voorts gelet op de op 18 april 2012 door het algemeen bestuur aangenomen motie inzet op de nullijn stelt het college u voor:

Vergelijkbare documenten
AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 4.5.A/ 5.5 B ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

In het kader van de behandeling van dit voorstel merken wij nog het volgende op:


AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Vulling bestemmingsreseve vernieuwing RWZI Utrecht. Nummer: v3. Voorstel

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

TARIEVENNOTA november 2018

Tariefbepaling waterschapsbelasting

: Nieuw belastingstelsel

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

Voorstel aan algemeen bestuur

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Gelet op het bepaalde in artikel 12 en 13 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Visie op de legger Nummer: Voorstel

A L G E M E E N B E S T U U R

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

HAMERSTUK AGENDAPUNT 4. Onderwerp: Afkoop en herfinanciering landinrichtingsrente Lopikerwaard Nummer: Voorstel

2e wijziging programmabegroting

Financieel Jaarverslag 2014

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

AGENDAPUNT 7 ONTWERP. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

B november Datum: Agendapunt nr: Aan de Verenigde Vergadering. Burap

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

AGENDAPUNT 4a/b. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

AGENDAPUNT 3.5 ONTWERP. Nummer: Onderwerp: Onderhoudsplan deel 1; Meerjarenonderhoudsplannen GHIJ i.r.t bestemmingsreserve.

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. Commissie Water & Wegen. 7 februari Datum vergadering CHI. 21 februari 2018

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Ontwerp begroting 2013

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

INLEIDING RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Nummer: v9. Onderwerp: Extra krediet watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik. Gelezen

AGENDAPUNT 5 ONTWERP. Onderwerp: Voorjaarsnota 2013 (meerjarenraming ) Nummer: Voorstel

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

Voorbereiding begroting oktober 2015

AGENDAPUNT 10 ONTWERP. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

HAMERSTUK AGENDAPUNT 3. Onderwerp: anti-afhaaksubsidie Nummer: v4. Voorstel

1. Inleiding. 2. Groslijst onderwerpen. 3. Wat gaan we doen?

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

DB-vergadering Agendapunt 11

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Gezien het rapport van BMC van december 2012, met projectnummer

Commissie BMZ 3 september 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

bij de renovatie van de rioolwaterzuiveringsinstallatie De Meern te kiezen voor handhaving van het beluchtingssysteem met behulp van puntbeluchters.

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Projectoverstijgende Verkenning (POV) Centraal Holland Nummer: Voorstel

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

1. de algemene uitgangspunten van de Voorjaarsnota 2010 (meerjarenraming 2011 tm. 2014) vast te stellen zoals verwoord in paragraaf 1.3.

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Onderwerp: Krediet aanvraag vervanging puntbeluchting rwzi Leidsche Rijn Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

AGENDAPUNT 8. Onderwerp: Voorjaarsnota 2011 (meerjarenraming 2012 tm. 2015) Nummer: Voorstel

1. Voorstel aan commissie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

Raadsvoorstel agendapunt

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

J. Goossens raad november 2013

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: Voorstel

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Onderwerp: Bestuursrapportage 2014 nr. 1 Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Kaders Financieel gezond Brummen

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

Gecombineerde Commissie

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 10. Onderwerp: Bestuursrapportage 2013 no. 2 Nummer: Voorstel

Perspectief CHI 14 maart 2018 Joost de Ruig Ewald van Oorsouw

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Nummer: Onderwerp: Wijziging verordeningen Zuiveringsheffing en Verontreinigingsheffing. Voorstel

A L G E M E E N B E S T U U R

(pagina 3) (pagina 6)

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Onderwerp: Financiering van oeverherstelwerk aan de primaire waterkering in IJsselstein (nabij het Klaphek)

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Gelet op het bepaalde in artikel 10, vijfde lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden;

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus

Transcriptie:

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 4 Onderwerp: ontwerp begroting 2014 Nummer: 719671 ONTWERP In D&H: 24-09-2013 Steller: A. Peek In Cie: BMZ 16-10-2013 Telefoonnummer: (030) 634 6013 SKK 16-10-2013 Afdeling: Management ondersteuning In AB: 13-11-2013 Portefeuillehouder: J. Kromwijk Geheim: ja nee Voorstel Gelet op het bepaalde in de artikelen 6 en 7 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur in zijn vergadering van 30 juni 2010 (nr. 300584); alsmede gelet op de uitgangspunten waartoe het algemeen bestuur op 10 juli 2013 heeft besloten in het kader van de behandeling van de voorjaarsnota 2013 (meerjarenraming 2014 t/m 2017) en op hetgeen naar voren is gekomen in de behandeling van de commissie op 16 oktober 2013; voorts gelet op de op 18 april 2012 door het algemeen bestuur aangenomen motie inzet op de nullijn stelt het college u voor: I. de begroting 2014 vast te stellen conform bijgevoegd ontwerp, waarmee het totale kredietvolume van de nieuwe investeringsprojecten (zie hoofdstuk 4) van de bijgevoegde ontwerp-begroting) wordt geautoriseerd en waarmee tevens kredieten worden verstrekt voor de investeringen waarvan de start van de uitvoering c.q. het moment van aanschaffing in 2014 is gepland voor zover het totaalbedragen betreft beneden 1 miljoen, en die voor 2014 leidt tot de volgende belastingtarieven: a. Watersysteemheffing ingezetenen: 66,98 per huishouden; b. Watersysteemheffing overig ongebouwd: 65,91 per hectare; c. Watersysteemheffing wegen: 131,82 per hectare; d. Watersysteemheffing natuur: 5,00 per hectare; e. Watersysteemheffing gebouwd: 0,0235 % van de WOZ-waarde (afgerond 0,59 per 2.500,- WOZ-waarde); f. Zuiveringsheffing/verontreiningsheffing: 58,59 per vervuilingseenheid. II. III. de bevoegdheid tot substitutie van in het begrotingsjaar geplande investeringen die vertraging blijken op te lopen met projecten uit de Y-lijst (zie hoofdstuk 4, van de bijgevoegde ontwerp-begroting), te delegeren aan het college, onder de voorwaarde dat een dergelijke substitutie in de eerstvolgende bestuursrapportage wordt gemeld en dat het totale voor 2014 geplande investeringsvolume 34 miljoen niet wordt overschreden; voor de jaren 2014 tot en met 2016 een aanvullende en oplopende, structurele bezuiniging te realiseren van 5 miljoen en deze taakstelling als volgt over de jaren 2014-2016 te bereiken: 2014: 1,0 miljoen structureel; 2015: extra 1,5 miljoen structureel (dus cumulatief 2,5 miljoen); 2016: extra 2,5 miljoen structureel (dus cumulatief 5,0 miljoen). Toelichting: De omvang van deze taakstelling zien wij als benodigd om toekomstbestendig invulling te geven aan het werken binnen het kader van een geïndexeerde nullijn voor tarieven, teruglopende reserves in de komende jaren en het streven naar kostendekkende tarieven. Om invulling te geven aan de voorgestelde oplopende taakstelling van structureel 5,0 miljoen komen we bij de voorjaarsnota 2014 met voorstellen. Over de invulling van de extra taakstelling van 1,0 miljoen ingaande het jaar 2014 wordt zowel bij de eerste burap 2014 als ook bij de voorjaarsnota 2014 gerapporteerd. - 1 -

