 Jobs: Statuut 17-18 Jobs: Jobcreatie en jobdestructie 19-20 Jobs: Loontrekkende jobs 21-22 Bedrijven: Vestigingsgrootte 23-26 Vacatures: Ontvangen door VDAB 27-28 Knelpuntberoepen: Knelpuntvacatures 29-30 Remediëring: Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO) 31-32 Bijlage: NACE-codes Foto s: Pascal Vyncke, SeniorenNet.be - 2 -

VDAB Sectorrapporten Inleiding Invalshoek Deze sectorrapporten vertrekken van de vraagzijde van de arbeidsmarkt. We brengen de tewerkstelling in Vlaanderen per sector in kaart en bekijken de kenmerken. De sectorindeling is gebaseerd op de NACE-classificatie van 2008 die ondernemingen indeelt volgens economische activiteiten. Op die manier wijken we dus af van de indeling in paritaire comités die op werknemersniveau zijn gedefinieerd. Eén onderneming kan werknemers uit diverse paritaire comités tewerkstellen, terwijl de werknemers uit éénzelfde paritair comité in diverse economische activiteiten aan de slag kunnen zijn. Beide indelingen zijn zo verschillend dat ook de cijfers niet vergelijkbaar zijn. Voor een sectorrapportering op basis van paritair comité verwijzen we naar de rapporten van het Departement Werk en Sociale Economie http://www4dar.vlaanderen.be/sites/svr/pages/2012-02-06-wse.aspx In onze sectorindeling worden aanverwante activiteiten gegroepeerd. Op het eind van elk sectorrapport staan de opgenomen activiteiten opgelijst. Databronnen In dit rapport wordt gebruik gemaakt van cijfers die beschikbaar worden gesteld in de Vlaamse Arbeidsrekening van het Steunpunt Werk en Sociale Economie in samenwerking met het Departement WSE. Het gaat dus om verwerkte cijfers van diverse sociale zekerheidsinstellingen (vb. RSZ, RSZPPO, RSVZ ). Daarnaast publiceren we ook cijfers van de VDAB zelf. Er is de voorkeur gegeven aan administratieve data eerder dan cijfers die gebaseerd zijn op enquêtes zoals de Enquête naar de Arbeidskrachten. Structuur van het sectorrapport Figuur 1 toont hoe het rapport is opgebouwd. De tewerkstelling kan uitgedrukt worden in het aantal personen dat in Vlaanderen tewerkgesteld wordt nl. de binnenlandse werkgelegenheid, of het aantal arbeidsplaatsen dat er in Vlaanderen is nl. de jobs. Deze jobs zijn de ingevulde arbeidsplaatsen in de Vlaamse vestigingen. We spreken hier bewust over vestigingen en niet over bedrijven of ondernemingen. Een onderneming met vestigingen in Vlaanderen kan haar hoofdzetel hebben in Brussel. De openstaande arbeidsplaatsen worden uitgedrukt in vacatures. Eén van de remediëringsinstrumenten die VDAB hanteert om werkzoekenden aan het werk te krijgen is de Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO). - 3 - Sectorrapport

Figuur 1 Structuur van het sectorrapport TEWERKSTELLING IN VLAANDEREN Personen of VTE Arbeidsplaatsen BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID JOBS Ingevulde arbeidsplaatsen VESTIGINGEN Openstaande arbeidsplaatsen IBO VACATURES Remediëringsinstrument Regionale verdeling In het rapport zijn de cijfers ook beschikbaar gesteld op regionaal niveau. Resoc staat voor Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité. Dit comité groepeert de sociale partners van de regionale SERR (Sociaal-Economische Raad van de Regio) samen met vertegenwoordigers van de lokale besturen (gemeenten en provincie). Voor Resoc Limburg is er gekozen om verder uit te splitsen naar streektafels omdat de regio anders te ruim is. Deze streektafels zijn er trouwens ook gekomen om de betrokkenheid van de lokale besturen te verhogen. Ze kunnen er werken aan streekgebonden knelpunten inzake sociale economie die door de provinciale RESOC-werking ondersteund worden. Vlaams rapport Naast de rapportering op sectorniveau is er ook een Vlaams rapport waarin de cijfers voor de gehele economie zijn opgenomen en de sectoren worden gebenchmarkt. Er is bewust gekozen om de Vlaamse cijfers niet telkens op te nemen in de sectorrapporten. DIENSTEN AAN PERSONEN - 4 -

BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID Situering van de sector Wat betekent deze indicator? De binnenlandse werkgelegenheid heeft betrekking op de arbeid die wordt ingezet in de Vlaamse vestigingen. De binnenlandse werkgelegenheid kan bijgevolg worden omschreven als het totale aantal personen (vanaf 15 jaar) dat een hoofdjob heeft in Vlaanderen. Ook studenten, PWA ers behoren hiertoe. Ter verduidelijking, de werkende bevolking is de som van de binnenlandse werkgelegenheid en het saldo grensarbeid. Figuur 2 Werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar hoofdsector en aandeel sector (2009) Primaire sector Secundaire sector 57.251 581.583 30% 2% 23% Tertiaire sector Quartaire sector 758.067 1.160.306 Diensten aan personen 2% 43% Figuur 3 Werkgelegenheid in de sector: Indeling naar statuut (2009) 4% Loontrekkend 17.816 37% Zelfstandig 27.766 Helper 1.953 59% - 5 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Op het vlak van werkgelegenheid behoort de sector diensten aan personen met ruim 47.000 werknemers tot één van de kleinere sectoren van de Vlaamse economie. Het aandeel van de sector in de tertiaire sector blijft dan ook beperkt. Bij 59% van de tewerkgestelde personen gaat het om een zelfstandige activiteit, slechts 37% is loontrekkend. Ondanks de crisis groeide de sector in 2009 met 2,6% in vergelijking met 2008. Figuur 4 Werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar sector en evolutie (jaargemiddelde 2009 t.o.v. 2008) Groot- en kleinhandel Onderwijs Zakelijke dienstverlening M aatschappelijke dienstverlening Bouw Transport, logistiek en post Openbare besturen M etaal Gezondheidszorg Horeca en toerisme Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling Dranken, voeding en tabak Chemie, rubber en kunststof Primaire sector Financiële diensten Informatica, media en telecom Diensten aan personen Ontspanning, cultuur en sport Textiel, kleding en schoeisel Energie, water en afvalverwerking Grafische nijverheid, papier en karton Hout- en meubelindustrie Vervaardiging van bouwmaterialen Overige dienstverlening Overige industrie 211.644 210.033 205.498 173.960 154.027 149.428 148.241 140.342 112.900 95.449 69.201 65.132 57.251 55.275 50.970 47.535 34.007 28.784 26.940 22.738 20.313 19.661 17.147 6.613 434.116-12,5% -9,7% -0,4% -1,6% -0,8% -6,6% -0,7% -3,3% -0,0% -1,5% -3,6% -4,9% -0,7% -5,3% +0,1% +2,6% +2,4% +5,3% +2,1% +0,0% +0,1% +2,6% +2,6% +6,2% +1,1% DIENSTEN AAN PERSONEN - 6 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Subsector en regio Wat betekent deze indicator? De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder gekend met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Figuur 5 Loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar leeftijd en geslacht: 3 subsectoren binnen de sector (2009) Overige persoonlijke diensten 15.563 22% 78% Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel 1.713 24% 76% Veterinaire diensten 541 30% 70% < 25 jaar 25-49 jaar >= 50 jaar Mannen Vrouwen De sector is weinig onderverdeeld. Behalve 2 zeer specifieke subsectoren zit quasi alle activiteit vervat in de subsector overige persoonlijke diensten. Er is een belangrijk aandeel jongeren actief in de sector. Ongeveer drie vierde van de werkgelegenheid wordt door vrouwen ingevuld. De regionale verdeling van de sector hangt samen met de bevolkingsverdeling. De provincie Antwerpen is de koploper. - 7 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 6 Loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar Resoc: 3 subsectoren binnen de sector (2009) Overige persoonlijke diensten Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel Veterinaire diensten Antwerpen 2.951 329 39 Mechelen 853 46 42 Turnhout 1.232 72 42 Prov. Antwerpen 5.035 447 122 Halle-Vilvoorde 1.144 193 20 Leuven 898 151 15 Prov. Vlaams-Brabant 2.042 344 35 Brugge 1.174 100 76 Westhoek 461 85 12 Zuid-West-Vlaanderen 976 83 8 Oostende 286 39 12 Midden-West-Vlaanderen 418 60 17 Prov. West-Vlaanderen 3.315 366 125 Zuid-Oost-Vlaanderen 675 98 5 Dender-Waas 1.178 89 8 Gent en rand 768 103 183 Meetjesland-Leiestreek 552 64 4 Prov. Oost-Vlaanderen 3.174 354 200 Midden-Limburg 627 67 31 West-Limburg 478 25 9 Zuid-Limburg 489 40 7 Noord-Limburg 199 24 5 Maasland 204 45 6 Prov. Limburg 1.997 201 58 Vlaanderen 15.563 1.713 541 DIENSTEN AAN PERSONEN - 8 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Geslacht Wat betekent deze indicator? De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar geslacht. Figuur 7 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht (2009) 22,0% Mannen 3.928 Vrouw en 13.888 78,0% Figuur 8 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht en Resoc (2009) Mannen Vrouwen Antwerpen 859 2.460 Mechelen 195 746 Turnhout 309 1.036 Prov. Antwerpen 1.362 4.242 Halle-Vilvoorde 347 1.010 Leuven 188 877 Prov. Vlaams-Brabant 535 1.887 Brugge 321 1.029 Westhoek 211 346 Zuid-West-Vlaanderen 148 919 Oostende 74 263 Midden-W est-vlaanderen 69 426 Prov. West-Vlaanderen 824 2.982 Zuid-Oost-Vlaanderen 152 626 Dender-Waas 220 1.055 Gent en rand 256 798 Meetjesland-Leiestreek 107 513 Prov. Oost-Vlaanderen 736 2.993 Midden-Limburg 155 570 West-Limburg 119 393 Zuid-Limburg 102 435 Noord-Limburg 46 182 Maasland 50 205 Prov. Limburg 471 1.784 Vlaanderen 3.928 13.888-9 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 9 Evolutie loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht en jaar 2008 3.775 13.758 2009 3.928 13.888 Mannen Vrouwen Figuur 10 Aandeel vrouwen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) Vrouwen maken maar liefst 78% van de werkgelegenheid in de sector diensten aan personen uit. Er zijn regionale verschillen maar in elke regio zijn vrouwen in de meerderheid. De Westhoek kent het laagste aandeel vrouwen. DIENSTEN AAN PERSONEN - 10 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Leeftijd Wat betekent deze indicator? De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar leeftijd. Figuur 11 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie (2009) < 25 jaar 4.289 20,7% 24,1% 25-49 jaar 9.839 >= 50 jaar 3.688 55,2% Figuur 12 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en Resoc (2009) < 25 jaar 25-49 jaar >= 50 jaar Antwerpen 747 1.871 701 Mechelen 256 514 171 Turnhout 278 771 296 Prov. Antwerpen 1.281 