RP~II~~CW~~~II~~\AIM Gfl 75Qd AW ccgraupnhacw Tdefmn Telefax

Vergelijkbare documenten
' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Stichting S van de Arbeid

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever

ONTWERP- VERKLARING INZAKE REÏNTEGRATIE BIJ GEDEELTELIJKE ARBEIDSGESCHIKTHEID D.D. 1 DECEMBER 2005

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Wilders (VVD) over terugloop ledenaantal FNV.

Stichting van de Arbeid. In kort bestek

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan: decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, heer,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

agenda voor het cao-overleg 1994 in het perspectief van de middellange termijn 16 december 1993 Publikatienr. 9/93

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Ontslag simpeler na WW in deeltijd

De Rol van de Ondernemingsraad bij Pensioen. 1. Wettelijke bevoegdheid

STiCHTING VAN DE ARBEID. Aan de leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, mijnheer,

STICHTING VAN DE ARBEID

2. in dit bredere wetsvoorstel, in te dienen door het Kabinet of vanuit de Tweede Kamer, rekening te houden met de volgende aspecten:

AC/2149 Pens./1817. Geachte heer De Geus,

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Stappenplan voor de toetreding tot de cao. voor de Kunststof- en Rubberindustrie

JAARVERSLAG BEDRIJFSCOMMISSIE METALEKTRO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport Witte vlekken op pensioengebied, quick scan 2001

OR en PENSIOEN. Edwin Schop 16 november 2016, Vereniging voor Pensioenrecht

ho Invoering wettelijke grenswaarden minerale kunstvezels

STICHTING VAN DE ARBEID

N O T I T I E. Algemeen:


Stichting van de Arbeid

Statuten en huishoudelijk reglement

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST DIERENPARK EMMEN 1 JANUARI DECEMBER 2013

HOOFDLIJNEN AKKOORD D.D. 2 JULI tussen. Vroom & Dreesmann B.V. de vereniging CNV Dienstenbond. de vereniging Federatie Nederlandse Vakbeweging

Ons kenmerk: JQ/WNG/VR/50226

Jaarverslagen van verschillende werkgeversen werknemers organisaties

VERKLARING INZAKE HET ARBEIDSVOORWAARDENOVERLEG

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

Pensioen: werk in uitvoering

CAO & Arbeidsvoorwaardenreglement. Twee soorten cao s

Stichting EJ van de Arbeid

Advies W /III

STICHTING. Aan de voorzitter en leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

-4SEP Stichting van de Arbeid Bezuidenhoutseweg AW Den Haag. Geachte heer Broekema,

AANBEVELING BRUTERING OVERHEVELINGS- TOESLAG EN ARBEIDSPENSIOENEN. 28 februari 2000, Publicatienr. 4/00

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

CHECKLIST RVU-RISICO 52%

CONCEPT. Artikel I. De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

D e n H a a g 12 juni 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid Koser Kaya

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De LCR maakt zich ernstige zorgen over de positie van Wsw-werknemers. Om diverse redenen ervaren zij veel knelpunten bij hun SW-bedrijf.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/ Datum 10 maart 2003

Pensioen bij overnames. Nick Hessels Henriëtte Dekker

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

CONVENANT GEZOND GEWICHT Deelconvenant Werk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Collectieve arbeidsovereenkomst Albron CP Nederland B.V.

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus LV Den Haag. Geachte heer De Geus,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Profielschets lid van het bestuur

Code Rechtstreeks verzekerde regelingen

Betreft: Reactie Landelijke Cliëntenraad op Wetsvoorstel Wet werk en Zekerheid Referentie: LCR/TK/ /GM/BH

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

In kort bestek. januari 2018

7 VERBOND VAN VERZEKERAARS

CAO-KINDEROPVANG, VOOR KINDERCENTRA EN GASTOUDERBUREAUS CAO-AKKOORD

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De PPI ook voor zelfstandigen?

