Het opstellen van een QRA rapportage (Risicoanalyse LNG tankstation Waddinxveen, Top Consultants

Vergelijkbare documenten
Risicoanalyse Avia tankstation. Drievogelstraat in Kerkrade. Adviseurs voor de externe veiligheid

Risicoanalyse Biovergister

Activiteitenschakel vierde tranche Propaantanks

Modellering gascilinders uit Handleiding Risicoberekeningen BEVI concept versie 1.4

tankstation Duiven LNG doelstelling 2015 (Green Deal)

Risicoanalyse directe bunkering LNG Amerikahaven

Risicoanalyse biogasinstallatie rwzi Harderwijk

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

: Beoordeling onbemand opereren benzinetankstation

Risicoanalyse LNG-tankstation Rotterdam

Risicoanalyse LPG-tankstation Nieuwe Hemweg te Amsterdam

Groepsrisicoberekening LPG-tankstation B. Kerkhof & Zn

Risicoanalyse BOL SuperTank te Bunschoten

Risicoanalyse propaantank Veerdam 1. in Aalst (gemeente Zaltbommel)

Rapport. Plaatsgebonden risico en Groepsrisico LPG-tankstation Laan der Verenigde Naties

Het PR en de hoogte van het GR dient berekend te worden. In onderhavig onderzoek is hiervoor gebruik gemaakt van het rekenmodel Safeti-NL [2].

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Kwantitatieve risico analyse Baanplant / van Son en Koot Dongenseweg 3 A Kaatsheuvel

Groepsrisico LPG-tankstation Shell Muntbergweg in Amsterdam

Groepsrisico LPG-tankstation Tamoil Rijn 1. in Den Haag

Buisleidingen. Stand van zaken. Margreet Spoelstra RIVM

Groepsrisico LPG-tankstation foodcourt De Vrolijkheid te Zwolle

LNG Veiligheid, hoe doe je dat?

Groepsrisicoberekening LPG-tankstation Shell De Leeuwenhoek

Kwantitatieve risicoanalyse fa. Brandsma te Hilversum

LNG als alternatieve motorbrandstof

Warmtecontouren - conventionele modellen gebruik van contouren -

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE LPG-TANKSTATION EKELSCHOT NABIJ PLAN "BRUISEND DORPSHART"

Risicoanalyse LNG-tankstation Harnaschpolder Midden-Delfland

QRA H 2 refuelling station Air Liquide

Groepsrisico LPG-tankstation Shell te Oude Meer

Risicoanalyse Marco Gas te Bakel

QRA LPG tankstation De Staart

QRA berekening LPG-tankstations

Aanwijzingsgetal Maat voor het gevaar dat een installatie kan opleveren, ongeacht de locatie ervan

Rapportage advies externe veiligheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland p.a. DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus AV Schiedam

QRA LNG tankstation Shell tankstation STD Waddinveen Van Leeuwen Truckservice / Van Leeuwen Olie BV

Incidentenanalyse atmosferische opslagtanks Fase 2: risicoreductie

Externe veiligheid tankstation P. Kok en Zn Hoofddorp

BP Europa SE - BP Nederland BV t.a.v. T. van den Heuij Postbus BC ROTTERDAM. Geachte heer Van den Heuij,

Risico- en effectafstanden waterstoftankstations

Groepsrisico LPG-tankstation Roermondsweg 112, Weert

Wat kan de kennistafel LNG hierin betekenen?

QRA Tankbouw Rootselaar Nijkerk

Brabantse afspraken invoer RRGS

Activiteitenbesluit wijziging: reparaties en richtlijnen. Deze sessie gaat over: de aankomende wijziging van Activiteitenbesluit en -regeling.

Notitie. 1 Inleiding. 2 Uitgangspunten

QRA propaanopslag Overberg

Kwantitatieve risicoanalyse propaanopslag Camping 't Wisentbos

Groepsrisicoberekening LPG-tankstation BP Ockenburghstraat

Rekenmethodiek voor LPG-tankstations LPG-tankstations als bedoeld in artikel 2.1 onder e van het Bevi

QRA LPG station. Kwantitatieve Risicoanalyse voor het LPG tankstation aan de Cartesiusweg 140. Externe Veiligheid.

