Verklaring van gebruikte termen

Vergelijkbare documenten
Mossen op bomen. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van mossen op bomen. Jan Kersten Riek van den Bosch

Mossen in de tuin. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van veel voorkomende mossen in de tuin. Jan Kersten Riek van den Bosch

SLOBKOUSNIEUWS 03 jrg2

UIT DE WERELD DER BLADMOSSEN.

Mossen. Samenvatting Instap cursus. Enschede. H. Rudi Zielman maart 2017

Determineren van planten

PLANTEN. Pearson Basisboek biologie Havo Hoofdstuk 4 Linda Grotenbreg (MSc.)

Cva?Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Determinatiesleutel en veldnotities voor de soorten van het geslacht Orthotrichum Hedw. in Nederland en België

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

Veranderingen in de mosflora van de Bennekomse Meent en de Bennekomse Hooilanden na maatregelen tot herstel van blauwgrasland

CGM/ Advies: inschaling van werkzaamheden met Marchantia polymorpha (Parapluutjesmos)

Over het onverwachte verschijnen van gestekeld blaasjesmos (Sphaerocarpos michelii) op campings

Landplan. De grote groepen

Zeldzame mossoorten vs. blinde floristiek

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)

Cursus natuurgids PLANTEN LEREN KENNEN

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Mossig Nieuws no februari 2019

Evolutie van de generatiewisseling

DE MOSSEN VAN DE REGTE HEIDE EN HET RIELS LAAG

SLOBKOUSNIEUWS 08 jrg7

GEEL SCHORPIOENMOS HAMATOCAULIS VERNICOSUS (MITT.) HEDENÄS. Tekst M.J. van Tweel (Bryologische en Lichenologische WerkGroep)

Antwoorden Biologie Planten

De Nederlandse Racomitriums (bisschopsmutsen), deel II

Basterdwederik (Epilobium)

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

12 Buxbaumiella 68 (2004)

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Waterlepeltje (Ludwigia)

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

SOORTENKENNIS GROTENDEELS SPORENPLANTEN

Cursus natuurgids LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN

LES 2 : PLANTEN DETERMINEREN

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Buxbaumia aphylla (kaboutermos) op de begraafplaatsen van Elspeet en Rhenen

Ganzenvoeten? Amarentenfamilie Amaranthaceae

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

BOOMVERZORGING. Plantkunde

werkblad ontstaansgeschiedenis planten b i o d o e n.n l > biologie / mens en natuur / landbouw > bloemen en planten > aanpassingen

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank

In de Scheldevrijstraat maken we in het nieuwe ontwerp een onderscheid tussen de laanbomen en de pleinbomen.

Basiscursus planten: Bladvormen. Klas:. Plantenpersnr: Namen van leerlingen: 1:..

Tortula densa in Nederland

Mossen langs de Zandwetering in Baarlerhoek in de gemeente Deventer.

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

DE MOSFLORA VAN BOSSCHENHOOFD, HOEVEN EN OMGEVING Gemeente Halderberge

Bomenspeurtocht in het Wilhelminaplantsoen. Van:

CGM/ Advies inschaling werkzaamheden gg-slibmos Physcomitrella patens

Planten: vorm en functie 1. Ginkgo biloba

Mossig Nieuws no oktober 2018

De mossen van de Groninger waddeneilanden. 2. Rottumeroog, Vuurtorenduin en Zuiderduin

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

DE MOSFLORA VAN DE ALPHENSCHE BERGEN

Rupsklaver (Medicago)

EEN MERKWAARDIG MOS. (Tetraphis pellucida.)