3.155 1.168 Halle-Vilvoorde 286 743 327 Leuven 297 564 204 Prov. Vlaams-Brabant 583 1.307 531 Brugge 285 805 260 Westhoek 129 302 126 Zuid-West-Vlaanderen 223 631 214 Oostende 103 162 72 Midden-West-Vlaanderen 137 266 93 Prov. West-Vlaanderen 877 2.166 763 Zuid-Oost-Vlaanderen 204 400 173 Dender-Waas 319 713 244 Gent en rand 255 589 211 Meetjesland-Leiestreek 149 327 145 Prov. Oost-Vlaanderen 927 2.029 773 Midden-Limburg 203 371 151 West-Limburg 103 299 110 Zuid-Limburg 152 289 96 Noord-Limburg 79 108 40 Maasland 83 117 55 Prov. Limburg 620 1.183 453 Vlaanderen 4.289 9.839 3.688 Maar liefst één vijfde van de werknemers in de sector diensten aan personen is 50 jaar of ouder. De leeftijdsverdeling varieert tussen de regio s. Limburg en Leuven kennen een jongere leeftijdsstructuur dan de andere regio s. - 11 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 13 Evolutie totale loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en jaar 2008 4.335 9.820 3.378 < 25 jaar 25-49 jaar 2009 4.289 9.839 3.688 >= 50 jaar Figuur 14 Aandeel <25 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) Figuur 15 Aandeel >=50 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) DIENSTEN AAN PERSONEN - 12 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Arbeidsregime Wat betekent deze indicator? Op basis van het arbeidsregime van de loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid kan het aantal voltijdse equivalenten (VTE) afgeleid worden. Dit geeft het arbeidsvolume aan binnen de sector, waardoor deze indicator beter geschikt is als vergelijkingsbasis tussen verschillende sectoren. Figuur 16 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime (2009) Voltijds 8.400 47,5% Deeltijds 9.284 52,5% Figuur 17 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Personen en VTE (2009) 17.533 17.816 10.943 11.044 Personen VTE 2008 2009 Figuur 18 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime, geslacht en leeftijd (2009) Mannen Vrouwen 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 <25 jaar 25-49 jaar >=50 jaar 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 <25 jaar 25-49 jaar >=50 jaar Voltijds Deeltijds - 13 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 19 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime en Resoc (2009) Voltijds Deeltijds Antwerpen 1.569 1.724 Mechelen 433 502 Turnhout 570 775 Prov. Antwerpen 2.572 3.001 Halle-Vilvoorde 711 641 Leuven 492 571 Prov. Vlaams-Brabant 1.203 1.211 Brugge 804 541 Westhoek 312 240 Zuid-West-Vlaanderen 567 500 Oostende 162 170 Midden-W est-vlaanderen 222 273 Prov. West-Vlaanderen 2.067 1.724 Zuid-Oost-Vlaanderen 345 423 Dender-Waas 608 646 Gent en rand 429 608 Meetjesland-Leiestreek 306 300 Prov. Oost-Vlaanderen 1.689 1.977 Midden-Limburg 251 471 West-Limburg 216 292 Zuid-Limburg 243 285 Noord-Limburg 86 141 Maasland 73 181 Prov. Limburg 869 1.371 Totaal 8.400 9.284 Meer dan de helft van de loontrekkende werknemers is deeltijds aan de slag. Dit hangt samen met het grote aandeel vrouwen in de sector. Uitzendarbeid is niet in deze grafiek opgenomen omdat ze in de sociale zekerheidscijfers bij de uitzendsector gevoegd wordt. Er zijn belangrijke verschillen tussen de regio s. In Halle-Vilvoorde, Zuid-West- Vlaanderen, Westhoek en Brugge wordt er vaker voltijds gewerkt. In grote delen van Limburg wordt het meest deeltijds gewerkt. Figuur 20 Aandeel voltijds arbeidsregime in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) DI - 14 -

