Korte omschrijving van de cursussen in het mastertraject Opvoedingsondersteuning

Vergelijkbare documenten
Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

Minor Toegepaste Psychologie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

11/8/2016. Academisch Schrijven in het curriculum. Opzet van deze bijeenkomst. Academisch schrijven. Toepassing in curriculum.

Specialisatie jonge kinderen

Master of Psychological Research

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Vakken TOP IB-opleiding. Onderwijsbegeleiding

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Leerplanschema Minor Psychologie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

MODULE Evidence Based Midwifery

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep.

Deel II. 1. Doelstelling en eindtermen van de opleiding 2. De Masteropleiding in hoofdlijnen

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands

Mastertrack Psychologische Gedragsbeïnvloeding. Georganiseerd door Sociale Psychologie. Michael Vliek. Info:

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Toetsplan Masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschap programma Kunsten, Cultuur en Media

Neerlandistiek CROHO 60849

AY 4 4 B2/P onderwijs Psychotherapeutische stromingen DY 3 - B2 Mastertraject: Opvoeding en ontwikkeling 7014C461AY

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

Onderwijs- en examenregeling 2010/2011 Master Gezondheidszorgpsychologie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Premasterstudenten & Academische Route studenten. Opvoedingsondersteuning en Onderwijskunde

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Korte Praktijk Beoordeling stage Niet-cliëntgebonden beroepssituatie

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Minor Goede doelen, filantropie en non-profits

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

KWALON Conferentie 13 december Methodenleer aan de universiteit: ontwerpen, uitvoeren en reflecteren. Inge Bleijenbergh

Workshop Profielwerkstuk-doorlopende leerlijn onderzoeksvaardigheden. Marieke Cornelisse, Marielle Nijsten, Marijke Strootman, Ellis Wertenbroek

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen

Professionaliseren van de didactische aanpak van het informatievaardighedenonderwijs

4021WDD10Y\r \rwdd-1 (4021WDD10Y)\rNo. of responses = 282

Academie voor Sociale Studies. Minor Licht Verstandelijk Beperkt

Minor Licht Verstandelijk Beperkt

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Bachelor Eind Project

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

STAGEHANDLEIDING Master Sociologie

BKO-vragenlijst Individueel traject

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

STAGEPORTFOLIO POLITIEKE WETENSCHAPPEN BACHELOR IN DE POLITIEKE WETENSCHAPPEN EN SOCIOLOGIE

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie september 2014

Reflectie en portfolio bij TCS. Opstarten:

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

(registeropleiding Post-HBO)

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Waar leiden wij toe op?

De 6 Friesland College-competenties.

Bachelor Stage en Thesis Medische Informatiekunde. Regels en Richtlijnen

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

U I T S P R A A K

TRIPLE-LOOP LEARNING: HBO, OPLEIDER EN STUDENT IN ONTWIKKELING INNOVATIE VAN HET ONDERZOEKSCURRICULUM IN DE LERARENOPLEIDINGEN

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Certificering pabo-studenten voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs Door: Bestuur OGO-Academie januari 2016

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake

Bachelor Stage en Thesis. Medische Informatiekunde. Regels en Richtlijnen. Samenvatting

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60

Transcriptie:

Korte omschrijving van de cursussen in het mastertraject Opvoedingsondersteuning Cursus Opvoedingsinterventies 6 ECTS; Semester 1 (blok 1) bestaande uit wekelijkse hoorcolleges van 2 uren en wekelijkse Inhoud De cursus heeft tot doel het overdragen en ontwikkelen van theoretische en empirische inzichten met betrekking tot opvoedingsinterventies en een verdere kennismaking met de huidige praktijk. Als kapstok binnen de cursus wordt het Intergratief Werkzame Factoren model (IWF) van Pijnenburg en van Hattum (2013) gebruikt. Dit model gaat uit van een wisselwerking tussen factoren op verschillende niveaus (micro, meso, macro) die (in)direct invloed hebben op opvoedingsinterventies. Binnen de cursus wordt met betrekking tot praktijk & beleid ingegaan op de organisatie van en ontwikkelingen binnen het jeugdstelsel, de ontwikkelingen met betrekking tot pedagogische visie en organisaties. Wat betreft kennis & kwaliteit wordt ingegaan op welke wetenschappelijke kennis we momenteel hebben met betrekking tot de effectiviteit van opvoedingsinterventies (wat?, werkt?, wanneer?, voor wie?, en waarom?), op bestaande richtlijnen, de databanken effectieve interventies, professionalisering, implementatie, en kwaliteitsbeleid. Naast de colleges wordt tijdens de werkgroepen door middel van gastsprekers uit de praktijk en opdrachten verder actief kennis gemaakt met de praktijk van de opvoedingsondersteuning. Ook zullen studenten tijdens de week van de opvoeding een aantal interventies bezoeken ( praktijk bezoeken ) en van dit bezoek een reflectie verslag schrijven waarin zij de praktijk toetsen aan theoretische kaders (zoals in deze cursus aan de orde zijn gekomen) Schrijven van een essay (individueel; naar aanleiding van praktijkbezoeken) Groepspresentatie (groep) verdiept inhoudelijke kennis en theoretische inzichten met betrekking tot de achtergronden van opvoedingsinterventies verdiept inhoudelijke kennis met betrekking tot theorieën over professionele communicatie verwerft kennis met betrekking tot wetenschappelijke methodes om algemene en specifieke factoren van opvoedingsinterventies te bepalen verwerft kennis van de actuele praktijk van de opvoedingsinterventies in Nederland 1