Uitstroming met lage snelheid Ondergrondse pijpleiding Barendrecht CO2 opslag

Bijlage 6 Uitwerking aspecten externe veiligheid

Risicoanalyse Truckparking Maat te Alblasserdam

Risicoanalyse LNG-tankstation Weert

Brabantse afspraken invoer RRGS

Risicoberekening LPG tankstation Total Drentse Poort Nieuw Buinen

Addendum toetstafel Barendrecht: CO2 concentraties kritische locaties; Maximale effectafstand

Greif Nederland B.V. T.a.v. de heer E. Kielestein Bergseweg AK VREELAND. Geachte heer Kielestein,

Kwantitatieve Risico Analyse (QRA)

Groepsrisico LPG-tankstation Venrayseweg Horst aan de Maas

1 Inleiding. BP Europa SE - BP Nederland BV T.a.v. de heer Van den Heuij Postbus BC ROTTERDAM. Geachte heer Van den Heuij,

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6

Risicoanalyse Marco Gas te Bakel

Kenmerk: / Besluit omgevingsvergunning. OLO Aanvraagnummer Air Products Nederland B.V. Schalkwijkpolderweg 2, 1165 AC Halfweg

Groepsrisico LPG-tankstation Texaco Leidsestraatweg 132. in Woerden

Amitec. Alltech. Deze inrichtring loost alleen sanitair- en hwa-water.

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

Inhoud Startpagina Inleiding Gebruik

De groene delta van Nijmegen

Groepsrisico LPG-tankstation Venrayseweg Horst aan de Maas

QRA LPG station Kwantitatieve Risicoanalyse voor het LPG tankstation aan het Herculesplein Externe Veiligheid Gemeente Utrecht juni 2008 Definitief

Handreiking voorbereiding bestrijding Buisleidingincidenten

April 2018: Domino aanwijzing onder BRZO 2015

Groepsrisico LPG-tankstation Total Dobber 2 in Obdam. (gemeente Koggenland)

Ontwikkelingen rekenmethodieken. Margreet Spoelstra (RIVM)

Risicoanalyse van het transport van gevaarlijke stoffen over de Oude Maas. Voor de ontwikkeling van "De Elementen" in Spijkenisse

Externe veiligheid planwijziging LPG-tankstation A4 afrit 12. (gemeente Midden Delfland)

QRA LNG tankstation Shell tankstation STD Waddinveen Van Leeuwen Truckservice / Van Leeuwen Olie BV

Risicoanalyse Videojet Technologies Europe in De Meern

Groepsrisico LPG-tankstation Prins Bernhardstraat in Vianen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire externe veiligheid LNG-tankstations

Goede ruimtelijke onderbouwing in het kader van de omgevingsvergunning voor Aircraft Fuel Supply, Schiphol. Opdrachtgever: Aircraft Fuel Supply B.V.

Verantwoording groepsrisico

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen.

BESLUIT WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

Methoden voor het bepalen van mogelijke schade Aan mensen en goederen door het vrijkomen van gevaarlijke stoffen

Buisleidingen: faaloorzaken en risicoreducerende maatregelen. Paul Uijt de Haag / RIVM

Memo. Inleiding. memonummer datum 11 mei 2016 Lisette Groen Maayke Houtman Louis de Nijs

Toezicht & Handhaving binnen de (externe)veiligheidsketen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BRANDWEER Kermemerland

In voorliggende notitie wordt ingegaan op het aspect groepsrisico vanwege de K1-vloeistofleiding van de DPO (Defensie Pijpleidingen Organisatie).

Standaard Verantwoording Groepsrisico Gemeente Werkendam

Kwantitatieve risicoanalyse. Bio-LNG tankstation. Locatie: LUKOIL. Plettenburglaan, Geldermalsen

Cryogeen LNG: Waar..

Voor het berekenen van de risico s voor de mens wordt gebruik gemaakt van een softwareprogramma, dat voldoet aan het Handboek Risicoberekeningen.

Transcriptie:

Onderbouwing voor het afwijken van het in PGS9 opstelde doelvoorschrift met betrekking tot interne veiligheidsafstanden tussen LIN en LNG opslagtank, LNG station aan de Transportweg 32 te Waddinxveen In het Ontwerp besluit van de Omgevingsdienst ODMH met kenmerk 2016092154 en OLO nummer: 2262647 d.d. 22 april 2016 is onder andere de volgende motivering en voorschriften opgenomen: 5.2.2.3 Opslag vloeibaar stikstof (PGS 9) Om de opslag van LNG in vloeibare toestand plaats te laten vinden in de opslagtank wordt het LNG gekoeld (circa 170 C). Om deze temperatuur te bereiken wordt een koelsysteem toegepast dat gebruik maakt van vloeibare stikstof. De opslag van vloeibare stikstof dient plaats te vinden conform de PGS 9 zodat voldaan wordt aan BBT. De relevante onderdelen van de PGS 9 zijn bij voorschrift aan dit besluit verbonden. 4. LNG 4.1 De installatie voor opslag van vloeibaar aardgas (LNG) en het gebruik ervan voldoet aan de voorschriften gesteld in de paragrafen 2.2, 2.3, 3.2 tot en met 3.7 (met uitzondering van paragraaf 3.6, 4.2 tot en met 4.4, 5.2 tot en met 5.7 en 6.2 en 6.3 van de PGS 33 1:2013 versie 1.0, Aardgas, afleverinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor motorvoertuigen. 6. Opslag van stikstof (koelinstallatie LNG, PGS 9) 6.1 De opslag van vloeibare stikstof voldoet aan de voorschriften gesteld in de paragrafen 3.2.2 tot en met 3.2.7, de paragrafen 3.3 tot en met 3.12 (met uitzondering van paragraaf 3.9), voorschrift 6.3.1 en paragraaf 7.4 van de PGS 9. In de PGS 9 publicatie is onder paragraaf 3.2 opgenomen: Het doel van het vaststellen van veiligheidsafstanden tussen opslagtanks met brandbaar gas en vloeibaar gas is primair het voorkomen van interne domino effecten door warmtestraling. Bij de bepaling van de minimaal aan te houden afstanden tussen een reservoir en andere objecten binnen de inrichting moet enerzijds rekening worden gehouden met het beschermen van het reservoir tegen warmtestraling van een brandend object en anderszijds moet de omgeving en de objecten daarin worden beschermd tegen het vrijkomen van ontsnappend gas. Op basis van de doelvoorschrifen in de PGS9 is in het geval van het LNG station in Eindhoven de met rood gemarkeerde veiligheidsafstand tussen LNG opslagtank en LIN opslagtank van toepassing (PGS 9 tabel 3.1: Vereiste aan te houden minimumafstanden van het cryogene reservoir ten opzichte van reservoirs waaruit tot vloeistof verdicht brandbaar gas (zoals propaan, butaan, LPG) wordt afgetapt)

Er is in de PGS 9 zoveel mogelijk gebruik gemaakt van doelvoorschriften. Daarbij wordt de gelegenheid geboden om gemotiveerd van deze afstanden af te wijken. Middels voorliggend schrijven wenst Shell gemotiveerd van deze veiligheidsafstand af te wijken. 1. LNG scenario s 1.1 Kans op falen LNG opslagtank In geval van falen van de LNG opslagtank kan zich een plas LNG onder de opslagtank vormen. Belangrijke parameters die bepalen of een LNG uitstroming kan leiden tot een plas zijn de uitstroomsnelheid en de druppelgrootte van het LNG. Uit berekeningen (DNV) blijkt dat alleen uitstroming ten gevolge van een leidingbreuk met druppelgroottes groter dan 1 mm en snelheden kleiner dan 10 m/s leiden tot een plas. Deze situatie treedt pas enige tijd (meer dan 10 min) na het begin van de uitstroming op wanneer de druk en uitstroomhoeveelheid afgenomen zijn. De plas krijgt dan maximaal een diameter van 12 m. Het vat is dan reeds voor 75 % leeggestroomd. Het opstellen van een QRA rapportage (Risicoanalyse LNG tankstation Waddinxveen, Top Consultants project R0160021aaA0 QRA LNG Tankstation STD Waddinxveen, datum 30 augustus 2016 versie 2.0) was onderdeel van de aanvraag van de omgevingsvergunning. Volgens het QRA rapport van Waddinxveen opgesteld door Top Consultants is de kans op falen van de LNG opslagtank gesteld op: 1.2 Plasvorming In geval van een eventuele plasvorming zal vrijkomend LNG niet aflopen naar de LIN installatie omdat op het LNG tankstation in Waddinxveen voldaan wordt aan PGS 33 1 voorschrift vs 2.2.11, dat luidt: De terreininrichting, het afschot van de vloeren en de locatie van straatkolken moeten zodanig zijn dat eventueel vrijkomend LNG: niet afloopt naar een andere installatie met gevaarlijke stoffen; Het afschot van de betonvloer onder de LNG opslagtank in Waddinxveen is 1,5 2,0 cm per meter. Hierdoor zal eventuele plasvorming niet onder de LNG opslagtank voor maar van de LNG installatie (en LIN opslagtank) af en zal de afstand tussen een plasbrand en LIN opslagtank groter worden. 1.3 Barriers om een plasvorming/plasbrand tegen te gaan De LNG opslagtank heeft louter gelaste verbindingen (100% getest met röntgen stralen) tot de eerste ESD klep (veiligheidsafsluiters) (zie figuur hieronder) die worden geinitieerd door ESD signaal via: 1 vlamdetector 6 gasdetectoren Temperatuursensor aan de voet van de opslagtank Hierdoor wordt een uitstroom van LNG en de vorming van plas dan wel een fakkelbrand niet kansrijk geacht.