Advies commissie BMZ SKK Reactie college op advies commissie 577549-2 -

INLEIDING Voor u ligt de ontwerp-begroting 2014, als uitwerking van het kader dat het algemeen bestuur hiervoor heeft neergelegd bij de behandeling van de voorjaarsnota 2013 (meerjarenraming 2014 tm. 2017) op 10 juli 2013. In dit bestuursvoorstel maken wij inzichtelijk langs welke weg en met welke argumentatie wij tot deze uitwerking voor 2014 zijn gekomen, zowel voor het kostenniveau als voor het tarievenniveau. Naast de voorjaarsnota is ook de motie inzet op de nullijn (AB-vergadering van 18 april 2012) het taakstellende kader voor deze begroting. Kern van deze motie is om structureel een gefaseerde kostenreductie door te voeren, met als doel een geïndexeerde nullijn in het netto-kostenniveau na te streven. Onderstaand geven wij inzicht in de opbouw van de begroting in relatie tot de actuele besluitvorming Voorjaarsnota 2013 In de voorjaarsnota 2013 is op basis van het meerjarenperspectief een kader opgesteld waarbij rekening wordt gehouden met zowel kostenverhogende effecten als ook maatregelen ter bijsturing om de Nullijn voor de begroting te kunnen handhaven. Bij de uitwerking van de begroting 2014 van het besluit d.d. 10 juli 2013 van de voorjaarsnota zijn technische verschillen geconstateerd. In de voorjaarsnota is op blz. 22 een meerjarenperspectief per programma opgenomen van 105,9 miljoen, waarin de definitieve besluitvorming van het financieel kader en de bezuinigingskaarten technisch niet volledig is verwerkt. Op basis van de besluitvorming bij de voorjaarsnota (uitwerking van de kaarten verdeeld over de programma s) zou dit 106,6 miljoen moeten zijn. De uitwerking van de begroting 2014 is gebaseerd op de in de voorjaarsnota benoemde specifieke besluitpunten met de nullijn van 107 miljoen als het maximale netto kostenniveau. Bij de besluitvorming bij de voorjaarsnota is er dus voor 0,4 miljoen meer bezuinigd, dan volgens de nullijn noodzakelijk was. Het besluit van de voorjaarsnota geeft het volgende financiële uitgangspunt voor 2014: Basis kosten niveau 2013: 103,4 miljoen Bijstelling financieel kader 2014 (indexeringen en ontwikkelingen): 6,6 miljoen Bezuinigingstaakstellingen (ambtelijke bezuinigingskaarten): -2,5 miljoen Bezuinigingsstaakstellingen (bestuurlijke bezuinigingskaarten): -1,2 miljoen Ontwikkelkaart: 0,3 miljoen Totaal bijgesteld kader: 106,6 mijloen Nullijn voor kosten niveau: 107,0 miljoen Bij de vaststelling van de voorjaarsnota was er een ruimte van 0,4 miljoen tussen het begrote netto kostenniveau en het niveau van de nullijn. Binnen de ruimte van 0,4 miljoen zijn de volgende besluiten en effecten verwerkt die nog niet in het kader van de voorjaarsnota zijn verwerkt: - Besluitvorming instandhoudingsplan rwzi Utrecht (27 februari 2013): Op basis van dit besluit is een verhoging van de instandhoudingslasten 2014 van 410.000 in de begroting opgenomen; - Besluitvorming werkplan rwzi Utrecht (28 augustus 2013 ): bijstelling van de exploitatiekosten met 694.000; - Besluitvorming 1 e begrotingswijziging 2013 ( 10 juli 2013) stelselwijziging activering software; de kosten van het IBP worden direct in de exploitatie verwerkt en niet meer via de kredieten en de kapitaallasten ( 500.000); - De begrote kapitaallasten in het taakstellende kader van de voorjaarsnota bedragen 36,5 miljoen. De verwerking van de kapitaallasten voor de begroting van 2014 bedraagt ruim 37 miljoen. De totale financiële consequenties van bovenstaande besluiten bedragen ruim 2 miljoen boven het kader van de 106,6 miljoen zoals vastgesteld in de voorjaarsnota. Bovenstaande verhoging van de exploitatie is opgevangen binnen het gestelde kader van 107 miljoen. Dekking hiervoor is gevonden in het verlagen van de post onvoorzien, de algemene indexeringspost en taakstellingen op algemene kosten en personele inzet. 577549-3 -

Bij de uitwerking van de begroting is een aantal uitgangspunten en attentiepunten gehanteerd die wij onderstaand toelichten: Bestemmingsreserve rwzi Utrecht In de begroting 2014 is rekening gehouden met de vorming van deze bestemmingsreserve. De reserve is ingesteld bij de vaststelling van de begroting 2013 op 21 november 2013 en is financieel gevuld op basis van het besluit van het algemeen bestuur d.d. 2 oktober 2013. Gekanaliseerde Hollandsche IJssel: De uitgaven en inkomsten voor de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel zijn in de begroting 2014 verwerkt op basis van de door het college vastgestelde startnotitie. Over de ontvangen bijdrage van HDSR wordt rente verrekend. Het college komt in het eerste kwartaal 2014 met een voorstel naar u over de gedragslijn van HDSR inzake rente verrekeningen. Invoering wegendifferentiatie Het voorstel voor de tarieven 2014 is op basis van de gewijzigde grondslagen (motie van 3 juli 2013 invoering wegendifferentiatie per 2014) opgesteld. Het algemeen bestuur heeft voor de invoering van wegendifferentiatie gekozen om de onevenwichtige stijging van agrarische grond in de categorie ongebouwd van de laatste jaren te compenseren. Het areaal agrarische grond daalt, daarnaast is er een toename van het areaal wegen te constateren. Zonder verandering van andere factoren wordt door wegendifferentiatie het kostendekkende tarief voor de categorie Watersysteemheffing overig ongebouwd ongeveer 9,5% lager dan wanneer wegendifferentiatie niet wordt toegepast. De lasten voor eigenaren van openbare, verharde wegen stijgen hierdoor. Reservepositie Op basis van de voorgestelde tarieven is de reservepositie in de begroting opgenomen. De reserveposities voor zowel de watersysteemheffing als de zuiveringsheffing blijven in 2014 binnen de bandbreedtes van de minimum gestelde omvang. Vanaf 2015 kan er nauwelijks meer tariefsdemping vanuit de reserve watersysteemheffing categorie Ingezetenen plaatsvinden omdat deze reserve aan de ondergrens van de bandbreedte is gekomen. Effecten bijstelling investeringsniveau: In de periode tussen het opstellen van de voorjaarsnota en het aanbieden van deze begroting is, mede op aangeven van het algemeen bestuur, het investeringsvolume herzien. Het opgenomen investeringsvolume voor 2014 bedraagt totaal 38 miljoen (exclusief rwzi Utrecht). Van deze investeringslijst staat 34 miljoen op de X-lijst en 4 miljoen op de Y-lijst. Het college streeft naar een maximum plafond van 30 miljoen (gemiddeld over 5 jaar). In 2014 wordt het plafond van 30 miljoen nog overschreden vanwege doorschuifprojecten 2013. Voorgesteld tarievenniveau 2014 Verschillende afwegingen hebben tot onderstaand voorstel voor de belastingtarieven 2014 geleid. Enerzijds hebben daarbij de consequenties voor de belastingplichtigen meegewogen en anderzijds is er ook aandacht geweest voor de ontwikkeling van de reservepositie en de bestendige lijn voor de toekomstige tarieven. Deze afwegingen zijn gemaakt op basis van vijf verschillende tarievenscenario s. In bijlage 1 zijn deze scenario s opgenomen met de bijbehorende cijfers en een bondige toelichting. Deze scenario s in ogenschouw genomen hebbende, is het college tot de conclusie gekomen dat scenario 4 het meest tegemoet komt aan de verschillende aspecten van het tarieven- en reservebeleid zoals dat is verwoord in de beleidsnota weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen (2011-2014). Dit scenario is dan ook verwerkt in bijgesloten ontwerp-begroting 2014. De belangrijkste argumenten daarbij zijn voor het college geweest: de reserves binnen de watersysteemheffing liggen boven de (ondergrens van de) bandbreedte en worden door het opleggen van lagere dan kostendekkende tarieven afgebouwd; vanwege de kostenstijging in de watersysteemheffing en de overheveling van 6,4 miljoen euro van de reserves watersysteemheffing naar de reserve zuiveringsheffing, in het kader van de reservevorming rwzi Utrecht (besluitvorming moet nog plaatsvinden op 2 oktober 2013), komen de reserves van de watersysteemheffing sneller dan voorzien onder de bandbreedte; 577549-4 -