Toepassen kennis en inzicht past vaardigheden in het kritisch reflecteren op de bestaande kennis en praktijk toe past vaardigheid toe om wetenschappelijke kennis en theorieën toe te passen in het kader van de pedagogische beroepspraktijk wordt gestimuleerd om de verschillende vormen van opvoedingsinterventies te beoordelen op effectiviteit, theoretische fundering en assumpties heeft een respectvolle en klantgerichte attitude in de pedagogische beroepsuitoefening en de basisattitude dat eenzelfde probleem vanuit verschillende perspectieven (kind, opvoeder, professional, overheid, samenleving) bekeken kan worden Communicatie verwerft vaardigheid in het omgaan met anderen, het werken in teamverband Cursus Opvoeding en ontwikkeling 9 ECTS; Semester 1 (blok 1) bestaande uit wekelijkse hoorcolleges van 2 uren en wekelijkse Tijdens deze cursus worden aan de hand van het Parenting Process Model (Belsky, 1984) de belangrijkste determinanten van opvoedgedrag besproken, waarbij ook relaties tussen opvoeding en ontwikkeling van kinderen aan bod komen. Belangrijke overkoepelende thema s zijn dat voor iedere factor in het model zowel risico-, als protectieve factoren aangemerkt kunnen worden, en dat de verbanden tussen factoren bidirectioneel van aard zijn. Meer specifiek komen in deze eerste module de volgende thema s aan de orde: opvoeding, individuele verschillen tussen ouders, gezinsvormen, relaties met leeftijdsgenoten, relaties tussen de genetische opmaak van kinderen en opvoedgedrag. De module vormt de basis voor alle andere, hierop volgende modulen in de master opvoedingsondersteuning. Schrijven van een essay (individueel) beheerst de meest recente, grondige, en specialistische kennis op het terrein van onderzoek naar zowel problematische of gunstig verlopende opvoeding en de relatie tussen deze opvoeding en de ontwikkeling kan kritisch reflecteren op de waarde van de ontwikkelde kennis op het terrein van onderzoek naar zowel problematisch of gunstig verlopende opvoeding en ontwikkeling van kinderen is zich bewust van de eigen beperkingen en kan op het juiste moment deskundigheid van anderen inroepen en zich op het juiste ogenblik onthouden van handelen 2

Toepassen kennis en inzicht kan de opgedane pedagogische kennis effectief overdragen kan reflecteren over de opgedane pedagogische kennis kan een visie formuleren over opvoeding en ontwikkeling voor een forum van academische peers/collegae kan plannen, beslissingen te nemen, en verantwoordelijk dragen in het pedagogische werkveld rondom opvoeding en opvoedondersteuning ontwikkelt een eigen visie op nuttig en noodzakelijk toekomstig onderzoek op het terrein van zowel problematische of gunstig verlopende opvoeding en de relatie tussen deze opvoeding en de ontwikkeling van kinderen Communicatie De student heeft het vermogen om mondeling en schriftelijk te rapporteren over wetenschappelijke vraagstellingen heeft de vaardigheid in het omgaan met anderen, het werken in teamverband Cursus Ontwikkelen en implementeren van opvoedingsinterventies volgens de methode van Intervention Mapping 6 ECTS; Semester 1 (blok 2) bestaande uit wekelijkse hoorcolleges van 2 uren en wekelijkse Inhoud In deze cursus wordt aan de hand van literatuur en concrete voorbeelden met name ingegaan op één methodiek om interventies te ontwikkelen die gericht zijn op (gedrags) verandering, namelijk Intervention Mapping (IM). IM is een manier van denken die met name wordt toegepast in de gezondheidswetenschappen en public health sector. Kenmerkend voor IM is dat een een programma ontwikkeld wordt zowel op basis van de wetenschappelijke literatuur (en onderzoek) als op de behoefte van de doelgroep. IM kan echter op meerdere gebieden waar sprake is van een (gedrags) probleem dan wel op terreinen waar aanwijzingen zijn dat gedragsverandering wenselijk is worden toegepast. Zo kan IM ook worden toegepast als het gaat om opvoedingsproblemen en opvoedingsgedragingen dan wel gedragingen van kinderen en jongeren. IM is een methodiek waarin met behulp van verschillende stappen programma s ontwikkeld en geïmplementeerd kunnen worden. Kort samengevat houden deze stappen in: Stap 1: Formuleren van specifieke programmadoelen. Op grond van een probleemanalyse worden specifieke programmadoelen geformuleerd. Stap 2: Selectie van theoretische methoden en praktische interventietechnieken. Gezocht wordt naar 3