2. LIN opslagtank 2.1 Gebruik LIN Op Shell LNG tankstations wordt LIN gebruikt om het ontluchten van aardgas (methaan naar de atmosfeer te voorkomen. Vergeleken met CO 2 heeft methaan een 25x groter effect op het broeikasgas probleem. Vanwege warmte influx, vindt er in de LNG opslagtank continu verdamping van LNG plaats waardoor Boil off Gas ontstaat (BOG). Dit kan niet vermeden worden en wordt door middel van een BOG management systeem behandeld, voor het BOG systeem wordt LIN gebruikt. 2.2 Risicobeoordeling LIN In de eerder benoemde QRA is de installatie met stikstof niet gemodelleerd, omdat het een beperkte hoeveelheid betreft en stikstof niet brandbaar en niet toxisch is. (gebaseerd op RIVM publicatie: Handleiding risicoberekeningen BEVI (versie 3.2 gedateerd 1 juli 2009)) In de de PGS 33 1 wordt een LIN opslagtank niet als een potentiële gevarenbronn van een LNGtankstation geidentificeerd (paragraaf 5.3.3). Shell heeft LIN niet uitgesloten van de Shell risicobeoordeling, waarvan een exemplaar seperaat aan dit document is toegevoegd. Gebaseerd op deze risicobeoordeling wordt het risico van loss of primary containment van LIN beschouwd als een P3B risico.

2.3 Maatregelen ter voorkoming van het begeven op de LIN opslagtank Het LIN systeem is separaat in een HAZOP studie beoordeeld. De HAZOP is tevens als separaat document aan dit document toegevoegd. De HAZOP beschrijft het volgende: als gevolg van brand zal potentiele overdruk in de LIN opslagtank leiden tot loss of primary containment. De safeguard hiervoor is het drukventiel PSE 301. De drukventielen (PRV's) van de LIN opslagtank zijn gedimensioneerd voor een geval van brand volgens EN 13648 3 Cryogene vaten Veiligheidsvoorzieningen voor de bescherming tegen overmatige druk Deel 3: Bepaling van de voorgeschreven opbrengst Capaciteit en lijmen, hoofdstuk 3.3. Als zodanig zal dit niet leiden tot een overdruk boven de ontwerplimieten van de LIN opslagtank. Overtollige druk in de LIN opslagtank zal niet leiden tot het begeven van opslagtank. Indien de PRV s van de LIN opslagtank worden geactiveerd door warmtestraling, zal er geen verstikking van mensen kunnen plaatsvinden. De stikstof zal zich namelijk via de vent, die aan de LNG opslagtank is bevestigd, op 15 m hoogte verspreiden. Op grondniveau zal zich geen stikstof wolk verspreiden in een zodanige hoeveelheid dat het mensen zal schaden. De LIN opslagtank op SHELL LNG tankstations staat niet op poten en kent een beperkte hoogte en een beperkt opslagvolume (3 m 3 ) zodoende bestaat er geen risico van omvallen van de opslagtank door warmtestraling. 3. Conclusie Shell is van mening dat interne domino effecten door warmtestraling tussen LIN en LNG oplagtank afdoende in de situatie van het Waddinxveen LNG station worden voorkomen. De LIN opslagtank wordt beschermd tegen warmtestraling van een brandend object door: De minimale kans op plasvorming door het ontwerp van de LNG opslagtank Het verplaatsen van een potentiele plasbrand door afschot onder de LNG opslagtank De toepassing van verschillende barriers, te weten vlam en gasdetectoren en een temperatuur sensor bij de LNG installatie.

De omgeving en de objecten worden beschermd tegen het vrijkomen van ontsnappend stikstof doordat: Bij overdruk in de LIN opslagtank als gevolg van brand de stikstof kan ontsnappen via een drukventiel Het drukventiel leidt over de ventstack dat is bevestigd op de LNG tank met een uitlaat op 15 meter hoogte De LIN opslagtank zo is gebouwd dat de kans op omvallen bij warmtestraling klein is Door bovenstaand schrijven achten wij voldoende te hebben gemotiveerd te kunnen afwijken van de in de PGS 9 voorgeschreven veiligheidsafstanden tussen LNG en LIN opslagtank. Bijlagen: LIN Hazard and effect register HAZOP LIN system QRA LNG tankstation, Shell tankstation STD Waddinxveen, Van Leeuwen Truckservice / Van Leeuwen Olie BV. Projectkenmerk R0160021aaA0 datum 30 augustus 2016 versie 2.0.