vanwege onontkoombare kostenstijgingen door vervanging van de rwzi Utrecht is het noodzakelijk de reservepositie van de zuiveringsheffing te versterken; de stijging van de lasten voor de belastingplichtigen te beperken tot ongeveer het niveau van de inflatie (in 2013 bedraagt dit volgens het CPB 2,75%). De lijn om de reserve van zuiveringsheffing op sterkte houden of te versterken is, vanwege het te verwachten investeringsbesluit betreffende de rwzi Utrecht, reeds ingezet bij de vaststelling van de begroting 2011. Het voorgestelde kostenniveau en de inzet van de reserves, met inachtneming van de uitgangspunten van de voorjaarsnota, leidt tot het volgende tarievenbeeld voor het begrotingsjaar 2014: Voorgestelde tarieven Begroting 2014 Begroting Voorjaarsnota Begroting Begroting 2013 2013 2014 2014 vastgesteld kostendekkend kostendekkend voorgesteld Watersysteemheffing ingezetenen (per huishouden) 63,79 68,55 71,41 66,98 Watersysteemheffing overig ongebouwd (per hectare) 63,68 77,64 73,39 65,91 Watersysteemheffing wegen (per hectare) 63,68 77,64 146,78 131,82 Watersysteemheffing natuur (per hectare) 4,83 5,49 5,69 5,00 Watersysteemheffing gebouwd (van de WOZ) 0,57 0,65 0,67 0,59 Watersysteemheffing gebouwd (per 2.500 WOZ) 0,0227% 0,0260% 0,0269% 0,0235% Zuiveringsheffing / Verontreinigingsheffing (per ve) 57,44 58,85 56,96 58,59 Bedragen zijn in euro s De voorgestelde tarieven 2014 leiden tot onderstaande meerjarige tarieven- en lastenontwikkeling. Ontwikkeling tarieven Vastgesteld Vastgesteld Vastgesteld Vastgesteld Voorgesteld 2010 2011 2012 2013 2014 Watersysteemheffing ingezetenen 65,76 65,76 65,76 63,79 66,98 Watersysteemheffing overig ongebouwd 60,68 60,68 60,68 63,68 65,91 Watersysteemheffing wegen 60,68 60,68 60,68 63,68 131,82 Watersysteemheffing natuur 4,60 4,60 4,60 4,83 5,00 Watersysteemheffing gebouwd (per 2.500 WOZ) 0,59 0,59 0,59 0,57 0,59 Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 53,94 54,66 54,66 57,44 58,59 Ontwikkeling lasten Vastgesteld Vastgesteld Vastgesteld Vastgesteld Voorgesteld 2010 2011 2012 2013 2014 Eénpersoonshuishouden met eigen woning 167 168 167 167 173 Eénpersoonshuishouden zonder eigen woning 120 120 120 121 126 Meerpersoonshuishouden met eigen woning 298 301 300 304 313 Meerpersoonshuishouden zonder eigen woning 228 230 230 236 243 Agrarisch bedrijf, 35 ha, 9 vervuilingseenheden 3.147 3.154 3.150 3.264 3.371 Bedragen zijn in euro s Voorgestelde tarieven en mutaties reserves De voor 2014 voorgestelde tarieven zijn over de gehele linie hoger dan de voor 2013 vastgestelde tarieven. Gewogen naar het aandeel in de totale belastingopbrengsten bedraagt de gemiddelde stijging van de waterschapstarieven 3,0%. Het effect op de tarieven in 2014 is als volgt: - Watersysteemheffing ingezetenen: + 5,0% - Watersysteemheffing ongebouwd: + 3,5% - Watersysteemheffing natuur: + 3,5% - Watersysteemheffing gebouwd: + 3,5% - Zuiveringsheffing: + 2,0% De stijging van de tarieven binnen de watersysteemheffing is noodzakelijk om de hogere kosten binnen deze heffing op te vangen. Daarbij is het, door het teruglopen van de reserves, door onttrekkingen in de laatste jaren en door de overheveling in het kader van de rwzi Utrecht, niet meer haalbaar om de nullijn op deze tarieven aan te houden. Met andere woorden: een deel van de stap naar kostendekkende tarieven moet in 2014 al worden gemaakt om te voorkomen dat deze binnen twee jaar volledig moet worden gemaakt. Binnen de watersysteemheffing is de verhoging van het tarief Ingezetenen het grootst. Het tarief van deze categorie is in 2013 met 3% verlaagd om de stijging van het tarief zuiveringsheffing in de lasten te nivelleren. Met de nu 577549-5 -

voorgestelde verhoging van 5% wordt deze verlaging weer ingelopen. Ten opzichte van het vastgestelde tarief van 2012 bedraagt de stijging 1,9%. Omdat het college het noodzakelijk acht sturing te geven aan de toekomstige tariefsontwikkeling stelt het college voor: Aan de organisatie voor de jaren 2014 tot en met 2016 een aanvullende en structurele oplopende taakstelling van 5 miljoen op te leggen. De omvang van deze taakstelling zien wij als benodigd om toekomstbestendig invulling te geven aan het werken binnen het kader van een geïndexeerde nullijn voor tarieven; teruglopende reserves, en het streven naar kostendekkende tarieven de komende jaren. Deze taakstelling als volgt over de jaren 2014-2016 te bereiken: 2014: 1,0 miljoen structureel; 2015: extra 1,5 miljoen structureel (dus cumulatief 2,5 miljoen); 2016: extra 2,5 miljoen structureel (dus cumulatief 5,0 miljoen). Om invulling te geven aan de voorgestelde oplopende taakstelling van structureel 5 miljoen voor de jaren komen wij bij de voorjaarsnota 2014 met voorstellen Over de invulling van de extra taakstelling van 1,0 miljoen ingaande het jaar 2014 wordt zowel bij de eerste burap 2014 als ook bij de voorjaarsnota 2014 gerapporteerd. Uitgangspunten voor de voorgestelde tarieven zijn: Het hogere kostenniveau binnen de watersysteemheffing wordt deels opgevangen door stijgende belastingtarieven; De onttrekking aan de reserves watersysteemheffing te beperken om ook de komende jaren nog tariefsegalisatie mogelijk te maken; Het tarief zuiveringsheffing stijgt om de reserve verder te versterken. De ruimte in de reserves van de watersysteemheffing wordt op deze manier gebruikt om de lasten voor de belastingbetalers niet te veel te laten stijgen. De stijging van het tarief overig ongebouwd ligt nu op hetzelfde niveau als de andere categorieën. Dit is mogelijk door de toepassing van de wegendifferentiatie. Zonder verandering van andere factoren verlaagt deze het kostendekkende tarief ongeveer met 9,5% waardoor minder uit de reserve hoeft te worden onttrokken om het voorgestelde tarief te bereiken. Ten aanzien van het belastingdraagvlak voor natuur loopt er een aantal proefprocedures met betrekking tot de vraag of hectares al of niet onder de categorie natuur vallen. In afwachting van ontwikkelingen ten aanzien van deze proefprocedures heeft het college ervoor gekozen om de tariefsontwikkeling voor de categorie natuur gelijk te schakelen met de tariefsontwikkeling voor de categorie overig ongebouwd. Daardoor wordt de onvolkomenheid in het belastingdraagvlak van natuur voor het boekjaar 2014 ten laste van de reserves gebracht. De omvang van de bedragen in de categorie natuur is gering. In onderstaande tabel worden de consequenties van de voorgestelde tarieven voor de ontwikkeling van de reserves weergegeven. In dit overzicht is uitgegaan van positieve besluitvorming in de vergadering van het algemeen bestuur op 2 oktober 2013 over het bestuursvoorstel actualisatie reservepositie. Reserves per categorie Ultimo Prognose mutatie Begrote Prognose Dekkings 2012 mut. 2013 rwzi Utrecht mut. 2014 ult. 2014 % Watersysteemheffing ingezetenen 7.315 803-2.752-1.297-2.463 12% Watersysteemheffing overig ongebouwd* 2.012 626- - 481-905 19% Watersysteemheffing natuur 18-4- - 7-29- -53% Watersysteemheffing gebouwd 16.944 2.068-3.648-3.547-7.681 28% Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 4.197 1.239-6.400 1.526 10.884 20% Totaal 30.450 4.740- - 3.805-21.905 20% Bedragen zijn in duizenden euro s * Watersysteemheffing wegen heeft geen aparte reserve en valt onder de categorie Watersysteemheffing overig ongebouwd Door enerzijds begrote onttrekkingen en anderzijds door de overheveling in het kader van de rwzi Utrecht, lopen de reserves in de watersysteemheffing snel terug. De categorie Ingezetenen komt, inclusief de inzet in 2014, met een dekkingspercentage van 12% dicht bij de ondergrens van de bandbreedte (10%). De reserve zuiveringsheffing stijgt snel en komt volgens de begroting van 2014 midden in de bandbreedte uit. Datzelfde geldt voor het totaal van alle reserves. 577549-6 -