hoe de in stap 1 geformuleerde doelen gerealiseerd kunnen worden op grond van (nader te omschrijven) theoretische modellen. Verder wordt expliciet gemaakt op welke wijze de doelen in een interventie tot uitdrukking komen. Stap 3: Ontwikkeling van de interventie. In deze stap wordt de interventie ontwikkeld en gepretest. Belangrijk in deze stap is de samenwerking met de doelgroep en de personen die de interventie moet gaan implementeren. Stap 4: Implementatie van de interventie. In deze stap staat het diffusieproces (disseminatie, adoptie, implementatie, behoud) centraal en wordt er hiervoor een plan gemaakt. Duidelijk moet worden wie wat doet gaat doen om er met het oog op het doel dat de interventie op een systematisch afgebakende wijze uitgevoerd gaat worden. Stap 5: Evaluatie van de interventie. In deze stap wordt een plan gemaakt (en uittgevoerd) voor proces en effect evaluatie van de interventie. Centraal in de hoorcolleges is kennis overdracht met betrekking tot IM stappen en het concreet illustreren van deze stappen. Tijdens de werkcolleges gaan studenten systematisch iedere week een stap concreet invullen om zo zelf een interventie te ontwikkelen (een aantal stappen zullen beschrijvend zijn vanwege de praktische uitvoerbaarheid binnen de cursus). Een werkboek met opdrachten wordt als ondersteuning hiervoor gebruikt. Schrijven van een essay waarin de stappen van intervention mapping worden doorlopen in de ontwikkeling van een eigen fictief op te zetten interventie (groep) Presentatie van de te ontwikkelen fictieve interventie (groep) verwerft kennis van en inzicht in intervention mapping en andere manieren van methodisch werken in de Opvoedingsondersteuning verwerft kennis van de voornaamste theorieën en onderzoeksmethoden met betrekking tot intervention mapping verwerft kennis van en inzicht in de verschillende fasen van intervention mapping Toepassen kennis en inzicht kan intervention mapping toepassen op een probleemstelling gerelateerd aan de opvoedingspraktijk en kan hierover rapporteren kan interventies beoordelen op grond van de methodiek van intervention mapping 4

Communicatie kan verslag doen (schriftelijk en mondeling) over de interventie die hij/zij heeft systematische heeft ontwikkeld aan de hand van de methodiek van intervention mapping Cursus Grondslagen, methodologie en analyse van praktijkgericht 9 ECTS; Semester 1 (blok 2) bestaande uit wekelijkse hoorcolleges van 2 uren en wekelijkse De cursus richt zich op het verwerven van kennis en vaardigheden met betrekking tot het uitvoeren én beoordelen van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. In de cursus wordt aandacht besteed aan conceptuele en normatieve problemen die zich voordoen bij de ontwikkeling, formulering en uitvoering van een onderzoek op basis van een vraagstelling uit de praktijk (de grondslagen van praktijkgericht onder- zoek). Thema s zijn o.a. fundamenteel versus praktijkgericht toegepast onderzoek, ethische aspecten en evidence based werken. Ook worden de belangrijke methoden die in wetenschappelijk praktijk-onderzoek worden gebruikt besproken, zoals vragenlijstonderzoek, meta-analyses, maar ook kwalitatief onderzoek en mixed methods studies. Schrijven van een essay (individueel) Verwerft kennis van en inzicht in de conceptuele en normatieve problemen die zich voordoen bij de ontwikkeling en formulering van een onderzoeksvoorstel op basis van een vraagstelling uit de praktijk verwerft kennis en inzicht in de methodologie van wetenschappelijk praktijkonderzoek Toepassen kennis en inzicht ontwikkelt een attitude van een wetenschappelijke habitus onder meer tot uitdrukking komend in een realistische kijk op de opbrengsten van het uit te voeren onderzoek krijgt besef van de ethische aspecten van de beroepsmatige omgang met anderen, zowel cliën- ten als proefpersonen, met inbegrip van de bredere consequenties van eigen onderzoeksresultaen 5