Plantenfamilies leren herkennen

Tandzaad (Bidens) Veerdelig tandzaad (B. tripartita) Smal tandzaad (B. connata) 3-5 tallig met gesteelde blaadjes. 3-5 tallig, donkergroen

Bomenspeurtocht in het Wilhelminaplantsoen. Van:

GPS Wandeling Kootwijkerzand

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

SLOBKOUSNIEUWS 10 jrg7

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

Bamboe en siergrassen

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

Paardenstaart (Equisetum)

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia

Het Florissante pad der Mosflora 1

De ontwikkeling van Grimmiaceae op het Drentse graniet en Grimmia muehlenbeckii, een nieuwe soort voor de Nederlandse mosflora

Eendagsexcursie Boswachterij Dorst

GENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)

Over de vorming van sporenkapsels door Fontinalis antipyretica Hedw. (Gewoon bronmos) 1

De soorten van het leefgebiedenbeleid 75

PLANTEN. basiskennis

Planten. en hun namen

rijkelijk sporenkapsels in de zachte, regenrijke winter

Plantenkennis. Klim, slinger en leiplanten. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum)

Bryum provinciale Philib. (Getand knikmos), een nieuwe duinplant

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Handleiding voor het meetnet mossen. Buxbaumiella 49 supplement

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4

Handboek Boomteelt, Druk 3. Handboek Tuinplanten. Bomen & Struiken > 4,5 m

Begin van het moestuinseizoen

Loof-en naaldbomen. Naam :

De mossen van de Reuselse Moeren

Cursus natuurgids PLANTEN LEREN KENNEN

Bladmossen Veenmos (Sphagnum) Van dit geslacht zijn 31 soorten in Nederland inheems.

BLWG-voorjaarskamp 2015 rond Balkbrug mossen

GROEP 1 GROEP 2 GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6

Transcriptie:

Het Florissante pad der Mosflora 49 Verklaring van gebruikte termen aflopend antheridiën antheridium archegoniën archegonium bladbasis bovenliggend bladrand die doorloopt op de stengel mannelijke geslachtsorganen fig. 5-13-18a-23-35-37-38-179-186 enkelvoud van antheridiën vrouwelijke geslachtsorganen fig. 18b-35-36-180-190 enkelvoud van archegoniën de aan de stengel gehechte zijde van het blad de bovenrand van het blad ligt op het volgende (jongere) blad, dit komt bij een aantal bebladerde levermossen voor fig. 53-55-175-177 broedblaadje blad dat fungeert als broedorgaan fig. 111 broeddraad draadvormig broedorgaan gevormd aan de blaadjes fig. 154a of aan de stengel fig. 199 broedknolletje aan rhizoiden groeiend broedlichaam fig. 42-129-198 broedknop broedorgaan met bladachtige aanhangsels fig. 133-134 broedkorrel uit weinig cellen samengesteld broedlichaam fig. 44-60a-63-70-91-119-140-145 broedtak broedorgaan lijkend op een tak fig. 167 bryologie leer der mossen bryoloog mossenkundige dekseltje orgaan dat de opening van sporenkapsels van niet rijpe bladmossen afdekt fig. 19-20-22-29-34-35 eenhuizig archegoniën en antheridiën aanwezig op één plant eenslachtig archegoniën en antheridiën niet in hetzelfde omwindsel, dit is altijd bij tweehuizige planten en kan ook bij eenhuizige planten het geval zijn elateren springdraden, tussen de sporen van levermossen aanwezige draden die bij contact met de buitenlucht spiraalvormig kronkelen en daardoor de sporenmassa uit elkaar duwen waardoor de wind er meer vat op krijgt fig. 6-182-183 gesnaveld dun uitsteeksel aan de top van een dekseltje fig. 2b-20-34a-95-106a-110-169 gezoomd anders gevormde of gekleurde baan van cellen langs de bladrand fig. 17-101-129a-138a glashaar kleurloos, buiten de bladschijf uitstekend deel van de nerf bij bladmossen fig. 113-116- 118-119-124-193 hauwen lange cilindrische sporendragers (kapsels) op het thallus van hauwmossen. Hierin worden de sporen gevormd. Bij rijpheid springen deze in de lengte in twee delen open waardoor de sporen vrijkomen fig. 14-15-80a-81a-188 innovatie involucra involucrum kapselsteel kropje lamellen mutsje kropvormige uitstulping op de overgang van kapselsteel naar sporenkapsel bij sommige bladmossen fig. 104a-106a lange smalle celplaten die in de lengterichting op de bladnerf staan van sommige topkapselmossen fig. 26-27-195-196 vliezig of harig kapvormig orgaan dat het sporenkapsel van bladmossen in jonge toestand aan de bovenzijde bedekt. Dit is het bovendeel van de archegoniumwand die is afgescheurd bij het strekken van de kapselsteel o.a. fig. 2b-19a-20b-29-34b-35-40-95-97- 98-104-127-146 omwindselblaadjes onderblaadje onderliggend oortje in één groeiseizoen uit een speciale cel gevormde (eventueel vertakte) scheut van de hoofdas fig. 43-118-123-124-131a-b-135-146-147-196 buisvormig orgaan op thalleuze levermossen, waarin sporenkapsel en kapselsteel zich ontwikkelen fig. 19c enkelvoud van involucra fig.12 steel waarop een sporenkapsel zit, deze is bij levermossen (nagenoeg) kleurloos door het ontbreken van bladgroen fig. 8-12-66-71 en bij bladmossen meestal groen of roodbruin (met bladgroen) fig. oa. 2b-19-24-25b-33a-34b speciale blaadjes waartussen geslachtsorganen zich bevinden, ze vormen vaak een knop of bloemvorm fig. 18a-b-23--28-29 blaadje dat zit aangehecht aan de zijde van de stengel die naar de bodem is gericht. Deze zijn vaak klein en anders gevormd dan de overige blaadjes. Dit komt bij een aantal bebladerde levermossen voor fig. 54-56-176 de bovenrand van het blad ligt onder het volgende blad, dit komt bij een aantal bebladerde levermossen voor fig. 3-59a-62-63-64-65-174 groep van anders gevormde en of gekleurde vaak uitpuilende cellen bij de overgang van