ARGUMENTEN I. Deze ontwerp-begroting past binnen de financiële kaders van de aangenomen motie inzet op de nullijn. De doelstellingen en ambities sluiten aan bij de vastgestelde Voorjaarsnota 2013 en voldoen aan hetgeen hierover in het verlengde bestuursakkoord op hoofdlijnen 2012 2014 is opgenomen. Naar het oordeel van het college is hiermee een goede balans gevonden tussen ambitie (met name de realisatie van het waterbeheerplan Water Voorop ), de lastenstijging en de ontwikkelingen in de maatschappij; II. De flexibele systematiek die in de voorjaarsnota 2011 is geïntroduceerd m.b.t. de financiële aspecten rond investeringsprojecten maakt dat het college bevoegd is tot uitruil van projecten van de Y-lijst in geval de regulier geplande projecten tijdens het lopende begrotingsjaar om steekhoudende redenen niet tot uitvoering komen. Hieraan zijn de nodige voorwaarden verbonden, aangezien het algemeen bestuur dit goed moet kunnen volgen en het totale in het begrotingsjaar geplande investeringsvolume niet mag worden overschreden. Dit kan alleen via een door het algemeen bestuur vast te stellen begrotingswijziging; III. Bij de tariefstelling is rekening gehouden met versnelde invoering van kostendekkende tarieven voor watersysteemheffing en de vorming van een reserve ter dekking van de toekomstige stijging van de kapitaallasten RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN De ontwerp-begroting 2014 sluit aan bij het verlengde bestuursakkoord op hoofdlijnen 2012-2014. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Deze zijn verwerkt in de bijgaande ontwerp-begroting 2014. KANTTEKENINGEN (niet van toepassing) UITVOERING (niet van toepassing) COMMUNICATIE Het college heeft ervoor gekozen om, vooruitlopend op de gezamenlijke commissievergadering van 16 oktober, vooralsnog géén persbericht te versturen. Op basis van de besluitvorming (afhankelijk van keuzes in investeringen en tariefstelling) zal bezien worden op welke wijze de diverse doelgroepen geïnformeerd gaan worden. BIJLAGE(N) nee ja, namelijk - Bijlage 1: Tarievenscenario s ontwerp begroting 2014 - Bijlage 2: Rekenvoorbeelden voorgestelde tarieven ontwerp begroting 2014 - Ontwerp-begroting 2014 (DM 706487) TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, J. Miedema 577549-7 -

Bijlage 1: Tarievenscenario s ontwerp-begroting 2014 Bijlage 1 Bijlage 1: Tarievenscenario's ontwerp-begroting 2014 Scenario 0 mutatie tarief 2014 ontwikkeling % Voorgestelde tarieven KOSTENDEKKEND reserve na inzet Watersysteemheffing ingezetenen 0 71,41 111,9% Watersysteemheffing overig ongebouwd incl. wegendiff. 0 73,39 115,2% Watersysteemheffing natuur 0 5,69 118,0% Watersysteemheffing gebouwd 0 0,67 118,6% Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 0 56,96 99,2% Totaal inzet reserves 0 Scenario 0 is gebaseerd op het gebruik om een kostendekkend tarief te berekenen dat het zuiverste beeld geeft van de ontwikkelingen van de tarieven zonder inzet van de reserves. Scenario 1 mutatie tarief 2014 ontwikkeling % Voorgestelde tarieven 0%-lijn reserve na inzet Watersysteemheffing ingezetenen -2.230.463 63,79 100,0% Watersysteemheffing overig ongebouwd incl. wegendiff. -623.825 63,68 100,0% Watersysteemheffing natuur -8.163 4,83 100,0% Watersysteemheffing gebouwd -4.371.037 0,57 100,0% Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 449.220 57,44 100,0% Totaal inzet reserves -6.784.269 Scenario 1 is gebaseerd de nullijn voor alle tarieven. Door lagere tarieven dan kostendekkend leidt dit bij de watersysteemheffing tot een onttrekking van 7,2 miljoen euro aan de reserves. Bij de zuiveringsheffing wordt 0,4 miljoen euro aan de reserves toegevoegd doordat het kostendekkende tarief 2014 lager is dan het vastgestelde tarief 2013. Scenario 2 mutatie tarief 2014 ontwikkeling % Voorgestelde tarieven +3% WSH en +3% ZH reserve na inzet Watersysteemheffing ingezetenen -1.670.391 65,70 103,0% Watersysteemheffing overig ongebouwd incl. wegendiff. -501.066 65,59 103,0% Watersysteemheffing natuur -6.800 4,97 103,0% Watersysteemheffing gebouwd -3.664.580 0,58 103,0% Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 2.065.040 59,16 103,0% Totaal inzet reserves -3.777.797 Scenario 2 Het uitgangspunt van dit scenario is een lastenverhoging die vergelijkbaar is met de verhoging van het nettokostenniveau. Hiermee wordt de reserve voor zuiveringsheffing verder aangevuld en wordt minder onttrokken aan de reserve watersysteemheffing. De reserve zuiveringsheffing stijgt met 2,1 miljoen euro en de reserve watersysteemheffing daalt met 5,8 miljoen euro. Scenario 3: mutatie tarief 2014 ontwikkeling % Voorgestelde tarieven +3,5% WSH en +2% ZH reserve na inzet Watersysteemheffing ingezetenen -1.577.046 66,02 103,5% Watersysteemheffing overig ongebouwd incl. wegendiff. -480.606 65,91 103,5% Watersysteemheffing natuur -6.573 5,00 103,5% Watersysteemheffing gebouwd -3.546.837 0,59 103,5% Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 1.526.433 58,59 102,0% Totaal inzet reserves -4.084.629 Scenario 3: De tarieven van de watersysteemheffing worden verhoogd met 3,5% en van de zuiveringsheffing met 2%. De totale onttrekking aan de reserve watersysteemheffing wordt 5,6 miljoen euro en de toevoeging aan de reserve zuiveringsheffing wordt 1,5 miljoen euro. Scenario 4: mutatie tarief 2014 ontwikkeling % Voorgesteld tarief ingezetenen +5% en +2% ZH reserve na inzet Watersysteemheffing ingezetenen -1.297.010 66,98 105,0% Watersysteemheffing overig ongebouwd incl. wegendiff. -480.606 65,91 103,5% Watersysteemheffing natuur -6.573 5,00 103,5% Watersysteemheffing gebouwd -3.546.837 0,59 103,5% Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 1.526.433 58,59 102,0% Totaal inzet reserves -3.804.593 Scenario 4: zoals Scenario 3 maar dan wordt het tarief Ingezetenen verhoogd met 5%. Deze grotere verhoging is nodig om te voorkomen dat de reserve Ingezetenen daalt tot de ondergrens van de bandbreedte en in 2015 het tarief direct naar kostendekkend moet worden verhoogd. Nu gebeurt dat in 2 stappen. De totale onttrekking aan de reserve watersysteemheffing wordt 5,3 miljoen euro. 8

