Regeling voor stichting, bekostiging en inrichting van Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs (IGVO)

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport

Citeertitel: Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. ==================================================================== HOOFDSTUK I

Aanvullingen overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs voor lom en mlk

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Algemeen verbindend voorschrift

Regeling modellen diploma s v.w.o.- h.a.v.o. profiel

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

ons middelbaar onderwijs algemeen reglement Ons Middelbaar Onderwijs

Regeling vaststelling examenprogramma s v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. en v.b.o.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 april 2016, nr. W /I);

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De citeertitel is in de regeling vastgesteld

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Paragraaf II

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Rooster voor de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens vwo, havo en vmbo in 2007

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Wet op het primair onderwijs Geldend van t/m heden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 25 en 29, zesde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Citeertitel: Landsbesluit landsexamens v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. ==================================================================== HOOFDSTUK I

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1. Dit landsbesluit en de daarop berustende regelingen verstaan onder:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Examenreglement. Leeuwarden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 25 en 29 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Gelet op artikel 29, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Centrale examens van de eindexamens vwo, havo, mavo en vbo en van de schriftelijke examens van de staatsexamens vwo, havo, mavo in het jaar 2000

UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING. Artikel 23 Eindcijfer eindexamen

Examenrooster 1999 vwo, havo, mavo en vbo

ons middelbaar onderwijs algemeen reglement Ons Middelbaar Onderwijs

Examenreglement

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van..., nr. WJZ/ 2005/ xxxx (3803), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Stroom- en Profielkeuze 2017

Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal

Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud van scholen voor voortgezet onderwijs (vo)

HET EXAMENREGLEMENT. Artikel 1. Algemeen

Aanpassing landelijke bedragen gemiddelde personeelslast (gpl-bedragen), schooljaar en

Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs, enz. (invoering basisvorming in voortgez... De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

Aanvullende bekostiging bestuurlijke krachtenbundeling voortgezet onderwijs (vo)

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

Regeling Schorsing en Verwijdering

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

De Raad van State gehoord (advies van 31 januari 2003, nr. W /III);

Regeling Schorsing en Verwijdering. Stichting Kopwerk

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo (incl. wijzigingen i.v.m. het VMBO en het 2e profielenbesluit)

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs (VIA)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Examenreglement

Zaan Primair Regeling schorsing & verwijdering

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels

Wijziging van de sectorvakken in het vmbo

Rooster voor de centrale examens van de eindexamens en de staatsexamens 2002

Regeling vergoeding exploitatiekosten voor scholen voor vwo, havo, mavo, vbo, lwoo en praktijkonderwijs, schooljaar

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweetalig Gymnasium Tweetalig Atheneum. Bilingual Education

Examenreglement. Sint Annaparochie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Kader examenreglementen

Vaknamen en vakcodes voor havo/vwo

Correctie op het rooster voor het centraal examen 2005 en wijziging van het rooster centraal examen 2006

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Welke wettelijke regelingen zijn er voor leerlingen met dyslexie in het VO?

TOELATINGSBELEID Scholengroep Carmel Hengelo

Tweetalig Gymnasium Tweetalig Atheneum. Bilingual Education FOTO: PIETER TROOST

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Schoolexamenreglement havo / vwo. Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

RAPPORTAGE & OVERGANG LAAR & BERG

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beleidsregel bekostiging als nevenvestiging of als tijdelijke nevenvestiging van dislocaties voortgezet onderwijs

Examenreglement

2018 no. 64 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

BEVORDERINGSNORMEN

Onderdeel A PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING 2018/2019. Onderdeel 1: algemeen gedeelte Onderdeel 2: PTA per vak*

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Transcriptie:

OCenW-Regelingen Regeling voor stichting, van Internationaal Onderwijs (IGVO) Bestemd voor: bevoegd gezagsorganen van scholen voor voortgezet onderwijs die hun onderwijsaanbod willen uitbreiden met Internationaal Onderwijs; bevoegd gezagsorganen van scholen met Internationaal Onderwijs. Beleidsregel Internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs, bestaande uit een cursus Engels-Nederlandstalig onderwijs en een cursus Internationaal Baccalaureaat; 4. cursus EN: de cursus Engels-Nederlandstalig onderwijs, bedoeld in artikel 8; 5. cursus IB: de cursus Internationaal Baccalaureaat, bedoeld in artikel 9. Datum: 18 oktober 2000 Kenmerk: VO/TAB-2000/33138 Datum inwerkingtreding: 1 augustus 2000 Geldigheidsduur beleidsregel: 1 augustus 2000 tot en met 31 juli 2004 Juridische grondslag: artikel 75b van de wet op het voortgezet onderwijs en artikel 10 van het Formatiebesluit W.V.O. Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/VO, 079-3232.444 De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Besluit: Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 2 Stichting en bekostiging Artikel 2 Stichting 1. Teneinde in aanmerking te komen voor bekostiging en aanpassing van de inrichting overeenkomstig deze regeling dient het bevoegd gezag van een school aan te tonen dat het gevraagde IGVO binnen twee jaar door ten minste 120 leerlingen zal worden bezocht en past binnen een evenwichtig landelijke gespreid geheel van scholen met IGVO. 2. Het bevoegd gezag dient bij zijn aanvraag een prognose in waaruit blijkt dat aan deze stichtingsnorm kan worden voldaan. 3. Bij de beoordeling of de school in aanmerking komt voor bekostiging betrekt de minister in zijn overwegingen of het gevraagde IGVO past binnen het uitgangspunt van een evenwichtige landelijke spreiding van IGVO. Artikel 1 Begripsbepalingen Deze regeling verstaat onder: 1. Minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen; 2. school: een scholengemeenschap waaraan een afdeling voor IGVO is of wordt verbonden en die tenminste de schoolsoorten havo en vwo omvat; 3. IGVO: Artikel 3 Beëindiging van de bekostiging 1. Indien de afdeling IGVO gedurende drie opeenvolgende jaren door minder dan 100 leerlingen is bezocht, wordt de bekostiging met ingang van 1 augustus daaropvolgend beëindigd. 2. De teldatum is 1 oktober vallend binnen de in het eerste lid bedoelde schooljaren. 3. De school wordt vóór 1 mei van het jaar voorafgaand aan het jaar van het beëindigen van de bekostiging NUMMER 25 22 8 november 2000

