Newsletter 07/2016 Vragen & Antwoorden Evolutie van de reglementering van de tweede pijler Versterking van het aanvullende karakter van de tweede pijler (EBI flash Evolutie van de tweede pijler deel 3 februari 2016) I. PENSIOENLEEFTIJD - AFLOOP VAN DE PENSIOENTOEZEGGING Principes De afloop van de pensioentoezegging (pensioenleeftijd) mag niet lager liggen dan de wettelijke pensioenleeftijd van kracht op het ogenblik van de invoering (dit is 65 jaar in 2016, 66 jaar vanaf februari 2025 en 67 jaar vanaf februari 2030) - Voor de nieuwe pensioentoezeggingen ingevoerd vanaf 1 januari 2016 - In geval van wijziging van de pensioenleeftijd (afloop) in een pensioentoezegging die bestaat op 31 december - Voor de nieuwe aangeslotenen vanaf 1 januari 2019 in een pensioentoezegging die bestaat op 31 december 2015 - Van toepassing op de werknemers en de zelfstandige bedrijfsleiders Wat is de afloop (pensioenleeftijd) van de nieuwe pensioentoezeggingen ingevoerd vanaf 1 januari 2016? De afloop waarin het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst die vanaf 1 januari 2016 werd ingevoerd, voorziet, mag niet lager liggen dan de wettelijke pensioenleeftijd die van kracht is op het ogenblik van de invoering, d.w.z. de afloop moet minstens 65 jaar zijn. De afloop staat los van de leeftijd waarop elke aangeslotene gepensioneerd is. Moet de afloop (pensioenleeftijd) van 60 jaar in de pensioenreglementen of Pensioenovereenkomsten die bestaan voor 2016 gewijzigd worden? Neen, de afloop van deze toezeggingen wordt niet gewijzigd. Een aangesloten werknemer die op 60 jaar nog altijd bij zijn werkgever in dienst is, blijft aangesloten bij de pensioentoezegging zolang hij in dienst is. Dit is het gevolg van artikel 13 lid 2 van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen. De afloop van zijn pensioentoezegging wordt met 5 jaar verlengd. Een aangesloten zelfstandige bedrijfsleider die op 60 jaar in functie is bij de onderneming, kan actieve aangeslotene blijven van de pensioentoezegging. De afloop van zijn pensioentoezegging wordt met 5 jaar verlengd. Voor de nieuwe aangeslotenen van deze pensioentoezeggingen vanaf 1 januari 2019, mag de afloop niet lager liggen dan 65 jaar. De afloop van de pensioentoezegging mag 60 jaar blijven voor de aangeslotenen voor 1 januari 2019 en is 65 jaar voor de nieuwe aangeslotenen vanaf deze datum. 1/10
Wat is het gevolg van de verplichting om in een afloop (pensioenleeftijd) van minimum 65 jaar te voorzien voor de nieuwe pensioentoezeggingen op de dekking arbeidsongeschiktheid die ook door de werkgever/ondernemer wordt onderschreven? In principe geldt de verplichting om een pensioenleeftijd op 65 jaar te voorzien uitsluitend voor de pensioentoezeggingen en niet voor de dekking arbeidsongeschiktheid. Wij raden echter aan om ook te voorzien in een afloop van 65 jaar voor de dekking arbeidsongeschiktheid. Heeft de wijziging van de afloop van de pensioentoezegging gevolgen voor de methode die gekozen wordt voor de wettelijke rendementswaarborg voor werknemers? De toepassing van de verticale of horizontale methode (zie EBI flash van februari 2016: Evolutie van de tweede pijler de rendementswaarborg) hangt af van het feit of de verzekeraar voor het geheel van de pensioentoezegging al dan niet een rendement waarborgt tot op de pensioenleeftijd. De toegepaste methode verandert niet ten gevolge van een individuele of collectieve verlenging van de afloop van de pensioentoezegging. II. UITBETALING BIJ DE PENSIONERING Principes Het aanvullend pensioen moet worden vereffend bij de pensionering van de aangeslotene in het statuut van werknemer (als het aanvullend pensioen opgebouwd werd als werknemer) of van zelfstandige (als het aanvullend pensioen opgebouwd werd als zelfstandige), ongeacht de in het pensioenreglement/de pensioenovereenkomst vermelde afloopleeftijd. Uitzonderingen 1. Hoewel een aangeslotene