Presteren in Verbinding



Vergelijkbare documenten
Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Subsector overig. Subsector overig

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Contextschets Techniek

Piter Jelles Strategisch Perspectief

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

Subsector sociale wetenschappen

De waarde(n) van weten

Wet Kwaliteit in verscheidenheid

Subsector pedagogische opleidingen

Advies Universiteit van Tilburg

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

De hbo er aan het werk

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

HU GERICHT IN BEWEGING

Topsectoren. Hoe & Waarom

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Advies Radboud Universiteit Nijmegen

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Factsheet Toelatingstoets PABO

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Subsector psychologie

OPLEIDINGSMANAGER MARKETING, SALES & TRADE

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

forum beroepsonderwijs. DEC 6 dilemma s pittige discussies constructieve uitkomsten én hilarische momenten 1 oktober

Aandacht voor jouw ambitie!

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland

De hbo er aan het werk

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering

Advies Vrije Universiteit

Studiesucces en onderwijskwaliteit: een overzicht van de stand van zaken in 2015 bij de verplichte indicatoren

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Profielschets. Academiedirecteur Academie voor Economie & Management

Inholland. en dichtbij We zijn divers We maken kwaliteit samen Maart 2017 We bek

Strategie Zuyd

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

HAN en duurzame energie

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

FONTYS FOCUS 2020 ONTWIKKELDOELSTELLINGEN MET INDICATOREN

Advies Erasmus Universiteit Rotterdam

Wat verwachten werkgevers van het onderwijs als het gaat om duurzaamheid?

Strategisch Beleidsplan BGN

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Master Innovation & Leadership in Education

Managementsamenvatting

Mekelweg 4, kamer LB CD Delft

Associate degree Deeltijd

Samenvatting aanvraag MCMS. Algemeen Nieuwe opleiding (aanvraag bekostiging nieuwe masteropleiding)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Twee leden Raad van Toezicht Zuyd Hogeschool

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Arbeidsmarkt. Bedrijfskunde. Technische bedrijfskunde

De kracht van samenwerking. Brainport Development, 2014

Verantwoordingsdocument September 2014 PERSONEELSPLAN

STATUUT STRATEGISCHE SAMENWERKING AERES GROEP

Overzicht instellingen en opleidingen in experiment leeruitkomsten

Marjolijn Staal (Projectleider) Padualaan CH Utrecht. Postadres Postbus SB, Utrecht

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Duurzaam leren, werken en innoveren

CommTalks. 40 Thought leaders over het communicatievak van morgen. Concept & samenstelling. Betteke van Ruler

Op weg naar EUR-strategie online leren

Samenwerkingsagenda Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Provincie Gelderland

Praktijkopleider agrotechniek

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37

Instituut voor Sociale Opleidingen

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit.

Profiel leden Stichtingsbestuur, Algemeen

Meerjarenafspraken OCW-HBO-raad

Student & Lector. Een steekproef

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Eindadvies Theologische Universiteit Apeldoorn 24 oktober 2016

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

OPEN DAG NHL STENDEN. Programma VISIT PLORE MEET. #opendagnhlstenden. nhlstenden nhlstenden nhlstenden

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Excellente docent in de mbo-praktijk

CONVENANT ASSOCIATE DEGREE

Fontys Kwaliteitsagenda Groei door aandacht en uitdaging

Arbeidsmarktagenda 21

Transcriptie:

restatieafspra fspraken Prest restatieafspra fspraken Prest restatieafspra Presteren in fspraken Verbinding Prest restatieafspra fspraken Prest restatieafspra fspraken Prest 3 mei 2012

Inhoudsopgave Voorwoord 1 De waarde(n)volle hogeschool 1 2 Hogeschool Inholland anno 2012: sterktes en zwaktes 3 2.1 Nulmeting onderwijs 3 2.2 Nulmeting onderzoek en valorisatie 4 2.3 Analyse van de sterktes en zwaktes van de instelling (SWOT- analyse) 4 3 Zwaartepunten van Inholland 6 4 Prestatieafspraak onderwijs 9 4.1 Onderwijsportfolio en differentiatie 9 4.2 Prestatieafspraak: Studiesucces, onderwijskwaliteit en maatregelen 11 4.2.1 Studiesucces 12 4.2.2 Onderwijskwaliteit 15 4.2.3 Maatregelen docentkwaliteit, onderwijsintensiteit en indirecte kosten 18 5 Selectief Budget onderzoek en valorisatie voorgenomen wijzigingen van of 22 aanscherpingen in het instellingsprofiel 5.1 Onderzoek en valorisatie als (kwaliteits)impuls voor onderwijs, beroepspraktijk 22 en (regionale) economie 5.2 Indicatoren voor onderzoek en valorisatie 23 5.3 Thematische profilering: Drie hoofdthema s 27 5.3.1 Hoofdthema Creatieve economie 27 5.3.2 Hoofdthema De gezonde samenleving 29 5.3.3 Hoofdthema Duurzame techniek en groen 32 5.4 Differentiatie en kennisvalorisatie in de regio 35 5.4.1 Valorisatie in de metropoolregio Rotterdam 35 5.4.2 Valorisatie in de metropoolregio Amsterdam 36 5.4.3 Differentiatie in de metropoolregio 38 Overzicht prestatieafspraken Bijlage bij Prestatieafspraken en profileringsstuk Randvoorwaarden Post-scriptum

Voorwoord De strategische agenda van staatssecretaris Halbe Zijlstra komt voor Hogeschool Inholland zeer gelegen. De eisen die aan het akkoord ten grondslag liggen onder meer een scherper profiel en onderscheidings vermogen lopen vrijwel parallel aan de doelen die wij als hogeschool onszelf gesteld hebben. Onze hogeschool ziet het opleiden van studenten tot goede professionals en hen voorbereiden op de arbeidsmarkt als haar maatschappelijke opdracht. Een opdracht die ons dwingt om te kijken waar we het beter kunnen doen en of we wel alle hulpmiddelen die ons ten dienste staan benutten. Een opdracht ook die ons dwingt keuzes te maken: hoe kunnen we het best doen wat we nastreven, waar kiezen we voor als we ons profiel duidelijker willen maken en ons willen onderscheiden. Inholland heeft haar nieuwe profilering al ingezet. Wat onderwijsniveau betreft leggen we de lat hoger. Kwaliteit van onderwijs staat voorop. We bieden onze studenten een goede begeleiding en een kwalitatief stevig curriculum. We richten ons in de toekomst op lokale profilering, positionering en verankering waarin plaats is voor een betere samenwerking met het werkveld in de regio. Ons portfolio aan opleidingen moet dan ook aansluiten bij de wensen van de regio. Ons onderwijs zal zich bovendien kenmerken door een aspect dat wij waarde(n)vol noemen. Er is meer dan alleen het beroep waar je voor leert. Maatschappelijk functioneren vindt plaats in de beroepscontext maar ook in de complexe maatschappelijke context: een student moet meer meekrijgen dan de kennis en kunde van zijn beroep. Persoonlijke ontwikkeling, Bildung zo men wil, zal daarom deel uitmaken van ons curriculum, mogelijk in de vorm van een vak als ethiek of filosofie. Inholland profileert zich op een aantal hoofdthema s. Met name creatieve economie, de gezonde samenleving en een duurzame, biobased, groene economie zullen hierin speerpunten zijn. Om te komen tot goed onderwijs zullen we samenwerking met anderen niet uit de weg gaan. We verstevigen ons onderwijs waar dat nodig is, maar we zijn bereid om onderwijs af te bouwen als het kwaliteitsperspectief op termijn niet gevonden kan worden. Tevens werken we daar waar dat meerwaarde heeft vanuit overtuiging samen met onze partners. We nemen afscheid van het idee dat we vooral sterker worden door te concurreren. Onze stelling is: samen werken is het nieuwe concurreren. Die samenwerking is er al op een aantal terreinen: bij de lerarenopleiding en in het zogenaamde groene onderwijs waar het zich ook uitstrekt tot mbo en wo. Vanuit een eigen instituut zullen we ons steeds meer ontwikkelen in de richting van een netwerkgedreven instelling, waarbij we ons zullen beraden op de positie van kleine, niet-rendabele opleidingen. Inholland respecteert de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). In de loop van de tijd is het inzicht gerezen dat deze wet geen knellend keurslijf is, maar een kader vormt voor professioneel handelen. Wij streven dan ook een status na die wij zelf WHW-proof noemen. Totstandkoming en monitoring Na de vaststelling van het Strategisch Programma en de Onderwijsnotitie Ruimte voor Presteren in 2011 is de domeinen gevraagd daaraan uitwerking te geven in de domeinplannen en daarbij voorstellen te doen voor de te maken prestatieafspraak met het ministerie. Alle domeinen van Inholland hebben daaraan gehoor gegeven. Zij hebben daarbij hun medewerkers en werkveld betrokken. Op basis van hiervoor genoemde input is het voorstel voor de prestatieafspraak opgesteld. Intern heeft daarbij nader overleg plaatsgevonden in diverse gremia. Daarbij is ook constructief overleg gevoerd met de Hogeschoolmedezeggenschapsraad (HMR). We hechten er daarbij aan om deze prestatieagenda op de agenda van de medezeggenschap te houden en voortgang daarover met dit gremium te bespreken. Ook is de Raad van Toezicht geïnformeerd over het voorliggende document. Ook daar waren de reacties instemmend.