door de Minister van dit voornemen op de hoogte gesteld. 4. De Minister kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van beëindiging van de bekostiging. Artikel 4 Bekostiging per school 1. Het bevoegd gezag van de school met IGVO verstrekt ieder jaar bij de integrale leerlingtelling (ILT) naar de peildatum 1 oktober aan de Minister een overzicht van het aantal leerlingen dat deze afdeling bezoekt. 2. De hoogte van de bekostiging van de cursus EN en de cursus IB wordt voor elke daarvoor in aanmerking komende school met IGVO bepaald op grond van de in een bekostigingsbeschikking opgenomen wijze van bekostiging. Hoofdstuk 3 Toelating, bevordering en verwijdering van leerlingen a. een buitenlandse nationaliteit bezit of mede een dergelijke nationaliteit bezit en van wie tenminste tijd in Nederland of het grensgebied werkzaam is, dan wel b. de Nederlandse nationaliteit bezit, langere tijd in het buitenland heeft doorgebracht doordat tenminste tijd in het buitenland werkzaam was en daar langer dan 2 jaar onderwijs heeft genoten, of c. de Nederlandse nationaliteit bezit en waarvan blijkens een werkgevers-verklaring of andersoortige verklaring vaststaat dat een der ouders of beide ouders binnen afzienbare tijd voor tenminste twee jaar naar het buitenland zal worden gezonden. 4. De in het derde lid, onder a en b, bedoelde leerling heeft voldoende onderwijs genoten om het onderwijs aan de cursus IB met vrucht te kunnen volgen. 5. Degene die niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in het eerste en tweede lid of het derde en vierde lid, maar voor wie toch goede gronden aanwezig zijn om tot de cursus EN of de cursus IB te worden toegelaten, kan, met toestemming van de inspecteur, tot de cursus EN of de cursus IB worden toegelaten. 6. Het bevoegd gezag beslist over toelating van een leerling, onverminderd het vijfde lid. Regeling voor stichting, Artikel 5 Toelating 1. Tot een cursus EN kan als leerling worden toegelaten degene die: a. een buitenlandse nationaliteit bezit of mede een dergelijke nationaliteit bezit en van wie ten minste tijd in Nederland of het grensgebied van Nederland werkzaam is, dan wel b. de Nederlandse nationaliteit bezit, langere tijd in het buitenland heeft doorgebracht doordat tenminste tijd in het buitenland werkzaam was en daar langer dan 2 jaar onderwijs heeft genoten, dan wel c. de Nederlandse nationaliteit bezit en waarvan blijkens een werkgeversverklaring of andersoortige verklaring vaststaat dat zijn of haar ouders/verzorgers binnen afzienbare tijd voor tenminste twee jaar naar het buitenland zullen worden gezonden en de leerling mee verhuist naar het buitenland. 2. De in het eerste lid, onder a en b, bedoelde leerling heeft: a. op het moment van de aanvang van het eerste cursusjaar tenminste de leeftijd van 11 jaar bereikt, en b. voldoende onderwijs elders genoten om het onderwijs aan de cursus EN met vrucht te kunnen volgen. 3. Tot een cursus IB kan als leerling worden toegelaten degene die: Artikel 6 Toelatingscommissie 1. Het bevoegd gezag stelt een toelatingscommissie in voor onderscheidenlijk de cursus EN en de cursus IB. Deze commissie bestaat uit een lid van de directie en onderscheidenlijk ten minste twee leraren van de cursus EN en ten minste twee leraren van de cursus IB. 2. De toelatingscommissie heeft een adviserende taak. Het bevoegd gezag kan bepalen dat de bevoegdheid tot het toelaten van een leerling onder zijn verantwoordelijkheid wordt uitgeoefend door de toelatingscommissie. 3. Het bevoegd gezag deelt terstond na de beslissing over toelating aan de inspecteur mee welke leerlingen ingevolge artikel 5, het eerste en tweede lid, of derde en vierde lid, zijn toegelaten. Artikel 7 Bevordering en verwijdering Ten aanzien van de voorwaardelijke bevordering, schorsing en de verwijdering zijn de desbetreffende artikelen 12, 13, 14 en 15 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. van toepassing NUMMER 25 23 8 november 2000