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

STICHTING VAN DE ARBEID. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr.dr. L.F. Asscher Postbus LV DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. mevrouw drs. J. Klijnsma Postbus LV DEN HAAG. Geachte mevrouw Klijnsma,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE HANDELSVAART TOT 9000 GT

arbeidswet sociale partners sociaal overleg collectieve (cao) sector voor alle werknemers en werkgevers in een sector (bv. banken)

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017

CONVENANT. aangaande dispensatie van bepalingen uit de cao PO ten behoeve van het reformatorisch onderwijs

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Den Haag : 21 juli 2008 Ons kenmerk : S.A JM/JS Uw kenmerk : Betreft: : wijzigingen samenstelling takenpakket RWI

SOCIAAL PLAN ONS CAI BV

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU

4. Toegankelijkheid. 4.1 Inleiding

Arbeidsrecht Actueel. In deze uitgave: Bescherming van flexwerkers. Jaargang 19 (2014) november nr. 234

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

> Retouradres Postbus EH Den Haag. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gewijzigde voorstellenbrief betreffende de onderhandelingen voor de Grafimedia-cao

Overeenkomst vrijwillige mobiliteit Postkantoren BV

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ADVIES CRB

Wij streven er naar om in ieder geval een gezamenlijke inzetbrief te maken met de overige partners in het CAO-overleg.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ons kenmerk: JO/WNG/VR/50269

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer drs. W. Koolmees Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Koolmees,

Transcriptie:

RP~II~~CW~~~II~~\AIM Gfl 75Qd AW ccgraupnhacw Tdefmn 070 - -1699 577 Telefax 070-3832 535

Stichting EGJ van dearbeid Aanbeveling gericht op het terugdringen van de witte vlek op pensioengebied De Stichting van de Arbeid, 1 overwegende: dat het bedrijfsleven de primaire verantwoordelijkheid draagt voor het tot stand brengen en in stand houden van aanvullende pensioenvoorzieningen, welk beginsel ook door het kabinet in de Nota aanvullende pensioenen van 25 juni 1991 als uitgangspunt voor zijn beleid is genomen; dat een aanvullende pensioenvoorziening kan worden aangemerkt als een essentieel onderdeel van het arbeidsvoorwaardenpakket; dat voor het overgrote deel van de werknemers een aanvullende pensioenvoorziening geldt; dat niettemin in een te groot aantal gevallen werknemers geen aanvullend pensioen kunnen opbouwen wegens het ontbreken van een pensioenregeling of vanwege het bestaan van bepaalde toetredingsdrempels of uitsluitingsgronden (de zogenaamde 'witte vlek' op pensioengebied); dat volgens geldend recht mannen en vrouwen gelijk behandeld dienen te worden en dat direct of indirect onderscheid in de aanvullende pensioenregeling niet is toegestaan; dat het bedrijfsleven zelf, gezien zijn eerdergenoemde primaire verantwoordelijkheid voor het terrein van de aanvullende pensioenen, zich op basis van vrijwilligheid daadwerkelijk dient in te zetten om de nog resterende witte vlek op pensioengebied zo ver mogelijk terug te dringen; 11 besluit tot de navolgende aanbeveling: 1. De Stichting van de Arbeid doet een dringend beroep op ondernemingen en instellingen die hun werknemers geen aanvullende pensioenvoorziening bieden, op korte termijn in overleg te treden met de vertegenwoordigers van de werknemers (vakbonden, OR) dan wel met hun werknemers zelf, teneinde een aanvullende pensioenvoorziening tot stand te brengen.