Afstemming heeft eveneens plaatsgevonden met de grote Randstedelijke hogescholen (Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Utrecht en Haagse Hogeschool). Daarnaast is inhoudelijke afstemming geweest met de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit. In de komende periode zal nader uitwerking worden gegeven aan de prestatieafspraak, onder meer in de vorm van de jaarplannen van de domeinen en de interne monitoring van de uitvoering van de prestatieafspraak. Alle opleidingen van Inholland doen daaraan mee. Daar waar de hogeschool ook nadrukkelijk de verbinding met externe partners centraal stelt, zal ook in dat traject sprake zijn van veelvuldige interactie met de externe partners. We staan voor deze afspraken. Inholland geeft hiermee haar toekomst vorm: ambitieus en realistisch. Het College van Bestuur van Hogeschool Inholland Doekle Terpstra Huug de Deugd Marcel Nollen

1 De waarde(n)volle hogeschool Inholland ziet het als haar maatschappelijke opdracht om met haar onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening waarde toe te voegen aan de ontwikkeling van de samen leving. Onze positie in de Randstad is bijzonder, in en tussen steden die de komende tien jaar een bijzondere dynamiek van ontwikkeling kennen waarvan de contouren nu zichtbaar worden. Voor deze omgeving zijn kenniswerkers nodig die in staat zijn hun vak en beroep te verbinden met ethische en normatieve vraagstukken, die kunnen omgaan met de toenemende diversiteit in waardepatronen en achtergronden zodat ze als beroepsbeoefenaren voluit ruimte kunnen geven aan het debat over ethische en normatieve vraagstukken. Deze waardenoriëntatie zit (ten dele) ook in de historie van Inholland en haar rechtsvoorgangers. Inholland sluit daarmee aan bij de actuele, breed gevoelde maatschappelijke behoefte aan een moreel kompas. Dat moreel kompas krijgt invulling aan de hand van het begrip waarde(n)vol. Voor de verschillende actoren die zijn betrokken bij het onderwijsproces is deze waarde(n)volheid van belang. Deze uitwerking geeft een invulling aan de verbonden hogeschool die Inholland wil zijn. Waarde(n)volle hogeschool Waarde(n)vol onderwijs heeft allereerst een betekenis voor de hogeschool zelf. Inclusiviteit en verantwoordelijkheid zijn daarbij kernbegrippen. Inholland verbindt zich tot het bieden van een rijke, inclusieve leer omgeving met aandacht voor de student en diens achtergrond. Veiligheid en ambitie zijn daarbij twee essentiële elementen. In een kleinschalige en intieme leeromgeving kan de ambitieuze student optimaal zijn talenten ontwikkelen. Hij ontwikkelt in zijn opleiding een brede kijk op de complexiteit van de maatschappij. Waarde(n)vol studeren Inholland ondersteunt studenten niet alleen bij die talentontwikkeling, maar geeft de student ook extra bagage mee om die talenten goed aan te wenden. Binnen het curriculum van alle opleidingen wordt ruimte gecreëerd voor de noodzakelijke Bildung, (beroepsgerichte) filosofie en ethiek. Studenten worden daarmee binnen hun opleiding, maar ook over opleidingen heen voorbereid op verantwoorde beroepsuitoefening en de student ontwikkelt een respectvolle kijk op de maatschappij. Ook personal leadership krijgt daarbij aandacht 1. Waarde(n)vol doceren Docententeams dragen collectief de verantwoordelijkheid voor het hoog houden van kernwaarden solide, persoonlijk, verbindend en energiek. Die kernwaarden gaan verder dan de professionele kernwaarden van het beroep. Die kernwaarden worden ontwikkeld en levend gehouden in het team van docenten door dialoog en inbreng van de individuele docenten. Dat hoeft er overigens niet noodzakelijk toe te leiden dat er overeenstemming ontstaat. Wel is het van belang dat de uitkomsten van deze gesprekken worden ingebed in het onderwijs. Docenten maken actief deel uit van een team en in dit team heerst een aanspreekcultuur: Het is gewoon om elkaar te coachen op gedrag en handelen. Intercollegiale ondersteuning en peer review zijn instrumenten die in en buiten de docententeams worden gebruikt. Docenten hebben immers een voorbeeldfunctie voor studenten en ouders en zijn zich daarvan bewust. Zo ontstaat ook een professionele cultuur waarin kwalitatieve groei centraal staat. 1 Zie daarover Leadership skills & Inholland international programmes, 14 januari 2011. 1