JOBS Statuut Wat betekent deze indicator? Jobs zijn het aantal vervulde arbeidsplaatsen in de in Vlaanderen gevestigde productie-eenheden. Een job kan als loontrekkende, zelfstandige of helper ingevuld worden en hoofd- of bijberoep zijn. Arbeidsplaatsen van werknemers die afwezig zijn wegens ziekte, verlof of tijdelijke werkloosheid worden ook geteld als jobs. Arbeidsplaatsen van werknemers in voltijdse loopbaanonderbreking of tijdskrediet worden niet geteld als jobs. Figuur 21 Aantal jobs in de sector: Indeling naar statuut (2010) 3,3% Loontrekkend 20.360 32,8% Zelfstandig 39.587 Helper 2.045 63,9% Figuur 22 Aandeel loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010) - 15 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2010 In de sector diensten aan personen gaat het in bijna twee derde van de jobs om een zelfstandige activiteit. Het aandeel loontrekkende jobs varieert wel sterk tussen de regio s. Het hoogste aandeel loontrekkenden is op te meten in Brugge en Antwerpen. DIENSTEN AAN PERSONEN - 16 -

JOBS Jobcreatie en jobdestructie Wat betekent deze indicator? Jobcreatie en -destructie worden gemeten als het verschil tussen het aantal jobs op 30 juni 2010 en 30 juni 2009 van een onderneming. Op vestigingsniveau wordt er meer dynamiek waargenomen dan op het niveau van de onderneming maar hier wordt geen rekening mee gehouden. Als het aantal arbeidsplaatsen in een onderneming op het eind van de periode groter is dan in het begin, is er sprake van jobcreatie. Als het aantal jobs op het einde kleiner is dan in het begin, spreken we van jobdestructie. Figuur 23 Jobcreatie en -destructie in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009) Figuur 24 Netto aangroei aantal jobs in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009) -1.767 +2.086 0-9 w n +2,8% -295 +313 10-49 w n +0,4% -40 +76 50-199 w n +2,6% -51 +13 > 199 w n -2,2% Figuur 25 Aantal bedrijven en aantal jobs in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009) Bedrijven Jobs 209 18 4 1.406 1.715 4.052 11.278 6.284 0-9 wn 10-49 wn 50-199 wn > 199 wn - 17 - Sectorrapport

Bron: RSZ en Dynam-belgium.org Cijfers juni 2010 t.o.v. juni 2009 Achter de netto-evolutie van jobs gaat een ruimere dynamiek van jobcreatie en -destructie schuil. De sterkste dynamiek vindt plaats bij de kleinste bedrijven. Zij maken een heel groot deel van het aantal bedrijven uit binnen de sector maar in verhouding zorgen de grotere ondernemingen voor meer werkgelegenheid. Overal is de werkgelegenheid toegenomen behalve bij de bedrijven met 200 of meer werknemers. DIENSTEN AAN PERSONEN - 18 -

JOBS Loontrekkende jobs Wat betekent deze indicator? Dit zijn de jobs die in loondienst worden uitgeoefend. W erknemers kunnen een job uitoefenen bij meerdere werkgevers. Arbeidsplaatsen ingevuld door uitzendkrachten worden geteld als jobs van het uitzendkantoor en niet van de onderneming waar ze effectief werken. Dit betekent dat het aantal jobs wordt onderschat indien veel gebruik gemaakt wordt van uitzendarbeid. Antwerpen stelt het hoogste aantal loontrekkende jobs binnen de sector diensten aan personen tewerk, wat logisch is aangezien deze regio ook het meeste inwoners telt. Procentueel is de sector het sterkst vertegenwoordigd in Meetjesland-Leiestreek, West-Limburg, Maasland en Zuid-Limburg - Haspengouw. De sector is er in de loop van 