nog niet gepensioneerd is, kan het aanvullend pensioen hem op zijn vraag al worden uitbetaald als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - Ofwel heeft hij de wettelijke pensioenleeftijd die van kracht is op het ogenblik van de aanvraag bereikt - Ofwel voldoet hij aan de voorwaarden om te genieten van het vervroegd wettelijk pensioen. Beide omstandigheden moeten in het pensioenreglement/de pensioenovereenkomst opgenomen zijn als uitzondering op het principe van de vereffening als gevolg van de pensionering. Voorwaarden voor het vervroegd wettelijk pensioen: Minimumleeftijd Loopbaanvoorwaarden Uitzondering lange loopbaan 2016 62 jaar 40 jaar 60 jaar 42 jaar 61 jaar 41 jaar 2017 62,5 jaar 41 jaar 60 jaar 43 jaar 61 jaar 42 jaar 2018 63 jaar 41 jaar 60 jaar 43 jaar 61 jaar 42 jaar 2019 63 jaar 42 jaar 60 jaar 44 jaar 61 jaar 43 jaar 2/10
2. Overgangsbepalingen van toepassing op het pensioenreglement/de pensioenovereekomst die bestaat op 31/12/2015 en voorziet in de afkoop vanaf 60 jaar. Geboortedatum van de aangeslotene 1961 63 jaar 1960 62 jaar 1659 61 jaar 1958 en vroeger 60 jaar Wat bedoelen we met pensionering? Leeftijd vanaf wanneer de aangeslotene zijn aanvullend pensioen kan bekomen op voorwaarde dat het pensioenreglement/de pensioenovereenkomst die bestaat op 31/12/2015 voorziet in de afkoop vanaf 60 jaar Dit is de effectieve ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de prestaties, ofwel onder het statuut van werknemer, ofwel onder het statuut van zelfstandige. Momenteel is de wettelijke pensioenleeftijd vastgesteld op 65 jaar. Vanaf februari 2025 zal dit 66 jaar en vanaf februari 2030, 67 jaar worden. Het vervroegd wettelijk pensioen stemt overeen met een pensionering. Het brugpensioen of het werkloosheidsstelsel met bedrijfstoeslag (SWT) stemt niet overeen met een pensionering. Wanneer is de maatschappij verplicht om prestaties uit te betalen? De maatschappij is verplicht om het aanvullend pensioen te storten wanneer de aangeslotene werknemer of zelfstandige effectief wettelijk op pensioen gaat met betrekking tot de beroepsactiviteit op basis waarvan het aanvullend pensioen werd opgebouwd. De prestaties worden berekend op de datum van de effectieve ingang van het pensioen. Het bedrag van het pensioen wordt gestort te laatste binnen 30 dagen nadat de aangeslotene aan de maatschappij de gegevens heeft verstrekt die noodzakelijk zijn voor de uitbetaling. Indien de informatie die noodzakelijk is voor de uitbetaling met vertraging aan de maatschappij wordt bezorgd, worden geen nalatigheidsintresten berekend ten gunste van de aangeslotene. Hoe wordt de maatschappij op de hoogte gebracht van de pensionering? In principe moet de werkgever of de werknemer (indien hij zijn werkgever verlaten heeft) de maatschappij minstens drie maanden op voorhand op de hoogte brengen van de pensionering. Indien de aangeslotene zelfstandig is, moet hij de maatschappij binnen dezelfde termijn op de hoogte brengen van zijn pensionering. Vanaf 2017 zal de vzw Sigedis de maatschappij op de hoogte brengen van de pensionering van de aangeslotenen. 3/10
Wanneer mag de maatschappij het aanvullend pensioen aan een actieve aangeslotene uitbetalen op een ander tijdstip dan de pensionering? Pensioentoezeggingen die bestaan op 31/12/2015 - Indien de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om de overgangsbepalingen te genieten (aangeslotenen geboren in 1961 of vroeger), kan zijn aanvullend pensioen eerder opnemen voor zover het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst die bestaat op 31/12/2015 de vervroegde betaling voor actieve aangeslotene toelaat. Voorbeeld: het pensioenreglement dat op 31/12/2015 bestaat, voorziet dat de actieve aangeslotene vanaf 60 jaar de gedeeltelijke uitbetaling van zijn aanvullend pensioen kan vervroegen. Een actieve aangeslotene die geboren is in 1957 kan op de leeftijd van 