2 Presteren in Verbinding Waarde(n)vol onderzoeken Onderzoek binnen Inholland vindt altijd plaats volgens de principes van goed onderzoek en de verschillende gedragscodes op dit punt. Bij twijfel daaraan of discussie daarover heeft het team weer een zeer belangrijke rol. In bijvoorbeeld de kenniskring en/of in overleg met docententeams kan hierover een standpunt worden ingenomen. Ook bij de thematische inrichting van het onderzoek krijgt het waarde(n)- vol onderwijs een belangrijke rol 2. Naast professionalisering van docenten werkt Inholland ook aan professionalisering van onderzoekers en lectoren. Doel daarvan is dat het praktijkgericht onderzoek voldoet aan wetenschappelijke standaarden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van peer review en intercollegiale ondersteuning. 3 Inholland gebruikt de Gedragscode praktijkgericht onderzoek als referentiekader voor de onderzoekers om elkaar te ondersteunen en feedback te geven. Dit draagt bij aan een professionele houding van de onderzoeker. Waarde(n)vol werken Zowel in de stage(s) als na het behalen van het diploma komt de student c.q. de afgestudeerde in aanraking met het werkveld. Dit werkveld bevindt zich veelal in dezelfde regio als de hogeschool, hetgeen impliceert dat het overgrote deel van de afgestudeerden in de Randstad blijft werken. Mede door de toenemende internationalisering van het werkveld wordt ook daar waarde(n)oriëntatie steeds belangrijker gevonden. De verwachtingen van de arbeidsmarkt veranderen. Het werkveld vraagt meer dan alleen beroepsethiek; het goed omgaan met klanten, patiënten of leerlingen met verschillende achtergronden vereist flexibiliteit, inlevingsvermogen en communicatieve vaardigheden. De samenstelling van de Nederlandse bevolking, die in toenemende mate diversiteit laat zien in afkomst, religie en taal, vraagt om een genuanceerde benadering van die klant, patiënt of leerling. Een genuanceerde benadering die niet alleen respectvol is ten aanzien van wat kenmerkend is voor de cultuur van de ander, maar ook tegemoet komt aan diens specifieke behoeften om deel uit te kunnen maken van onze samen-leving. Voor 1 september 2013 schrijft Inholland een plan om de implementatie waarde(n)vol als profilerend kenmerk op de dimensies, hogeschool, student, docent en werkveld, concreet in te vullen. Daarbij worden de verschillende belanghebbenden nauw betrokken. Dit implementatieplan bevat in ieder geval een wetenschappelijke onderbouwing en een tijdspad 2013-2015 4. 2 Zie daarvoor verderop in het hoofdstuk over onderzoek. 3 In opdracht van de HBO-raad heeft het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek in 2010 een Gedragscode Praktijkgericht Onderzoek voor het HBO opgesteld. Inholland heeft in belangrijke mate aan de ontwikkeling van de gedragscode bijgedragen door de deelname van drie lectoren in de commissie. Voor een verdere toelichting op de Gedragscode Praktijkgericht Onderzoek, zie: Forum voor Praktijkgericht Onderzoek: www.lectoren.nl 4 Op basis van de documentatie zoals die momenteel voorhanden is, lijkt de monitoring van de afspraken door de RCHO plaats te vinden op 31 december 2015. Waar in dit document wordt gesproken over 2016, moet dus eigenlijk worden gelezen: 31 december 2015.

2 Hogeschool Inholland anno 2012: sterktes en zwaktes 2.1 Nulmeting onderwijs Inholland is een hogeschool die sinds haar ontstaan tot de grootste hogescholen van Nederland behoort uitgaande van het aantal ingeschreven studenten. Inholland heeft circa 32.000 studenten met meer dan 110 verschillende nationaliteiten. Omdat Inholland haar onderwijs aanbiedt verspreid over 10 locaties in Noord- en Zuid-Holland en circa 90 opleidingen met ruim 250 opleidingsvarianten is het karakter van het onderwijs en de leeromgeving te typeren als regionaal georiënteerd, relatief kleinschalig en persoonlijk. Aan de achterkant is de organisatie verbonden door gezamenlijke licenties (croho s) en onderwijsondersteuning. Door de schaalvoordelen die in de afgelopen jaren zijn behaald, is Inholland in staat om op alle hoofdlocaties een breed portfolio aan te bieden aan de regio, in de grote steden als complementair aanbod aan de collega-instellingen aldaar. Studenten kiezen om verschillende redenen voor Inholland, maar niet zelden vanwege de diversiteit van de multisectorale leeromgeving op de meeste locaties. De studenten van Inholland zijn divers in achtergrond, vooropleiding en in hun doelen voor de toekomst. Inholland staat open voor iedere aankomende student die de capaciteit en de ambitie heeft binnen de nominale duur zijn studie af te ronden. De onderwijslocaties van Inholland vormen de basis voor verbinding met de regio. Zij doen dit onder de vlag van Hogeschool Inholland. Iedere student, iedere collega, iedere opleiding, iedere locatie is immers onderdeel van dezelfde Hogeschool Inholland. Zij ontwikkelt daarvoor geen aparte locatiemerken, maar duiden de locaties wel aan als bijvoorbeeld Hogeschool Inholland Rotterdam of Hogeschool Inholland Den Haag. Inholland biedt met name bacheloronderwijs aan in zowel voltijd-, deeltijd- als duale varianten. Inholland is echter ook een gedifferentieerde hogeschool en biedt daarnaast zeven masteropleidingen aan, kent twee universitaire pabo s en zes Associate-degreeopleidingen. Zowel door middel van postinitieel als ook deeltijdonderwijs heeft Inholland een breed aanbod voor leven-lang-leren. De basis is echter altijd verbonden met het voltijdaanbod in het initieel onderwijs. Het leven-lang-lerenaanbod is daaraan veelal complementair. Doelgroepen daarbij zijn onder andere de deeltijdstudent, de alumnus en de (eigen) docent die zijn professionaliteit wil verbreden of verdiepen. Als unieke hogeschool in Noord- en Zuid-Holland met een breed portfolio verbindt Inholland onderwijs, onderzoek en werkveld over locaties en over kennisdomeinen heen. De kern van het lokaal onderwijs van Inholland is: verankerd, in samenwerking, multidisciplinair waar dat kan, innovatief en samenwerkend, zowel in het economische domein, in het welzijn en gezondheidssegment, in de technische, de educatieen de groene omgeving. Inholland is in 2010 in zwaar weer terecht gekomen. De kwaliteit van een aantal oplei dingen en de kwaliteitsborging was destijds niet op orde, met grote reputatieschade als gevolg. Daarop is een aantal grote verbetermaatregelen ingezet waarvoor waardering bestaat in politiek en maatschappij. Het onderwijsportfolio van Inholland en de docent/studentratio ziet er per 5 mei 2012 zo uit Onderwijs portfolio Nulmeting (2012) Bachelors (vt) 5 97 Opleidingen docent/studentratio < 1:25 1:27,1 5 Opleidingen die worden afgebouwd, op basis van de besluiten van april 2011 of eerder, zijn hierin ook meegenomen. 3