2010 in Oostende, Brugge, Dender-Waas, Turnhout, Midden-Limburg en Maasland op achteruitgegaan. In Antwerpen is er sprake van een grote toename in loontrekkende jobs. - 19 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2010 Figuur 26 Aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 27 Aandeel van de sector in het totaal aantal loontrekkende jobs: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 28 Evolutie van het aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (jaargemiddelde 2010 t.o.v. 2009) DIENSTEN AAN PERSONEN - 20 -

BEDRIJVEN Vestigingsgrootte Wat betekent deze indicator? Een onderneming kan op één enkele plaats gevestigd zijn of meerdere vestigingen met personeel hebben. De ondernemingsgrootte wordt hier berekend op vestigingsniveau. Dit betekent dat grote bedrijven met meerdere vestigingen worden opgesplitst. Voor alle duidelijkheid spreken we dan ook over vestigingsgrootte. Dit betekent dat alle arbeidsplaatsen in Vlaanderen meegenomen worden, ook als de hoofdzetel van een onderneming buiten Vlaanderen gelegen is. Figuur 29 Aantal vestigingen in de sector: Indeling naar vestigingsgrootte (2010) 0-9 wn 5.989 3,9% 0,6% 10-49 wn 243 50-199 wn 35 > 199 wn 2 95,5% Figuur 30 Aantal vestigingen in de sector: Indeling naar vestigingsgrootte en Resoc (2010) 0-9 wn 10-49 wn 50-199 wn > 199 wn Antwerpen 1.051 49 13 0 Mechelen 286 16 0 0 Turnhout 328 22 2 0 Prov. Antwerpen 1.664 87 15 0 Halle-Vilvoorde 518 24 1 0 Leuven 452 16 1 0 Prov. Vlaams-Brabant 970 39 2 0 Brugge 325 12 4 1 Westhoek 209 12 1 0 Zuid-West-Vlaanderen 271 11 4 0 Oostende 152 4 0 0 Midden-West-Vlaanderen 218 9 0 0 Prov. West-Vlaanderen 1.174 48 10 1 Zuid-Oost-Vlaanderen 349 7 1 0 Dender-Waas 399 14 3 0 Gent en rand 358 11 3 0 Meetjesland-Leiestreek 214 8 1 0 Prov. Oost-Vlaanderen 1.320 40 8 0 Midden-Limburg 296 6 1 0 West-Limburg 142 5 0 1 Zuid-Limburg 208 7 0 0 Noord-Limburg 96 5 0 0 Maasland 119 4 0 0 Prov. Limburg 861 28 1 1 Vlaanderen 5.989 243 35 2-21 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2010 Figuur 31 Aandeel vestigingen met minder dan 50 werknemers: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 32 Aandeel vestigingen met meer dan 199 werknemers: Indeling naar Resoc (2010) In de sector van diensten aan personen zijn de kleine vestigingen oververtegenwoordigd: maar liefst 96% van de vestigingen stellen minder dan 10 werknemers te werk. De 2 grootste vestigingen (>199 werknemers) zijn in Brugge, Turnhout en West- Limburg actief. * Noot bij Figuur 30: door het afronden van de cijfers op het niveau van de regio, is de som van de regio s groter dan het totaal. DIENSTEN AAN PERSONEN - 22 -

VACATURES Ontvangen door VDAB Wat betekent deze indicator? Vacatures zijn openstaande arbeidsplaatsen waarvoor de werkgever op zoek is naar een kandidaat-werknemer. Werkgevers kunnen deze vacatures melden aan de VDAB. In de cijfers wordt enkel rekening gehouden met vacatures uit het normaal economisch circuit zonder uitzendopdrachten (NECzU). Ook vacatures in het kader van tewerkstellingsmaatregelen worden buiten beschouwing gelaten. Tot slot zijn ook de vacatures in de sector uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling uit de cijfers gehaald. De regionale verdeling is gebaseerd op de hoofdzetel van de onderneming. Over de plaats van tewerkstelling is er onvoldoende informatie beschikbaar. Vacatures buiten Vlaanderen kunnen dus afkomstig