60 jaar de vervroegde uitbetaling aanvragen terwijl hij nog niet gepensioneerd is. Een actieve aangeslotene die geboren is in 1960 kan op 62 jaar de vervroegde uitbetaling aanvragen terwijl hij nog niet gepensioneerd is. Een actieve aangeslotene die geboren is in 1965 kan niet de vervroegde uitbetaling aanvragen in het kader van de overgangsbepalingen omdat hij er niet meer van kan genieten. - De vervroegde uitbetaling van het aanvullend pensioen is mogelijk vanaf het ogenblik dat voldaan is aan de voorwaarden om van het vervroegd wettelijk pensioen te genieten. De aangeslotene kan zijn eerste pensioendatum opvragen (P datum) op de website www.mypension.be. De vervroegde uitbetaling is ook mogelijk vanaf de leeftijd die overeenstemt met de wettelijke pensioendatum die van kracht is op het ogenblik van de vereffening zonder dat de aangeslotene zijn rustpensioen aanvraagt. De aangeslotene is «pensioneerbaar» maar hij vraagt zijn pensionering niet aan. Deze mogelijkheden moeten opgenomen zijn in het pensioenreglement/de pensioenovereenkomst voor de slapende aangeslotenene en/of voor de actieve aangeslotenen (keuze van de werkgever/onderneming). - Enkel voor de werknemers: De aangeslotenen die minstens 55 jaar zijn en ontslagen worden met het oog op een werkloosheidsstelsel met bedrijfstoeslag (SWT) in het kader van een herstructureringsplan dat bestaat op 1 oktober 2015 kunnen de vervroegde uitbetaling van hun aanvullend pensioen vanaf de leeftijd van 60 jaar aanvragen voor zover het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst die bestaat op 31/12/2015 de vervroegde uitbetaling toelaat. Pensioentoezeggingen ingevoerd vanaf 1/01/2016 -De vervroegde uitbetaling van het aanvullend pensioen is mogelijk vanaf het ogenblik dat voldaan is aan de voorwaarden om te genieten van het vervroegd wettelijk pensioen. Voorbeeld: de firma A onderschrijft in april 2016 een IPT voor zijn bedrijfsleider, de heer Janssens, geboren in 1970. De afloop (pensioenleeftijd) van de pensioentoezegging is 65 jaar. Vanaf de afloopdatum in 2035 zal de heer Janssens zijn aanvullend pensioen nog niet kunnen innen (aangezien in 2035 de geldende wettelijke pensioenleeftijd 67 jaar is) tenzij hij op dat ogenblik voldoet aan de voorwaarden voor het vervroegd wettelijk pensioen. - De vervroegde uitbetaling is ook mogelijk vanaf de leeftijd die overeenstemt met de wettelijke pensioenleeftijd die geldt op het ogenblik van de vereffening. De aangeslotene is «pensioneerbaar» maar vraagt zijn pensionering niet aan. Deze mogelijkheden moeten opgenomen zijn in het pensioenreglement/de pensioenovereenkomst voor de slapende aangeslotenene en/of voor de actieve aangeslotenen (keuze van de werkgever/onderneming). 4/10
Wat kan een slapende aangeslotene doen in een pensioentoezegging met een afloop op 60 jaar? Er mag niet uit het oog verloren worden dat vanaf 2016 de vereffening van het aanvullend pensioen bij de pensionering moet gebeuren. Pensioentoezeggingen die bestaan op 31/12/2015 - Indien de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om te genieten van de overgangsbepalingen (aangeslotenen geboren in 1961 en vroeger) kan hij vervroegd zijn aanvullend pensioen opnnemen voor zover het pensioenreglement of de pensioenovereenkomst die bestaat op 31/12/2015 de vervroegde uitbetaling voor de slapende aangeslotenen toelaat (deze bepaling is in nagenoeg al onze documenten overgenomen). Voorbeeld: het pensioenreglement dat bestaat op 31/12/2015 bepaalt dat de slapende aangeslotene zijn aanvullend pensioen vervroegd kan opnemen vanaf 60 jaar. Een slapende aangeslotene die geboren is in 1957 kan op de leeftijd van 60 jaar de vervroegde uitbetaling aanvragen indien hij nog niet gepensioneerd is. Een slapende aangeslotene die geboren is in 1960 kan op de leeftijd van 62 jaar de vervroegde uitbetaling aanvragen terwijl hij nog niet gepensioneerd is. Een