2 2. De Stichting van de Arbeid beveelt partijen betrokken bij cao% (zowel op bedrijfstak- als op ondernemingsniveau) aan afspraken te maken over vorm en inhoud van een aanvullende pensioenregeling bij die ondernemingen en instellingen of onderdelen daarvan, waar een dergelijke pensioenregeling ontbreekt. 3. De Stichting van de Arbeid beveelt partijen betrokken bij aanvullende pensioenregelingen aan om bestaande uitsluitingsgronden te schrappen en na te gaan of toetredingsdrempels kunnen worden verlaagd of afgeschaft. In dit verband wijst de Stichting erop dat het kabinet een wettelijk verbod op het hanteren van urengrenzen en op het uitsluiten van (gehuwde) vrouwen voorbereidt. 4. De Stichting van de Arbeid roept partijen betrokken bij een bedrijfspensioenregeling op om na te gaan of, met in achtneming van de representativiteitsvereisten, een wijziging van de werkingssfeer zou kunnen leiden tot het onder de pensioenregeling brengen van werknemers in dienst van brancheverwante bedrijven en instellingen die thans geen aanvullende pensioenvoorziening kennen. Daarbij is het van groot belang te voorkomen dat er conflicten ontstaan met partijen betrokken bij andere bedrijfspensioenregelingen c.q. bedrijfstak-cao's. Een zorgvuldig opereren in dezen vereist dat in voorkomende gevallen overleg wordt gevoerd met de partijen betrokken bij 'aangrenzende' regelingen. 111 Ten slotte De Stichting van de Arbeid neemt zich voor deze aanbeveling en de wijze waarop hieraan op het decentrale niveau gestalte wordt gegeven, in relatie tot de ontwikkeling van de omvang van de witte vlek op pensioengebied, over drie jaar te evalueren. Den Haag, augustus 1992

3 De Stichting van de Arbeid constateert dat sinds 1985 de witte vlek in omvang kleiner is geworden; dit vooral als gevolg van het in vele regelingen wegnemen van part-time drempels en uitsluitingsbepalingen voor (gehuwde) vrouwen. Niettemin gaat het naar het oordeel van de Stichting nog steeds om een betekenisvolle groep waarvoor nog geen aanvullende pensioenregeling geldt. 2.2 Kwalitatieve aspecten van de problematiek van de witte vlek Omdat de grootste groep werknemers die deel uitmaakt van de witte vlek, in dienst is van werkgevers die geen pensioenvoorziening bieden, heeft de Pensioenkamer in 1989 nader onderzoek gedaan naar het 'profiel' van deze werkgevers, die in 1987 hadden aangegeven dat er voor hun werknemers geen pensioenvoorziening was getroffen. Voor de bedrijven en instellingen die noch in 1987 noch in 1985 een pensioenvoorziening voor hun werknemers boden, gold het volgende: * 92% had minder dan 10 werknemers van 25 jaar of ouder in dienst (40% had zelfs maar één werknemer in deze leeftijdsgroep) ; * 40% had voornamelijk deeltijdwerknemers van 25 jaar of ouder in dienst; * 45% had voornamelijk vrouwen van 25 jaar of ouder in dienst; * 78% was geen lid van een werkgeversorganisatie en 58% valt buiten de werkingssfeer van een cao; * 66% was werkzaam in de sector handel en zakelijke dienstverlening (excl. het bank- en verzekeringswezen). 3. Doelgroepen waarop de aanbeveling is gericht Gelet op de karakteristieken van de werkgevers en de werknemers die onderdeel uitmaken van de witte vlek, is de aanbeveling gericht op de navolgende doelgroepen: ondernemingen en instellingen die geen aanvullende pensioenvoorziening voor hun werknemers bieden; partijen betrokken bij cao's (zowel op bedrijfstak- als op ondernemingsniveau) welke van toepassing zijn op ondernemingen en instellingen waar een aanvullende pensioenregeling ontbreekt; partijen betrokken bij aanvullende ondernemings- en bedrijfspensioenregelingen waarin uitsluitingsgronden of toetredingsdrempels voorkomen;

4 - partijen betrokken bij (verplicht gestelde) bedrijfspensioenregelingen. Mede afhankelijk van aard van bedrijf of instelling, de branche waarin de activiteiten worden ontplooid, het aantal werknemers en de financiële mogelijkheden, kan een keuze kan worden gedaan uit verschillende soorten pensioenvoorzieningen. Indien nodig en/of gewenst kan informatie en deskundige hulp worden verkregen bij: * werkgevers- en werknemersorganisaties (indien men is aangesloten bij een werkgeversorganisatie, ligt het uiteraard voor de hand dat men in eerste aanleg met die organisatie contact opneemt); * organisaties van pensioenuitvoerders (NVL, OPF en VB); * pensioen- en actuariële adviesbureaus; * verzekeringsmaatschappijen die op het onderhavige werkterrein actief zijn; * belastingadviseurs. In bijlage 1 is een lijst opgenomen van adressen van een aantal organisaties die betrokken zijn bij, resp. kunnen worden geraadpleegd over aanvullende pensioenregelingen. 4. Evaluatie De Stichting van de Arbeid heeft zich voorgenomen deze aanbeveling en de wijze waarop daaraan in het bedrijfsleven gestalte wordt gegeven over drie jaar te evalueren. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van te verzamelen nieuwe gegevens over de ontwikkeling van de omvang van de witte vlek op pensioengebied.