zijn van ondernemingen met hoofdzetel in Brussel maar met vestigingen in Vlaanderen. Omgekeerd kunnen de ontvangen vacatures uit een regio eigenlijk tewerkstelling in een vestiging buiten deze regio betekenen. Figuur 33 Aantal ontvangen vacatures in Vlaanderen: Aandeel van de sector (2010) 4,8% Diensten aan personen 9.117 Andere 182.503 95,2% Figuur 34 Vacaturegraad (openstaande vacatures t.o.v. loontrekkende jobs): Evolutie 7,9% 8,3% 6,6% 2008 2009 2010-23 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 35 Aantal ontvangen vacatures van de sector: 10 belangrijkste beroepsgroepen (2010) Huisbew aarder, schoonmaker Andere in de diensten 2.060 1.973 Informaticus 919 Andere bureaubedienden 735 Andere hogere bedienden Verkoper 541 528 Paramedicus, verzorging Vertegenw oordiger Opvoeder Kader privé-sector 384 294 229 210 4,8% van alle ontvangen vacatures komt uit de sector diensten aan personen, wat hoog is in verhouding tot het aandeel van de sector in de binnenlandse werkgelegenheid. Bij de vacaturegraad zetten we het jaargemiddelde van de openstaande vacatures af tegenover de som van het aantal loontrekkende jobs en de openstaande vacatures (volgens de definitie van het Steunpunt W erk en Sociale Economie). Deze indicator geeft dus het aandeel van de arbeidsplaatsen in de sector aan die niet ingevuld is. De vacaturegraad lag in het crisisjaar 2009 op 8,3%, wat nog hoger is dan de 7,9% van 2008. In 2010 daalde de vacaturegraad tot 6,6%. Veel vacatures betreffen huisbewaarder, schoonmaker en andere functies in de diensten. Ook informatici worden vaak gevraagd in deze sector. DIENSTEN AAN PERSONEN - 24 -

VACATURES Ontvangen door VDAB Figuur 36 Aantal ontvangen vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010) Aantal vacatures Antwerpen 1.180 Mechelen 252 Turnhout 810 Prov. Antwerpen 2.242 Halle-Vilvoorde 542 Leuven 1.577 Prov. Vlaams-Brabant 2.119 Brugge 143 Westhoek 144 Zuid-West-Vlaanderen 450 Oostende 56 Midden-West-Vlaanderen 216 Prov. West-Vlaanderen 1.009 Zuid-Oost-Vlaanderen 169 Dender-Waas 343 Gent en rand 528 Meetjesland-Leiestreek 163 Prov. Oost-Vlaanderen 1.203 Midden-Limburg 424 West-Limburg 69 Zuid-Limburg 111 Noord-Limburg 45 Maasland 118 Prov. Limburg 767 Buiten Vlaanderen 1.777 Eindtotaal 9.117 Antwerpen is op het vlak van ontvangen vacatures koploper, op de voet gevolgd door Vlaams-Brabant. Het relatieve belang van de sector in het totaal aantal vacatures is het grootst in Leuven. Ook in Zuid-West- Vlaanderen, Turnhout, Midden-Limburg en Maasland zorgt de sector voor relatief veel vacatures. - 25 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 37 Aandeel ontvangen vacatures van de sector t.o.v. totaal aantal vacatures: Indeling naar Resoc (2010) DIENSTEN AAN PERSONEN - 26 -

KNELPUNTBEROEPEN Knelpuntvacatures Wat betekent deze indicator? Niet elke vacature voor een knelpuntberoep geraakt moeilijk ingevuld. Bij de vacatures voor knelpuntberoepen waar het meer dan 90 dagen (of 3 maand) duurde voor ze ingevuld raakten, spreken we van knelpuntvacatures. Ook hier is voor de regionale verdeling rekening gehouden met de regionale knelpunten die kunnen afwijken van de Vlaamse lijst van knelpuntberoepen. Figuur 38 Aandeel knelpuntvacatures in de sector (2010) Figuur 39 Aandeel knelpuntvacatures in alle sectoren (2010) 26,7% 22,5% 73,3% 77,5% Geen knelpuntvacatures Knelpuntvacatures Ruim 26,7% van de ontvangen vacatures in de