slapende aangeslotene die geboren is in 1965 kan niet de vervroegde uitbetaling aanvragen in het kader van de overgangsbepalingen omdat hij er niet meer van kan genieten. - Indien de aangeslotene niet kan genieten van de overgangsbepalingen (omdat hij bijv. geboren is in 1965) kan hij de verefffening op 60 jaar niet aanvragen (terwijl de afloop van de pensioentoezegging 60 jaar is). De afloop van de pensioentoezegging zal worden verlengd tot de leeftijd van 65 jaar. De aangeslotene kan uitbetaling aanvragen bij zijn pensionering, al dan niet vervroegd. Hij behoudt nog altijd de mogelijkheid om zijn reserves over te dragen naar het contract onthaalstructuur of naar een van de andere opties waarin de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen voorziet. - Indien het pensioenreglement/ de pensioenovereenkomst voorziet in de mogelijkheid voor de slapende aangeslotene om het aanvullend pensioen te ontvangen vanaf het ogenblik dat voldaan is aan de voorwaarden om te genieten van het vervroegd wettelijk pensioen vanaf de leeftijd die overeenstemt met de wettelijke pensioenleeftijd die van kracht is op het ogenblik van de aanvraag tot vereffening kan de aangeslotene de vereffening van zijn aanvullend pensioen aanvragen terwijl hij niet op pensioen gaat. Hij is «pensioneerbaar» (keuze van de werkgever/onderneming). Pensioentoezeggingen onderschreven vanaf 2016 De pensioentoezeggingen onderschreven vanaf 2016 mogen niet voorzien in een termijn die lager ligt dan de wettelijke pensioenleeftijd op het ogenblik van de contractsluiting (65 jaar tot op 31/01/2025). 5/10
Wat kan een slapende aangeslotene doen in een pensioentoezegging met een afloop op 65 jaar? Er mag niet uit het oog verloren worden dat vanaf 2016 de vereffening van het aanvullend pensioen bij de pensionering gebeurt. Pensioentoezeggingen die bestaan op 31/12/2015 - Indien de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om te genieten van de overgangsbepalingen (aangeslotenen geboren in 1961 en vroeger), is een vervroegde uitbetaling van het aanvullend pensioen mogelijk voor zover het bestaande reglement of de bestaande overeenkomst op 31/12/2015 de vervroegde uitbetaling toelaat voor de slapende aangeslotenen. - Indien de aangeslotene niet kan genieten van de overgangsbepalingen (omdat hij bijv. geboren is in 1965) zal hij zijn aanvullend pensioen bij zijn pensionering, al dan niet vervroegd, ontvangen. Tot op zijn pensionering behoudt hij nog altijd de mogelijkheid om zijn reserves over te dragen naar een contract onthaalstructuur of naar een van de andere opties waarin de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen voorziet. - Indien het pensioenreglement/ de pensioenovereenkomst voorziet in de mogelijkheid voor de slapende aangeslotene om het aanvullend pensioen te ontvangen vanaf het ogenblik dat voldaan is aan de voorwaarden om te genieten van het vervroegd wettelijk pensioen vanaf de leeftijd die overeenstemt met de wettelijke pensioenleeftijd die van kracht is op het ogenblik van de aanvraag tot vereffening kan de aangeslotene de vereffening van zijn aanvullend pensioen aanvragen terwijl hij niet op pensioen gaat. Hij is «pensioneerbaar» (keuze van de werkgever/onderneming). Pensioentoezeggingen onderschreven vanaf 2016 - Aangezien de pensioentoezegging vanaf 2016 onderschreven is, zijn de overgangsbepalingen niet van toepassing. De aangeslotene zal zijn aanvullend pensioen bij zijn pensionering ontvangen, al dan niet vervroegd. - Indien het pensioenreglement/ de pensioenovereenkomst voorziet in de mogelijkheid voor de slapende aangeslotene om het aanvullend pensioen te ontvangen vanaf het ogenblik dat voldaan is aan de voorwaarden om te genieten van het vervroegd wettelijk pensioen vanaf de leeftijd die overeenstemt met de wettelijke pensioenleeftijd die van kracht is op het ogenblik van de aanvraag tot vereffening kan de aangeslotene de vereffening van zijn aanvullend pensioen aanvragen terwijl hij niet op pensioen gaat. Hij is «pensioneerbaar» (keuze van de werkgever/onderneming). 6/10