4 Presteren in Verbinding 2.2 Nulmeting onderzoek en valorisatie Hogeschool Inholland had haar onderzoeks activiteiten tot 2010 georganiseerd in lectoraten die opereerden vanuit een centrale afdeling 6. Vanuit de ambitie om dichter aan te sluiten bij de beroepspraktijk en bij de opleidingen van Inholland, zijn de lectoraten in 2010 op de inhoudelijke agenda van ieder lectoraat verdeeld over de toen gevormde zeven domeinen. Het VKO constateerde in haar beoordelingsrapport, dat Inholland zich op het moment van bezoek in een transitiefase (met betrekking tot de organisatiestructuur) bevond. De commissie vond het daardoor moeilijk een consistent beeld te krijgen van de huidige en toekomstige kwaliteitszorg van onderzoek binnen de hogeschool. 7 In de huidige situatie heeft Inholland 26 lectoraten die ongelijk verdeeld zijn over de zeven domeinen. Zo heeft het domein techniek twee lectoraten en hebben de domeinen onderwijs en zorg beide zeven lectoraten. Deze situatie is een direct uitvloeisel van de aanvankelijke keuze het praktijk-gericht onderzoek, uitgevoerd vanuit lectoraten, op instellingsniveau te positioneren. Inholland ziet praktijkgericht onderzoek als kwaliteitsimpuls voor de innovatie van het hoger beroepsonderwijs en voor de (regionale) kenniseconomie. Praktijkonderzoek draagt bij aan de innovatie van de beroepspraktijk in het werkveld én aan de vernieuwing van het hoger beroepsonderwijs. In het verlengde daarvan is Inholland van mening dat kenniscirculatie tussen hbo en mkb kernzaak is. Valorisatie is een pijler van economische en maatschappelijke waardecreatie, waarin beroepsonderwijs en praktijkgericht onderzoek een cruciale rol spelen. Inholland verbindt onderwijs, onderzoek en werkveld over locaties en over kennisdomeinen heen en draagt zorg dat vertegenwoordigers uit de werk- en beroepenvelden in verschillende geledingen van de instelling zijn vertegenwoordigd. Specifieke maatregelen en plannen voor kennisvalorisatie worden genomen ter zake van: initiatieven om de valorisatiecultuur binnen Inholland te versterken, instelling van transfer offices op domeinniveau, deelname aan landelijke of regionale Centres of Expertise, de verankering van kennisvalorisatie in de beleidscyclus (planning & control) en in het HR-beleid. Kort overzicht van het onderzoekportfolio: Onderzoek/valorisatie Nulmeting (2012) Aantal lectoren 26 Lectoren gepromoveerd 66 % Promovendi in promotieregeling Inholland 38 Gepromoveerden via promotieregeling Inholland 5 2.3 Analyse van de sterktes en zwaktes van de instelling (SWOT- analyse) Begin 2011 heeft Hogeschool Inholland een uitgebreide SWOT-analyse uitgevoerd op de positie van de hogeschool op dat moment. Deze analyse is een belangrijke bron geweest voor de totstandkoming van de Strategische Aanpak (april 2011) en het strategisch pro gramma Verbinding als Opdracht (december 2011), waarin de doelen en de koers voor de komende jaren zijn vastgelegd. De sterktes en zwaktes uit de SWOT-analyse zijn voor een deel al gerealiseerd, maar nog in voldoende mate actueel om ze als basis voor deze notitie te gebruiken. Onderstaand zijn de meest relevante sterktes en zwaktes opgenomen. 6 Het onderzoek was geschaard onder zes centrale maatschappelijk georiënteerde thema s, namelijk global city, education and learning, quality of life, entrepreneurship, business and technology en governance. 7 Validatierapport Kwaliteitszorg onderzoek, november 2010. p.11

Sterktes Inholland bedient een brede doelgroep. Relatief veel mbo-instroom (Inholland 41%, gemiddelde Randstedelijke hogescholen 30%), NWA-studenten en 30-plussers. Diversiteit en mbo zijn nauw met elkaar verbonden. Op de locaties Amsterdam/Diemen, Den Haag en Rotterdam is 52% van de mbo-instroom allochtoon. Een breed portfolio en leerwegen. Excellentie, Honours en Associate-degreeprogramma s worden door studenten positief gewaardeerd. Er wordt vanuit de opleidingen veel tijd gestoken in doorstroomtrajecten. De opleidingen zijn daarin succesvol geweest, gegeven het hoge instroompercentage. Alkmaar, Haarlem en Delft kennen min of meer exclusieve relaties met ROC s. We zien hier zowel een breedtestrategie (geïntegreerde leerwegen voor alle sectoren) als een dieptestrategie (portfolio, assessments). Inholland kent een relatief grote Engelstalige (internationale) populatie en aantrekkelijke uitgangspunten voor ontwikkeling Engelstalig aanbod/omgeving. Techniekopleidingen scoren op/boven het landelijk gemiddelde op niveau opleiding, studielast en toetsing. Zwaktes Opleidingen van Inholland zijn vaak te specifiek en te smal, waardoor dwarsverbanden worden gemist. In een aantal gevallen gaat het om aanbodgerichte opleidingen die niet aansluiten bij de markt en vergelijkingen met andere hogescholen maar beperkt mogelijk maken. De opleidingen zijn daardoor kwetsbaar voor wat betreft kwaliteit en erkenning. Kenmerkend is de grote diversiteit aan doorstroomtrajecten. Elk cluster van opleidingen heeft afspraken met ROC s die veel op elkaar lijken maar toch niet identiek zijn. Regionaal levert dit verschillen in doorstroomtrajecten op met ongelijkwaardigheid voor studenten. Onderzoek heeft nog niet de gewenste prioriteit en positie binnen Inholland, is versplinterd en onvoldoende gekoppeld aan de regio. Onderzoek heeft nog onvoldoende massa en focus. Met de domeinvorming staan lectoraten dichter bij het onderwijs, maar de bijdrage aan de onderwijskwaliteit is nog beperkt. De potentie van de Randstad als internationale regio wordt door Inholland onvoldoende benut. Het opleidingenaanbod is versnipperd en wordt gedragen door enthousiasme van individuen. Mede daardoor is de kwaliteit nog niet structureel geborgd met gevolgen voor het rendement. Het onderwijsmodel dat leidt tot versnippering door de minorenstructuur, zit wel in een verbeteringsproces maar dat heeft nog niet tot evenwicht geleid. 5

6 Presteren in Verbinding 3 Zwaartepunten van Inholland Inholland kiest naast het profilerend kenmerk voor drie profilerende hoofdthema s: Creatieve economie De gezonde samenleving Duurzame techniek en groen In de genoemde strategische notitie Verbinding als Opdracht zijn deze thema s al benoemd. Geredeneerd vanuit deze notitie, de topsectorenaanpak, de sectorplannen, de Europese programma s, maar ook de past performance van onderwijs en onderzoek, heeft Inholland nog meer focus aangebracht in de reeds benoemde thema s en ze meer geclusterd. De drie zwaartepunten zijn ambitieus, realistisch en uitvoerbaar. Differentiatie in het onderwijsaanbod is een integraal onderdeel van de strategie gericht op het inzetten op deze zwaartepunten. Naast de profilering op het kenmerk waarde(n)vol onderwijs en de drie hoofdthema s zal worden ingezet op regionale profilering via enkele niches. Inholland is immers gepositioneerd op meerdere locaties in de Randstad. Elke locatie heeft de opdracht een opleidingenportfolio te ontwikkelen, relevant voor de lokale omgeving én met bovenregionale meerwaarde. Kennis circulatie speelt in deze positionering in specifieke sectoren een belangrijke rol. Relatie Inholland zwaartepunten / thema s EL&I topsectoren en OCW centers of expertise EL&I Topsectoren OCW Centers of expertise Creatieve economie De gezonde samenleving Duurzame techniek en groen Chemie Energie Water Tuinbouw & agro food Life sciences High Tech Logistiek Creatieve industrie Zorg Onderwijs Overig* * Center of Expertise groot composiet Delft Hoofdthema Creatieve economie Wereldwijd wordt de creatieve industrie, als onderdeel van het bredere begrip creatieve economie, gezien als een belangrijke aanjager van de kenniseconomie en als katalysator en incubator van hoogwaardige innovatie. Ook in Nederland: deze industrie is door het kabinet in 2011 aangewezen als één van de negen topsectoren 8. Onder de creatieve industrie vallen sectoren als kunst, entertainment, vormgeving, computergames en reclame. De creatieve industrie vergroot door haar innovatieve karakter de (concurrentie)kracht van Nederland. 8 Creatieve economie wordt doorgaans gedefinieerd als een verzameling van culturele en economische sectoren waarin creativiteit centraal staat. Zie verder http://www.top-sectoren.nl/creatieveindustrie