Bijlage 2 Bijlage 2: Rekenvoorbeelden voorgestelde tarieven ontwerp-begroting 2014 Rekenvoorbeeld tarieven Begroting 2014 Scenario 3 Vastgesteld Voorstel 2013 2014 2014/2013 Watersysteemheffing ingezetenen 63,79 66,02 103,5% Watersysteemheffing overig ongebouwd 63,68 65,91 103,5% Watersysteemheffing wegen* 63,68 131,82 - Watersysteemheffing natuur 4,83 5,00 103,5% Watersysteemheffing gebouwd 0,57 0,59 103,5% Zuiveringsheffing/ Verontreinigingsheffing 57,44 58,59 102,0% * In 2014 wordt voor voor het eerst gedifferentieerd op wegen. Derhalve wordt hiervoor geen ontwikkelings% berekend. Vastgesteld Voorstel Consequenties voorstel tarieven 2013 2014 2014/2013 1. Eénpersoonshuishouden met eigen woning 167 172 103,0% 2. Eénpersoonshuishouden zonder eigen woning 121 125 102,8% 3. Méérpersoonshuishouden met eigen woning 304 312 102,7% 4. Méérpersoonshuishouden zonder eigen woning 236 242 102,4% 5. Agrarisch bedrijf 3.264 3.370 103,3% Rekenvoorbeeld tarieven Begroting 2014 Scenario 4 Vastgesteld Voorstel 2013 2014 2014/2013 Watersysteemheffing ingezetenen 63,79 66,98 105,0% Watersysteemheffing overig ongebouwd 63,68 65,91 103,5% Watersysteemheffing wegen* 63,68 131,82 - Watersysteemheffing natuur 4,83 5,00 103,5% Watersysteemheffing gebouwd 0,57 0,59 103,5% Zuiveringsheffing/ Verontreinigingsheffing 57,44 58,59 102,0% * In 2014 wordt voor voor het eerst gedifferentieerd op wegen. Derhalve wordt hiervoor geen ontwikkelings% berekend. Vastgesteld Voorstel Consequenties voorstel tarieven 2013 2014 2014/2013 1. Eénpersoonshuishouden met eigen woning 167 173 103,6% 2. Eénpersoonshuishouden zonder eigen woning 121 126 103,6% 3. Méérpersoonshuishouden met eigen woning 304 313 103,0% 4. Méérpersoonshuishouden zonder eigen woning 236 243 102,8% 5. Agrarisch bedrijf 3.264 3.371 103,3% Scenario 3: Tarief 2013 Tarief 2014 mutatie effect tarief 2014 Voorgestelde tarieven +3,5% WSH en +2% ZH vastgesteld kostendekkend reserve op tarief na inzet Watersysteemheffing ingezetenen 63,79 71,41-1.577.046 5,39-66,02 Watersysteemheffing overig ongebouwd 63,68 73,39-480.606 7,48-65,91 Watersysteemheffing natuur 4,83 5,69-6.573 0,70-5,00 Watersysteemheffing gebouwd 0,57 0,67-3.546.837 0,09-0,59 Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 57,44 56,96 1.526.433 1,63 58,59 Totaal inzet reserves -4.084.629 Scenario 4: Tarief 2013 Tarief 2014 mutatie effect tarief 2014 Voorgesteld tarief ingezetenen +5% en +2% ZH vastgesteld kostendekkend reserve op tarief na inzet Watersysteemheffing ingezetenen 63,79 71,41-1.297.010 4,43-66,98 Watersysteemheffing overig ongebouwd 63,68 73,39-480.606 7,48-65,91 Watersysteemheffing natuur 4,83 5,69-6.573 0,70-5,00 Watersysteemheffing gebouwd 0,57 0,67-3.546.837 0,09-0,59 Zuiveringsheffing woningen / bedrijven 57,44 56,96 1.526.433 1,63 58,59 Totaal inzet reserves -3.804.593 9

ontwerp-begroting 2014 Versie t.b.v. gecombineerde commissievergadering BMZ/SKK van 16 oktober 2013 Versie: DOCS-#706487-v11-Begroting_2014 Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag 1

Inhoud 1 Begroting in één oogopslag... 3 2 Programma s... 5 2.1 Primaire, regionale en overige waterkeringen... 9 2.2 Calamiteitenzorg... 14 2.3 Beperking muskusrattenschade... 17 2.4 Watersysteembeheer... 20 2.5 Beperking wateroverlast (voorheen Nationaal Bestuursakkoord Water)... 26 2.6 Kwaliteit van het oppervlaktewater... 29 2.7 Zuiveringsbeheer... 33 2.8 Lastendruk... 37 2.9 Tevredenheid belanghebbenden... 39 2.10 Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid... 44 2.11 Bestuur en organisatie... 45 3 Tarieven... 49 4 Kredieten en investeringsbegroting 2014... 52 5 Paragrafen... 57 Algemeen... 57 5.1 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar... 57 5.2 Uitgangspunten en normen... 57 5.3 Kostentoerekening... 57 5.4 Reserves en voorzieningen... 57 5.5 Waterschapsbelastingen... 59 5.6 Weerstandsvermogen... 59 5.7 Financiering... 61 5.8 Verbonden partijen... 64 5.9 EMU-saldo... 66 Bijlage 1: Afkortingen en begrippen... 69 Bijlage 2: PI s 2013/2014... 72 Bijlage 3: Berekening geïndexeerde nullijn 2013... 80 Bijlage 4: Vergelijking onderwerpen voorjaarsnota 2013 en begroting 2014... 81 Bijlage 5: Overzicht toegekende kredieten... 82 Bijlage 6: Relatie met het verlengd bestuurs-akkoord op hoofdlijnen 2012-2014... 85 Bijlage 7: Bezuinigingskaarten... 87 Bijlage 8: Totaal overzicht Prestatie-indicatoren... 88 2