Hoe zit het met de slapende aangeslotenen die al op wettelijk pensioen zijn voor 1 januari 2016? De maatschappij hoeft het aanvullend pensioen niet onmiddellijk te vereffenen. Deze aangeslotenen hebben de keuze om de uitbetaling van hun aanvullend pensioen nu al aan te vragen indien ze onder de overgangsbepalingen vallen ofwel te wachten tot de afloop. Voorbeeld: een slapende aangeslotene is gepensioneerd in 2013 op de leeftijd van 60 jaar. De afloop van zijn pensioentoezegging is 65 jaar. Zijn pensioenreglement voorziet in een mogelijkheid tot vervroegde vereffening vanaf de leeftijd van 60 jaar. Aangezien hij kan genieten van de overgangsbepalingen, kan de slapende aangeslotene vanaf 2016 aan de maatschappij vragen om zijn aanvullend pensioen te vereffenen. Hoe zit het met de aangeslotenen die op 60 jaar actief zijn bij de werkgever/onderneming van wie de afloop van de pensioentoezegging 60 jaar is? Voor deze aangeslotenen wordt de afloop met 5 jaar verlengd. Indien de aangeslotene werknemer is, is de werkgever verplicht om de aansluiting voort te zetten. Hoe zit het met de aangeslotenen die op 65 jaar actief zijn bij de werkgever/onderneming van wie de afloop van de pensioentoezegging 65 jaar is? Voor deze aangeslotenen wordt de afloop verlengd met een hernieuwbaar jaar. Indien de aangeslotene werknemer is, is de werkgever verplicht om de aansluiting voort te zetten. Hoe zit als een aangeslotene meerdere pensioentoezeggingen heeft als zelfstandige en werknemer en hij een afkoop of een vereffening van zijn contract aanvraagt? Indien de aangeslotene gepensioneerd is voor zijn activiteit als werknemer, moeten enkel de pensioenplannen die met dit statuut overeenstemmen, vereffend worden. Hetzelfde geldt voor zijn statuut van zelfstandige. Indien hij niet gepensioneerd is, zal de maatschappij enkel het aanvullend pensioen vereffenen dat het voorwerp is van de aanvraag en op voorwaarde dat de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om van een vervroegde uitbetaling te genieten. Houden de nieuwe bepalingen wijzigingen in voor beroepssporters onder arbeidscontract? Voor de beroepssporter onder arbeidscontract, is het ogenblik van de pensionering vastgesteld op het einde van de periode waarin de aangeslotene onderworpen is aan de hoedanigheid van beroepssporter. Dit tijdstip kan ten vroegste vastgesteld zijn vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de 35ste verjaardag van de aangeslotene die zijn activiteit van beroepssporter definitief stopzet. Voor deze categorie van werknemers verandert er niets. Dit is dus een uitzondering op het principe dat de afloop van de nieuwe pensioentoezeggingen niet lager mag liggen dan 65 jaar. 7/10
Houden de nieuwe bepalingen wijzigingen in voor de voorschotten en inpandgevingen? Deze hypothesen zijn ook een uitzondering op het principe dat de uitbetaling van het aanvullend pensioen gebeurt bij de pensionering van de aangeslotene. Indien de aangeslotene de interesten van zijn voorschot niet terugbetaalt, kan de maatschappij altijd het voorschot afkopen dat overeenstemt met het bedrag van het voorschot en met de onbetaalde interesten. Welk bewijs van pensionering moet de aangeslotene aan de maatschappij bezorgen? Een officieel attest (papieren document of e-mail) van de Federale pensioendienst (FPD) (vroeger de Rijksdienst voor pensioenen (RVP)) dat de pensionering van de aangeslotene op datum X bevestigt. Welk bewijs moet de aangeslotene aan de maatschappij bezorgen betreffende de voorwaarden van zijn vervroegde pensionering? De aangeslotene kan het detail van zijn wettelijk pensioen opvragen op de website www. mypension.be. De eerste pensioendatum is op het scherm vermeld. Een kopie van het scherm volstaat. Kan een gepensioneerde bij een pensioentoezegging aangesloten zijn? Het antwoord is negatief. Aangezien de persoon gepensioneerd is, bouwt hij geen wettelijke pensioenrechten meer op. De wetgever staat echter toe dat de aansluiting van de werknemers/zelfstandige bedrijfsleiders die gepensioneerd zijn voor 2016 wordt voortgezet. 8/10