Communicatie is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten Stage 12 ECTS; Semester 2 Het stage onderdeel van het mastertraject programma is opgezet en wordt uitgevoerd in nauw contact met verschillende praktijkinstellingen. Studenten werken in een stage aan een concrete opdracht van een praktijkinstelling. Deze opdrachten worden in samenspraak met de instelling, de stage coördinator en begeleiding vanuit de UvA geformuleerd. Hierdoor sluit de stage aan bij het cursorisch onderwijs in de master. De stage opdracht resulteert in een concreet product en een stage verslag. De instellingen voor de stage opdrachten worden geselecteerd door stafmedewerkers van de master en de stage coördinator heeft vooraf aan de stage contact met de instellingen om concrete afspraken te maken. Deze afspraken worden schriftelijk opgesteld waarin ook wordt weergegeven hoeveel dagen per week de student op de stage plek aanwezig moet zijn. Vereiste is dat de student op de stage plek begeleidt kan worden door een academisch geschoold persoon. In het studie programma zal er begin januari een middag georganiseerd worden waarin instellingen zich presenteren en meer informatie geven over de stage opdrachten. Studenten moeten na 2 dagen hun keuze (inclusief motivatie) aangeven. Deze keuze moet bestaan uit 4 voorkeuren. Het kan zijn dat een instelling een sollicitatiegesprek wil houden met een aantal studenten. Tijdens de stage periode zijn er 3 terugkomdagen; iedere terugkomdag bestaat uit 2 onderdelen: 1) een intervisie deel waarin studenten op een systematische wijze reflecteren op de uitdagingen, moeilijkheden, vaardigheden etc. waarmee ze tijdens hun stage mee te maken krijgen; 2) een inhoudelijk deel waarin studenten middels een presentatie van een professional die werkzaam is in het beroepsveld van de opvoedingsondersteuning geinformeerd wordt over hun toekomstige werkveld. Tijdens de laatste terugkomdag geven studenten een presentatie over hun werkzaamheden tijdens de stage en de inhoudelijke achterliggende ideeen en theorieen waarmee ze gewerkt hebben. Daarnaast heeft de student gedurende de stage periode minimal 3 a 4 gesprekken met de UvA docent die de student begeleidt en wekelijkse gesprekken met de stagebegeleider op de werkvloer. Toegangseis Vooraf aan het begin van de stage moet de student een stage plan opstellen dat goed gekeurd moet worden door de stage coördinator, stage begeleider vanuit de UvA en stage begeleider vanuit de instelling. Is er geen goedkeuring dan mag de student niet aan de stage beginnen. Verder mag de student alleen aan het stage onderdeel beginnen indien alle cursussen in het cursorische onderwijs binnen dit mastertraject met een voldoende zijn afgerond. 6

Scriptie 18 ECTS; Semester 2 De student voert zelfstanding (maar onder begeleiding van één van de docenten uit de master opvoedingsondersteuning) een empirisch onderzoek uit. Studenten kunnen deelnemen aan lopend onderzoek van de stafleden van de programmagroep of nieuw onderzoek uitvoeren al dan niet gekoppeld aan een concrete vraag vanuit de praktijk. Het schrijven van de scriptie zal stapsgewijs gebeuren. Studenten zullen begin januari een onderwerp moeten kiezen. De onderwerpen zullen aangedragen worden door de stafleden. In het geval dat studenten zelf met een onderwerp komen moet dit eind november bij de scriptie coördinator bekend zijn; evenals een korte omschrijving hiervan. Studenten moeten hun voorstel in een plenaire zitting (die georganiseerd wordt door de scriptie coördinator) presenteren aan mede studenten en de stafleden van de master. Ook het eind product van de scriptie moet op een plenaire zitting (georganiseerd eind juni) gepresenteerd worden voor de stafleden van master en hun mede studenten. Tussen de presentatie van het voorstel en de presentatie van het eindproduct wordt er een bijeenkomst gepland waarin studenten middels peer feedback en middels feedback van docenten (andere dan hun begeleiders) hun inleiding en methode sectie presenteren. Dit met als doel om het product dat er tot dan toe staat te verbeteren. Deze tussentijdse presentatie heeft ook als doel om de planning van de student te kunnen monitoren. De drie gehouden presentaties maken onderdeel uit van de colloquium verplichting van de masteropleiding. Toegangseis Eind januari moeten de studenten een onderzoeksvoorstel hebben geschreven dat door hun begeleider en een tweede beoordelaar goed gekeurd moet zijn. Indien dit voorstel niet is goedgekeurd mag de student niet met dit onderdeel beginnen. De student mag verder alleen aan het stage onderdeel beginnen indien alle cursussen in het cursorische onderwijs binnen dit mastertraject met een voldoende zijn afgerond. 7