Regeling voor stichting, Hoofdstuk 4 Inrichting van het onderwijs Artikel 8 Cursus Engels-Nederlandstalig onderwijs 1. De cursus EN heeft een cursusduur van vier of vijf jaar. Per jaar volgen de leerlingen een aantal lessen en begeleide onderwijsactiviteiten dat tenminste overeenkomt met 1140 lesuren van elk 50 minuten. 2. Het curriculum van de cursus EN is erop gericht: a. de leerlingen de mogelijkheid te bieden proeven af te leggen voor het International Baccalaureate Middle Years Certificate of voor erkende deelcertificaten daarvan, dan wel examen af te leggen voor het International General Certificate of Secondary Education of voor erkende deelcertificaten daarvan; b. de leerlingen die de proeven, bedoeld onder a, of het examen, bedoeld onder a, op voldoende niveau hebben afgelegd, de mogelijkheid te bieden om het onderwijs te volgen in het eerste leerjaar van de cursus IB; c. de leerlingen de mogelijkheid te bieden om tussentijds, na ieder cursusjaar, het onderwijs te vervolgen in een al dan niet navolgend leerjaar van het vwo, havo of vmbo in de eigen school of een andere school. 3. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de leerlingen gedurende de cursus EN in voldoende mate worden onderwezen in de Nederlandse taal en kennisnemen van de Nederlandse cultuur. Daartoe richt het bevoegd gezag het curriculum van de cursus EN zodanig in dat tenminste 10% van de lessen in het Nederlands wordt gegeven. 4. In afwijking van het derde lid, tweede volzin, kan het bevoegd gezag bepalen dat de leerlingen gedurende de cursus EN deelnemen aan het programma, ontwikkeld door de werkgroep programma Nederlands- Nederlandkunde, ingesteld bij beschikking van 21 december 1988, kenmerk VO/AV/BE-888.549 (Uitleg OCenW-Regelingen 1989, nr.2), dan wel een daarmee inhoudelijk gelijk te stellen programma. 5. De leerlingen van de cursussen EN volgen gedurende de cursus ten minste onderwijs in de vakken Engelse taal (English language), Engelse letterkunde (English literature), Nederlandse taal (Dutch language), een derde moderne taal (a third modern language), geschiedenis (history), aardrijkskunde (geography), beide laatste vakken eventueel te geven als geïntegreerde maatschappijvakken (humanities), wiskunde (mathematics), biologie (biology), natuurkunde (physics), scheikunde (chemistry), de laatste drie vakken even- tueel te geven als natuurwetenschappen (integrated science), kunstvakken (arts), lichamelijke opvoeding (physical education) en studielessen (study lessons). 6. In vijf leerjaren tezamen van een cursus EN wordt in de vakken, vermeld in onderstaande tabel, ten minste het daarbij aangegeven aantal lessen verzorgd, waarbij wordt uitgegaan van lessen van elk 50 minuten onderwijs: Kunstvakken (arts) 360 Lichamelijke opvoeding (physical education) 400 7. In vier leerjaren tezamen van een cursus EN wordt in de vakken, vermeld in onderstaande tabel, ten minste het daarbij aangegeven aantal lessen verzorgd, waarbij wordt uitgegaan van lessen van elk 50 minuten onderwijs: Kunstvakken (arts) 320 Lichamelijke opvoeding (physical education) 360 8. De adviesurentabel voor de cursus EN is als volgt, waarbij wordt uitgegaan van lessen van elk 50 minuten onderwijs: Engelse taal (English language) plus Engelse letterkunde (English literature) 460 Nederlandse taal (Dutch language) 360 Derde moderne taal (third modern language) 240 Geschiedenis (history) 240* Aardrijkskunde (geography) 240* Wiskunde (mathematics) 640 Biologie (biology) 80** Natuurkunde (physics) 80** Scheikunde (chemistry) 80** Studielessen (studylessons) 40 Noot: * waarvan eventueel 160 lessen als geïntegreerde maatschappijvakken (humanities) ** eventueel 240 uur als natuurwetenschappen (integrated science) Artikel 9 Cursus Internationaal Baccalaureaat 1. De cursus IB heeft een cursusduur van 2 jaar. Per jaar volgen de leerlingen een aantal lessen en begeleide onderwijsactiviteiten dat tenminste overeen komt met 1140 lesuren van 50 minuten. 2. Het curriculum van de cursus IB is erop gericht de leerlingen de mogelijkheid te bieden examen af te leggen ter verkrijging van het Internationaal Baccalaureaat. Voor het afnemen van IB-examens is toestemming vereist van de International Baccalaureate Organisation (IBO) in Genève. 3. Op de cursus IB wordt onderwijs aangeboden in: a. vakken waarin wordt of kan worden geëxamineerd bij het examen ter verkrijging van het Internationaal Baccalaureaat; NUMMER 25 24 8 november 2000