III. VERBOD OP GUNSTIGE ANTICIPATIEMAATREGELEN Principes Zijn volstrekt ongeldig: - De bepalingen die de gevolgen van een uittreding of pensionering voor de wettelijke pensioenleeftijd wegwerken of beperken wat betreft de omvang van de aanvullende pensioenprestatie; - Voor de zelfstandige bedrijfsleiders: de bepalingen die de gevolgen van het feit dat de bedrijfsleider niet langer bedrijfsleider van de inrichter is wegwerken of beperken wat betreft de omvang van de aanvullende pensioenprestatie; - De bepalingen die bijkomende voordelen toekennen omwille van het vertrek of de pensionering; Met als gevolg een verhoging van de verworven reserves en/of prestaties of elk ander bijkomend voordeel wegens de vervroegde uittreding. Deze ongeldigheid is van toepassing zowel op de pensioentoezeggingen die bestaan op 31/12/2015 als op de pensioentoezeggingen onderschreven vanaf 2016. Er geldt één uitzondering voor de aangeslotenen geboren voor 1962. Welke maatregelen worden beoogd? - Voor de pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties waarin het pensioenreglement voorziet in gunstige actualisatieregels voor de prestatie (verbeterde anticipatie); - Voor de pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties, van het type vaste bijdragen of van het type cash balance waarbij het pensioenreglement bij de ingang van het vervroegd wettelijk pensioen of van een ontslag op oudere leeftijd of een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voorziet in de storting door de werkgever/onderneming van een eenmalige premie voor toekomstige dienst. Kortom alle bepalingen van het pensioenreglement die de aangeslotene ertoe aanzetten niet actief te blijven tot de wettelijke pensioenleeftijd. Welke maatregelen worden niet beoogd? - De bepalingen van het pensioenreglement die voorzien in een inhaalbeweging van de verleden loopbaan voor de inwerkingtreding van de pensioentoezegging of sommige bonussen tijdens de loopbaan van de aangeslotene; - De bepalingen van het pensioenreglement die vastleggen dat de aanvullende pensioenvoordelen evolueren afhankelijk van de anciënniteit of zelfs afhankelijk van de leeftijd met inachtneming van de bepalingen van de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007; - De bepalingen van het pensioenreglement die de aangeslotenen ertoe aanzetten in dienst te blijven na de wettelijke pensioenleeftijd; - De bepalingen van het pensioenreglement die voorzien in de uitbetaling van een eenmalige premie voor een periode gedekt door de compenserende opzeggingsvergoeding; - De bepalingen van het pensioenreglement die de gevolgen van sommige vormen van tijdskrediet neutraliseren (bijvoorbeeld de landingsbanen). 9/10
Hoe moet de uitzondering op de gunstige anticipatiebepalingen worden geïnterpreteerd? De aangeslotenen die geboren zijn voor 1962 kunnen nog genieten van de gunstige anticipatiemaatregelen, ongeacht of deze maatregelen opgenomen zijn in een pensioentoezegging die bestaat op 31/12/2015 of in een pensioentoezegging onderschreven vanaf 2016. Voor deze aangeslotenen kunnen niet alleen gunstige anticipatiemaatregelen blijven bestaan, ze kunnen bovendien ook nog worden ingevoerd in een bestaand pensioenplan of in een nieuw plan. Gunstige anticipatiemaatregelen zijn ongeldig voor aangeslotenen die geboren zijn na 1962. Heeft de ongeldigheid van gunstige anticipatiemaatregelen gevolgen voor de verworven rechten? Het verbod op gunstige anticipatiemaatregelen mag in geen geval leiden tot een vermindering van de verworven reserves die bestonden op 1/01/2016. 10/10