1 Begroting in één oogopslag Tabel 1 - Begroting 2014 per bestuurlijk thema en programma Realisatie 2012 Begroting 2013 na 1 e wijziging Voorjaarsnota 2013 jaar 2014 Begroting 2014 Kosten Veiligheid 20,6 20,4 23,1 22,4 Primaire, regionale en overige waterkeringen 20,4 9,6 12,3 11,5 Calamiteitenzorg 0,2 0,3 0,3 0,7 Beperking Muskusrattenschade 0.0 10,5 10,5 10,1 Voldoende water 28,6 27,4 27,1 33,0 Watersysteembeheer 25,5 24,3 24,0 29,3 Beperking wateroverlast 3,1 3,1 3,1 3,7 Schoon water 49,7 51,2 51,6 49,1 Kwaliteit van het oppervlaktewater 3,2 4,0 4,2 2,9 Zuiveringsbeheer 46,5 47,2 47,4 46,2 Bestuur, middelen & maatschappij 21,4 21,2 20,2 19,1 Lastendruk 3,9 4,0 3,8 3,7 Tevredenheid belanghebbenden - - - - Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid - - - - Bestuur en organisatie 17,5 17,2 16,4 15,4 Totaal kosten 120,3 120,2 122,0 123,7 Overige opbrengsten Veiligheid 8,5 8,1 8,0 8,2 Primaire, regionale en overige waterkeringen 8,5 0,4 0,4 0,7 Beperking Muskusrattenschade - 7,6 7,5 7,4 Calamiteitenzorg - 0,1 0,1 0,1 Voldoende water 3,4 3,6 3,6 4,5 Watersysteembeheer 3,2 3,4 3,4 3,7 Beperking wateroverlast 0,2 0,2 0,2 0,8 Schoon water 2,2 2,2 2,2 2,3 Kwaliteit van het oppervlaktewater 0,1 - - 0,3 Zuiveringsbeheer 2,1 2,2 2,2 2,0 Bestuur, middelen & maatschappij 2,7 2,1 1,6 1,6 Lastendruk 0,7 0,5 - - Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid - - - - Tevredenheid belanghebbenden - - - - Bestuur en organisatie 2,0 1,6 1,6 1,6 Totaal overige opbrengsten 16,7 16,0 15,4 16,7 Saldo kosten en overige opbrengsten 103,6 104,2 106,6 107,0 Bedragen zijn in miljoenen euro s 1 1 Doordat in deze begroting is gerekend met niet-afgeronde bedragen kunnen de totaaltellingen ogenschijnlijk afwijken 3

Tabel 2 - Begroting 2014 per kosten- en opbrengstensoort Realisatie 2012 Begroting 2013 na 1 e wijziging Voorjaarsnota 2013 Begroting 2014 jaar 2014 Kosten Rentekosten 10,2 10,8 10,9 11,1 Afschrijvingskosten 24,1 23,8 25,8 26,2 Personeelskosten 30,8 30,9 32,0 32,6 Overige kosten 51,4 50,9 47,2 47,5 Bijdrage Hoogwaterbeschermingsprogramma 3,8 3,8 6,2 6,3 Totaal kosten 120,3 120,2 122,0 123,7 Overige opbrengsten Overige opbrengsten, excl. geactiveerde lasten 13,1 11,5 10,9 12,2 Geactiveerde personeelslasten (incl. baggeren) 2,7 3,3 3,3 3,5 Geactiveerde rente 1,0 1,2 1,2 1,0 Totaal overige opbrengsten 16,7 16,0 15,4 16,7 Saldo kosten en overige opbrengsten 103,6 104,2 106,6 107,0 Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën 100,1 100,0 106,6 103,2 Mutaties algemene reserves Toevoeging algemene reserves - - - 1,5 Onttrekking algemene reserves 3,5 4,2-5,3 Saldo na netto bijdrage en mutaties algemene reserves - - - - Bedragen zijn in miljoenen euro s Tabel 3 - Netto bijdrage per belastingcategorie Realisatie 2012 Begroting 2013 na 1 e wijziging Voorjaarsnota 2013 Begroting 2014 jaar 2014 Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen 18,9 18,6 20,1 19,6 Watersysteemheffing overig ongebouwd 3,6 3,7 4,5 4,2 Watersysteemheffing natuur 0,0 0,0 0,1 0,0 Watersysteemheffing gebouwd 26,6 23,8 26,8 24,4 Zuiveringsheffing woningen en bedrijven 50,8 53,8 55,2 54,9 Totaal netto bijdrage 100,1 100,0 106,6 103,2 Bedragen zijn in miljoenen euro s 4

2 Programma s Algemeen Belangrijke ontwikkelingen en wijzigingen in 2014 Financieel beeld De taakstellingen zoals deze bij de voorjaarsnota 2013 zijn besloten zijn in de begroting 2014 (voor de jaarschijf 2014) verwerkt. Deze worden gedurende 2014 apart gevolgd en gerapporteerd in de burap s. Volledigheidshalve is de bijlage met taakstellingen zoals vastgesteld door het AB opgenomen. Bezuinigingsopgave In de voorjaarsnota hebben wij op hoofdlijnen aangegeven op welke wijze wij de bezuinigingsopgave realiseren. Deze hebben wij doorvertaald in de begroting voor 2014. Een belangrijk element hierin is het investeringsplafond van 30 miljoen per jaar (excl. rwzi Utrecht). Het college neemt dit beleid over maar hanteert dit plafond met het oog op de flexibiliteit als een gemiddelde over een periode van 5 jaar. Hollandse IJssel Per 1 januari 2013 is het formele beheer en onderhoud van de gekanaliseerde Hollandsche IJssel en Doorslag overgedragen van RWS naar het waterschap. De aanwijzing als vaarwegbeheerder en nautisch beheerder dient nog formeel plaats te vinden door de provincies Utrecht en Zuid-Holland. De verwachting is dat dit 2014 zal geschieden. In de begroting 2014 is wel rekening gehouden met de afkoopsom van RWS - deze staat immers bij het waterschap op de bank - maar nog niet in de toedeling naar de verschillende begrotingsposten en budgetten. De verwachting is dat deze toedeling in het voorjaar 2014 mogelijk is en dan middels een begrotingswijziging zal worden voorgelegd. Stedelijk waterbeheer In december 2012 is de nota stedelijk water vastgesteld. Centraal punt in deze visie is het gelijk optrekken met gemeenten, mits de gemeenten bereid zijn om ook te investeren. In deze begroting is een bedrag van 0,3 miljoen opgenomen voor co-financiering van planvorming en maatregelen t.b.v. de oppervlaktewaterkwaliteit van het stedelijk gebied. De richtlijnen voor besteding van deze middelen worden in het begin van 2014 bestuurlijk vastgesteld. Vernieuwing in de Venen In het veenweidegebied neemt de noodzaak toe om op een vernieuwende wijze invulling te geven aan het waterbeheer en in het bijzonder het peilbeheer. De vraag of collectieve hoogwatervoorzieningen op termijn de meest doelmatige invulling zijn van de waterschapstaak in dit gebied is onderwerp van discussie, evenals de inzet van onderwaterdrainage. In 2014 zullen wij ons beleid op deze onderwerpen herijken. In het gebied Achttienhoven starten wij met een gebiedsproces dat zal dienen als een pilot, en dat al enkele vernieuwende elementen in zich heeft. Voornemens tot aanleg van nieuwe collectieve hoogwatervoorzieningen in vastgestelde watergebiedsplannen behoudens Oud Kamerik en peilbesluiten zullen wij heroverwegen. Groene Hart De opgaven voor de overheden in het Groene Hart zijn taak- en grensoverschrijdend. Om die reden hebben de overheden in het Groene Hart in juni 2013 de stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart opgericht en een samenwerkingsagenda vastgesteld. Uit de kring van Groene Hartwaterschappen neemt de dijkgraaf deel aan deze stuurgroep. Onze dijkgraaf en de gedeputeerde van Zuid-Holland zijn samen verantwoordelijk voor het in 2015 behalen van resultaten op het thema 'Water, bodem en gebruik'. Per project bepalen de waterschappen de meerwaarde voor het bereiken van waterschapsdoelen. Dit kan aanleiding geven om (financieel) bij te dragen. Eventuele waterschapsbijdragen worden afzonder- 5