Het Florissante pad der Mosflora 50 de bladrand op de stengel fig. 112a-192 papilleus uitstulpingen van de celwand bij sommige mossen, te zien (bij sterke vergroting) als bobbeltjes op blaadjes fig. 116-120a-121a-122a-197 en op kapselstelen fig. 19a parafiliën aan stengels en of takken voorkomende draad of lancetvormige, soms vertakte aanhangsels, deze zijn soms bij sterke vergroting als een wollige bedekking te zien fig. 191 perianth een cellaag dik buisvormig orgaan op de top van bebladerde levermossen waarin de archegoniën zitten en waarin de kapselsteel en het sporenkapsel zich ontwikkelen alvorens bij rijpheid naar buiten te treden fig. 7-9-69 peristoom enkele of dubbele ring van blaadjes die de opening van het sporenkapsel van bladmossen geheel of gedeeltelijk kan afsluiten fig. 19b-20c-29-33b-34b-95-96-117a-143-169 protonema voorkiem, draad- of thallusvormig orgaan dat groeit uit een spore, hieruit kunnen nieuwe mosplanten ontstaan fig. 35-41-49 pseudo-elateren organen zittend tussen de sporen van hauwmossen fig. 187 rhizoiden wortelharen, uit buisvormige cellen gevormde organen waarmee de mosplant zich kan vasthechten, ze lijken op wortels maar hebben geen vaatbundels waardoor ze geen water en voedingstoffen vanuit het substraat kunnen transporteren fig. 32-42-49-54-56-128- 129-154a rhizoidenvilt bij sommige mossen vormen rhizoiden een viltige laag op de stengel fig. 139 sporen in het sporenkapsel door celdeling ontstaan orgaan van waaruit zich nieuwe mosplanten kunnen ontwikkelen fig. 6-35-182-183-184-185-187-188-200 sporenkapsel bol, cilindrisch of draadvormig orgaan waarin zich door celdeling sporen ontwikkelen. Levermossen o.a. 7-8-12-14-22-66. Bladmossen oa. fig. 19b-20c-29-33b-34b-95-96- 117a-143-169. springdraden zie elateren thalleus dikvlezig, opgebouwd uit meerdere cellagen fig. hauwmos fig. 79, thalleus levermos fig. 181 trommelvel schijfvormig orgaan dat het centrum van de opening van het sporenkapsel bij een aantal topkapselmossen afdekt fig. 20-95-96-98 tweehuizig archegoniën en antheridiën op verschillende planten tweelobbig tweetoppig blad waarvan de beide bladlobben tegen elkaar liggen fig. 4-62-63-67-178 voorkiem zie protonema

