ToR deelstudie Duurzame Ontwikkeling 1. Inleiding In de evaluatieprogrammering 2007-2010 is een evaluatie van het buitenlands beleid van Nederland ten aanzien van Latijns-Amerika opgenomen. De evaluatie beoogt inzicht te verschaffen in de vormgeving en uitvoering van het buitenlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika tussen 2004-2011, de besteding van de middelen en de resultaten van het gevoerde beleid. De evaluatie biedt de mogelijkheid verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid evenals lessen te trekken uit de ervaringen die zijn opgedaan bij de uitvoering van het beleid. De evaluatie voorziet in verschillende thematische deelstudies (met casestudies). 1 Voor een nadere toelichting op de bredere doelstellingen en werkwijze van het evaluatieonderzoek alsmede de definities die gehanteerd worden wordt verwezen naar de algemene ToR. Deze ToR heeft betrekking op de deelstudie Duurzame Ontwikkeling in Latijns-Amerika. Ter voorbereiding van de deelstudie is in 2011 een vooronderzoek uitgevoerd door AidEnvironment met als belangrijkste doel een inventarisatie te maken van het Nederlandse beleid en de inspanningen op het terrein van duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika en de identificatie van de thema s die relevant zijn voor de evaluatie. De resultaten van dit vooronderzoek zijn gepubliceerd in het rapport: AidEnvirontment (2011). Het Nederlands beleid ten aanzien van Latijns-Amerika en de Cariben - Duurzame ontwikkeling en milieu. Amsterdam: AidEnvironment (zie bijlage). Er bestaat een veelvoud aan definities en interpretaties van het begrip duurzame ontwikkeling. Voor een overzicht van de relevante beleidsterreinen en thema s in de relatie met Latijns-Amerika wordt verwezen naar hier bovengenoemd vooronderzoek. 2. Evaluatievragen 2 Vormgeving van het beleid 1. Beschrijving van de problematiek 1.1 Wat zijn de belangrijkste tendensen en ontwikkelingen op het gebied van duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika, en het Amazonegebied in het bijzonder? 1.2 Wat zijn de mogelijkheden en obstakels voor de realisatie van de doelstellingen van het Nederlandse beleid op het terrein van duurzame economische ontwikkeling in de relaties met Latijns-Amerika? 2. Wat is de achtergrond en motivatie voor het Nederlandse beleid? 2.1 Welke betekenis wordt aan Latijns-Amerika toegekend voor de realisatie van de doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling? 2.2 Welke rol is daarbij voor de NL overheid en andere actoren voorzien? 3. Hoe is het beleid vorm gegeven en uitgevoerd? 3.1 Welke inspanningen (diplomatiek, instrumenten en financieel) heeft NL geleverd voor het ontwikkelen van betere randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika? 3.2 Hoe heeft de samenwerking en taakverdeling met de vakministeries zich ontwikkeld? 3.3 Hoe is de kanaalkeuze beargumenteerd en toegepast? 1 Zie IOB (2012). Terms of reference Evaluatieonderzoek Het buitenlands beleid van Nederland ten aanzien van Latijns- Amerika. De ToR voor de evaluatie omvat het bredere kader (incl. definities) voor deze deelstudie. 2 Volgens RPE 2006, synchroon met andere deelstudies van de Latijns Amerika evaluatie. 1