lijk ter besluitvorming aan de besturen van de waterschappen voorgelegd. Rwzi Utrecht Medio 2013 heeft het algemeen bestuur besloten tot herijking van het toekomstscenario rwzi Utrecht. Afgesproken is dat het algemeen bestuur voor de sliblijn een keuze maakt uit drie alternatieven in het eerste kwartaal 2014. Voor de waterlijn is afgesproken dat het algemeen bestuur een keuze maakt uit drie alternatieven in het vierde kwartaal 2014. Het instandhoudingsplan rwzi Utrecht waarvoor het algemeen bestuur in februari 2013 krediet beschikbaar heeft gesteld zal in 2014 worden afgerond. Ook de proef met het Nereda schaalmodel wordt in 2014 afgerond. De evaluatie zal medio 2014 beschikbaar zijn. Organisatieontwikkeling In 2014 transformeert de Veranderagenda van het waterschap in een 'efficiëncy- en effectiviteits-agenda'. Dit moet de ontwikkelingen van de organisatiecultuur, die met het vaststellen van de veranderagenda in gang zijn gezet, structureel maken. Keurkwartet Voor het vernieuwen van de keur, algemene regels en beleidsregels is in het najaar van 2013 een plan van aanpak opgesteld. Onderdeel van het plan van aanpak is ontwikkeling van een door het algemeen bestuur vast te stellen beleidsvisie. Een en ander mede als gevolg van de conclusies en aanbevelingen uit het rapport 'De keur gekeurd' van de Rekenkamercommissie, waarmee het algemeen bestuur op 3 juli 2013 heeft ingestemd. In 2014 wordt verder uitvoering gegeven aan het plan van aanpak, op basis van de ontwikkelde beleidsvisie. Dit moet begin 2015 leiden tot de vaststelling door het algemeen bestuur van een nieuwe keur. Dit werkt ook weer door in de op de keur geënte algemene regels en beleidsregels, die het concrete toepassingskader vormen voor de vergunningverlening en de handhaving. Verkiezingen nieuwe stijl Op 18 maart 2015 (datum nog onder voorbehoud), worden de verkiezingen gehouden voor de algemene besturen van de waterschappen, samen met de verkiezingen voor de leden van provinciale staten. De waterschapsverkiezingen vallen nu onder de Kieswet en kennen nu dezelfde organisatiewijze: een kiezer krijgt van de gemeente een stemoproep thuis en gaat naar een stembureau in de gemeente waar hij of zij de stem mag uitbrengen. De Unie van Waterschappen voert overleg met de VNG over de organisatie van de verkiezingen, hoe de meerkosten als gevolg van de samenloop van verkiezingen in beeld worden gebracht en in welke mate deze voor rekening komen van de waterschappen. Op basis van een eerste indicatie (augustus 2013) wordt dit voor ons waterschap geschat op 0,8 miljoen. nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp) In het Bestuursakkoord zijn onder andere afspraken gemaakt over de financiering van verbeteringswerken aan primaire waterkeringen. Primaire waterkeringen, die in de toetsing onvoldoende scoren, worden opgenomen op het nhwbp, dat onderdeel uitmaakt van het Deltaprogramma. De kosten van het nhwbp worden voor 50% gedragen door het Rijk en voor 50% door de waterschappen. Van de waterschapsbijdrage wordt 40% omgeslagen naar rato van inwonertal en WOZ-waarde. De overige 10% wordt door het uitvoerende waterschap betaald. De omgeslagen nhwbp-bijdrage loopt tot 2015 in stappen op tot een totaalbedrag van 181 miljoen voor alle waterschappen gezamenlijk. Vanaf 2016 wordt dit bedrag geindexeerd. De bijdrage van HDSR en de verwachte projectgebonden bijdragen zijn verwerkt in de begroting. Opbouw en structuur begroting Deze begroting is ingedeeld volgens de bestuurlijke thema s: Veiligheid, Voldoende water, Schoon water en Bestuur, middelen 6

en maatschappij. Deze thema s sluiten aan bij onze missie en kerntaken. Programma s Onder elk thema vallen bestuurlijke programma s. De bestuurlijke programma s sluiten aan bij het collegeprogramma 2009-2012, het verlengde bestuursakkoord op hoofdlijnen 2012-2014 en het waterbeheerplan 2010-2015. Doelstellingen en maatregelen Aan elk programma zijn doelstellingen en maatregelen gekoppeld. De doelstellingen en de in prestatie-indicatoren uitgedrukte maatregelen sluiten aan bij de systematiek van beleidsevaluatie en bestuursrapportage waar we mee werken. Rechtmatigheid De ambitie en de doelstellingen strekken zich uit over meerdere jaren. Bij begrotingswijzigingen tussen thema s en programma s beslist het algemeen bestuur. Voor begrotingswijzigingen binnen programma s heeft het algemeen bestuur het college gemandateerd. Samenvatting doelstellingen en prestatieindicatoren per thema en programma. In tabel 4 geven wij in één oogopslag per programma de doelstellingen met bijbehorende prestatie-indicatoren (PI) weer. Tabel 4 - Overzicht programma s, doelstellingen en Prestatie-indicatoren (PI) Bestuurlijk thema en programma Doelstelling Maatregelen/PI Veiligheid 1. Primaire, regionale en overige waterkeringen Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen (wettelijk/provinciaal/hdsr) Doelstelling 2 - Op orde houden van de keringen door effectief beheer Doelstelling 3 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen 2. Calamiteitenzorg Doelstelling 4 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem 3. Beperking Muskusrattenschade Doelstelling 5 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Voldoende water 01 t/m 03 04 t/m 07 08 09 t/m 11 12 t/m 14 4. Watersysteembeheer Doelstelling 6 Regionale verbetering van het watersysteem 15 en 16 5. Beperking wateroverlast (voorheen Nationaal Bestuursakkoord Water) Doelstelling 7 Gebiedsgerichte verbetering van het watersysteem Doelstelling 8 Voorkoming en bestrijding van verdroging 21 Doelstelling 9 Op orde houden van het watersysteem door effectief beheer Doelstelling 10 - De regionale watersystemen zijn in 2015-2027 conform Bestuursakkoord Water op orde. 17 t/m 20 22 t/m 30 31 en 32 7

Schoon water 6. Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 11 Monitoring scores op landelijke KRW maatlatten Doelstelling 12 Uitvoering KRW maatregelen conform WBP 34 en 35 Doelstelling 13 Uitvoering KRW onderzoek conform WBP 36 en 37 Doelstelling 14 Synergieprojecten 38 t/m 41 Doelstelling 15 Vispasseerbaar maken van kunstwerken 42 Doelstelling 16 Verder verlagen van diffuse emissies en voldoen aan normen voor prioritaire en gevaarlijke stoffen 7. Zuiveringsbeheer Doelstelling 17 - Voldoen aan lozingseisen, afnameverplichting en overige eisen Bestuur, middelen en maatschappij Doelstelling 18 De laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen Doelstelling 19 - Regionale samenwerking in de afvalwaterketen (Winnet) 33 43 44 t/m 46 47 en 48 49 en 50 Doelstelling 20 - Benutting grondstoffen uit afvalwater 51 t/m 53 8. Lastendruk Doelstelling 21 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten 9. Tevredenheid belanghebbenden 10. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Doelstelling 22 - Het waterschap is zichtbaar in de samenleving en zoekt actief naar draagvlak Doelstelling 23 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer 61 Doelstelling 24 - Werken op een dienstverlenende en ingeland gerichte wijze Doelstelling 25 Vergroting beleving door recreëren, cultuur en landschap Doelstelling 26 - Duurzaamheidscriteria worden toegepast bij het inkopen en aanbesteden 54 55 t/m 60 62 t/m 64 65 66 en 67 11. Bestuur en organisatie Doelstelling 27 Een efficiënte en effectieve organisatie 68 t/m 70 8