Het Florissante pad der Mosflora 51 Afbeeldingen ter verduidelijking Levermossen fig.174 Gewoon kantmos, schuinaangehechte onderliggende blaadjes fig.175 Moerasbuidelmos met schuin aangehechte bovenliggende blaadjes fig.176 Moerasbuidelmos, onderblaadje fig.178 Nerflevermos met tweelobbige blaadjes fig.177 Neptunusmos, schuinaangehechte bovenliggende blaadjes fig.179 Gewoon maanmos met antheridiën fig.180 Gewoon plakkaatmos, archegoniën fig. 181 Echt vetmos, thallusdoorsnede

Het Florissante pad der Mosflora 52 fig.182 Parapluutjesmos, sporen en elateren fig.183 Parapluutjesmos, sporendragers met rijpe sporen en elateren fig.184 Gewoon landvorkje, sporen Ø 70-90 µ fig.185 Klein landvorkje, sporen Ø 70- Hauwmossen fig.186 Gewoon hauwmos, antheridiën Bladmossen fig.187 Geel hauwmos, sporen Ø 40-55µ en psuedo-elateren fig.188 Geel hauwmos, hauw met sporen Ø 40-55µ fig.189 Ruig haarmos, omwindsels op mannelijke planten (perichaetiën) fig.190 Gewoon sikkelmos (Drepanocladus aduncus), archegoniën

Het Florissante pad der Mosflora 53 fig.191 Boompjesmos, parafylliën fig.192 Boskronkelsteeltje, oortjes aan de bladhoeken fig.193 Gewoon muisjesmos, bladtoppen met glasharen fig.194 Klein rimpelmos (Atrichum tenellum, blad(doorsnede) met lamellen fig.195 Grote viltmuts (Pogonatum urnigrum), blad(doorsnede) met lamellen fig.196 Violetknolknikmos (Bryum violaceum), innovatie fig.197 Duinsterretje, blad(doorsnede), cellen met papillen (papilleus) fig.198 Braamknikmos, broedknolletjes Ø tot 300 µ fig.199 Rood knikmos (Bryum pallens) met broeddraden fig. 200 Gewoon gaffeltandmos met rhizoidenvilt op de stengel

Het Florissante pad der Mosflora 54 Aanbevolen literatuur Bouman, A.C. 2002. De Nederlandse Veenmossen. Dort, Klaas van, Chris Buter, Paul van Wielink 1998. Veldgids Mossen. Dort, Klaas van, Chris Buter, Bart Horvers 2010. Fotigids Mossen. KNNV Uitgeverij, Zeist. Gradstein, S.R., H.M.H. van Melick 1996. De Nederlanse Levermossen & Hauwmossen. Melick, H.M.H van 2007, Atlas van de mosflora van Eindhoven. Floristische inventarisatie van Blad-, Lever- en Hauwmossen in Zuidoost-Brabant. Siebel, H.N., O. Heylen, M.J.H. Kortselius & H. Stieperaere 2002. Nederlandstalige naamlijst van de mosflora van Nederland en België. Buxbaumiella 61, orgaan van de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de KNNV. Siebel, Henk, Heinjo During 2006. Beknopte Mosflora van Nederland en België. Touw, A, W.V. Rubers 1989. De Nederlandse Bladmossen. Wirth, Volkmar, Ruprecht Düll 2000. Mossen en Korstmossen. Tirion Uitgevers BV, Baarn.