3.4 Hoe is de verhouding in de uitvoering tussen bilaterale samenwerking t.o.v. gezamenlijk optreden in EU-verband? Effectiviteit 4. Welke resultaten zijn geboekt met de inspanningen om in de regio de doelstellingen van het beleid op het gebied van duurzame ontwikkeling te realiseren? 4.1 Wat zijn de uitkomsten en resultaten van de Nederlandse bijdragen (direct en in EU verband) van de inspanningen om duurzaamheid van handelsketens (biobrandstoffen, soja en steenkool) te bevorderen? 4.2 Welke balans kan worden opgemaakt van de effectiviteit van de NL steun aan de milieusectoren in Colombia en Bolivia? 4.3 In hoeverre worden de beoogde resultaten en effecten bij de inspanningen om CO2 uitstoot te reduceren in het beleid ten aanzien van Latijns-Amerika gerealiseerd? Coherentie 5. Op welke wijze zijn door de Nederlandse overheid de beleidsvoornemens op het terrein van coherentie gerealiseerd? 3. Uitvoering Voor de beantwoording van de evaluatievragen zijn vier cases geselecteerd. De argumentatie voor de keuzes is ontleend aan het belang van de betreffende thema s in de relaties met genoemde landen. Daarbij zijn verschillende criteria gebruikt zoals de prioriteit in het Nederlandse beleid, in het geval van duurzame productie: handelsvolumes in het geval van steun aan de milieusector: omvang bestedingen. De cases zijn hieronder beschreven: Casestudie over de bevordering van duurzame productie- en handelsketens. Deze case omvat de volgende thema s: i. De bevordering van duurzame productie van biobrandstoffen bio-ethanol. Evaluatievragen: a) In welke mate zijn de in de bilaterale overeenkomsten met Brazilië daarover (MoU s e.a.) vastgelegde inspanningsverplichtingen gerealiseerd? b) In welke mate voldoet de import van bio-ethanol productie uit Latijns-Amerika (uit Brazilië en Argentinië) aan de Nederlandse en EU eisen voor duurzame productie?? c) Hoe verhouden zich in de praktijk de samenhang tussen de productie voor de Nederlandse/EU markt en de doelstellingen van internationaal klimaatbeleid? Desk- en dossierstudie in Nederland en aanvullend onderzoek in Brazilië in samenwerking met Braziliaanse consultant. ii. De voortgang die gemaakt is met de bevordering van duurzame productie van soja. Evaluatievragen: a) Hoe verhouden de Nederlandse/EU standpunten zich ten opzichte van het beleid van Brazilië en hoe beïnvloeden deze de voorwaarden voor de realisatie van de Nederlandse doelstellingen en bijdragen? 2
b) Wat is de voortgang die is gemaakt met het initiatief van de Ronde Tafel Conferentie voor duurzame productie van soja (nakomen van bilaterale en EU afspraken daarover, voortgang met certificering en uitvoering) en welke bijdrage heeft Nederland (zowel bilateraal als via het particuliere kanaal) daarbij geleverd? c) Wat zijn de resultaten van de activiteiten op dit terrein die via het particuliere kanaal zijn gefinancierd (Initiatief Duurzame Handel, MFO s)? Begonnen wordt met een dossierstudie en achtergrondgesprekken. Voor de beantwoording van de derde vraag worden daarbij inzichten over resultaten uit bestaande rapportages en evaluaties geïnventariseerd. Na afronding van de eerste fase zal een plan van aanpak voor aanvullend onderzoek in Brazilië worden geschreven. iii. De bevordering van de productie en handel in duurzaam hout. Wat zijn de resultaten van de inspanning om de productie en import van gecertificeerd van duurzaam hout te bevorderen? Het onderzoek concentreert zich op de activiteiten die daarvoor zowel via bilaterale als particuliere kanalen in Bolivia en Colombia worden uitgevoerd. Ook hier geldt dat begonnen wordt met een deskstudie van de activiteiten die bilateraal en via het particuliere kanaal worden uitgevoerd. Na afronding hiervan kan een plan van aanpak voor aanvullend onderzoek worden uitgevoerd. iv. De bevordering van verduurzaming van de productie van steenkool. Welke zijn de resultaten van de inspanningen om betere voorwaarden voor de toename van de import van duurzame steenkool te bevorderen? Voor de meeste van deze cases hoeft relatief weinig eigen primair onderzoek te worden verricht. Er kan ruimschoots gebruik worden gemaakt van bestaande studies en databases