Thema Veiligheid 2.1 Primaire, regionale en overige waterkeringen Wat willen we bereiken? a. Voorkomen van overstroming omdat dijken voldoen aan de normen In de jaren 2010-2013 hebben toetsrondes plaatsgevonden voor onze primaire en regionale waterkeringen. Hierdoor is goed in beeld waar zwakke plekken zitten die verbetering nodig hebben. De uiteindelijke doelen die wij ons hebben gesteld in het Waterbeheerplan 2010-2015 voor het voldoen aan de norm zijn de volgende: alle primaire waterkeringen van categorie A voldoen in 2015 aan de norm; alle regionale waterkeringen voldoen uiterlijk in 2020 aan de norm; alle overige waterkeringen voldoen uiterlijk in 2025 aan de veiligheidseisen. Primaire waterkeringen De doelstelling voor primaire waterkeringen gaat uit van de veiligheidsnormen die nu zijn vastgelegd in de Waterwet. Er zijn twee landelijke discussies die een belangrijke invloed op deze doelen kunnen hebben. In de eerste plaats worden in het Deltaprogramma de veiligheidsnormen voor de primaire waterkeringen herzien. Daarbij geldt als uitgangspunt dat voor iedereen in Nederland een basisveiligheid geldt. In gebieden met een grote economische waarde of een kans op grote aantallen slachtoffers kan dit veiligheidsniveau verder worden vergroot. In 2014 wordt de Deltabeslissing genomen over de nieuwe opzet van de veiligheidsnormen. Wij leveren aan deze discussie een actieve bijdrage, mede gezien de rol van de waterschappen bij de financiering van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ten tweede werken waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat al geruime tijd een oplossing uit voor de primaire waterkeringen categorie C (die de scheiding vormen tussen de dijkringen 14, 15 en 44), die niet aan de norm voldoen. In 2011 hebben zij een advies aan de Staatssecretaris gestuurd, dat de genoemde dijkringen meer in samenhang moeten worden beoordeeld, waarbij de veiligheid tegen overstroming vooral wordt gezocht in de direct kerende primaire waterkeringen langs de Nederrijn en Lek. Dit advies is inmiddels overgenomen in het Deltaprogramma 2014. Beide ontwikkelingen betekenen een extra opgave voor de Lekdijk. Bovendien hebben recente studies geleid tot het inzicht dat de risico s van piping in het rivierengebied waarschijnlijk veel groter zijn dan in het verleden werd aangenomen. Dit probleem speelt ook bij de Nederrijn- en Lekdijk. In het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp) is een verkenning opgenomen, waarin wij samen met buurwaterschappen en provincies in de periode 2014 2017 de oplossing voor de C-waterkeringen uitwerken in concrete dijkverbeteringsmaatregelen voor de Lekdijk. Daarbij wordt een risicogestuurde aanpak uitgewerkt: de trajecten die het grootste risico blijken te hebben, worden als eerste aangepakt. De uitvoering is voorzien na 2020. In het nhwbp is ook een gezamenlijke verkenning opgenomen om de risico s van en mogelijke oplossingen tegen piping uit te werken. HDSR levert hieraan een bijdrage. Regionale en overige waterkeringen Wat betreft onze zorg voor de regionale waterkeringen blijft onze huidige strategie toereikend. Het systeem van instandhouding, toetsing en waar nodig versterking van regionale waterkeringen waarborgt de veiligheid van onze polders. Voor de overige waterkeringen waren nog geen normen vastgesteld. In 2013 is besloten een deel van deze waterkeringen, die geen functie hadden voor de waterveiligheid, te laten vervallen. Voor de resterende overige waterkeringen is een norm opgenomen in de keur. 9

b. Op orde houden van de keringen door effectief beheer Als beheerder zijn we verantwoordelijk voor het aanpassen van keringen die niet aan de norm voldoen en voor de instandhouding ervan. Voor de instandhouding leveren we jaarlijks een beheerinspanning en werken we continu aan verhogen van de effectiviteit van het beheer. Daarbij hebben wij de volgende doelen: in het kader van het Bestuursakkoord Water de voorhavendijken van de Beatrix-, Irene- en Koninginnensluis in 2015 overnemen van Rijkswaterstaat (in totaal 3,8 km primaire waterkering); actueel hebben en houden van overzichtskaart, legger en beheerregister voor alle waterkeringen; het systeem zo effectief en efficiënt mogelijk onderhouden en schade aan de waterkeringen door handelingen van derden en muskusratten voorkomen. c. Beperken van de gevolgen van overstroming door overstromingsrobuuste ruimtelijke inrichting In 2011 hebben wij de visie Water en Ruimtelijke Ordening opgesteld. Hierin is een actieprogramma opgenomen dat gericht is op een betere integratie van het thema water in de ruimtelijke ordening. Het doel dat wij ons hebben gesteld in het Waterbeheerplan 2010-2015 voor het beperken van gevolgen is als volgt: waterveiligheid maakt uiterlijk in 2015 deel uit van de ruimtelijke planvorming. In het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering worden de mogelijkheden onderzocht om de gevolgen van overstromingen te beperken door middel van aangepaste ruimtelijke inrichting. Vanwege de hoge bevolkingsdichtheid en grote overstromingsdiepte is deze strategie in ons beheergebied beperkt effectief. Wij richten onze aandacht met name op kwetsbare en vitale objecten en infrastructuur. De provincie Utrecht regelt in een verordening dat deze objecten bestand moeten zijn tegen overstromingen. Wij nemen dit mee in het kader van de watertoets. Met gemeenten en provincies werken we uit op welke wijze meer rekening kan worden gehouden met waterveiligheid bij de ruimtelijke inrichting van ons gebied. Wat doen we ervoor? Om deze doelen te bereiken voeren we de volgende maatregelen uit: a. Voorkomen van overstroming door dijken te laten voldoen aan de normen 1. Voor de primaire waterkeringen langs de Nederrijn en Lek hebben wij een grootonderhoudsplan (GOP) opgesteld. We voeren de maatregelen uit het GOP Primaire waterkeringen uit; 2. In het kader van het nhwbp voeren we samen met andere waterkeringbeheerders de projectoverschrijdende verkenning Centraal Holland uit. Deze leidt in 2017 tot een voorkeursalternatief voor maatregelen aan de Nederrijn- en Lekdijk, waarmee dijkring 14, 15 en 44 voldoen aan de veiligheidsnormen. Bovendien wordt uitgewerkt of de huidige categorie C-waterkering langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel nog een waterkerende functie heeft en zo ja, welke eisen daaraan worden gesteld; 3. Het GOP Regionale Waterkeringen is in 2013 geactualiseerd. We voeren de maatregelen uit het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen uit. b. Op orde houden van de keringen door effectief beheer 4. Als onderdeel van de herziening van het keurkwartet stellen we de legger van de primaire en overige waterkeringen uiterlijk vast in 2016; 5. We actualiseren het beheerregister voor de waterkeringen; 6. We stellen een Visie waterkeringen vast en actualiseren de algemene regels en beleidsregels voor waterkeringen; 7. We doen ervaring op met innovatieve technieken op het gebied van dijkbeheer. 10