b. de vakken theory of knowledge en lichamelijke opvoeding; c. creatieve vakken. 4. Het onderwijs in de vakken, bedoeld in het derde lid onder a, wordt gegeven op hoog niveau en op laag niveau, overeenkomstig de regelingen met betrekking tot het Internationaal Baccalaureaat. Het bevoegd gezag kan besluiten in enkele vakken slechts onderwijs op één niveau aan te bieden. 5. Voor elke leerling is het volgen van onderwijs in de vakken Engels en wiskunde verplicht. Voor een leerling die de Nederlandse nationaliteit als enige nationaliteit bezit is, behoudens ontheffing van de inspecteur, tevens het volgen van onderwijs in het vak Nederlands verplicht. 6. De leerling volgt naar eigen keuze onderwijs op hoog of laag niveau in de verplichte vakken, voor zover de voorschriften voor het Internationaal Baccalaureaat dit toelaten en het bevoegd gezag hen daartoe de gelegenheid biedt. De andere vakken, bedoeld in het derde lid onder a, worden door de leerling gekozen uit de vakken waarin de cursus IB onderwijs aanbiedt. Artikel 10 Vakantie Met betrekking tot de tijd die per cursusjaar van de cursus EN en de cursus IB ten hoogste voor vakantie van de leerlingen wordt besteed en met betrekking tot hetgeen wordt verstaan onder school- en feestdagen, zijn de artikelen 16 en 17 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. van toepassing. Artikel 11 Afsluiting cursussen 1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen die het vierde of vijfde leerjaar van de cursus EN volgen in de gelegenheid ter afsluiting van hun opleiding proeven af te leggen voor het International Baccalaureate Middle Years Certificate of voor erkende deelcertificaten daarvan dan wel examen af te leggen voor het International General Certificate of Secondary Education of voor erkende certificaten daarvan. 2. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen die het tweede leerjaar van de cursus IB volgen in de gelegenheid ter afsluiting van hun opleiding examen af te leggen voor het Internationaal Baccalaureaat volgens de daarvoor geldende regels. 3. De inspecteur kan op verzoek van het bevoegd gezag toestaan dat wordt afgeweken van het eerste lid en dat de leerlingen aan een ander examen deelnemen dan genoemd in dat lid. 4. Indien het bevoegd gezag een getuigschrift uitreikt, draagt het er zorg voor dat dit getuigschrift zo wordt opgesteld dat het niet kan worden aangezien voor een diploma dat is uitgereikt volgens het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. 5. Indien de voorschriften voor de proeven, bedoeld in het eerste lid, en de examens, bedoeld in het eerste en tweede lid, geen bepaling inhouden ten aanzien van de faciliteiten voor gehandicapte kandidaten, indien de kandidaat zich schuldig maakt of heeft gemaakt aan onregelmatigheden dan wel handelt in strijd met de examenvoorschriften of indien twijfel bestaat of het examen op regelmatige wijze heeft plaatsgevonden, wordt gehandeld zoveel mogelijk overeenkomstig artikel 55, eerste en tweede lid, onderscheidenlijk artikel 5 dan wel artikel 43 van het Eindexamenbesluit vwo- havo-mavo-vbo. Artikel 12 Bevoegdheid van het onderwijzend personeel 1. Met betrekking tot de benoeming van leraren voor de cursus EN en de cursus IB zijn de artikelen 33 tot en met 36 van de Wet op het voortgezet onderwijs van overeenkomstige toepassing alsmede de artikelen 108 tot en met 111 en 114 van de Overgangswet W.V.O., waarbij: a. voor onderwijs op niveau havo de eerste drie leerjaren onderscheidenlijk het vierde en vijfde leerjaar van de cursus EN worden aangemerkt als de eerste drie leerjaren onderscheidenlijk het vierde en het vijfde leerjaar van een school voor havo; b. voor onderwijs op niveau mavo, vbo of vmbo de leerjaren van de cursus EN worden aangemerkt als de leerjaren van een school voor mavo of vbo; c. het eerste en het tweede leerjaar van de cursus IB worden aangemerkt als het vijfde en zesde leerjaar van een school voor vwo. 2. Met het onderwijs voor de cursus EN onderscheidenlijk de cursus IB kan, behoudens het bepaalde in het eerste lid, slechts worden belast degene die naar het oordeel van het bevoegd gezag beschikt over kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het geven van onderwijs aan een cursus EN onderscheidenlijk een cursus IB. Artikel 13 Schoolplan en schoolgids 1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat in het schoolplan van de school op onderscheiden onderdelen als bedoeld in artikel 24 van de Wet op het voortgezet onderwijs tevens expliciet aandacht wordt besteed aan de afdeling IGVO. 2. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat in de schoolgids van de school op onderscheiden onderdelen als bedoeld in artikel 24 van de Wet op het voortgezet Regeling voor stichting, NUMMER 25 25 8 november 2000