over genoemde onderwerpen. Onderzoek in de genoemde landen blijft beperkt tot het verzamelen van aanvullende informatie en actualisering van de data. Casestudie effectiviteit bilaterale hulp aan de milieusector In welke mate zijn de beoogde doelstellingen van de Nederlandse steun aan de milieusector gerealiseerd? Het onderzoek zal nagaan of de doelstellingen van de sectorprogramma s in Colombia en Bolivia zijn gerealiseerd. De beoordeling kan grotendeels aansluiten bij de criteria en indicatoren die zijn overeengekomen met beide overheden voor de monitoring van de sectorsteun. In het geval van Colombia kan gebruik worden gemaakt van twee evaluaties van de sectorsteun die zijn uitgevoerd door ODI: de eerste in opdracht van IOB (2009) en de tweede in opdracht van de ambassade. 3
In het geval van Bolivia zijn de meeste programma s decentraal geëvalueerd. In de voorstudie zal de kwaliteit ervan nog worden vastgesteld. Op basis van de uitkomsten van deze deskstudie zullen de opzet en planning van het resultatenonderzoek worden bepaald. In de Bolivia-case wordt ook aandacht besteed aan de gevolgde exitstrategie in de steun aan de milieusector. In Colombia wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de steun aan de milieusector wordt uitgefaseerd in het kader van de z.g. transitiestrategie. 3 Casestudie CO 2 uitstoot en internationaal klimaatbeleid In welke mate voldoen de gefinancierde CDM projecten aan de criteria die daarvoor bestaan en welke inzichten bestaan er over de resultaten? Dit onderzoek beperkt zich tot een deskstudie de resultaten van de CDM-projecten die in Latijns- Amerika zijn gefinancierd. Voor dit onderdeel wordt geen eigen primair onderzoek uitgevoerd. Gebruik wordt gemaakt van bestaande monitoring en evaluatierapporten die worden beoordeeld volgens de gebruikelijke kwaliteitscriteria. Casestudie Duurzame economische ontwikkeling en de Nederlandse positie bij de onderhandelingen over de Associatieverdragen. Evaluatievragen: a) Hoe verhouden zich de doelstellingen om vrijhandel met Latijns-Amerika te bevorderen met de doelstellingen van duurzame ontwikkeling en internationaal klimaatbeleid in het bijzonder? b) Welke risico s voor bossen en biodiversiteit zijn verbonden aan het verder open stellen van EU markten voor grondstoffen uit de LA regio, zoals vlees, soja, biobrandstoffen? Voor dit onderzoek kan gebruik worden gemaakt van de bevindingen van de in opdracht van de EU uitgevoerde Impact-Stabiliteits-studies. Van belang is verder de opstelling van Nederland in de EU- Raadscommissie Latijns-Amerika (COLAT) ten aanzien van dit thema nader te bezien. Dat kan door de betreffende dossiers te bezien en het houden van enkele interviews met de betrokken beleidsmedewerkers. 4. Coherentie Zoals aangegeven in de algemene ToR van de evaluatie is coherentie van het buitenlands beleid een centraal thema. In alle casestudies dient daarom aandacht te worden besteed aan dit thema (zie voor definitie en toelichting de algemene ToR daarover). Het gaat daarbij vooral om de samenhang met andere beleidsterreinen. Er zal ook een convenant met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) worden gesloten voor kwantitatief onderzoek naar de samenhang tussen Nederlandse economische betrekkingen met Latijns-Amerika en de gevolgen ervan voor de doelstellingen op het terrein van duurzaamheid. Het onderzoek kan worden uitgevoerd met hiervoor door het PBL ontwikkelde rekenmodellen en indicatoren. 3 Brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 januari: Uw verzoek inzake de voortgang van de transitiefaciliteit in de voormalige partnerlanden. 4