Als kennisinstituut binnen de creatieve industrie heeft Inholland als enige (Randstedelijke) hogeschool naast de creatieve, zakelijke dienstverlening (die minder ketengebonden is) de hele productieketen van creatieve concepten in huis, het creëren, produceren, marketen, verkopen en managen van content. Die unieke positie wordt nog versterkt omdat met name vroeg in de waardeketen 9 veel expertise aanwezig is, zowel op het gebied van (concept)ontwikkelen als op het gebied van vermarkten en businessmodelleren. Dat biedt unieke mogelijkheden tot het aangaan van interne samenwerkingsverbanden 10. Inholland beschikt daarnaast over alle mogelijke (cross)mediavormen 11 en over alle mogelijke state-ofthe-artfaciliteiten en -productiemiddelen om deze mediavormen ook daadwerkelijk te realiseren. Dit betekent dat onze studenten binnen de hele productieketen in verschillende onderwijstrajecten, op diverse manieren en op verschillende momenten met al deze mediavormen in aanraking (kunnen) komen. Hierdoor ontstaan meerdere kruisverbanden en alternatieve netwerken 12-1. Voorbeelden hiervan zijn diverse EFRO- en Raakprojecten en grote jaarlijkse festivals. Hoofdthema De gezonde samenleving Inholland draagt met een focus op de deelthema s gedrag, gezondheid en leren bij aan het hoofdthema een gezonde samenleving. Het belang hiervan wordt onderstreept doordat het kabinet in 2011 het thema Life Sciences & Health heeft aangewezen als één van de negen topsectoren. Hoogwaardige en betaalbare zorg en daarmee een hogere levenskwaliteit en beheersing van zorgkosten, is van groot belang voor het stijgen van de arbeidsproductiviteit en het BNP. Inholland speelt hier op in door het perspectief binnen het domein Gezondheidszorg te laten verschuiven van ziekte & zorg naar gedrag & gezondheid. Als gevolg van versterking van het maatschappelijk fenomeen zelfmanagement/empowerment voor cliënt én professional is er binnen opleidingen meer aandacht voor de eigen verantwoordelijkheid, ondernemerschap, innovatie door nieuwe media en medische technologie, gemeenschapszorg, maatschappelijke inzet, preventie van problemen en het creëren van kansen. In sport betekent dit meer aandacht voor vitaliteit en aangepast bewegen en in welzijn voor nadruk op preventie, sociale activering en het curatief activeren van individuen. Inholland streeft ernaar om samen met het werkveld een gedifferentieerd onderwijsaanbod aan te bieden. Een recent voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een Professionele Master Medical Imaging en een Professionele Master Health and Informatics Practioner. Daarnaast draagt Inholland met de educatieve opleidingen bij aan de gezonde samenleving door het thema leren centraal te stellen. De educatieve opleidingen van Hogeschool Inholland, Christelijke Hogeschool Windesheim en de hogeschool IPABO hebben als prioriteit het waardegebonden werkveld te voorzien van hooggekwalificeerde leraren. Om dit te realiseren zullen zij hun pakket aan lerarenopleidingen po, vo en bve en hun masters bundelen en als eenheid opereren; dit in nauwe samenwerking en afstemming met de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit. De kennisverspreiding zal plaatsvinden via een geprofileerd opleidingenaanbod. 9 Van initieel ontwerp via financiering naar productie, marketing en advertising. De term waardeketen (value chain) is oorspronkelijk beschreven door Porter in Competetive advantage (1985) 10 Bijvoorbeeld de samenwerking onder één dak in Haarlem tussen de opleidingen Muziek en Media- en Entertainment Management waarbij creatie en ondernemerschap optimaal worden verbonden en beide opleidingen elkaar versterken en het interne samenwerkingsverband tussen de Leisureopleidingen Vrijteijdsmanagement en Toerisme in Amsterdam waar cocreatie en ondernemerschap in de stad een belangrijk thema is. 11 Onder andere tv, video, film, internet, radio, muziek, events en print. 12-1 Voorbeelden van EFRO- en Raak/SIA-projecten: Nieuwe energie op de creatieve as in Haarlem, RAAK MKB: Podium voor podiumdirecteuren: De meerwaarde van ondernemerschap in de culturele sector voor podiumdirecteuren in kleine en middelgrote gemeenten (sep 2011 sep 2013) en RAAK Internationaal: Preventieve Wellness, ook in Nederland, Innovatieve concepten voor wellnesscentra (feb 2011 feb 2013). Voorbeelden van festivals: De jaarlijkse participatie van onderzoekers, studenten en docenten van Inholland op muziekfestivals Eurosonic en Noorderslag, 7

8 Presteren in Verbinding Profilering van het opleidingenaanbod komt tot stand op basis van een gezamenlijk met het werkveld geformuleerde kwaliteitsagenda voor het primair onderwijs. Bachelor-, posthbo- en masteropleidingen kennen daardoor een functiegerichte profilering (bijv. functies groepsleraar, vakleraar, schoolleider/teamleider, directeur, gedragswetenschappelijk onderzoeker) of een inhoudelijk taakgerichte profilering (bijv. onderbouw-/bovenbouwcoördinator, coördinator leerlingenzorg, vakspecialist, cultuur-/brede schoolcoördinator) met als inhoudelijke zwaartepunten: 1) onderwijs afstemmen op diversiteit in de brede ontwikkeling van kinderen (o.a. jonge kind & VVE; passend onderwijs & jeugdzorg); 2) onderwijs afstemmen op diversiteit in de cognitieve ontwikkelingen bij kinderen (o.a. opbrengstgericht werken (taal & rekenen), talentontwikkeling & excellentie); 3) onderwijs afstemmen op de culturele en levensbeschouwelijke diversiteit (oudere kind, burgerschap). De opgedane ervaringen zullen verder uitgewerkt worden in de profilering van de opleidingen voor het vo (o.a. tieneropleiding en mbo-docent) en de masters SEN, Learning & Innovation en Educational Leadership. Hoofdthema Duurzame techniek en groen Het agro- en foodcluster is van groot belang voor de Nederlandse economie. De sector is goed voor 10% van het BBP, zorgt voor 20% van de totale export en telt 600.000 banen. Van de negen topsectoren die door het ministerie van EL&I zijn benoemd, relateren er zeven aan het groen-agrarisch domein. Het overgrote deel van die bedrijvigheid vindt plaats in de Randstad. Vier van de vijf Greenportclusters hebben hun ligging in deze regio, er is een omvangrijke MKB-Foodsector en veel nieuw agrarisch ondernemerschap in de stad. Deze bedrijvigheid in een verstedelijkte regio als de Randstad brengt ook maatschappelijke vraagstukken met zich mee, zoals de druk op de Groene Ruimte, leefomgeving, klimaat en energie, leefstijl en gezondheid. Dergelijke vraagstukken kunnen bij uitstek beantwoord worden vanuit het opleidingenaanbod van Hogeschool Inholland, met name vanuit het Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica (TOI) en vanuit het Domein Agriculture. De mogelijkheid van het creëren van cross-overs tussen het groene en niet-groene techniekonderwijs binnen één onderwijsinstelling maakt Hogeschool Inholland uniek en verstevigt de rol als kennispartner voor het bedrijfsleven en de omgeving. Duurzaamheid, technologisch vernuft en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn sleutelbegrippen om te komen tot toekomstbestendige oplossingen voor actuele kwesties rondom bijvoorbeeld het verminderen van onze afhankelijkheid van eindige fossiele brandstoffen. Binnen het hoofdthema Duurzame techniek en groen spelen de Centres of Expertise een belangrijke rol in de kenniscirculatie tussen onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven 12-2. Het Domein TOI kiest voor de oprichting van het Centre of Expertise Lightweight Engineering and Composites (zie kader), het Domein Agriculture participeert sinds begin 2012 in het Centre of Biobased Economy (zie kader). Daarnaast wordt er binnen de sector hao gestreefd naar de gezamenlijke oprichting van een viertal Centres of Expertise op het terrein van Greenport, Dier, Food en Landschap. Het Domein Agriculture zal zich met name richten op het Centre of Expertise Greenport, gezien de centrale ligging van de locatie Delft ten opzichte van de Greenport Westland/Oostland en de locatie Amsterdam ten opzichte van de Greenport Aalsmeer en Noord-Holland Noord. 12-2 Het Masterplan Bèta en Techniek en het sectorplan van de sector Hoger Agrarisch Onderwijs dienen als onderligger.