Regeling voor stichting, onderwijs tevens expliciet aandacht wordt besteed aan de afdeling IGVO. 3. Het bevoegd gezag draagt er tevens zorg voor dat ten minste de op het IGVO betrekking hebbende onderdelen van de schoolgids ook in een vertaling in het Engels voor de ouders, verzorgers en leerlingen beschikbaar zijn. Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 14 Aanvraagprocedure 1. Het bevoegd gezag van een school die per 1 augustus van enig jaar in aanmerking wil komen voor de bekostiging van een afdeling IGVO alsmede voor een aanpassing van de inrichtingseisen, dient daartoe vòòr 1 anuari van dat jaar een aanvraag in bij de Minister. De aanvraag wordt gestuurd aan het Ministerie van OCenW, directie Voortgezet Onderwijs, afdeling Thema s en Aspectenbeleid, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. 2. De aanvraag gaat vergezeld van een motivering en een prognose van het verwachte aantal leerlingen. De prognose beslaat vier schooljaren. Bij de prognose wordt het voedingsgebied aangegeven. 3. De Minister beslist binnen 5 maanden op de aanvraag. Artikel 15 Overgangsregeling 1. Het bevoegd gezag van een school die op 31 juli 2000 beschikt over een erkende en bekostigde IGVO-afdeling is niet gehouden een aanvraag als bedoeld in artikel 14 in te dienen. Ten aanzien van deze scholen zijn de artikelen 1 en 3 tot en met 13 van toepassing. Het betreft: het Lorentzcollege te Arnhem; het Stedelijk College Eindhoven; het Maartenscollege te Groningen; het Katholiek Lyceum in het Gooi te Hilversum; het Jeanne d`arccollege te Maastricht; het Rijnlands Lyceum Oegstgeest; de Openbare Scholengemeenschap Wolfert van Borselen te Rotterdam; het Rijnlands Lyceum Wassenaar. 2. Voor de bestaande scholen met IGVO die niet over het minimum van 120 leerlingen beschikken, geldt in afwijking van artikel 3 dat op 1 oktober 2000 het IGVO op deze scholen dient te worden bezocht door tenminste 70 leerlingen. Zodra het IGVO op deze scholen gedurende drie jaar door meer dan 120 leerlingen wordt bezocht, gaat de in artikel 3, eerste lid, genoemde norm van minimaal 100 leerlingen eveneens voor hen gelden. Artikel 16 Bekendmaking Deze regeling zal met de toelichting in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 17 Inwerkingtreding Deze regeling treedt op de derde dag na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 augustus 2000. Artikel 18 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling IGVO. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Drs. K.Y.I.J. Adelmund. Toelichting In de afgelopen decennia is in Nederland aan een aantal scholen voor voortgezet onderwijs, verspreid over het land, een afdeling Internationaal verbonden. Deze scholen ontvingen jaarlijks een beschikking met een toezegging voor extra middelen per leerling in het IGVO en een weergave van de inrichtingseisen. De regeling voor IGVO wordt nu algemeen van kracht. Tot nu toe is door de situering van de acht scholen met IGVO een evenwichtig geheel van voorzieningen over het land beschikbaar. De verdere internationalisering van de economie en de arbeidsmarkt kan in deze situatie verandering brengen. Deze beleidsregel bevat regels over de inrichting en bekostiging van het Internationaal Onderwijs en de criteria voor het starten van een nieuwe afdeling door een reeds bekostigde school voor voortgezet onderwijs. De regeling is gebaseerd op artikel 75b van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en heeft een geldigheidsduur van 4 jaar. In hoofdstuk 2 zijn de criteria voor het stichten van een nieuwe IGVO-afdeling uiteengezet, hoofdstuk 3 definieert wie er toegelaten kan worden, hoofdstuk 4 gaat in op de NUMMER 25 26 8 november 2000