De uitkomsten van het PBL onderzoek zullen worden gecoördineerd met de uitvoerder van de deelstudie duurzame ontwikkeling. De resultaten van het PBL onderzoek zullen in de eindrapportage worden verwerkt. 5. Uitvoering onderzoek Zoals boven aangegeven hebben casestudies hebben betrekking op specifieke landen: deze zijn hieronder aangegeven. Thema Waar Wie 1. Duurzame productie- en handelsketens Hoofdonderzoeker voor onderzoek in NL -Soja en biobrandstoffen Brazilië en aansturing lokale onderzoekers. Lokale -Hout Bolivia en Colombia onderzoekers voeren casestudies in betreffende landen uit. Deelonderwerpen -Steenkool Colombia in Colombia en Bolivia worden zoveel als 2. Bilaterale hulp aan Milieusector Colombia en Bolivia mogelijk door dezelfde lokale onderzoeker uitgevoerd. 3. CO 2 uitstoot/internationaal Niet Hoofdonderzoeker(s) klimaatbeleid landenspecifiek 4. Duurzame ontwikkeling en de Nederlandse positie bij de onderhandelingen over de Associatieverdragen. Regio s: Midden- Amerika, Andes en Mercosur Hoofdonderzoeker(s) De uitvoering van de deelstudie omvat de volgende activiteiten: 1) Inceptiefase: a) Voorbereidende literatuur- en deskstudie in Nederland over het NL beleid en interviews met relevante beleidsmedewerkers (in samenwerking met IOB) b) Selectie en contractering lokale consultants c) Schrijven van Plan van aanpak voor evaluatie 2) Casestudieonderzoek samen met lokale onderzoeker(s): documentatie-onderzoek op ambassade en, interviews medewerkers Nederlandse posten in land x, relevante beleidsmedewerkers ministeries land x, maatschappelijke organisaties en onderzoekers in land x. 3) Rapportage volgens een door IOB vast te stellen standaard stramien. Uitwerking in drie fasen: a) aanbieding concept rapport b) bespreking IOB c) verwerking commentaar in definitieve versie. 6. Organisatie en taken De studie zal worden uitbesteed aan één hoofduitvoerder/teamleider eventueel bijgestaan door een sector of themaspecialist. De hoofdonderzoeker coördineert het onderzoek en is eindverantwoordelijk voor het onderzoek en de rapportage. Voor de casestudies in Brazilië, Colombia en Bolivia worden door de uitvoerder van deze studie lokale onderzoekers gecontracteerd. Voor de uitvoering van de deelstudie zijn de volgende taken voorzien: Taken Uitvoering - Plan van aanpak hoofdonderzoeker: - Coördinatie van de deelstudie coördinator van de studie - Coördinatie met deelstudie Economische Diplomatie voor coherentie - Coördinatie en aansturing PBL studie - Selectie en contractering lokale onderzoekers - Aansturing studies 5
- Eindrapport - Uitvoering/deelstudies hoofdonderzoeker/ coördinator van de studie en ander lid van het internationaal team. Brazilië: - Soja - Biofuels Colombia - Milieusector - Duurzame ontwikkeling: steenkool en hout Bolivia - Milieusector - Hout Twee of drie Braziliaanse onderzoekers Colombiaanse onderzoeker Boliviaanse onderzoeker 7. Product De bevindingen worden vastgelegd in een eindrapport van maximaal 50 pagina s in de Engelse of Spaanse taal. Verder wordt een Nederlandse samenvatting van 20 pagina s in de Nederlandse taal gemaakt. Bevindingen per deelonderwerp worden in aparte rapportages als bijlagen bijgevoegd. Deze kunnen zowel in de Engelse, Nederlandse of Spaanse taal worden geschreven. 8. Planning Februari-mei 2012 Aanbesteding Mei-oktober 2012 Uitwerking plan van aanpak en voorstel voor contractering van lokale onderzoekers. Dit is gereed drie weken na aanvang van het onderzoek. Het plan van aanpak wordt voor goedkeuring aan IOB voorgelegd. De uitvoering van het onderzoek over de verschillende deelonderwerpen zullen zoveel mogelijk in één bezoek aan het betreffende land worden uitgevoerd in deze periode. November-december 2012 Oplevering eindrapport 6