Toelichting bij de aanbeveling gericht op het terugdringen van de witte vlek op pensioengebied 1. Inleiding In deze toelichting wordt van deze aanbeveling, die vlek op pensioengebied de te dringen. getracht de achtergrond te schetsen beoogt langs vrijwillige weg de witte komende jaren zo ver mogelijk terug Met de term 'witte vlek' op pensioengebied wordt gedoeld op het aantal werknemers dat geen pensioenvoorziening als aanvulling op de A0W heeft en op het aantal werkgevers dat geen aanvullende pensioenvoorziening biedt. In navolging van het meerderheidsstandpunt van de SER, opgenomen in zijn 'Advies over de pensioenproblematiek' van 16 november 1990, is het kabinet in zijn 'Nota aanvullende pensioenen van 25 juni 1991 tot het oordeel gekomen dat een wettelijk verplichte aanvullende pensioenverzekering een onevenredig zwaar middel is in relatie tot de omvang van de problematiek van de witte vlek. Voorts heeft het kabinet aangegeven met de Stichting te willen overleggen over hoe te komen tot een geïntensiveerde beleidsinspanning om de bestaande witte vlek te verkleinen. Het kabinet hoopt dat daarmee in de komende jaren de gesignaleerde knelpunten kunnen worden opgelost. Tevens is een wettelijk verbod in voorbereiding op het uitsluiten van gehuwde vrouwen en op het hanteren van urengrenzen als uitsluitingsgrond voor de deelneming aan pensioenregelingen. Het verbod op uitsluiting van vrouwen is opgenomen in het wetsvoorstel gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid? Het verbod op het hanteren van urengrenzen zal worden opgenomen in een wetsvoorstel tot wijziging van de Pensioen- en Spaarfondsenwet. De opstelling van het kabinet is bij gelegenheid van de behandeling van de eerder genoemde 'Nota aanvullende pensioenen' in de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 3 en 24 februari 1992 door de meerderheid van deze commissie ondersteund. Verder is bij deze behandeling duidelijk geworden dat, mocht de komende jaren blijken dat de inspanningen van de sociale partners terzake onvoldoende resultaat hebben, aanvullende wetgeving niet op voorhand wordt uitgesloten. I TK 20 890