inhoudelijke vereisten voor het IGVO en hoofdstuk 5 bevat slotbepalingen, de aanvraagprocedure en een overgangsregeling met een overzicht van scholen die daar onder vallen. De regeling is bedoeld voor bevoegde gezagsorganen van scholen voor voortgezet onderwijs die een afdeling voor Internationaal Onderwijs aan de school willen verbinden. Tevens bevat deze regeling voorwaarden door bekostiging voor reeds bestaande scholen met IGVO. Daarnaast bevat de regeling een opheffingsnorm. Voor scholen met IGVO die gedurende 3 jaar een leerlingaantal hebben dat lager is dan de opheffingsnorm, zal de bekostiging voor IGVO worden beëindigd. Voor de bestaande scholen met IGVO is een overgangsregeling getroffen. De criteria voor het starten van IGVO staan vermeld in hoofdstuk 2 van deze regeling. Bij het hanteren van de stichtingsnorm is het van belang of het aantal leerlingen groot genoeg is voor een onderwijskundig en bedrijfsmatig verantwoord IGVO-programma. Hiervoor is een minimaal aantal leerlingen van 120 nodig. Bij het opstellen van een prognose dient in eerste instantie het voedingsgebied te worden bepaald. Op basis van dit voedingsgebied kan een prognose gemaakt worden van het te verwachten aantal leerlingen. Op dit te verwachten aantal leerlingen dienen de leerlingen uit het voedingsgebied die reeds een school met IGVO bezoeken in mindering te worden gebracht. De prognose moet bij de aanvraag worden meegestuurd. In de toelichting bij de prognose moet het te verwachten aantal leerlingen worden gemotiveerd. Bovendien moet duidelijk zijn op basis van welke gegevens tot de prognose is gekomen. Tenslotte spelen bij het al dan niet toekennen van een afdeling IGVO aan een school voor voortgezet onderwijs de eventuele negatieve effecten op omliggende (IGVO-) scholen een rol. Indien de minister negatief op een aanvraag beslist, gelden daarvoor de gebruikelijke mogelijkheden tot bezwaar en beroep. De doelgroep bestaat uit leerlingen van Nederlandse ouders met een internationale arbeidscarrière en uit buitenlandse leerlingen met ouders die tijdelijk in Nederland werken. Daarnaast is er in enkele gevallen de situatie dat in de grensstreek buitenlanders voor een bepaalde periode werkzaam zijn in Duitsland of Belgïe, voor wie een Nederlandse school met IGVO beter bereikbaar is dan een Duitse of Belgische internationale school. Hun kinderen kunnen ook toegelaten worden. In een aantal gevallen zullen leerlingen die in aanmerking komen voor toelating tot IGVO rechtstreeks doorstromen vanuit een school met internationaal georiënteerd basisonderwijs. Deze toelichting maakt deel uit van de regeling IGVO. De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Drs. K.Y.I.J. Adelmund Regeling voor stichting, De regeling geeft scholen het recht af te wijken van de inrichtingseisen van de WVO. De in de regeling geformuleerde inrichtingseisen zijn er op gericht om leerlingen in staat te stellen het IGCSE ( International General Certificate Secondary Education) en het internationaal baccalaureaatsexamen af te laten leggen. Voor het afnemen van deze examens is toestemming vereist van de IBO organisatie in Genève. De IBO stelt deugdelijkheidseisen aan een school, waar IB wordt aangeboden. Indien kan worden aangetoond, dat aan deze deugdelijkheids-eisen wordt voldaan, wordt door de IBO in eerste instantie een voorlopige IBO-licentie voor een jaar verstrekt. In de loop van dat jaar volgt een inspectie door de IBO, waarna een definitieve licentie, overigens steeds voor vijf jaar, kan worden verkregen. NUMMER 25 27 8 november 2000