sector diensten aan personen zijn knelpuntvacatures, wat hoger ligt dan het gemiddelde over alle sectoren. De meeste knelpuntvacatures zijn te vinden bij de beroepen schoonmaker en kapper. Het aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures in de sector is het grootst in de regio s Meetjesland-Leiestreek, Gent en rand, Leuven en West- Limburg. - 27 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 40 Aantal knelpuntvacatures in de sector: 10 belangrijkste clusters van knelpuntberoepen (2010) Schoonmaker 717 Kapper 253 Strijkster (M/V) 23 Vertegenw oordiger 22 Begeleider kinderopvang 21 Begeleider PAB 18 Filiaalhouder en - assistent 10 Vrachtw agenbestuurder 10 Hovenier aanleg en onderhoud parken en tuinen 9 Ingenieur 8 Figuur 41 Aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010) DIENSTEN AAN PERSONEN - 28 -

REMEDIËRING Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO) Wat betekent deze indicator? De individuele beroepsopleiding in de onderneming is een opleiding waarbij een cursist op de werkplek wordt getraind en begeleid. Het bedrijf betaalt geen loon en RSZ, enkel een productiviteitspremie. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht om de cursist aan te werven met een contract voor onbepaalde duur. Figuur 42 Aantal gestarte IBO s in Vlaanderen: aandeel van de sector (2010) 4,6% Diensten aan personen 548 Andere 11.253 95,4% Figuur 43 Aantal gestarte IBO s in de sector: Indeling naar kenmerk (2010) Geslacht 180 368 M V Leeftijd 366 168 14 <25 j. 25-49 j. >=50 j. Scholingsniveau 149 319 80 Laag Midden Hoog Knelpuntberoep 304 244 Knelpunt Geen knelpunt Origine 466 82 EU Niet-EU Werkloosheidsduur 466 66 16 <1 j. 1-2 j. 2-5 j. >5 j. De sector diensten aan personen is goed voor 4,6% van alle Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming (IBO). Tegenover het belang van de sector in de totale werkgelegenheid (2%) staan dus relatief veel IBO s. Er worden vooral vrouwen en relatief veel jongeren via IBO tewerkgesteld. Middengeschoolden blijken het populairst te zijn. Allochtonen en langdurig werkzoekenden vinden moeilijker de weg naar een IBO. Bij 55% van de IBO s gaat het om knelpuntberoepen. - 29 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 44 Aantal gestarte IBO s in de sector: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 45 Aandeel van de gestarte IBO s t.o.v. aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010) DIENSTEN AAN PERSONEN - 30 -

BIJLAGE Nace-codes Deze sector omvat: NACE OMSCHRIJVING 75000 Veterinaire diensten 96011 Activiteiten van industriële wasserijen 96012 Activiteiten van wasserettes en wassalons ten behoeve van particulieren 96021 Haarverzorging 96022 Schoonheidsverzorging 96031 Uitvaartverzorging 96032 Beheer van kerkhoven en activiteiten van crematoria 96040 Sauna's, solaria, baden enz. 96091 Contactbemiddelingsbureaus en dergelijke 96092 Plaatsen van tatouages en piercings 96093 Diensten in verband met de verzorging van huisdieren, m.u.v. veterinaire diensten 96094 Africhten van huisdieren 96095 Pensions voor huisdieren 96099 Overige persoonlijke diensten 97000 Huishoudens als werkgever van huishoudelijk personeel 98100 Niet-gedifferentieerde productie van goederen door particuliere huishoudens voor eigen gebruik 98200 Niet-gedifferentieerde productie van diensten door particuliere huishoudens voor eigen gebruik - 31 - Sectorrapport

DIENSTEN AAN PERSONEN - 34 -