4 Prestatieafspraak onderwijs 4.1 Onderwijsportfolio en differentiatie Mede op basis van bovenstaande SWOT-analyse heeft de hogeschool een Strategisch Programma geformuleerd. Het zwaartepunt van het veranderprogramma ligt bij het onderwijs: de kwaliteit van het onderwijs staat centraal. De hogeschool kiest voor een model waarbij de onderwijsprofessionals weer meer eigen verantwoordelijkheid krijgen voor de inhoud en kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteitsborging vindt dan meer dan voorheen plaats in de onderwijsteams zelfs. Deze teams werken volgens het model van de zogenaamde onderwijscyclus 13. De bedrijfsvoering, financiële huishouding en het besturingsmodel worden zodanig ingericht dat ze volledig ten dienste staan van het onderwijs. Uit de SWOT-analyse komt ook naar voren dat Inholland in de loop der jaren een te breed bachelorportfolio heeft opgebouwd, dat soms te smalle of te specifieke opleidingen bevatte en onvoldoende was verbonden met het werkveld. Bij een aantal opleidingen staat zowel volume als kwaliteit daarom onder druk. Daarbij zij wel gezegd dat het portfolio een aantal opleidingen bevat, dat waardevol is vanuit het perspectief van uniciteit, regionaal aanbod, volume en/of waardering door werkveld en studenten. Het aantal kleine opleidingen van Inholland is echter te groot en zal worden teruggebracht. Deels zal dit geschieden door een aantal opleidings(variant)en te staken en deels door een samenvoeging van opleidingen tot robuuste, voor het werkveld herkenbare, bredere opleidingen. Op portfoliogebied is deze besluitvorming al ingezet. De resultaten daarvan zullen overigens pas op langere termijn effect sorteren. Met de versterking van de basiskwaliteit als doel is in april 2011 besloten een herijking van het opleidingenaanbod in te zetten. Dat heeft geleid tot afbouw van het onderstaande tiental opleidingen: Ten aanzien van het onderwijsconcept is geconstateerd dat het onderwijsconcept Backbone 2.0 op een aantal cruciale onderdelen niet aan de voorwaarden voldeed om robuust onderwijs in de breedte te Opleiding Locatie Variant Culturele en Maatschappelijke Vorming Den Haag vt Financial Services Management Diemen, Rotterdam vt Human Resource Management Alkmaar, Den Haag vt, dt, du Commerciële Economie Diemen vt, dt, du International Business and Languages Alkmaar, Diemen vt dt Bedrijfskundige informatica Den Haag, Rotterdam vt, dt Bestuurskunde en overheidsmanagement Rotterdam vt, dt, du Technische Informatica Delft vt Leraar basisonderwijs (Pabo) Hoofddorp vt, dt,du Scheepsbouwkunde 14 Delft vt, du waarborgen. Inholland heeft daarom een nieuwe visie op onderwijs ontwikkeld (Ruimte voor presteren) die de basis vormt voor ons onderwijs en de onderwijsontwikkeling. Daarbij richt Inholland zich op intensief en uitdagend onderwijs met scherpe uitstroomprofielen of afstudeerrichtingen in plaats van een te breed palet aan minoren. Daarnaast wordt het onderwijs van Inholland minder complex georganiseerd. 13 Zie hierover verder p. 20 e.v. 14 Deze opleiding wordt per 1/9/2012 overgedragen aan de Hogeschool Rotterdam. 9

10 Presteren in Verbinding Een sterk punt dat uit de SWOT-analyse naar voren komt is dat Inholland een relatief groot aantal buitenlandse studenten heeft. Hier geldt evenwel ook de conclusie dat de internationale opleidingen soms te versnipperd worden aangeboden. En dat terwijl onze studenten de Randstad veelal zien als één metropool. Juist Inholland is als enige Randstedelijke hogeschool in staat het onderwijs aan deze studenten binnen de Randstadmetropool met elkaar te verbinden. Een groot aantal internationale opleidingen zal daarom worden samengevoegd en zoveel mogelijk op één locatie worden aan geboden 15. Het gaat dan vooral om opleidingen die momenteel als afstudeervariant van een Nederlandstalige opleiding bestaan 16. Voor een planningsneutrale conversie als ook een ver plaatsing van deze varianten zullen aanvragen worden ingediend bij NVAO en CDHO. Het brede portfolio van Inholland komt in de SWOT-analyse als kracht naar voren, vooral als de ketenpartners goed in beeld zijn. Om een zo hoogwaardig mogelijke kwaliteit te blijven bieden wil Inholland haar opleidingen zo veel mogelijk in keten (blijven) aanbieden, verbonden met onderzoek, de beroepspraktijk en/of in een netwerk of in samenwerking met collega s. Daarom worden partnerships met ROC s versterkt, uitgebouwd en gestandaardiseerd waar mogelijk. Nieuwe Ad-programma s worden uitsluitend aangeboden in samenwerking met een ROC-partner en bestaande trajecten worden zo veel mogelijk gebundeld 17. Het model van de Rotterdam Academy dient daarbij als voorbeeld. 18 Ambitie: Docent/studentratio 7,5% beter Bij Inholland is als één van de doelstellingen geformuleerd een verbetering van de docent/studentratio met 7,5% waarmee die uitkomt op een ratio van 1:25,0. Deze bevordert klein schalig onderwijs en past daarom goed bij Inholland. De indicator stuurt op kleinere klassen en zorgt ervoor dat er goed contact tussen de docent en student kan ontstaan. Dat past goed bij het kenmerkende karakter van de hogeschool waarin kleinschaligheid en lokale verankering kernbegrippen zijn. De docenten zijn daarmee beter geëquipeerd om intensief en uitdagend onderwijs te verzorgen, een doel dat is geformuleerd in de notitie Ruimte voor Presteren. Met de Hogeschoolmedezegenschapsraad zijn hier in het kader van de reorganisatie bij Inholland al afspraken over gemaakt. Bovendien wil Inholland die ver ankeren in een afspraak met het ministerie. De ratio staat momenteel op 1:27,0 en een verbetering van 7,5% zou uitkomen op een ratio van 1:25,0 19. Deze indicator is expliciet door het ministerie genoemd om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren ( de lat omhoog ) 20, maar het betekent ook dat er meer docenten per student beschikbaar zijn. Dit voornemen is ambitieus, omdat het een relatief grote verbetering is ten opzichte van de huidige situatie. Daarnaast is het voornemen financieel uitdagend maar ook realistisch want het sluit aan bij de doelen die Inholland zich heeft gesteld om te komen tot een nieuwe organisatie. 15 Zie hiervoor verder Businesscase Inholland international College, april 2012 16 Alleen de opleiding International Business Management Studies (IBMS) kent momenteel een internationaal curriculum, inclusief eigen CROHO. 17 Het inhoudelijke uitgangspunt daarbij blijft: de robuuste bacheloropleidingen kunnen de basis vormen voor de uitbreiding van het aanbod van professionele masters, waar mogelijk in samenwerking met partners. Naast aantoonbare aansluiting op de bachelor en de beroepspraktijk is een voorwaarde dat de masters niet leiden tot academic drift, maar tot daadwerkelijk professionele masters die passen in het hbo (Verbinding als opdracht, p.11). 18 Zie hieronder over de Rotterdam Academy. Daarbij blijft overigens het volgende uitgangspunt overeind: Associate degrees vormen onderdeel van de keten indien ze voorzien in een sterke vraag uit de markt, volume creëren en onderdeel kunnen worden van deze onderwijsketen. (Verbinding als opdracht, p. 11) 19 Reorganisatiemonitor maart 2012. 20 Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap (Kwaliteit in verscheidenheid), juli 2011, p 74.