2. 2.1 De problematiek van de witte vlek op pensioengebied Omvang van de witte vlek 2 In 1989 en 1990 heeft de Pensioenkamer in een drietal onderzoekrapporten verslag gedaan van de uitkomsten van haar onderzoek naar het voorkomen van de witte vlek op pensioengebied? In oktober 1985 bleken 650.000 werknemers van 25 jaar en ouder, van wie ruim 250.0000 mannen en bijna 400.000 vrouwen geen aanvullende pensioenvoorziening te hebben. Dit komt neer op 18% van alle werknemers van 25 jaar of ouder. Volgens de Pensioenkamer vragen vooral die gevallen extra aandacht waar de werkgever geen regeling heeft of waar sprake is van een structurele uitsluiting op basis van geslacht of functie-categorie c.q. van uitsluiting van werknemers die op jaarbasis meer dan f 28*000 (voltijd-niveau) verdienen. Deze 'kern' van de witte vlek telde in 1985 bijna 400.000 werknemers van 25 jaar of ouder (bijna 200.000 mannen en ruim 200.000 vrouwen), hetgeen neerkomt op 11% van het totaal aantal werknemers van 25 jaar of ouder. Vervolgens is eerst door de Pensioenkamer advies van 16 november 1990 en ten slotte aanvullende pensioenen, getracht te komen kening van de beleidsrelevante omvang van vlek op pensioengebied. en daarna in het SERin de kabinetsnota tot een nadere afbade kern van de witte Afhankelijk van keuzes wat als ernstig of minder ernstig is te beschouwen, varieerde in 1985 het beleidsrelevante deel van de kern van de witte vlek qua omvang van 7,5% tot 10% van het totale aantal werknemers van 25 jaar en ouder. De witte vlek blijkt allerminst statisch van karakter te zijn. De Pensioenkamer kwam tot de conclusie dat bijna eenderde van de bedrijven en instellingen die in 1987 geen pensioenvoorziening kenden, in 1989 wel over een dergelijke voorziening bleek te beschikken, zij het dat niet alle bij deze bedrijven in dienst zijnde werknemers aan de regeling bleken deel te nemen. Aan het onderzoek van 1989 konden geen gegevens worden ontleend over de ontwikkeling van de witte vlek als zodanig, omdat bij dit beperkte nadere onderzoek geen gegevens zijn gevraagd over de instroom van de witte vlek. 2 Gedoeld wordt op de navolgende onderzoekrapporten van de Pensioenkamer: * Witte vlekken op pensioengebied, een onderzoek naar het ontbreken van aanvullende pensioenvoorzieningen - 1987, ISE3N 90-6587-266-3; * Witte vlekken op pensioengebied per bedrijfstak - 1987, ISBN 90-6587-275-2; * Researchbericht Werknemers en werkgevers zonder pensioenregeling nader beschouwd - 1990, ISBN 90-6587-390-2.

Bijlage 1 Adressen Onderstaande organisaties zijn betrokken bij, resp. kunnen worden geraadpleegd over aanvullende pensioenregelingen. 1. Centrale werkgeversorganisaties Verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO) Prinses Beatrixlaan 5, Postbus 93093, 2509 AB Den Haag, 070-3497373, fax 070-3497417 Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW) Johan de Wittlaan 15, Postbus 84100, 2508 AC Den Haag 070-3519519, fax 070-3522059 Koninklijk Nederlands Ondernemersverbond (KNOV) Broekmolenweg 20, Postbus 379, 2280 AJ Rijswijk 015-600191, fax 015-140387 Nederlands Christelijk Ondernemers Verbond (NCOV) Treubstraat 25, Postbus 5803, 2280 HV Rijswijk 070-3992722, fax 070-3906296 Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité (KNLC) Rooseveltplantsoen 4, Postbus 29772, 2502 LT Den Haag 070-3512541, fax 070-3520121 Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB) Rooseveltplantsoen 4, Postbus 29708, 2502 LS Den Haag 070-3514191, fax 070-3515287 Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond (NCBTB) Rooseveltplantsoen 4, Postbus 29770, 2502 LT Den Haag 070-3506550, fax 070-3502184 2. Centrale werknemersorganisaties Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) Naritaweg 10, Postbus 8456, 1005 AL Amsterdam 020-5816300, fax 020-6844541 Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) Ravellaan 1, Postbus 2475, 3500 GL Utrecht 030-913911, fax 030-946544 Vakcentrale voor Middelbaar en Hoger Personeel MHP Randhoeve 223, Postbus 400, 3990 DK Houten 03403-74792, fax 03403-78829

2 3, Organisaties van pensioenuitvoexingsorganen Vereniging van Bedrijfspensioenfondsen (VB) Patrijsweg 58, 2269 EX Rijswijk 070-3987201, fax 070-3191120 Nederlandse Vereniging van Levensverzekeraars (NVL) Postbus 990, 2501 CZ Den Haag 070-3614731, fax 070-3453903 Stichting voor Cndernemingspensioenfondsen (OPF) Postbus 93158, 2509 AD Den Haag 070-3856455, fax 070-3850415 4. Overleg- en adviesorganen Stichting van de Arbeid Bezuidenhoutseweg 60, 2594 AW Den Haag 070-3499577, fax 070-3832535 Pensioenkamer Bezuidenhoutseweg 60, Postbus 90405, 2509 LK Den Haag 070-3499499, fax 070-3832535 Sociaal-Economische Raad Bezuidenhoutseweg 60, Postbus 90405, 2509 LK Den Haag 070-3499499, fax 070-3832535