Ambitie: bredere bachelorprogramma s Een aantal opleidingen zal op een andere wijze worden aangeboden. In vooral de eerste leerjaren worden (generieke) vakken gezamenlijk met andere opleidingen ontwikkeld en aangeboden. In het technische domein wordt op deze wijze bij een aantal samenhangende opleidingen gezocht naar integratie. In het groene domein worden kleine opleidingen in een brede bachelor gevoegd. De managementopleidingen en enkele aanverwante opleidingen worden geclusterd tot één BBAopleiding per locatie met een beperkt aantal relevante afstudeervarianten die aansluiten bij de locatie. In alle gevallen blijft voldoende ruimte voor specialisatie voor de student, bijvoorbeeld via afstudeervarianten. Inholland sluit op deze wijze aan bij sectorontwikkelingen. In vele sectorplannen wordt immers gestreefd naar vermindering van het aantal opleidingen. Met name in de sectorplannen in de groene en de kunstensector, als ook de sectorplannen in aanbouw voor de techniek wordt dit expliciet benoemd. Dit streven is ook geëxpliciteerd in Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap van OCW (Kwaliteit in verscheidenheid, juli 2011). Kort overzicht van de ambitie van Inholland, ook op portfolio niveau Onderwijsportfolio Nulmeting (2012) Ambitie 2016 Actieve bachelors (vt) 21 97 Lichte daling 22 Opleidingen docent/ studentratio < 1:25 1:27,0 7,5 % beter (1:25) 4.2 Prestatieafspraak: Studiesucces, onderwijskwaliteit en maatregelen In het strategisch programma Verbinding als Opdracht (1 december 2011) en de onderwijsnotitie Ruimte voor Presteren heeft de hogeschool haar visie en beleid op onderwijskwaliteit en studiesucces geformuleerd. Deze documenten zijn opgesteld na een intensief proces dat begon met een sterktezwakteanalyse in het voorjaar van 2011 waarbij interne- en externe stakeholders betrokken zijn geweest. Ook is nadrukkelijk de Strategische Agenda van het ministerie van OCW medebepalend geweest voor de koers en richting die de hogeschool heeft gekozen. Het thema studiesucces en onderwijskwaliteit is een kernthema van de hogeschool en sluit daarmee direct aan op de landelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de Strategische Agenda Kwaliteit in Verscheidenheid en het Hoofdlijnenakkoord zoals dat is afgesloten tussen de staatssecretaris en de HBO-raad. In onderstaande paragrafen wordt het thema studiesucces en onderwijskwaliteit nader uitgewerkt, rekening houdend met de doelstellingen en indicatoren zoals die in het Hoofdlijnen akkoord zijn geformuleerd. Onverlet de kant tekeningen die te maken zijn bij deze indicatoren heeft de hogeschool ervoor gekozen de indicatoren uit het Hoofdlijnenakkoord te volgen. Voor elk van die indicatoren is een concrete, in 2015 te bereiken, doelstelling opgenomen. Samenvattend overzicht prestatie-indicatoren studiesucces, onderwijskwaliteit en maatregelen Indicator Operationalisering Nulmeting Doelstelling Studiesucces Uitval 33,5 % 33,5 % Switch 6,9 % 6,9 % Rendement 60,6 % 61,6 % Kwaliteit NSE algemene tevredenheid 3,4 3,6 Maatregelen Docentkwaliteit 51 % 61 % Onderwijsintensiteit 0 % Indirecte kosten 53 : 47 60 : 40 21 Aantal voltijdse bachelors waarvoor die niet worden afgebouwd. Hierin is de portfolioherziening van april 2011 reeds meegenomen (zie pagina 12). 22 Precieze cijfers zijn afhankelijk van de uitwerking van de businesscase BBE (brede bachelor economie). 11

12 Presteren in Verbinding Deze waarden van de prestatie-indicatoren zijn bepaald aan de hand van de huidige situatie van de hogeschool, de doelstellingen die de hogeschool nastreeft en de inschatting van het effect van de maatregelen die de hogeschool treft om de doelstellingen te bereiken. Daarmee ontstaat een beeld dat zowel ambitieus is vanuit de doelstellingen als realistisch. 4.2.1 Studiesucces Studiesucces is een belangrijk maar geen nieuw thema in het hoger beroepsonderwijs in het algemeen. Ook binnen Hogeschool Inholland is het een thema dat al gedurende lange tijd aandacht heeft. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat de resultaten op het gebied van studiesucces niet op het gewenste niveau zijn. Het vergroten van studiesucces is een complexe opgave. De hogeschool kan, en moet, het studiesucces beïnvloeden en sturen, maar het studiesucces wordt eveneens bepaald door factoren die niet of beperkt binnen de invloedssfeer van de hogeschool liggen. Daarbij kan gedacht worden aan de aard en kwaliteit van de instroom, de kwaliteit van het toeleverend onderwijs, de kenmerken van de instromende studenten, bijvoorbeeld thuis- en omgevings situatie en individueel ambitieniveau, en de al dan niet studiegerelateerde - individuele keuzes die de studenten maken tijdens de studie. Daarbij opereert de hogeschool in het spanningsveld om én studenten de mogelijkheid te geven een hbo-opleiding te volgen én de kwaliteitsstandaard te verhogen én het studiesucces te vergroten, het bekende trilemma. Voor Inholland geldt daarenboven het opereren in een specifieke context. Inholland is een hogeschool in Randstedelijk gebied. Dat betekent dat haar studentenpopulatie zich kenmerkt door diversiteit. Inhollandstudenten zijn voornamelijk mbo er of havist en zij zijn divers qua leeftijd. Inholland heeft relatief veel 21+-studenten en veel studenten met een buitenlands diploma. In de grote steden hebben velen een niet-nederlandse achtergrond en regelmatig zijn zij eerstegeneratiestudent. Studiesucces Inholland Het rendement van het hoger onderwijs staat onder druk, ook bij Inholland. Een vergelijking van de cijfers van de laatste twee cohorten laat zien dat het diplomarendement (na vijf jaar) met 5% is gedaald. Bovendien is de uitval uit de instelling (na een jaar) met 6% gestegen. Als deze cijfers worden gecorrigeerd voor de samenstelling van de studentpopulatie blijkt dat de terugval van het rendement en de uitval voor een deel kan worden toegeschreven aan de kenmerken van de populatie. Als de laatste rendementcijfers van Inholland worden geplaatst in een Randstedelijk perspectief blijkt Inholland rond het gemiddelde te presteren. Echter, de daling bij Inholland is wat sterker dan bij de andere Randstedelijke hogescholen. Inholland heeft de meeste uitval uit de instelling, ook wanneer er gecorrigeerd is voor samenstelling van de populatie. De omvang van het switchen is bij Inholland relatief laag. Deze resultaten kunnen voor een deel worden verklaard door een hogere deelname van mbo ers bij Inholland ten opzichte van collega- hogescholen. De mbo er kiest bewuster voor een opleiding en switcht beduidend minder van opleiding. Daarentegen verlaat de mbo er, die reeds over een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt beschikt, wel vaker vroegtijdig het hoger onderwijs dan havisten en vwo ers.

1a) Ontwikkeling rendement, uitval en switchen bij de G5 Randstad hogescholen Uitval (na 1 jaar) Switch (na 1 jaar) Rendement (na 5 jaar) Cohort 2009 2010 2009 2010 2009 2010 Haagse Hogeschool 29% 29% 11% 12% 61% 61% Hogeschool Inholland 28% 34% 8% 7% 66% 61% Hogeschool Rotterdam 23% 24% 10% 11% 64% 64% Hogeschool Utrecht 33% 32% 10% 10% 63% 63% Hogeschool van Amsterdam 33% 30% 11% 12% 62% 59% Randstad (G5, ongewogen) 29% 30% 10% 10% 63% 62% Bron: overzichten prestatieindicatoren uit 1 cijfer ho, samengesteld door DUO (april, 2011) 1b) Ontwikkeling rendement, uitval en switchen bij de G5 Randstad hogescholen (genormaliseerd) Genormaliseerd voor de samenstelling van de populatie Uitval (na 1 jaar) Switch (na 1 jaar) Rendement (na 5 jaar) Cohort 2009 2010 2009 2010 2009 2010 Haagse Hogeschool 29% 29% 11% 11% 63% 64% Hogeschool Inholland 29% 32% 8% 9% 64% 62% Hogeschool Rotterdam 29% 28% 11% 12% 63% 61% Hogeschool Utrecht 29% 30% 10% 10% 66% 65% Hogeschool van Amsterdam 30% 29% 11% 12% 63% 60% Randstad (G5, ongewogen) 29% 30% 10% 11% 64% 62% Bron: overzichten prestatieindicatoren uit 1 cijfer ho, samengesteld door DUO (april, 2012) Studiesucces: Participatie in G5 In mei 2007 vroegen de vijf multisectorale hogescholen in de vier grote steden (G5) aandacht voor het verschil in studiesucces van studenten in de Randstad vergeleken met studenten in de rest van het land. Dit verschil is te verklaren uit het feit dat deze hogescholen te maken hebben met instroom van studenten met een grote diversiteit aan herkomst en sociaal-maatschappelijke achtergrond. Grootstedelijke vraagstukken spelen zich ook af tussen de muren van deze onderwijsinstellingen. Op grond van nadere analyses kregen de vijf grote hoge scholen extra publieke middelen voor het vergroten van het studiesucces in hun specifieke situatie. In 2011 is de balans opgemaakt en is afges proken dat deze geoormerkte verbetertrajecten werden opgenomen in de reguliere verbeterprocessen van de instellingen. Alle vijf hogescholen hebben het verbeteren van studiesucces als belangrijk beleidsonderwerp gecontinueerd. De verbetertrajecten hebben veel kennis opgeleverd over het verhogen van studiesucces. De G5 hechten er aan om de samenwerking die in de afgelopen jaren is ontstaan te continueren. De vraagstukken waar juist deze hogescholen voor staan, vragen om gezamenlijk overleg, het bundelen van activiteiten (zoals het onderzoek naar het effect van interventies) en het delen van ervaringen en best practices. Bij het beoordelen van resultaten op het terrein van studiesucces zien zij de vergelijking met elkaar als zeer betekenisvol. Vergelijking met instellingen elders in Nederland op deze terreinen biedt voor G5 geen relevante (sturings)informatie. De G5 zien elkaar, ook in het kader van de meerjarenafspraken met OCW voor 2012-2015, daarom als referentiegroep. 13

14 Presteren in Verbinding Ambitie Inholland 2016 De opgave voor het verbeteren van de studie succesfactor kan voor het overgrote deel worden gerealiseerd in de domeinen, dichtbij de student, op locatie. Domeinen richten hun beleid en activiteiten op de studiekeuzeondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van proefstuderen, aansluitprogramma s (onder meer studievaardigheidsprogramma s, taal- en rekenprogramma s ), intakegesprekken, summerschools, aanwezigheidsplicht en specifieke mbo-hbo-doorstroomprogramma s. Binnen Inholland is er ruimte voor domeinen om de eigen context en locatie-invulling te geven. Randvoorwaarde voor het realiseren van succesvol studiekeuzebeleid en intake is het vervroegen van de inschrijfdatum. Een vervroegde inschrijfdatum geeft de mogelijkheid voor de aanvang van de opleiding een relatie met de aankomende student op te bouwen en instrumenten (bijvoorbeeld intakegesprekken voor de poort) toe te passen. De propedeuse Inholland is een hogeschool voor alle studenten die volgens de wettelijke eisen toelaatbaar zijn. De propedeuse heeft daarbij een oriënterende, verwijzende en selecterende functie. Studenten zijn bij binnenkomst op 1 september startklaar. Aan het einde van de propedeuse is ook duidelijk of zij geschikt zijn voor het vakgebied. Als dat niet het geval is helpt Inholland bij het zoeken naar een andere opleiding die beter geschikt lijkt, bij voorkeur binnen Inholland. Studenten die hun propedeusediploma behalen, hebben een reële kans om hun diploma in de nominale studietijd te halen. Domeinen geven een eerstejaarsbeleid vorm, gericht op oriëntatie, verwijzing en selectie. Onderdeel daarvan is het 100-dagenprogramma. De eerste 100 dagen van de studie zijn heel belangrijk, omdat deze een voorspellende waarde hebben voor het studiesucces van de rest van de studie. Daarnaast wordt de oriëntatie, verwijzing en selectie vormgegeven door de mogelijkheid de BSA-norm verder te verhogen tot 50 EC, door het hanteren van een kwalitatieve norm voor alle opleidingen met ingang van 2012-2013 en door het jaarlijks voor 1 februari in beeld brengen van structureel achterlopende studenten en daar actie op te ondernemen. Ambitie studiesucces eerste jaar Bachelor: BSA naar 50 ECTS. Met alle studenten wordt vóór het begin van de opleiding een intakegesprek gevoerd (mits er sprake is van tijdige inschrijving). Het hanteren van een studentmonitoringstool. Met behulp van deze tool zijn slb ers en opleidingsmanagers snel en vroegtijdig in staat om in te spelen op de studievoortgang van de student. Een verplichte taaltoets. Een 100-dagenprogramma. Het programma voor de eerste 100 dagen biedt een breed scala aan activiteiten, gericht op het binden van de student aan de opleiding. Doel van het programma is onder meer om zo snel mogelijk vast te stellen of de student de juiste opleidingskeuze heeft gemaakt. De hoofdfase Studiesucces neemt toe als docenten meer aandacht besteden aan individuele studenten. Dit geldt voor de hele studie. Zodra studenten aan de slag zijn, is feedback op hun functioneren gewenst. In de hoofdfase wordt de studie begeleiding toegesneden op de studiefase van de student. Daarin speelt loopbaanbegeleiding een sterke rol. Om het studiesucces van de student te bevorderen zorgt de hogeschool voor zinvolle monitoring en begeleiding van de student gedurende de gehele studie. Deze begeleiding richt zich op de voorbereiding en begeleiding bij zelfstudie en studievaardigheden, individuele aandacht en ondersteuning bij de voortgang van de studie, de keuzes die de student maakt en de ontwikkeling van de beroepspersoonlijkheid van de student.